Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Mutluer over de oproep van een Nederlands/Syrisch influencer tot 'uitroeien' van Alawieten
Vragen van het lid Mutluer (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de oproep van een Nederlands/Syrisch influencer tot «uitroeien» van Alawieten (ingezonden 14 maart 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 8 mei 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2024–2025, nr. 1839.
Vraag 1
Kent u het artikel «Schok na oproep tot «uitroeien»; Politie duikt in uitlatingen
influencer in Nederland na massale moordpartijen op alawieten in Syrië»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Kent u andere gevallen waarin in Nederland dergelijke oproepen tot geweld tegen alawieten
zijn gedaan? Zo ja, in hoeveel gevallen is daar sprake van? In hoeveel gevallen zijn
er aangiftes gedaan, dan wel lopen er strafrechtelijke onderzoeken en wat is de stand
van zaken van die onderzoeken?
Hebben genoemde oproepen daadwerkelijk tot geweld of andere delicten geleid? Zo ja,
over welke signalen dienaangaande beschikt u?
Antwoord 2 en 3
Uit de systemen van politie en Openbaar Ministerie kan niet worden gehaald hoeveel
meldingen, aangiften of strafrechtelijke onderzoeken er worden gedaan naar dergelijke
oproepen.
Vraag 4
Kunt u aangeven of er specifieke voorzorgsmaatregelen zijn genomen om te voorkomen
dat sektarische conflicten uit het buitenland, zoals in Syrië, ook in Nederland tot
sociale onrust of geweld gaan leiden? Zo ja, welke maatregelen betreft dit? Zo nee,
waarom niet en acht u dergelijke maatregelen alsnog noodzakelijk?
Antwoord 4
Voorop staat dat het kabinet elke vorm van (sektarisch) geweld ten sterkste afwijst.
Wij zijn bekend met de zorgen vanuit de Syrische gemeenschap in Nederland en nemen
deze serieus. Bestaande buitenlandse spanningen kunnen overslaan naar Nederland en
hier (mogelijk) tot onveilige situaties en maatschappelijke onrust leiden. Dit geldt
ook voor de Syrische gemeenschap in Nederland. Dit risico heeft de aandacht van het
kabinet.
Veel leden van de Syrische gemeenschap in Nederland zijn sterk verbonden met het land
van herkomst. Ingrijpende gebeurtenissen in Syrië hebben dan ook impact op de verhoudingen
binnen de Syrische gemeenschap in ons land. Om potentiële sociale onrust en polarisatie
voor te zijn, onderhoudt het kabinet contacten met de verschillende gemeenschappen
in Nederland. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) vervult een
aanvullende rol bij het (vroegtijdig) signaleren, monitoren en agenderen van spanningen
en polarisatie in onze samenleving. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met andere ministeries,
gemeenten, professionals en gemeenschappen, waaronder de Syrische gemeenschappen.
Het Ministerie van SZW ondersteunt gemeenten en professionals door kennis en signalen
te delen, en waar nodig handelingsperspectieven aan te reiken. Daarnaast adviseert
SZW overheden en professionals – onder andere via handreikingen en kennissessies –
over de omgang met spanningen en polarisatie binnen en tussen gemeenschappen. De handreikingen
staan op de website van de Expertise-unit Sociale Stabiliteit (ESS).2 Zo verkent ESS momenteel hoe gemeenten beter ondersteund kunnen worden bij het omgaan
met de impact van internationale conflicten op hun lokale context. Deze verkenning
vindt onder andere plaats in het kader van het dossier rondom de Eritrese gemeenschap.
In dit dossier wordt samen met interdepartementale partners onderzocht hoe gemeenten
kunnen omgaan met spanningen die voortkomen uit conflicten of verdeeldheid in het
land van herkomst en de uitwerkingen hiervan binnen Nederland. Verder zal er ook aandacht
zijn voor de regionale impact van dergelijke spanningen. Zo organiseert regio Midden-Nederland
binnenkort een bijeenkomst specifiek over dit thema, waar ook SZW actief aan deelneemt.
Op dit moment zijn er geen signalen dat de huidige spanningen leiden tot geweldsincidenten
tegen specifieke personen in Nederland. Wanneer er sprake is van strafbare feiten
zoals dreigementen en geweld, kunnen slachtoffers aangifte doen bij de politie. Het
Openbaar Ministerie kan een strafrechtelijk onderzoek instellen en indien opportuun
overgaan tot vervolging.
Spanningen komen met name naar boven bij manifestaties zoals betogingen of herdenkingen.
Deze demonstraties en eventuele handhaving van de openbare orde vallen onder de bevoegdheid
van de lokale driehoek (burgemeester, politie en Openbaar Ministerie).
Vraag 5
In hoeverre worden de zorgen van lokale gemeenschappen, zoals de Syrische gemeenschap
in Nederland, die vrezen voor de gevolgen van de oproepen tot geweld, serieus genomen
en waar blijkt dit uit? Welke rol kan de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding
en Veiligheid (NCTV) hierin spelen?
Antwoord 5
Laat ik vooropstellen dat iedere oproep tot geweld tegen personen of gemeenschappen
in Nederland door het kabinet ten stelligste wordt veroordeeld. Bedreigingen en intimidatie
raken niet alleen individuen, maar kunnen ook een grote impact hebben op hun directe
omgeving. Juist daarom is het van essentieel belang dat de vrijheden binnen onze democratische
rechtsorde worden gewaarborgd.
Zoals gedeeld in het antwoord op vraag 4, staan het Ministerie van SZW en gemeenten
in contact met onder andere de Nederlands-Syrische gemeenschap om op de hoogte te
blijven van eventuele spanningen en polarisatie. Daarnaast adviseert SZW overheden
en professionals hoe om te gaan met spanningen en polarisatie binnen en tussen gemeenschappen.
De NCTV neemt deze signalen serieus. De ontwikkelingen worden gezamenlijk met partners
uit het sociaal- en veiligheidsdomein gevolgd daar waar deze raken aan de nationale
veiligheid. Wanneer er sprake is van dreiging kan het lokaal bevoegd gezag aanvullende
beveiligingsmaatregelen treffen. De NCTV kan het lokale gezag hierover gevraagd en
ongevraagd advies geven.
Indien er sprake is van een oproep tot geweld, ook richting gemeenschappen, kunnen
slachtoffers aangifte doen bij de politie. Het Openbaar Ministerie neemt de beslissing
of het opportuun is om over te gaan tot vervolging.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.