Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Mutluer over de mogelijke uitlevering van een Amerikaanse vrouw
Vragen van het lid Mutluer (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de mogelijke uitlevering van een Amerikaanse vrouw (ingezonden 16 april 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 8 mei 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Van moord verdachte Amerikaanse verbleef wekenlang
in aanmeldcentrum Ter Apel»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft Nederland een uitleveringsverzoek van de Verenigde Staten ontvangen?
Antwoord 2
Uw vraag ziet op een individuele zaak. Over lopende strafrechtelijke procedures kan
ik geen uitspraken doen.
Vraag 3
Bent u bekend met het feit dat de doodstraf in South Carolina nog steeds wordt uitgevoerd?
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4 en 5
Staat er op het misdrijf waarvan de betreffende vrouw verdacht wordt de doodstraf?
Bent u voornemens om, in lijn met onder andere de Uitleveringswet en het Handvest
van de grondrechten van de Europese Unie, een uitleveringsverzoek te weigeren wanneer
er een risico is dat de vrouw de doodstraf wordt opgelegd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4 en 5
Uw vragen zien op een individuele zaak. Over lopende strafrechtelijke procedures kan
ik geen uitspraken doen.
In algemene zin kan ik het volgende opmerken. In bepaalde landen kan de doodstraf
worden opgelegd voor specifieke delicten. Volgens de Nederlandse Uitleveringswet wordt
een persoon niet uitgeleverd als op het feit waarvoor uitlevering wordt gevraagd de
doodstraf staat, tenzij voldoende is gewaarborgd dat die straf, bij een eventuele
veroordeling, niet ten uitvoer wordt gelegd.
Er moet dus een specifieke garantie zijn afgegeven dat de doodstraf in de betreffende
zaak niet wordt opgelegd, dan wel niet wordt uitgevoerd. Dit geldt zowel bij uitlevering
voor strafexecutie als voor strafvervolging.
Uitlevering is volgens het Nederlandse recht slechts mogelijk op grond van een verdrag
tussen twee of meer staten. De voor Nederland geldende uitleveringsverdragen voorzien
allemaal in de zogenaamde doodstrafexceptie.
Op grond van de toepasselijke uitleveringsverdragen tussen de Verenigde Staten (VS)
en Nederland, zal Nederland bij uitleveringsverzoeken van de VS de voorwaarde stellen
dat, indien in de VS mogelijk de doodstraf is gesteld op het feit waarvoor de uitlevering
wordt gevraagd, de doodstraf niet aan de opgeëiste persoon wordt opgelegd, of indien
de VS om procedurele redenen niet aan deze voorwaarde kan voldoen, de voorwaarde dat
de doodstraf, indien deze wordt opgelegd, niet wordt uitgevoerd. Indien de VS instemt
met de uitlevering onder deze voorwaarde, is de VS verplicht die voorwaarde na te
leven. Indien de VS de voorwaarde niet aanvaardt, dan zal Nederland in lijn met nationale
wetgeving, verdragen en (Europese) jurisprudentie, de uitlevering weigeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.