Verslag van een werkbezoek : Verslag van een werkbezoek van een delegatie van de Contactgroep voor de Verenigde Staten van 6 tot en met 10 januari 2025
36 322 Werkbezoek van een delegatie van de contactgroep voor de Verenigde Staten aan de Verenigde Staten
Nr. 2 VERSLAG VAN EEN WERKBEZOEK VAN EEN DELEGATIE UIT DE CONTACTGROEP VOOR DE VERENIGDE
STATEN VAN 6 TOT EN MET 10 JANUARI 2025
Vastgesteld 28 april 2025
Een delegatie uit de contactgroep voor de Verenigde Staten (VS) bracht van 6 tot en
met 10 januari 2025 een werkbezoek aan de Verenigde Staten. De delegatie bestond uit
de leden Boswijk (delegatieleider), Boon (PVV), Van Meetelen (PVV), Hirsch (GroenLinks-PvdA),
Van der Burg (VVD), Kahraman (NSC) en Paternotte (D66).
Het bezoek vond plaats in een bijzonder politiek momentum: enkele dagen voor de inauguratie
van de 47e president van de Verenigde Staten, Donald Trump, en kort na de installatie
van het 119e Amerikaanse Congres. Doel van het werkbezoek was om in een vroeg stadium
de banden aan te halen en de bilaterale relaties te versterken, in het bijzonder met
leden van de United States Congressional Caucus on the Kingdom of the Netherlands, de counterpart van de Contactgroep in het Amerikaanse Congres. Daarnaast wilde de
delegatie zich verdiepen in de actuele politieke, economische en maatschappelijke
ontwikkelingen in het land, en zich informeren over de te verwachten beleidswijzigingen
onder de nieuwe regering-Trump.
De delegatie begon het werkbezoek in New York, waar in de periode 2024–2026 wordt
stilgestaan bij vier eeuwen gedeelde geschiedenis tussen Nederland en New York. In
1624 arriveerden de eerste Nederlandse kolonisten in het gebied dat later bekend zou
worden als Nieuw-Amsterdam – het huidige New York – waar de Nederlandse invloeden
tot op de dag van vandaag zichtbaar zijn. Aansluitend vervolgde de delegatie het programma
in Washington D.C. In onderstaand verslag worden de hoofdlijnen van de gevoerde gesprekken
weergegeven.
De delegatie bedankt alle gesprekspartners en degenen die betrokken zijn geweest bij
het organiseren van dit werkbezoek. In het bijzonder wil de delegatie haar waardering
uitspreken voor de inzet van het Nederlandse consulaat-generaal in New York en de
Nederlandse ambassade in Washington D.C bij de voorbereiding van het programma en
tijdens het werkbezoek. De hartelijke ontvangst in de VS en de goede begeleiding van
de delegatie hebben in belangrijke mate bijgedragen aan het welslagen van het werkbezoek.
De voorzitter van de delegatie, Boswijk
De griffier van de delegatie, Prenger
Maandag 6 januari 2025
Het werkbezoek begon met een ontvangst op het Nederlandse consulaat-generaal in New
York, waar consul-generaal Ahmed Dadou en zijn team de delegatie verwelkomden. De
delegatie werd geïnformeerd over de economische en consulaire werkzaamheden van het
consulaat, dat negen staten in het noordoosten van de VS bedient, en de culturele
werkzaamheden die het gehele land beslaan. Er werd benadrukt dat de afzonderlijke
staten binnen het federale systeem van de VS over aanzienlijke autonomie beschikken,
met name op het gebied van handel, regelgeving en investeringen. Dit onderstreept
het belang van samenwerking op het niveau van de Staten. Ook werd stilgestaan bij
Future400, een initiatief van het consulaat ter gelegenheid van 400 jaar gedeelde geschiedenis
tussen Nederland en de VS. Door onder meer culturele programma’s, educatieve initiatieven
en evenementen wordt niet alleen stilgestaan bij gezamenlijke successen, maar wordt
ook aandacht besteed aan de complexere en minder belichte kanten van de gedeelde geschiedenis.
Aansluitend kreeg de delegatie een rondleiding van de Nederlandse architect Matthijs
Bouw langs een deel van het East Side Coastal Resiliency (ESCR) project. De belangrijkste aanleiding voor dit omvangrijke infrastructuurproject
was orkaan Sandy die in 2012 zware overstromingen veroorzaakte, met name in de Lower
East Side van New York. Het project heeft als doel om deze, en omliggende wijken,
beter te beschermen tegen overstromingen en de gevolgen van klimaatverandering, en
speelt een cruciale rol in de bredere strategie van de stad om klimaatbestendiger
te worden. ESCR omvat onder meer de aanleg van verhoogde parken, versterkte en verhoogde
kades en verbeterde waterafvoer. Nederlandse expertise is prominent vertegenwoordigd:
ingenieursbureau Arcadis en het bureau One Architecture & Urbanism van Matthijs Bouw zijn nauw betrokken bij het ontwerp en de uitvoering. De heer Bouw
lichtte toe dat er bewust is gekozen om het project te starten in economisch kwetsbare
wijken, zodat zij als eerste beschermd zijn. Burgerparticipatie was daarbij een essentieel
onderdeel. De uitvoering van het project heeft echter uitdagingen gekend. Bureaucratische
complexiteit en de betrokkenheid van meerdere overheidslagen vertraagden zowel de
besluitvorming als de uitvoering. Ter afsluiting gaf de heer Bouw de delegatie twee
aandachtspunten mee. Ten eerste: denk en plan op de lange termijn om de gevolgen van
klimaatverandering te ondervangen – dit voorkomt hoge kosten en biedt duurzamere oplossingen.
Ten tweede: betrek de lokale gemeenschap – hun input en betrokkenheid zijn essentieel
voor een succesvol en breed gedragen project.
Vervolgens sprak de delegatie met de Nederlandse permanente vertegenwoordiging bij
de Verenigde Naties (VN) over het functioneren van de VN en de Nederlandse inzet.
Daarbij kwam onder meer de zorgelijk financiële situatie van de VN aan bod. Verschillende
lidstaten lopen achter met hun betalingen. Zo hebben de Verenigde Staten, als grootste
financiële bijdrager met een aandeel van 22%, reeds een achterstand in de betalingen
en de vooruitzichten onder de regering-Trump stemmen somber. De Nederlandse inzet
in de VN is gebaseerd op drie pijlers: (1) het beschermen van de fundamentele beginselen
van het multilaterale stelsel (2) het versterken van de positie van het Koninkrijk
en de EU binnen de VN en (3) het doorvoeren van hervormingen om de organisatie toekomstbestendig
te maken. Hoewel de VN voor grote uitdagingen staat, werden ook de behaalde successen
onderstreept. Zo werd onlangs een nieuw cybercrimeverdrag aangenomen en zijn onderhandelingen
gestart over een Crimes Against Humanity Treaty.
Tijdens de lunch ging de delegatie in gesprek met de Nederlandse VS-correspondenten
Michiel Vos (RTL) en Thomas Rueb (Volkskrant). Het gesprek ging over de uitslag van
de recente verkiezingen, de verwachtingen over het beleid van president Trump en de
gevolgen voor Europa.
In de middag bezocht de delegatie het Solomon R. Guggenheim Museum & Foundation, waar
zij werd ontvangen door de Nederlandse CEO, Mariët Westermann. Mevrouw Westermann
is niet alleen verantwoordelijk voor het Guggenheim museum in New York, maar ook voor
de vestigingen in Bilbao en Venetië, evenals het toekomstige museum in Abu Dhabi.
Mevrouw Westermann leidde de delegatie rond in het museum en stond in het bijzonder
stil bij de Piet Mondriaan tentoonstelling. Ze besprak Mondriaans invloed op de moderne
kunst en de connecties tussen de Europese en Amerikaanse kunstwereld. In het aansluitende
gesprek kwamen de verschillen tussen Nederland en de VS aan bod: zo zijn musea in
de VS sterk afhankelijk van particuliere filantropie. Tot slot werd benadrukt hoe
kunst en cultuur een belangrijke bijdrage leveren aan de diplomatieke betrekkingen
tussen Nederland en de Verenigde Staten.
Aansluitend sprak de delegatie in The New York Historical Society met de heer Russell Shorto, een gerenommeerd historicus en auteur, die bekend staat
om zijn werk over de Nederlandse invloed op de geschiedenis van New York. Toegelicht
werd hoe principes als tolerantie en vrije handel die in Nieuw-Amsterdam werden geïntroduceerd,
de basis hebben gelegd voor de ontwikkeling van New York als een multiculturele en
economische hub. Daarnaast kwam ook de schaduwzijde van slavernij en uitbuiting in
de kolonie aan bod.
De dag werd afgesloten met een diner met Nederlandse ondernemers in New York, waar
onder andere de verschillen in ondernemerschap tussen Nederland en de Verenigde Staten,
werden besproken.
Dinsdag 7 januari 2025
Op dinsdagochtend kreeg de delegatie een rondleiding door de New York Stock Exchange, waar werd stilgestaan bij de Nederlandse geschiedenis en de invloed daarvan op de
ontwikkeling van de financiële markten, de relaties met de Europese markten en de
toekomst van de beurshandel.
Aansluitend bezocht de delegatie het hoofdkwartier van het New York Police Department (NYPD) en werd aldaar rondgeleid door het Joint Operations Center, waar op grote schermen real-time camerabeelden, misdaadstatistieken en incidentmeldingen
worden weergegeven. Hier kreeg zij een toelichting op hoe de NYPD met behulp van geavanceerde
technologieën snel kan reageren op incidenten. Zo werkt de NYPD met ShotSpotter, een
systeem dat schoten met akoestische sensoren detecteert en onmiddellijk de exacte
locatie naar de politie stuurt, waardoor agenten sneller ter plaatse kunnen zijn.
Daarnaast werd uitgelegd hoe data-analyse, slimme algoritmes en videobewaking worden
ingezet om criminaliteit te voorspellen en te bestrijden. Ook werd gesproken over
het belang van internationale politiesamenwerking, onder meer via Europol.
In de middag vertrok de delegatie per trein naar Washington D.C en werd direct na
aankomst gebriefd door de hoofden van de politieke, economische en militaire afdeling
van de Nederlandse ambassade in Washington D.C. De delegatie werd bijgepraat over
de laatste politieke ontwikkelingen, de verwachte koers van de nieuwe regering-Trump,
de mogelijke gevolgen voor de trans-Atlantische en bilaterale betrekkingen en de stand
van de economie en defensie in de VS.
In de avond werd namens de delegatie de laatste eer bewezen aan voormalig President
Jimmy Carter, die op 29 december 2024 overleed en lag opgebaard in de Rotonda van
het Capitool. De delegatie stond stil bij zijn betekenis voor de Verenigde Staten
en betuigde respect voor zijn decennialange inzet voor democratie, mensenrechten en
vrede wereldwijd.
Woensdag 8 januari 2025
In de ochtend ging de delegatie in gesprek met Constanze Stelzenmüller, directeur
van het Center on the United States and Europe bij denktank Brookings, over trans-Atlantische samenwerking en geopolitieke ontwikkelingen.
Mevrouw Stelzenmüller gaf aan dat er op veel kwesties nog onzekerheid bestaat over
de koers van de regering-Trump. Ze wees op de verdeeldheid binnen de Trump-aanhang
en benadrukte dat de nieuwe regering waarschijnlijk geen eenduidige en consistente
lijn zal volgen. De vraag werd gesteld wat Europa kan doen om de trans-Atlantische
band onder de inkomende regering-Trump te versterken. Volgens Stelzenmüller is de
sleutel tot Europese invloed een sterkere Europese defensiecapaciteit. Ze benadrukte
dat Europa haar eigen veiligheidsvraagstukken serieus moet nemen en structureel meer
moet investeren in defensie. Het grootste obstakel daarbij is niet zozeer de dreigingsperceptie
of politieke wil, maar eerder het gebrek aan financiële middelen en de complexiteit
van defensiefinanciering binnen Europa. Een cruciale stap is volgens haar het verbeteren
van de financiering van de Europese defensie-industrie. Veel defensiebedrijven in
Europa hebben geen toegang tot financiering via banken, wat innovatie en schaalvergroting
belemmert. Stelzenmüller pleitte voor een Europees financieel instrument om defensie
te ondersteunen, wat niet alleen de concurrentiepositie van Europa zou versterken,
maar ook de bijdragen aan de NAVO zou verbeteren. Dit zou tevens mogelijkheden openen
voor samenwerking met de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk.
Aansluitend sprak de delegatie met Congreslid John Moolenaar, voorzitter van de House Select Committee on the Chinese Communist Party, een commissie van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden die in 2023 werd opgericht
met als doel de dreigingen van de Chinese Communistische Partij op economisch, technologisch
als nationaal veiligheidsgebied te onderzoeken en beleidsaanbevelingen te formuleren
om de Amerikaanse belangen te beschermen. De commissie werd begin januari in het nieuwe
Congres opnieuw geïnstalleerd en richt zich op drie hoofdthema’s: nationale veiligheid,
handel en mensenrechten. Moolenaar benadrukte het belang van (economische) samenwerking
en nauwe afstemming met gelijkgestemde landen, zoals Nederland, om te voorkomen dat
China westerse technologie gebruikt om de vrije wereld te ondermijnen. In dit kader
waarschuwde hij voor universitaire samenwerkingen met China, waarbij China toegang
krijgt tot onderzoek met dual-use toepassingen. Hij verwees daarbij naar een recent
rapport dat de risico’s en kwetsbaarheden van dergelijke academische samenwerkingen
blootlegt.1 Daarnaast uitte hij zorgen over systematische inspanningen van China om data te verzamelen,
onder meer via elektrische en autonome voertuigen. Ook wees hij op de afhankelijkheid
van Chinese batterijen en de risico’s die dat met zich meebrengt voor zowel de economie
als nationale veiligheid. Tot slot benadrukte hij de noodzaak om toeleveringsketens
in kaart te brengen, evenals controle op investeringen, om zo strategische afhankelijkheden
te identificeren en ongewenste overdracht van gevoelige technologieën te voorkomen.
Tijdens de lunch sprak de delegatie met experts van The Heritage Foundation, een invloedrijke conservatieve denktank in Washington D.C. Centraal stond de vraag
wat de verwachtingen zijn voor de nieuwe Trump-regering en welke rol Nederland en
de EU kunnen spelen in het versterken van de trans-Atlantische betrekkingen. Op het
gebied van handel wordt verwacht dat Trump opnieuw zijn presidentiële bevoegdheden
zal inzetten om importtarieven op te leggen aan verschillende landen, zonder daarvoor
goedkeuring van het Congres nodig te hebben. Deze benadering weerspiegelt zijn voorkeur
voor transactionele deals boven traditionele diplomatie, waarbij handel en tarieven
tevens dienen als geopolitieke drukmiddelen. Met betrekking tot Rusland en Oekraïne
verwachten de experts dat er tegen het einde van het jaar een vredesakkoord op tafel
ligt, waarbij een status quo het meest waarschijnlijke scenario lijkt. Tegelijkertijd
voorziet men dat Trump weinig ruimte zal geven voor verdere concessies aan Rusland,
en mogelijk zelfs een hardere lijn zal volgen dan de regering-Biden. Daarbij werd
benadrukt dat Europa zonder substantiële Amerikaanse militaire steun zichzelf niet
effectief kan verdedigen. De hoogste prioriteit voor Nederland en andere Europese
landen zou dan ook moeten zijn om aanzienlijk meer te investeren in defensie en hun
eigen defensiecapaciteit op orde te brengen. De mogelijkheid van een Europees leger
werd daarbij als zeer onwenselijk bestempeld. Indien Europa geen gehoor geeft aan
de oproep tot hogere defensie-uitgaven, bestaat het risico dat de Amerikaanse militaire
aanwezigheid op het continent wordt afgebouwd en troepen grotendeels worden verplaatst
naar de Indo-Pacifische regio. Heritage uitte zich bovendien zeer kritisch over de
Europese Unie. Volgens Heritage heeft Nederland een gunstige uitgangspositie richting
de nieuwe regering-Trump, maar is het van belang om zoveel mogelijk bilateraal met
Washington samen te werken, aangezien ook Trump uitgesproken kritisch is op de EU.
Onder de aankomende regering zal Heritage zich richten op beleid dat inzet op lage
belastingen, minder regelgeving, vrijhandel, vrijheid van meningsuiting en energiezekerheid.
In de middag verplaatste de delegatie zich naar het United States Holocaust Memorial Museum, een nationale instelling voor de documentatie, studie en interpretatie van de geschiedenis
van de Holocaust. De delegatie werd daar rondgeleid door de uitgebreide tentoonstelling
over de genocide van zes miljoen Joden en miljoenen anderen door het naziregime tijdens
de Tweede Wereldoorlog. Het museum dient als een educatief centrum en een gedenkplaats,
met als doel bewustzijn te vergroten over de gevaren van haat, onverdraagzaamheid
en genocide.
De dag werd afgesloten met een diner op de residentie van ambassadeur Tazelaar met
dertien Congresleden van de United States Congressional Caucus on the Kingdom of the Netherlands, de Amerikaanse counterpart van de Contactgroep. Aanwezig waren de Republikeinse
leden Huizenga (co-voorzitter van de Caucus), Van Duyne, McCormick, Feenstra, Van
Orden, Fong, Wilson, Newhouse en Miller, en de Democratische leden Scholten, Tonko,
Norcross en Wasserman Schultz. In een informele sfeer werd (nader) kennisgemaakt en
gesproken over actuele thema’s. Van beiden zijden werd het belang van structureel
contact en verdere versterking van de bilaterale samenwerking onderstreept.
Donderdag 9 januari 2025
In de ochtend vertrok de delegatie per bus naar een datacenter van het bedrijf CoreSite
in Noord Virginia, een regio die wereldwijd bekendstaat als het grootste concentratiegebied
van datacenters en een belangrijk knooppunt voor dataverkeer tussen de Verenigde Staten
en Europa. Ter plaatse kreeg de delegatie een presentatie door enkele medewerkers,
waaronder de president en de Vice-President van het bedrijf, gevolgd door een rondleiding
door het datacenter. Er werd gesproken over de uitdagingen op het gebied van veiligheid
en cybersecurity, evenals de maatschappelijke discussie rond de groei van datacenters.
CoreSite benadrukte dat datacenters essentieel zijn voor het functioneren van vitale
voorzieningen, zoals noodnummers. Zonder datacenters zou een groot deel van de hedendaagse
digitale samenleving simpelweg niet kunnen draaien. Daarnaast werd stilgestaan bij
een groeiend knelpunt: de energievoorziening. Datacenters verbruiken enorme hoeveelheden
energie. Waar het voorheen drie tot vijf jaar duurde om een nieuwe stroomaansluiting
te realiseren in Noord Virginia, is dat inmiddels opgelopen tot zeven tot tien jaar,
als gevolg van overbelasting van het elektriciteitsnet. Deze ontwikkeling vormt een
grote uitdaging voor verdere uitbreiding in de regio.
Tijdens de lunch sprak de delegatie met de heer Kelly en mevrouw Peñas van de Fairfax County Economic Development Authority (FCEDA). De FCEDA heeft als doel investeringen en bedrijfsontwikkeling in Fairfax
County, Virginia, te bevorderen. De strategische rol van de regio werd benadrukt:
ongeveer 95% van het wereldwijde dataverkeer loopt via Noordwest-Virginia. Binnen
de regio is er een discussie gaande over de toekomst van datacenters, waarbij de meningen
verdeeld zijn. FCEDA wees op het economische belang van de sector, met name door belastinginkomsten
en werkgelegenheid. Tegelijkertijd werd erkend dat datacenters gepaard gaan met nadelen,
zoals geluidsoverlast en een zeer hoog energieverbruik. Energievoorziening vormt dan
ook een toenemende uitdaging: waar datacenters voorheen snel gebouwd kon worden, zorgen
beperkingen in het elektriciteitsnet nu voor vertraging. De FCEDA voert hierover maandelijks
overleg met energiebedrijven. Tot slot werd de arbeidsmarktkrapte besproken. In de
regio staan circa 90.000 vacatures open, vooral voor hoogopgeleid personeel. Vanuit
FCEDA wordt hierbij ingezet op samenwerking met universiteiten en militaire bases
in de regio, mede omdat personeel afkomstig van defensie vaak al over de juiste veiligheidsmachtigingen
beschikt om te werken in datacenters. Het streng aangekondigde migratiebeleid kan
nadelig uitpakken, omdat vacatures nu al niet kunnen worden ingevuld.
In het kader van 80 jaar bevrijding van Nederland, dat in 2024 en 2025 wordt gevierd,
bezocht de delegatie het Netherlands Carillon en Arlington National Cemetery. Bij het carillon werd zij verwelkomd door Scott Hill van de George Washington Memorial Parkway en beiaardier Kevin Lieberman. Het carillon is een geschenk van het Nederlandse volk
aan de Verenigde Staten, als blijk van dank voor de Amerikaanse inzet tijdens de bevrijding
van Nederland in de Tweede Wereldoorlog. Het carillon bestaat uit 53 klokken, die
recent nog zijn gerestaureerd en aangevuld met drie nieuwe klokken ter ere van Martin
Luther King Jr., Eleanor Roosevelt en Ruth Bader Ginsburg. Het is een van de weinige
carillons in de Verenigde Staten die nog handmatig worden bespeeld. Beiaardier Kevin
Lieberman gaf een toelichting over zijn rol en het muzikale en culturele belang van
het carillon. Vervolgens werd de delegatie door een vrijwilliger rondgeleid door Arlington National Cemetery, een van de belangrijkste militaire begraafplaatsen van de Verenigde Staten. Hier
rusten meer dan 400.000 militairen en prominente burgers. De delegatie woonde de ceremoniële
wisseling van de wacht bij het graf van de onbekende soldaat bij, een indrukwekkend
eerbetoon aan alle anonieme gevallenen. Namens de delegatie werden tevens kransen
gelegd bij de graven van vier Nederlandse militairen die op Arlington begraven liggen.
Voorafgaand aan het diner sprak de delegatie met Sjoerd den Daas, correspondent in
de Verenigde Staten voor de NOS. Den Daas is recent overgestapt naar deze functie,
na eerder jarenlang verslag te hebben gedaan vanuit China. Tijdens het gesprek deelde
hij zijn eerste indrukken van de Verenigde Staten en reflecteerde hij op de verschillen
en overeenkomsten tussen beide grootmachten.
De dag werd afgesloten met een diner bij de Army Navy Club met defensie-experts. Aanwezig
waren Shannon Scott-Paul, partner bij C2 Strategies en Bill Monahan, Senior Fellow bij het Center for European Policy Analysis (CEPA). Het gesprek werd geleid door Sebo Hofkamp, defensieattaché op de Nederlandse
ambassade in Washington. Er werd gesproken over trans-Atlantische defensiesamenwerking
en de te verwachten koers onder de nieuwe Trump-regering, de noodzaak om de Europese
defensiecapaciteiten op te schalen, de oorlog in Oekraïne en de uitdagingen waarvoor
de NAVO de komende jaren komt te staan. In dit verband werd onderstreept dat flexibiliteit
van essentieel belang zal zijn: bondgenoten moeten voorbereid zijn op een verhoogde
mate van onvoorspelbaarheid en in staat zijn om snel te kunnen inspelen op veranderende
omstandigheden.
Vrijdag 10 januari 2025
De laatste dag van het werkbezoek begon met een gesprek op het State Department met de heer Robert Lee, Director van het Office of Western European Affairs. De heer
Lee lichtte toe dat in de huidige overgangsfase nog veel nog onduidelijk is over de
exacte beleidskoers van de nieuwe regering-Trump. Er werd besproken hoe deze overgangsfase
er in de praktijk uitziet: zo wordt naar verwachting ongeveer een derde van de Amerikaanse
ambassadeurs vervangen, en zijn veel sleutelposities binnen het State Department in afwachting van nieuwe benoemingen. Ook werd stilgestaan bij de rol van de Senaat,
die niet alleen de benoemingen van ambassadeurs moet bevestigen, maar ook ruimte heeft
om beleidsprioriteiten mee te geven. In het gesprek werd benadrukt dat het aangekondigde
«America First»-beleid van de nieuwe regering niet gelijk zal staan aan een «America alone»-beleid. De Verenigde Staten zullen blijven inzetten op samenwerking met bondgenoten,
maar verwachten tegelijkertijd meer wederkerigheid. In dat licht werd erop gewezen
dat Europa, en ook Nederland, hun verantwoordelijkheid moeten nemen op het gebied
van veiligheid en defensie. China werd genoemd als een blijvend strategisch aandachtspunt
in het Amerikaanse buitenlandbeleid. De heer Lee benadrukte dat Nederland een belangrijke
bondgenoot is en dat er veel mogelijkheden zijn voor verdere samenwerking.
Aansluitend sprak de delegatie met experts van de denktank American Enterprise Institute (AEI). Centraal in het gesprek stond de mogelijke impact van de nieuwe regering-Trump
op de trans-Atlantische verhoudingen. De experts schetsten een helder beeld: onder
Trump zal de druk op Europa toenemen om meer verantwoordelijkheid te nemen voor haar
eigen veiligheid en fors meer te investeren in defensie. Europa zou zich in een aanzienlijk
sterkere positie bevinden als het duidelijk maakt dat het daartoe structureel bereid
is. Een belangrijke uitdaging betreft de wijze waarop Europa zich onder de nieuwe
Trump-regering richting de Verenigde Staten positioneert. Tot op heden slaagt Europa
er onvoldoende in een nieuw «idioom» te ontwikkelen dat aansluit bij de uitgesproken
transactionele benadering van Trump, aldus de experts.
Het werkbezoek werd afgesloten met een informele lunch met leden van de afdeling Washington
D.C. van de Netherlands America Foundation (NAF), een stichting die zich inzet voor het bevorderen van de banden tussen Nederland
en de Verenigde Staten op het gebied van cultuur, onderwijs en handel.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Derk Boswijk, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
M. Prenger, griffier