Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Stoffer over calamiteitenroutes in Zeeland
Vragen van het lid Stoffer (SGP) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over calamiteitenroutes in Zeeland (ingezonden 11 april 2025).
Antwoord van Minister Madlener (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 9 mei 2025).
Vraag 1 en 2
Heeft u kennisgenomen van de enorme vertragingen op het Zeeuwse wegennet door recente
afsluitingen van de Vlaketunnel (A58)?1
Kunt u aangeven hoe vaak in de afgelopen vijf jaar sprake was van tijdelijke afsluitingen
van het Zeeuwse deel van de A58 in het algemeen en van de Vlaketunnel in het bijzonder?
Antwoord 1 en 2
In onderstaande tabel zijn de geregistreerde afsluitingen weergegeven. Deze zijn geteld
per rijrichting (van Bergen op Zoom tot Vlissingen). Er is onderscheid gemaakt tussen
het geplande en ongeplande sluitingen. Rijkswaterstaat voert gepland onderhoud uit
om de veiligheid, betrouwbaarheid en werking van de infrastructuur te waarborgen.
Gepland onderhoud bij de Vlaketunnel en A58 vindt in de meeste gevallen plaats in
de avonduren, zodat de hinder voor de weggebruiker tot een minimum wordt beperkt.
Tijdens het onderhoud worden installaties gecontroleerd, systemen getest en eventuele
defecten gerepareerd.
Ongeplande sluitingen zijn het gevolg van incidenten zoals de technische storing op
8 en 9 april. Ongeplande sluitingen bij de Vlaketunnel en A58 zijn doorgaans binnen
het kwartier verholpen. In extreme gevallen, zoals op 8 en 9 april, kunnen deze sluitingen
meerdere uren duren.
Jaar
Aantal
Gepland Vlaketunnel
Ongepland Vlaketunnel
Gepland A58
Ongepland A58
2020
17
0
4
0
13
2021
28
0
1
3
24
2022
86
14
7
21
44
2023
73
14
2
14
43
2024
103
22
6
24
51
20251
37
8
12
1
16
X Noot
1
t/m 10 april 2025
Vraag 3
Deelt u de mening dat adequate calamiteitenroutes voor Zeeland van groot belang zijn,
gelet op de eilandenstructuur en de aanwezigheid van een kerncentrale en een industriecluster?
Antwoord 3
Ja, het is belangrijk dat er adequate calamiteitenroutes zijn en dat mensen in geval
van calamiteiten Zeeland kunnen verlaten. Naast de A58 wordt Zeeland via de N57, N59
en de N62 ontsloten.
Vraag 4
Kan bij stremmingen en calamiteiten een uitzondering gemaakt worden op het huidige
verbod op tweerichtingsverkeer in een tunnelbuis, inclusief het realiseren van bijbehorende
doorsteekmogelijkheid, snelheidsbeperkingen en toezicht/verkeersbegeleiding? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 4
Op grond van de Tunnelwet is tweerichtingsverkeer in een tunnelbuis in Nederland om
veiligheidsredenen niet toegestaan. De veiligheidssystemen zoals camera’s, de inrichting
van vluchtroutes, de ventilatie en rookafvoersystemen en het calamiteitenbestrijdingsplan
bij de Vlaketunnel (opgesteld in overleg met de Veiligheidsregio Zeeland) zijn ook
niet ingericht op tweerichtingsverkeer in één tunnelbuis.
Vraag 5
Is de veronderstelling juist dat Europese regelgeving ruimte biedt voor tweerichtingsverkeer
in een tunnelbuis bij stremmingen en calamiteiten?
Antwoord 5
Dat is juist, alleen zoals ook in het antwoord op vraag 3 is aangegeven, zijn de veiligheidssystemen
volgens de Nederlandse Tunnelwet ingericht, waardoor tweerichtingsverkeer in een tunnelbuis
niet is toegestaan. In het hoogbelaste Nederlandse wegennetwerk zijn, naast de Europese
regelgeving, extra verscherpingen in de nationale tunnelwetgeving doorgevoerd om de
veiligheid van de weggebruiker te borgen.
Vraag 6
Wordt samen met de provincie Zeeland gekeken naar verbetering van de verkeersbegeleiding
tijdens stremmingen en calamiteiten?
Antwoord 6
Rijkswaterstaat werkt intensief samen met de provincie Zeeland om de verkeersbegeleiding,
mede bij calamiteiten, waar nodig te verbeteren. Er is maandelijks overleg waarbij
alle incidenten besproken worden. In het geval van tunnels (waaronder de Vlaketunnel)
zijn calamiteitenscenario’s opgesteld en wordt per incident geëvalueerd of het scenario
goed is ingezet en welke verbetermogelijkheden er zijn. Vervolgens worden deze uitgewerkt
en aangepast.
Vraag 7
Welke mogelijkheden ziet u voor meer decentrale verkeersbegeleiding in een kwetsbaar
gebied als Zeeland, zodat lokale kennis beter benut kan worden?
Antwoord 7
De verkeersbegeleiding wordt door Rijkswaterstaat centraal uitgevoerd. Hiermee wordt
op landelijk niveau de uniformiteit en continuïteit van de processen gewaarborgd,
evenals de benodigde kennis en opleidingen. Hierbinnen wordt nauw samengewerkt met
de regio, die lokale kennis van objecten en netwerken inbrengt. Door de landelijke
verkeersbegeleiding worden ook de kosten en de bedrijfscontinuïteit beter beheerd.
Vraag 8
Wordt samen met de provincie Zeeland gekeken naar verbetering van calamiteitenroutes,
zoals aanvullende aansluitingen op de oude Rijksweg (N289)?
Antwoord 8
In het Bestuurlijk Overleg MIRT van 2021 hebben het Rijk en de regio’s, in het kader
van hinderaanpak, een generieke landelijke afspraak gemaakt om het verkeersmanagement
een extra impuls te geven. Hieronder vallen mede de calamiteitenroutes. Zo zijn de
Zeeuwse regelscenario’s voor uitwijkroutes onlangs geactualiseerd. Ook werkt het Rijk
samen met de regio’s aan de verdere uitbouw en professionalisering van de organisatie
voor regionaal hinderbeheer, genaamd «Zeeland Bereikbaar», die dit jaar en volgend
jaar haar beslag krijgt. Er zijn geen voornemens te kijken naar aanvullende aansluitingen
op de oude Rijksweg (N289).
Vraag 9
Welke mogelijkheden ziet u om met bijvoorbeeld snelheids- en andere verkeersbeperkende
maatregelen en extra toezicht langer gebruik te kunnen maken van tunnelbuizen op cruciale
verbindingsroutes, zoals de Vlaketunnel? Biedt de Tunnelwet hier voldoende ruimte
voor?
Antwoord 9
Een veilig gebruik van tunnels heeft de hoogste prioriteit. De Tunnelwet biedt ruimte
om in geval van calamiteiten tunnelbuizen open te houden met verkeersbeperkende maatregelen,
zoals het opleggen van een snelheidsbeperking of het buiten gebruik stellen van een
rijbaan. Extra toezicht door weginspecteurs en/of hulpdiensten zijn hierbij cruciaal.
Indien deze maatregelen ontoereikend zijn om de veiligheid van weggebruiker te garanderen,
wordt de tunnelbuis afgesloten. Dit geldt eveneens voor cruciale verbindingsroutes.
Vraag 10
Op welke wijze wordt het belang van adequate calamiteitenroutes meegenomen in het
Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT)?
Antwoord 10
Zie hiervoor het antwoord op vraag 7.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.