Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Teunissen over de betrokkenheid van multinationals bij omstreden fracking-operaties voor de productie van plastic verpakkingen
Vragen van het lid Teunissen (PvdD) aan de Minister van Klimaat en Groene Groei en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de betrokkenheid van multinationals bij omstreden fracking-operaties voor de productie van plastic verpakkingen (ingezonden 31 maart 2025).
Antwoord van Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) en van Staatssecretaris Jansen
(Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 25 april 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2024–2025, nr. 2030.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Unilever, Coca-Cola en Nestlé gelieerd aan omstreden
gaswinning» van 28 maart 2025, gepubliceerd in Vrij Nederland waaruit blijkt dat dertien
multinationals, waaronder Unilever, Coca-Cola en Nestlé, voor de productie van hun
plastic verpakkingen betrokken zijn bij grootschalige fracking-operaties in het westen
van Texas?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de bevinding dat deze manier van grondstofwinning voor de productie
van plastic verpakkingen niet alleen de eigen duurzaamheidsambities van deze bedrijven
ondermijnt, maar ook indruist tegen internationale klimaatafspraken?
Antwoord 2
Het gebruik van fossiele grondstoffen voor plastic verpakkingen past niet in een circulaire
economie en een klimaatneutrale wereld. Daarom richt het kabinet zich op de verduurzaming
van de plasticsector en de bredere chemische sector, op nationaal, Europees en mondiaal
niveau. Belangrijk onderdeel van die inzet is het stimuleren van duurzaam circulair
plastic (plasticrecyclaat en biogebaseerd plastic).
Vraag 3
Welke stappen bent u van plan te ondernemen om Nederlandse bedrijven die mogelijk
betrokken zijn bij deze praktijken aan te spreken op hun verantwoordelijkheid?
Antwoord 3
Wij zullen de sector wijzen op de rol die zij hebben bij het verduurzamen van de plasticproductieketen.
Het lijkt ons niet in het belang van deze bedrijven om minder duurzaam te worden door
gebruik te maken van productiemethoden met één van de slechtste ecologische voetafdrukken.
In plaats daarvan zouden ze juist duurzamer moeten worden door gebruik te maken van
plasticrecyclaat en biogebaseerd plastic.
Vraag 4
Kunt u toelichten welke maatregelen u neemt om bedrijven te ontmoedigen deel te nemen
aan milieuschadelijke praktijken zoals fracking voor de productie van plastic verpakkingen?
Antwoord 4
Het kabinet vindt het belangrijk dat alle fossiele grondstoffen vervangen worden door
hernieuwbare en secundaire grondstoffen. Daarom zet het kabinet zich op Europees niveau
in om de markt voor duurzaam plastic, plasticrecyclaat en biogebaseerd plastic, te
versterken. Hiertoe pleit Nederland al jaren actief voor ambitieuze, haalbare doelstellingen
voor het verplicht toepassen van recyclaat en biogebaseerd plastic in Europese wetgeving.
Zo zijn, mede dankzij de Nederlandse inzet, ambitieuze recyclaatdoelstellingen in
de Verpakkingenverordening opgenomen en zet Nederland zich hiervoor ook in bij de
in onderhandeling zijnde Circulaire Voertuigenverordening.
Vraag 5
Bent u bereid om in Europees verband te pleiten voor strengere regelgeving omtrent
de productie van plastic verpakkingen, met name als het gaat om de herkomst van de
grondstoffen?
Antwoord 5
De nieuwe Europese Verpakkingenverordening is begin dit jaar gepubliceerd en kent
meerdere eisen en doelstellingen die trapsgewijs ingaan vanaf 2026, zoals de doelstellingen
voor het verplicht toepassen van minimumpercentages plasticrecyclaat in 2030. Ook
worden er eisen aan de kwaliteit van dit recyclaat gesteld, inclusief productievereisten.
Die eisen gelden ook voor recyclaat van buiten de Europese Unie, dat wordt toegepast
in verpakkingen die op de Europese markt worden gebracht. Het kabinet is over het
geheel genomen positief over het onderhandelingsresultaat van de Verpakkingenverordening,
de Tweede Kamer is geïnformeerd hierover.2 Het is belangrijk dat bedrijven zich kunnen richten op uitvoering van deze ambitieuze
verordening, dat heeft nu prioriteit.
Vraag 6
Hoe verhoudt deze onthulling zich tot de Nederlandse ambities op het gebied van circulaire
economie en de vermindering van plastic afval?
Antwoord 6
De verduurzaming van de plasticketen staat onder druk: fossiel plastic is te goedkoop.
Dit drukt de vraag naar plasticrecyclaat en biogebaseerd plastic, dat veelal duurder
is. Daarom is het belangrijk dat er op Europees niveau meer doelstellingen komen voor
het verplicht toepassen van plasticrecyclaat en biogebaseerd plastic en daar werkt
het kabinet aan.
Vraag 7
Hoe beoordeelt u de geopolitieke risico's die in het artikel worden aankaart met betrekking
tot de groeiende afhankelijkheid van Europa van Amerikaans fracking-gas met bijbehorend
toenemend mondiaal transport van ethaan voor met name de petrochemische industrie?
Antwoord 7
Nederland (en Europa) is netto-importeur van gas en opereert in de wereldhandel van
energie, grondstoffen en petrochemische producten. Import van deze producten blijft
nodig, want ze kunnen niet allemaal in Nederland, noch Europa worden geproduceerd.
Het kabinet zet zich in voor voldoende import van gas en duurzame grondstoffen uit
diverse bronnen. In Europees verband stimuleren we gezamenlijk gasinkoop van betrouwbare
partners via het EU inkoopplatform (Agreggate EU) en werken we aan het terugdringen
van methaanemissies bij gaswinning in en buiten Europa via de EU Methaanverordening.
Vraag 8
Deelt u de mening dat Europa door deze ontwikkeling «de ene problematische afhankelijkheid
inruilt voor een andere», en zo ja, welke stappen wilt u ondernemen om deze afhankelijkheid
te verminderen?
Antwoord 8
Het kabinet zet zich door middel van energiediplomatie in voor het faciliteren van
handel tussen marktpartijen en partners uit betrouwbare landen. Er wordt gewerkt aan
een brede Kamerbrief energiediplomatie die het kabinet verwacht uiterlijk in Q3 2025
aan de Kamer te sturen. In die brief wordt nader ingegaan op ontwikkelingen en inzet
van de Nederlandse overheid op Europees en internationaal niveau op het gebied van
energiediplomatie.
Vraag 9
Welke maatregelen overweegt u, gelet op de complexiteit en ondoorzichtigheid van de
mondiale productieketens van plastic, om meer transparantie in deze ketens af te dwingen?
Antwoord 9
Transparantie in mondiale productieketens is een belangrijk aspect bij het verduurzamen
van productieketens. In dat kader zijn de Europese Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), de European Sustainability Reporting Standards (ESRS) en de Corporate sustainability due diligence directive (CSDDD) van belang. De algemene transparantie- en verantwoordingsverplichtingen die
uit deze instrumenten volgen, zullen naar verwachting ook leiden tot grotere transparantie
in de plasticketen. Het kabinet overweegt op dit moment geen aanvullende nationale
verplichtingen.
Vraag 10
Bent u bereid om te werken aan een verbod op deze zeer schadelijke manier van gaswinning,
aangezien landen als Frankrijk, Ierland, Spanje, Bulgarije al jaren een verbod op
fracking hebben ingesteld, maar er in Nederland geen definitief verbod is?
Antwoord 10
Het kabinet maakt onderscheid tussen fracking ten behoeve van schaliegaswinning en
fracking ten behoeve van conventionele gaswinning. In 2018 is vastgelegd dat schaliegaswinning
niet aan de orde is in Nederland. Dit is vastgelegd in de Structuurvisie Ondergrond,
dit verbod zal wettelijk worden verankerd met herziening van de Mijnbouwwet, dit heeft
het kabinet in de brief van 31 januari 2025 bevestigd.3
De intensiteit, frequentie en impact van fracking ten behoeve van conventionele gaswinning
is vele malen kleiner dan van fracking ten behoeve van schaliegaswinning. Het kabinet
ziet dan ook geen noodzaak tot een verbod op fracking ten behoeve van conventionele
gaswinning. Een verbod hierop staat een doelmatige gaswinning in de weg. Indien fracking
bij conventionele gaswinning nodig is moeten mijnbouwbedrijven altijd onderbouwen
waarom dit nodig is en of er geen alternatieve methoden zijn.
Vraag 11
Bent u bereid om de dringende behoefte aan een sterk Global Plastics Treaty te vervullen
waarin ruim 170 landen plasticvervuiling drastisch willen verminderen door afspraken
te maken over de productie, het gebruik en de afvalverwerking van plastic wereldwijd,
door bij de Nederlandse inzet in augustus in Genève krachtig in te zetten op het reguleren
en controleren van de plasticproductie en het vergroten van transparantie?
Antwoord 11
Het kabinet gaat voor een ambitieus en effectief verdrag met bindende gemeenschappelijke
regels, niet alleen door aanpak van bestaande vervuiling aan het einde van de levenscyclus
(afvalfase), maar juist ook door het uitfaseren van problematische plasticproducten
en zorgwekkende chemicaliën in plastic, duurzamer productontwerp en meer transparantie
in de keten voor het begin van de levenscyclus van plastic (productie). Dit moet leiden
tot minder plastic, duurzamer plastic en preventie van plasticvervuiling. In Nederland
en Europa bestaat al strenge regelgeving op het gebied van plastic, chemicaliën en
afval. Mondiale afspraken om (plastic) vervuiling en de negatieve gevolgen van chemicaliën
en afval tegen te gaan, dragen bij aan het verbeteren van de concurrentiepositie van
de Europese en Nederlandse industrie en zorgen voor een gelijk speelveld.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei -
Mede ondertekenaar
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.