Schriftelijke vragen : Het loslaten van de Rijkswet Aruba financieel toezicht
Vragen van het lid Van Haasen (PVV) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het loslaten van de Rijkswet Aruba financieel toezicht (ingezonden 25 april 2025).
Vraag 1
Klopt het dat u de Rijkswet Aruba financieel toezicht definitief loslaat, ondanks
de expliciet gestelde deadline van 1 mei 2025?1
Vraag 2
Waarom kiest u nu voor een zogeheten consensus Rijkswet, terwijl eerder een reguliere
Rijkswet als voorwaarde werd gesteld voor herfinanciering van de coronaleningen? Welke
overwegingen liggen daaraan ten grondslag en wat is het verschil tussen de twee?
Vraag 3
Kunt u exact aangeven welke voorwaarden u verbindt aan deze nieuwe consensus Rijkswet?
En op welke datum moet deze wet volgens u uiterlijk zijn overeengekomen?
Vraag 4
Acht u het acceptabel dat Aruba, dat zich tot op heden niet heeft gehouden aan de
gestelde voorwaarden en termijnen, nu de mogelijkheid krijgt een versoepeld traject
te volgen? Acht u dit in overeenstemming met het beginsel van rechtsgelijkheid binnen
het Koninkrijk? Zo ja, hoe verklaart u dit richting de regeringen van Curaçao en Sint
Maarten, die wel met een reguliere Rijkswet hebben ingestemd?
Vraag 5
Bent u bereid de eerder toegekende renteverlaging van 1,8 procent voor Aruba alsnog
terug te draaien, zolang er geen formele Rijkswet of consensus Rijkswet is vastgesteld?
Zo nee, waarom niet, mede in het licht van uw eerdere toezeggingen aan de Kamer?
Vraag 6
Hoe verhoudt uw huidige koers ten aanzien van Aruba zich tot uw eigen beleidsprioriteiten
op het gebied van goed bestuur, integriteit en solide financieel beleid?
Indieners
-
Gericht aan
F.Z. Szabó, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Indiener
Peter van Haasen, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.