Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dobbe over de mogelijke uitbreiding van het oefengebied van defensie op de Weerterheide
Vragen van het lid Dobbe (SP) aan de Staatssecretaris van Defensie over de mogelijke uitbreiding van het oefengebied van defensie op de Weerterheide (ingezonden 8 april 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Tuinman (Defensie) (ontvangen 6 mei 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de zorgen van de mensen die wonen op de Weerterheide? Wat is uw
reactie op de petitie?1
Antwoord 1
Ja, ik ben me bewust van de zorgen van de mensen die wonen in de omgeving van de Weerterheide
en ik begrijp deze zorgen. De petitie is uitsluitend aangeboden aan de Kamercommissie
en niet aan het Ministerie van Defensie. Ik was graag in gesprek gegaan met de indieners
om persoonlijk hun zorgen te horen en te bespreken.
Vraag 2
Erkent u dat (mogelijke) onteigening van huis en bedrijf enorm ingrijpend is in de
levens van mensen? Wilt u dit toelichten?
Antwoord 2
Ja, dat erken ik. Onteigening is heel ingrijpend voor bewoners, en daarom ga ik hier
niet lichtzinnig mee om. Bij het aanwijzen van nieuwe locaties probeert Defensie de
impact op woningen, eigenaren en bedrijven zoveel mogelijk te beperken. Defensie probeert
ook zoveel als mogelijk onteigening te voorkomen. En mocht dit desondanks niet te
voorkomen zijn, dan gebeurt dit zeer zorgvuldig en in nauw overleg met de eigenaren.
De reden dat Defensie onteigening niet kan uitsluiten komt doordat de veiligheidssituatie
in de wereld steeds verder verslechtert. De krijgsmacht moet daarom worden versterkt,
in het bijzonder op hoofdtaak 1 (de verdediging van ons grondgebied en dat van onze
bondgenoten), zodat we in staat zijn om te verdedigen wat ons dierbaar is. Dit vraagt
om extra ruimte, zowel fysieke, milieu als geluidsruimte. In het Nationaal Programma
Ruimte voor Defensie (NPRD) is de extra ruimtevraag van Defensie in beeld gebracht
en Defensie zoekt zorgvuldig naar goede locaties en ruimte voor defensieactiviteiten,
in samenhang met andere urgente ruimtebehoeften.
Vraag 3
Op welke manier hebt u contact gezocht met de mensen die in het mogelijke uitbreidingsgebied
bij de Weerterheide wonen? Indien u dat niet hebt gedaan, waarom niet, aangezien bekend
is dat er grote onrust bij deze mensen is ontstaan? Indien u dit niet hebt gedaan,
bent u bereid om alsnog in gesprek te gaan met deze bewoners?
Antwoord 3
Vorig jaar zomer zijn voor alle inwoners en betrokkenen provincie-brede bijeenkomsten
georganiseerd over de voornemens van Defensie in het kader van het NPRD. Mede n.a.v.
die bijeenkomsten, en de wens van de deelnemers om zo snel en direct als mogelijk
te worden geïnformeerd heeft Defensie besloten om perceeleigenaren rechtstreeks per
brief te informeren. Dit gold ook voor eigenaren in de zoekgebieden voor uitbreiding
in Weerterheide. Op 23 september 2024 en 23 januari 2025 heeft Defensie extra informatiebijeenkomsten
georganiseerd in respectievelijk Budel en Weert. De inwoners in de zoekgebieden zijn
daarbij per brief uitgenodigd. Op deze manier heeft Defensie geprobeerd alle betrokken
bewoners zo goed als mogelijk bij het proces te betrekken en te informeren.
Vraag 4
Hoe zijn de belangen van de bewoners meegenomen in de selectie van dit gebied bij
de Weerterheide als mogelijke uitbreidingslocatie van Defensie? Wilt u toelichten,
specifiek op welke momenten, welke onderdelen en op welke manier dit is gebeurd en
gaat gebeuren?
Antwoord 4
In het NPRD worden alle behoeftes van Defensie grondig onderzocht en afgewogen en
worden betrokkenen hierover actief geïnformeerd. Dit gebeurt door middel van informatiebijeenkomsten,
webinars en rechtstreeks met brieven. In het uitgevoerde planMER wordt onder meer
onderzocht welke effecten de voorgenomen plannen van Defensie hebben op de omgeving
en degenen die hier wonen.
Vraag 5
Mogen wij de achterliggende stukken ontvangen waarin de belangen van deze bewoners
zijn afgewogen en/of op welke manier de belangen van bewoners zijn gewogen bij de
selectie van deze mogelijke uitbreidingslocatie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Ja, deze stukken (ontwerpbeleidsvisie, planMER en achterliggende onderzoeken) ontvangt
u zodra het kabinet een beslissing heeft genomen over het ontwerpNPRD. In het kader
van zorgvuldigheid en transparantie kan ik deze documenten niet eerder delen. Het
kabinet verwacht eind mei 2025 een besluit te nemen.
Vraag 6
Op welke manier en op welke momenten hebben bewoners op de mogelijke uitbreidingslocatie
bij de Weerterheide zeggenschap over hun huis, hun gemeenschap en of er wel of niet
gedwongen zal worden onteigend?
Antwoord 6
Wanneer het kabinet eind mei 2025 een besluit heeft genomen over het ontwerpNPRD,
kunnen de bewoners via zienswijzen reageren op de plannen. Ik verwacht aan het eind
van het jaar een definitief kabinetsbesluit op het programma NPRD. Daarna wordt een
start gemaakt met de uitvoering, bijvoorbeeld door middel van een projectbesluit.
Gedurende de projectprocedure zullen geraakte bewoners wederom inspraakmogelijkheden
krijgen. Parallel hieraan zal Defensie proberen een overeenkomst te sluiten met bewoners.
Alleen wanneer het niet lukt om een overeenkomst te sluiten met bewoners zal Defensie
over moeten gaan tot onteigening. In dat geval zal Defensie de onteigeningsprocedure
starten. In deze procedure zal Defensie motiveren waarom onteigening noodzakelijk
is en zal de bewoner schadeloos worden gesteld.
Vraag 7
Zijn er andere locaties in Europa die kunnen dienen als oefenterrein? Wanneer en op
welke manier zijn deze locaties als oefenterrein afgewogen? Mogen we het onderliggende
onderzoek op basis waarvan deze afweging wordt gemaakt ontvangen?
Antwoord 7
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar de Nota van Antwoord (NvA) als reactie
op de zienswijzen op de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD). De ruimtebehoefte
voor Defensie, zoals beschreven in het NPRD, is gebaseerd op de huidige situatie waarin
al veel activiteiten in het buitenland plaatsvinden (opleiden, oefenen en trainen)
en waarin ook andere NAVO-bondgenoten het gebruik van hun bestaande terreinen en luchtruim
intensiveren. De versterking van de krijgsmacht vraagt daarom om meer ruimte in Nederland.
De ruimteclaim in het NPRD vertegenwoordigt de minimale ruimte die Defensie nodig
heeft in Nederland om haar taken te kunnen uitvoeren.
Vraag 8
Bent u bereid om, indien gezocht wordt naar uitbreidingslocaties voor Defensie, daarbij
als uitgangspunt te hanteren dat er geen uitbreiding zal plaatsvinden op locaties
waar mensen gedwongen onteigend moeten worden of gedwongen worden om te verhuizen?
Wilt u dit toelichten?
Antwoord 8
Nee, dit kan ik niet doen. Zoals eerder aangegeven probeer ik onteigening zoveel mogelijk
te voorkomen en gebruik ik dit middel niet lichtzinnig. Ik kan het echter niet op
voorhand uitsluiten. De dreiging in de wereld en de urgentie van het NPRD zijn daar
te groot voor.
Vraag 9
Bent u bereid om, indien gezocht wordt naar uitbreidingslocaties voor Defensie, daarbij
als uitgangspunt te hanteren dat er geen uitbreiding zal plaatsvinden op locaties
waar dit ten koste gaat van beschermde natuur? Wilt u dit toelichten?
Antwoord 9
Defensieactiviteiten en (beschermde) natuur gaan in veel gevallen goed samen. Op dit
moment valt meer dan 15.000 ha van de defensieterreinen onder 14 verschillende Natura
2000 gebieden en valt ruim 17.000 ha onder het Natuur Netwerk Nederland (NNN). Uit
onderzoek blijkt dat door het militaire gebruik op meerdere terreinen een unieke dynamiek
is ontstaan met voor Nederland bijzondere natuur. Hierdoor gaat het militaire gebruik
niet ten koste van de natuurwaarden, maar stelt zij de natuur in staat te floreren
(zie «Kamerbrief over natuurwaarden op defensieterreinen», vergaderjaar 2022–2023, kamerstuk 33 576, nr. 87).
In het planMER voor het NPRD worden voor de uitbreidingen van Defensie alle belangen
zorgvuldig afgewogen, waarbij natuur ook een belangrijke rol speelt. Voor een aantal
uitbreidingen van Defensie is een combinatie met en in de natuur kansrijk. Dit geldt
voor de uitbreidingen van oefenterreinen maar ook voor de locaties voor munitie-opslag.
De beperkingen die voor deze gebieden gelden, leveren een positieve bijdrage aan natuurontwikkeling.
Ik kan op voorhand echter bepaalde belangen niet boven andere laten prevaleren, daarom
ben ik niet bereid dat uitgangspunt te hanteren.
Vraag 10
Bent u bereid deze vragen een voor een te beantwoorden?
Antwoord 10
Ja, zie bovenstaande punten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.