Schriftelijke vragen : Kritische demonstranten die bij een bezoek aan de Chinese vicepremier buiten het zicht werden geposteerd
Vragen van de leden Lahlah en Piri (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Buitenlandse Zaken over kritische demonstranten die bij een bezoek aan de Chinese vicepremier buiten het zicht werden geposteerd (ingezonden 30 april 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «De Chinese vicepremier wordt in Den Haag toegejuicht,
terwijl slachtoffers van Beijing op afstand moeten blijven»?1
Vraag 2
Klopt het dat slachtoffers van het Chinese regime op afstand werden gehouden tijdens
het bezoek van de Chinese vicepremier Ding Xuexiang, terwijl een Chinese steunbetoging
wel op een prominente plek werd toegestaan?
Vraag 3
Deelt u de opvatting dat het recht op demonstratie, zoals vastgelegd in artikel 11
van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), inhoudt dat demonstranten
«within sight and sound» van hun beoogde publiek moeten kunnen protesteren? Zo ja,
hoe beoordeelt u het feit dat juist slachtoffers van het Chinese regime op afstand
werden gehouden tijdens het bezoek van de Chinese Vice-President?
Vraag 4
Hoe verhoudt zich dit tot internationale richtlijnen die voorschrijven dat het «first
come, first served-principe» juist zoveel mogelijk moet worden vermeden om te voorkomen
dat bepaalde groepen een tijd of plaats kunnen blokkeren die voor andere groepen demonstranten
ook relevant zijn? Hoe kunt u burgemeesters hierin ondersteunen?
Vraag 5
Erkent u dat het argument van veiligheid niet mag worden ingezet om demonstranten
structureel uit het zicht van hun beoogde publiek te houden?
Vraag 6
Kunt u uitsluiten dat druk vanuit de Chinese delegatie heeft geleid tot beperkingen
van het demonstratierecht in Den Haag? Zo nee, hoe waarborgt u dat buitenlandse diplomatieke
belangen nooit boven fundamentele mensenrechten gaan en dat burgemeesters hier een
correcte afweging in kunnen maken?
Vraag 7
Klopt het dat de demonstratie slechts tot 18.00 uur was toegestaan, terwijl de delegatie
pas na 18.00 uur arriveerde? Zo ja, waarom is voor deze tijdsbeperking gekozen? Is
overwogen de demonstratie langer toe te staan, zodat demonstranten daadwerkelijk binnen
zicht en geluid konden protesteren tegen de delegatie?
Vraag 8
Is er onderzoek gedaan naar signalen dat er misinformatie is verspreid door de Koninklijke
Marechaussee over het tijdstip van aankomst van de Chinese vicepremier in het Catshuis?
Zo nee, bent u bereid dit alsnog te (laten) onderzoeken?
Vraag 9
Bent u op de hoogte of er tijdens deze of soortgelijke demonstraties persoonsgegevens
van demonstranten zijn verzameld, bijvoorbeeld via cameratoezicht of gezichtsherkenning?
Zo ja, op welke juridische grondslag is dit gebeurd, met welk doel, en hoe wordt dit
verantwoord in het licht van artikel 8 van het EVRM (recht op privacy)?
Vraag 10
Deelt u de zorgen over omstanders die videobeelden van demonstranten maken en vervolgens
mogelijk delen met de Chinese overheid? Deelt u de mening dat dit onderdeel is van
transnationale repressie, acties vanuit de overheid om burgers in het buitenland het
stilzwijgen op te leggen, te controleren, of om kritiek en andere meningen af te schrikken,
wat een schending is van hun mensenrechten2? Wat gaat u eraan doen om deze mensen te beschermen?
Vraag 11
Heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken op enig moment contact gehad met de Chinese
ambassade over het feit dat mensen gelieerd aan de Chinese overheid, demonstraties
filmen en fotograferen? Zo ja, is daarbij te kennen gegeven dat Nederland dit afkeurt
en dat er zal worden opgetreden tegen dergelijke intimidatie van demonstranten? Zo
nee, waarom niet?
Vraag 12
Bent u bekend met de Chinese studentenorganisatie ACSSNL in Nederland? Wordt deze
organisatie gezien als een instrument van ongewenste Chinese beïnvloeding? Zo ja,
hoe wordt hiertegen opgetreden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 13
Deelt u de zorgen over de veiligheid van demonstranten die tegen dergelijke regimes
in opstand komen? Erkent u dat demonstranten die zich uitspreken tegen autoritaire
regimes, vaak extra risico lopen en daarom juist belang kunnen hebben bij anonimiteit
of gezichtsbedekking? Hoe verhoudt dit zich tot het voorstel voor een verbod op gezichtsbedekkende
kleding bij demonstraties?
Vraag 14
Deelt u de zorg dat een verbod op gezichtsbedekkende kleding in de praktijk vooral
mensen raakt die bescherming zoeken tegen repressie van buitenlandse regimes, en dat
dit een «chilling effect» kan hebben op hun bereidheid om überhaupt te demonstreren?
Worden deze dilemma’s meegenomen in het onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek-
en Datacentrum (WODC) over het demonstratierecht?
Vraag 15
Erkent u dat er sprake kan zijn van een «chilling effect» doordat demonstranten en
gemeenschappen zich extra conformeren aan politieaanwijzingen uit vrees toekomstige
demonstraties in gevaar te brengen? Deelt u de opvatting dat demonstratierecht een
fundamenteel recht is dat niet afhankelijk mag zijn van een «goede relatie» met de
autoriteiten?
Vraag 16
Bent u bereid om – mede in het licht van het EVRM en relevante jurisprudentie van
het Europees Hof voor de Rechten van de Mens – te (laten) evalueren hoe bij staatsbezoeken
het recht op demonstratie wordt gewaarborgd of dit mee te nemen in het WODC-onderzoek?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u deze resultaten delen met de Kamer?
Vraag 17
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Gericht aan
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Gericht aan
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken -
Indiener
Esmah Lahlah, Kamerlid -
Medeindiener
Kati Piri, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.