Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden over reactie Commissie Sorgdrager F-16 videobeelden Hawija (Kamerstuk 27925-987)
27 925 Bestrijding internationaal terrorisme
Nr. 990
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 9 mei 2025
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister
van Defensie over de brief van 3 april 2025 inzake reactie Commissie Sorgdrager F-16
videobeelden Hawija (Kamerstuk 27 925, nr. 987).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 9 mei 2025. Vragen en antwoorden
zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Kahraman
Adjunct-griffier van de commissie, Manten
Vragen en antwoorden
1
Welke gegevens had het OM ter beschikking voor het feitenonderzoek wat zij deed in
november van 2017?
Defensie heeft het OM de relevante documentatie ter beschikking gesteld, waaronder
het Target Package, videobeelden van de aanval zelf, het Mission Report, het After
Action Report (AAR), de Amerikaanse Battle Damage Assessment (BDA) evenals de Amerikaanse
onderzoeken naar deze luchtaanval. De Commissie van onderzoek wapeninzet Hawija (hierna:
Commissie Sorgdrager) geeft in haar rapport een duiding van deze stukken.
2
Wat zijn volgens het inzicht van de Commissie de gevolgen geweest van de onjuiste
beoordeling van het interne memorandum?
De Commissie Sorgdrager heeft haar inzichten in haar brief van 2 april jl. met mij
gedeeld. Deze brief heb ik op 3 april jl. met uw Kamer gedeeld (Kamerstuk 27 925, nr. 987).
3
Is de Commissie al door Defensie gevraagd om advies te geven over de uitgangspunten,
randvoorwaarden en opzet van het externe onderzoek, zoals zij aangeven bereid te zijn
te doen?
De Commissie Sorgdrager is geconsulteerd over de opzet van het externe en onafhankelijke
onderzoek naar de vondst van de videobeelden en de aanstelling van dhr. Brouwer. Het
belangrijkste aandachtspunt voor de Commissie Brouwer is om de vraag te beantwoorden
wat er met de videobeelden is gebeurd na het maken ervan, de feiten te reconstrueren
en op basis daarvan een oordeel te vellen en conclusies te trekken. Dit zal expliciet
onderdeel uitmaken van het instellingsbesluit. Ik zal uw Kamer het instellingsbesluit
doen toekomen.
4
Is er na de publicatie van het rapport en in het licht van de recent opgedoken overschreden
beelden, nogmaals gezocht naar digitale bescheiden, zoals uw e-mails en whatsappverkeer
die niet meer beschikbaar zouden zijn (zie rapport pagina 22)? Zo nee, waarom niet?
Kan Defensie bevestigen dat deze digitale bescheiden daadwerkelijk niet meer beschikbaar
zijn en zo ja, hoe komt dat?
Defensie heeft de Commissie Sorgdrager alle documentatie aangeleverd die op dat moment
uit de zoekslagen naar voren kwam. Dit met uitzondering van het informatieverzoek
waar naar wordt gevraagd in vraag 19.
5
Wat is de definitie van waarheidsvinding?
Zowel in het kader van verantwoording aan uw Kamer als richting slachtoffers en nabestaanden
is het van groot belang om zo goed als mogelijk te reconstrueren wat de feiten zijn.
Ik sluit mij aan bij de uitspraken van de Commissie Sorgdrager in haar onderzoeksrapport
en elders, die het belang ervan benadrukken.
6
Kunt u toelichten of de term «overschreven» in de uitspraak van het ministerie, «Die
beelden gaven geen nieuwe inzichten ten opzichte van de eerdere BDA, zijn derhalve
beoordeeld als niet relevant om te bewaren en de data is de volgende dag weer overschreven,»
betrekking heeft op het F-16 toestel of op de archivering, gezien het feit dat volgens
de technische briefing van 16 april jl. beelden die door F-16’s worden gemaakt altijd
worden gearchiveerd en overschrijvingen enkel plaatsvinden op de cartridge van het
vliegtuig zelf?
In de technische briefing is aangegeven dat het beeldmateriaal van een wapeninzet/aanval
zelf (1–2 minuten vóór en 2 minuten ná de wapeninzet) standaard werd gedownload van
de Removable Memory Cardrige (RMC) van de F-16 naar de planningscomputer van de eenheid
voor archivering. De RMC werd vervolgens teruggeplaatst in de F-16 voor hernieuwd
gebruik. De externe en onafhankelijke onderzoekcommissie o.l.v. dhr. Brouwer zal onderzoeken
wat er precies met de videobeelden is gebeurd.
7
Wanneer hebben de militairen, die aangeven de beelden van de tweede BDA te hebben
gezien, deze beelden daadwerkelijk gezien? Wat was de aanleiding voor het tonen van
deze beelden en waar vond dit plaats?
Dit is onderdeel van het onderzoek van de externe en onafhankelijke onderzoekscommissie
naar de vondst van de videobeelden o.l.v. dhr. Brouwer. Ik wil niet op dit onderzoek
vooruit lopen.
Er is overigens sprake van één BDA, namelijk de Amerikaanse BDA. Daarnaast zijn er
de videobeelden gemaakt vanuit een Nederlandse F-16 in de ochtend na de luchtaanval.
8
Welke militairen hebben allemaal toegang gehad tot de beelden van de tweede BDA?
Zie antwoord op vraag 7.
9
Welke militairen hebben allemaal de beelden van de tweede BDA gezien?
Zie antwoord op vraag 7.
10
Hoe vaak en wanneer heeft de Commissie van Onderzoek Wapeninzet Hawija bij Defensie
verzocht om de beelden van de tweede BDA aan de Commissie te overhandigen?
In haar brief van 2 april jl. (Kamerstuk 27 925, nr. 987) geeft de Commissie aan dat zij anderhalf jaar lang meermalen bij Defensie heeft
verzocht deze beelden aan de Commissie te overhandigen, om uiteindelijk op 16 november
2022 het antwoord te ontvangen dat de videobeelden destijds als niet relevant waren
beschouwd en de data de volgende dag was overschreven.
11
Is er een gebruikelijk protocol voor de Directie Operaties in Den Haag wanneer zij
een melding van vermoedelijke burgerslachtoffers binnenkrijgen? Zo ja, hoe ziet dit
er uit?
Ik heb uw Kamer op 14 maart jl. (Kamerstuk 27 925, nr. 984) een visuele weergave gestuurd van hoe Defensie meldingen nu in behandeling neemt.
12
Wie hebben initieel de beelden van de tweede BDA gezien die de Commissie recentelijk
voor het eerst heeft gezien?
Zie antwoord op vraag 7.
13
Waren de beelden van de tweede BDA ook onderdeel van het OM feitenonderzoek in november
van 2017?
Het OM heeft de Amerikaanse BDA van Defensie ontvangen, zie antwoord op vraag 1. De
videobeelden gemaakt vanuit een Nederlandse F-16 in de ochtend na de luchtaanval,
zijn destijds niet met het OM gedeeld. Op 7 april jl. heeft het OM ook deze videobeelden
ontvangen.
14
Hoe worden militairen op de hoogte gesteld van de bureaucratische eisen waaraan zij
geacht worden zich te houden?
Iedere militair krijgt voorafgaand aan uitzending een missiegerichte opleiding. Hierin
worden alle aspecten die bij een uitzending horen behandeld. Als er bij de uitzending
wapens zullen worden ingezet en een AAR moet worden opgemaakt, krijgen de militairen
die het aangaat een extra briefing op basis van de regelgeving die daarop van toepassing
is. Daarnaast wordt er tijdens de bevelsuitgifte stilgestaan bij de rapportageverplichtingen
van een detachementscommandant: de dagelijkse en wekelijkse rapportage (SITREP) en
de AAR.
15
Welke mogelijkheden zijn er om in het AAR details toe te voegen over burgerdoden,
anders dan de binaire aanduiding van wel of geen burgerdoden, bijvoorbeeld door ook
vermoedens of mogelijkheden van burgerslachtoffers te vermelden?
De genoemde binaire keuze gold enkel voor het Mission Report, dat door de vliegers
werd opgesteld ten behoeve van het Combined Air Operation Centre (CAOC) van Operation
Inherent Resolve (OIR). Daar is in de rubriek Collateral Damage/Civilian Casualties «No» ingevuld.
In het destijds gebruikte AAR-format was een rubriek «collateral damage» opgenomen,
waarin eventuele nevenschade kon worden beschreven.
16
Wat was het protocol geweest wanneer het interne memorandum had aangegeven dat er
burgerslachtoffers waren gevallen bij de aanval?
In het genoemde memorandum van 30 juni 20161 wordt geconcludeerd: «de kans op burgerslachtoffers (...) is aannemelijk, maar niet
aanvullend te onderbouwen».
De geldende procedure stond vastgelegd in de nota «Procedure minimaliseren/melden
burgerslachtoffers» van 22 januari 2015. Deze procedure is op 10 februari 2020 aan
uw Kamer verstrekt (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 1667). De Commissie Sorgdrager besteedt in haar rapport uitgebreid aandacht aan deze procedure.
17
De Commissie oordeelt dat het Ministerie van Defensie onvoldoende medewerking heeft
verleend om tot waarheidsvinding te komen. Welke informatieverzoeken zijn allemaal
niet gehonoreerd en op basis van welke motivering?
Commissie Sorgdrager benoemt in haar onderzoeksrapport één concreet informatieverzoek
dat niet door Defensie is gehonoreerd, namelijk over correspondentie tussen de MIVD
en de militaire top. Zie ook het antwoord op vraag 19.
18
Kan worden gespecificeerd welke momenten bedoeld worden waarop de medewerking van
het Ministerie van Defensie aan de Commissie Sorgdrager bij de uitvraag te wensen
overliet, naast bijvoorbeeld de tweede BDA en de correspondentie tussen MIVD en de
militaire top?
Defensie herkent zich in wat de Commissie Sorgdrager hierover zelf opmerkt in haar
onderzoeksrapport (Hoofdstuk 2.6 «Duur onderzoek»): «Het toegankelijk maken van bronnen
heeft tijd in beslag genomen en verloopt tot het voorjaar van 2024 moeizaam. De Commissie
moet – niet als eerste – vaststellen dat de archivering bij het Ministerie van Defensie
en bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken niet zorgvuldig is. Stukken zijn onvolledig
of niet systematisch gearchiveerd of blijken te ontbreken. Daardoor heeft het lang
geduurd eer documenten ter beschikking kwamen of heeft de Commissie geprobeerd via
andere organisaties of personen informatie te zoeken. Ook bleken documenten elders
aanwezig te zijn. Een voorbeeld zijn de (gedigitaliseerde) missiearchieven van de
eerste drie detachementen. Die zijn niet vanuit de vliegbasis Leeuwarden overgedragen
aan het Semi-statisch Informatiebeheer (SIB) van Defensie. Het kostte vele maanden
voordat de Commissie de beschikking kreeg over deze bescheiden.»
19
Kan de uitvraag van de Commissie Sorgdrager over de correspondentie tussen MIVD en
militaire top alsnog gehonoreerd worden?
Ja. Deze week is een nota van de MIVD aan de Commandant der Strijdkrachten over een
Amerikaans verzoek voor deelname aan de coalition targeting cell van OIR (in het kader van burden sharing) overhandigd aan Commissie Sorgdrager. Dit stuk is gederubriceerd en bij deze beantwoording
gevoegd.
20
Kunt u bevestigen dat enkel de Tweede Kamer door middel van een enquête bevoegd is
om militairen onder ede te horen zolang er geen sprake is van een strafrechtelijk
onderzoek, gezien het feit dat de Commissie het in het kader van waarheidsvinding
verstandig acht dat een instantie betrokken militairen onder ede hoort?
Het klopt dat naast rechters en de Onderzoeksraad voor Veiligheid de Tweede Kamer
de wettelijke bevoegdheid heeft om personen onder ede te horen in het kader van een
parlementaire enquête.
Ondanks dat onder ede horen niet mogelijk is in het ingestelde onderzoek, rust er
op iedere Defensie-ambtenaar wel de verplichting om medewerking te verlenen aan interne
en externe onderzoeken en om daarin naar waarheid te verklaren.
Indien er een gerechtvaardigde twijfel bestaat aan de integriteit en/of betrouwbaarheid
van de ambtenaar, wordt van de ambtenaar verlangd dat deze die twijfel wegneemt. De
weigering van een ambtenaar om openheid van zaken te geven of het niet naar waarheid
verklaren kan in zo’n situatie worden gekwalificeerd als plichtsverzuim. Dit is ook
de reden waarom een intern onderzoek op zijn plaats is.
Hoewel defensiemedewerkers dus niet in het kader van het onderzoek onder ede kunnen
worden gehoord, zijn zij wel verplicht te verklaren en kan een verklaring in strijd
met de waarheid plichtsverzuim opleveren. Plichtsverzuim kan leiden tot oplegging
van een disciplinaire maatregel (in het uiterste geval ontslag). De verplichting tot
medewerking wordt (zoals ook te doen gebruikelijk) uitdrukkelijk in de onderzoeksopdracht
worden vastgelegd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I. Kahraman, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie -
Mede ondertekenaar
N.E. Manten, adjunct-griffier