Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dobbe over het bericht dat hulp in het huishouden voor nieuwe Wmo-klanten in Den Bosch wordt teruggeschroefd naar eens per twee weken
Vragen van het lid Dobbe (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Langdurige en Maatschappelijke Zorg) over het bericht dat hulp in het huishouden voor nieuwe Wmo-klanten in Den Bosch wordt teruggeschroefd naar eens per twee weken (ingezonden 19 maart 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Maeijer (Volksgezondheid, Welzijn en Sport ) (ontvangen
25 april 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 1891.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat hulp in het huishouden voor nieuwe Wmo-klanten
in Den Bosch wordt teruggeschroefd naar eens per twee weken?1
Antwoord 1
De situatie die in dit artikel wordt geschetst is herkenbaar. Veel gemeenten en aanbieders
hebben moeite met het organiseren van huishoudelijke hulp en hebben wachtlijsten vanwege
de krappe arbeidsmarkt en een groeiende vraag door de vergrijzing. Als het zo is dat
cliënten ten onrechte een lager aantal uren huishoudelijke hulp krijgen, dan vind
ik dat onwenselijk. In algemene zin is het goed dat gemeenten zoeken naar passende
alternatieven om de mogelijke wachtlijsten binnen de Wmo voorziening huishoudelijke
hulp het hoofd te bieden. Het is aan gemeenten het Wmo-beleid vorm te geven en te
zorgen voor passende ondersteuning binnen de kaders van de wet. Het is aan de gemeenteraad
hierop toe te zien.
Vraag 2
Is het toegestaan om alle mensen die vanaf nu een beroep doen op de Wmo generiek minder
huishoudelijke zorg aan te bieden, terwijl hier geen duidelijke inhoudelijke reden
voor is? Hoe verhoudt dit zich tot het recht op maatwerk?
Antwoord 2
Uitgangspunt is dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor het bieden van passende ondersteuning
aan mensen die niet op eigen kracht of met behulp van hun omgeving kunnen participeren
in de samenleving. De Wmo 2015 verplicht gemeenten passende ondersteuning te bieden
aan inwoners die dat nodig hebben. De gemeente ’s-Hertogenbosch heeft aangegeven dat
zij in deze tijden van personele krapte en de toenemende vergrijzing de schaarse uren
aan ondersteuning (voor zover mogelijk) eerlijk probeert te verdelen. Met als doel
dat de huishoudelijke hulp beschikbaar blijft voor de inwoners die hier echt op aangewezen
zijn. Zo voorkomt de gemeente het ontstaan van wachtlijsten voor andere inwoners.
De gemeente geeft hierbij wel aan dat er altijd inwoners zullen zijn die een zwaardere
hulpbehoefte hebben. Op dat moment wordt aanvullend maatwerk toegepast.
Vraag 3
Welke stappen heeft de gemeente gezet om het tekort aan medewerkers in de Wmo tegen
te gaan? Is er bijvoorbeeld gekeken naar de vraag of het salaris voldoende is om medewerkers
aan te trekken en te behouden?
Antwoord 3
De gemeente ‘s-Hertogenbosch voert actief gesprekken met de aanbieders over het tegengaan
van het tekort aan medewerkers. Aanbieders zetten zich actief in om nieuwe medewerkers
aan te trekken en doen dit door in te zetten op recruitment. Ook wordt er bijvoorbeeld
gewerkt met beloningssystemen wanneer een bestaande medewerker een nieuwe hulp aandraagt.
Daarnaast is samen met het werk- en ontwikkelbedrijf van de gemeente onderzocht of
de inzet van statushouders binnen de hulp bij het huishouden een mogelijkheid is om
zodoende tot nieuwe medewerkers te komen. Om als aantrekkelijke werkgever op te treden,
worden er flexibele werktijden en doorgroeimogelijkheden geboden. Hierdoor wordt getracht
personeel aan te trekken dat in eerste instantie niet zou denken aan het werk als
huishoudelijke hulp.
Of de salarissen voldoende zijn, is voor de gemeente lastig te bepalen. De gemeente
heeft namelijk geen rol in de loonbepaling binnen de organisatie van de aanbieder.
De gemeente ’s-Hertogenbosch vraagt daarentegen wel van de aanbieder dat zij zich
houden aan de vergoeding van medewerkers conform de Cao VVT, hetgeen de belangrijkste
bouwsteen is van de AMvB reële prijs Wmo 2015.
Vraag 4
Wat is het plan rondom de inzet van ergotherapie? In hoeverre wordt dit verplicht
voor mensen die een beroep doen op de Wmo? Hoe zit het met mensen wiens gezondheid
dit niet toestaat?
Antwoord 4
Bij navraag geeft de gemeente aan dat de inzet van een ergotherapeut niet verplicht
is. De gemeente bekijkt via regelgeving en de aanbesteding «hulp bij het huishouden»
hoe zij een ergotherapeut het best passend kan inzetten. Ergotherapie kan namelijk
bijdragen aan het vergroten van de zelfredzaamheid van de burger.
Ook als ergotherapie wel een oplossing biedt, blijft huishoudelijke hulp beschikbaar.
Volledige overname van hulp bij het huishouden door de inwoner zelf, na inzet van
ergotherapie, komt zelden voor in de praktijk. Uitgangspunt is dat gemeenten verantwoordelijk
zijn voor het bieden van passende ondersteuning aan mensen die niet op eigen kracht
of met behulp van hun omgeving kunnen participeren in de samenleving.
Vraag 5
Is er reden om aan te nemen dat mensen nu meer zorg ontvangen dan noodzakelijk? Zo
nee, hoe zou de hoeveelheid zorg nu dan wel verantwoord verlaagd kunnen worden voor
mensen in een vergelijkbare positie?
Antwoord 5
Op voorhand heb ik geen redenen om te veronderstellen dat mensen nu meer zorg en ondersteuning
ontvangen dan noodzakelijk. Uit de monitor abonnementstarief is wel gebleken dat vanaf
de invoering van dit tarief er een aanzuigende werking is geweest op Wmo-maatwerkvoorzieningen.
Het beroep op de Wmo 2015 voor met name huishoudelijke hulp is de afgelopen jaren
dan ook sterk gestegen. Deze aanzuigende werking, de dubbele vergrijzing en de personele
krapte hebben tot gevolg dat er wachtlijsten ontstaan voor de huishoudelijke hulp.
De gemeente ’s-Hertogenbosch heeft aangegeven dat zij in tijden van personele krapte
en vergrijzing de schaarse uren voor zover mogelijk verdelen. Met als doel dat de
huishoudelijke hulp beschikbaar blijft voor alle inwoners die hierop aangewezen zijn.
Dit maakt dat de gemeente meer kritisch is gaan kijken naar de uren die echt noodzakelijk
zijn om tot een schoon en leefbaar huis te komen. Zo voorkomt de gemeente het ontstaan
van wachtlijsten voor andere inwoners.
Dit doet de gemeente ’s-Hertogenbosch vanaf 2026 op basis van een nieuw te hanteren
(onafhankelijk) normenkader. In dat kader wordt dan ook gesproken over de inzet van
huishoudelijke hulp eens per twee weken, tenzij voor het realiseren van een schoon
en leefbaar huis een andere frequentie (gemotiveerd) noodzakelijk is. Hierbij gaan
zij er vanuit dat er altijd inwoners zullen zijn die een zwaardere hulpbehoefte hebben.
Op dat moment wordt er (aanvullend) maatwerk toegepast.
Vraag 6
Hoe worden de gevolgen van dit besluit voor mensen in de gaten gehouden?
Antwoord 6
De gemeente houdt via diverse contacten de tevredenheid van inwoners over de huishoudelijke
hulp in de gaten. Zij ontvangt voornamelijk signalen van de medewerkers die bij de
mensen thuiskomen, via de aanbieders, en via het toegangsteam voorzieningen die de
indicaties voor de huishoudelijke hulp afgeven. De contractbeheerder van de gemeente
monitort en stuurt waar nodig bij aan de hand van deze signalen.
Vraag 7
Hoe wordt de signaleringsfunctie van thuiszorgmedewerkers gewaarborgd als zij nog
maar eens in de twee weken langskomen?
Antwoord 7
De gemeente ’s-Hertogenbosch onderstreept het belang van de signaleringsfunctie van
de medewerkers. Eenzaamheid onder oudere en hulpbehoevende inwoners is een zorg en
een probleem dat de volle aandacht van de gemeente heeft. Daarom zet zij in op het
signaleren van eenzaamheid en het toeleiden van inwoners naar buurthuiskamers, dagbesteding,
buurtinitiatieven etc. De ene inwoner wekelijks huishoudelijke hulp bieden en de ander
niet, is echter niet wat de gemeente ’s-Hertogenbosch wil. Het doel van de huishoudelijke
hulp is immers alle inwoners die dat nodig hebben een schoon en leefbaar huis bieden.
Vraag 8
Heeft u signalen dat er in andere gemeenten vergelijkbare plannen zijn? Zo ja, in
hoeveel andere gemeenten speelt dit?
Antwoord 8
In veel regio’s kijken gemeenten en aanbieders samen naar passende alternatieven om
huishoudelijke hulp te organiseren, bijvoorbeeld door een aangepaste indicatiestelling
zoals in de geschetste situatie. Ik heb geen overzicht van gemeenten die een dergelijke
besluit hebben genomen of dit voornemens zijn te doen, wel blijf ik de ontwikkelingen
rondom huishoudelijke hulp met interesse volgen en ga zo nodig in gesprek met gemeenten,
cliëntorganisaties en aanbieders over eventuele kansen en knelpunten.
Vraag 9
Hoe verhoudt zich dit tot de gevolgen van het ravijnjaar en de geplande bezuinigingen
op de gemeenten?
Antwoord 9
Het Kabinet en gemeenten zijn in het overhedenoverleg met elkaar in gesprek over de
bredere balans tussen taken, middelen en uitvoeringskracht. Het Kabinet houdt daarbij
ook aandacht voor de wijze waarop de taken die gemeenten hebben zich ontwikkelen ten
opzichte van de beschikbare middelen.
Vraag 10
Hoe houdt u zicht op bezuinigingen op de zorg door gemeenten en de gevolgen daarvan
voor de Wmo, waar u stelselverantwoordelijk voor bent?
Antwoord 10
Er is geen overzicht beschikbaar van bezuinigen die gemeenten hebben doorgevoerd.
Wel krijg ik signalen dat gemeenten verschillend omgaan met de hoge vraag naar ondersteuning,
wachtlijsten voor de huishoudelijke hulp en de arbeidsmarktkrapte in algemene zin.
Daarvan zijn creatieve oplossingen te zien, zoals het verlenen van voorrang aan inwoners
met urgente problematiek of het uitkeren van een financiële tegemoetkoming per jaar
in geld aan de inwoner, waarmee deze zelf hulp regelt. Deze oplossingen kunnen per
gemeente verschillen. Ook hier is geen overzicht van beschikbaar en betreft het een
lokale verantwoordelijkheid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V. Maeijer, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.