Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kisteman over nieuwe horecaregels in Amsterdam
Vragen van het lid Kisteman (VVD) aan de Minister van Economische Zaken over nieuwe horecaregels in Amsterdam (ingezonden 24 februari 2025).
Antwoord van Minister Beljaarts (Economische Zaken) (ontvangen 24 april 2025). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 1601.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Verbod op dansen in Amsterdamse restaurants zorgt voor
woede bij horecaondernemers: Halsema slaat door met regels» uit de Telegraaf?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe duidt u de nieuwe horecaregels die de gemeente Amsterdam wil invoeren?
Antwoord 2
Gemeente Amsterdam is verantwoordelijk voor haar eigen regels en heeft het beste zicht
op de effecten daarvan.
Vraag 3
Recent heeft u een Actieprogramma Minder Druk Met Regels gepresenteerd. Wat vindt
u ervan dat u druk in de weer bent knellende regelgeving af te schaffen voor ondernemers,
terwijl dit teniet wordt gedaan door gemeenten?
Antwoord 3
De inzet van dit kabinet is dat ondernemers minder druk moeten zijn met regels die
er al zijn én minder druk moeten gaan ervaren van de regels die er ongetwijfeld nog
zullen komen. Onnodige regeldruk is één van de grootste ergernissen van ondernemers
en daarom moet onnodige regeldruk zoveel mogelijk voorkomen worden. Ik kan geen algemene
uitspraak doen over de eventuele overbodigheid van bepaalde gemeentelijke regels of
over de beleidsdoelstellingen die hiermee worden geborgd. In mijn beantwoording d.d.
3 februari jl. van de vragen van het lid Kisteman hierover heb ik aangegeven dat mijn
ministerie en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) samen werken in het programma
Betere Dienstverlening en Regelgeving Economie 2024–2027. Dit programma is gericht
op verbetering van de dienstverlening en op de verbetering van de regelgeving voor
bedrijven bij gemeenten. Bij het onderdeel regelgeving is het doel om betere lokale
regelgeving te bevorderen. Er lopen diverse projecten en activiteiten om dit te realiseren.
Vraag 4
Heeft de gemeente Amsterdam contact gezocht met het Ministerie van Economische Zaken
alvorens het deze nieuwe plannen voor de horeca aankondigde? Zo ja, hoe verliep dit
contact?
Antwoord 4
Nee.
Vraag 5
Ziet u een risico voor willekeur in de voorgenomen bevoegdheid van de Amsterdamse
burgemeester om een ontheffing te kunnen verlenen aan een specifieke horecazaak zodat
deze langer open kan zijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Nee, het horecabeleid is een lokale aangelegenheid, inclusief openingstijden en eventuele
ontheffingen. Het beleid dat gevoerd wordt en de besluiten die daarbij genomen zijn
lokale afwegingen.
Vraag 6
Ziet u nadelige gevolgen voor de veiligheid ontstaan als Amsterdamse snackbars voortaan
eerder dicht moeten, aangezien snackbars nu ook fungeren als plek om niet alleen buiten
te hoeven wachten na het uitgaan?
Antwoord 6
Nee, dit is de verantwoordelijkheid van de gemeente en het is aan de handhavers om
hierop te handhaven.
Vraag 7
Bent u van mening dat veel gemeenten regelgeving voor horeca flink zouden kunnen terugdringen,
bijvoorbeeld door het afschaffen van een exploitatievergunning omdat een Drank- en
Horecavergunning in veel gevallen al volstaat om op te treden bij ongeregeldheden,
of het afschaffen van de terrasvergunning omdat de Algemene Plaatselijke Verordening
in veel gevallen al volstaat om te handhaven bij excessen?
Antwoord 7
Nee, gemeenten hebben het beste zicht op welke regelgeving nodig is om ongeregeldheden
en excessen te voorkomen.
Vraag 8
Bent u het eens dat een strakke regelgeving voor winkels en horeca het verdienmodel
van deze winkels en horeca kan ondergraven, waardoor uiteindelijk verschraling van
het winkel-/horeca-aanbod optreedt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe past strakke regelgeving
van gemeenten bij het doel van het kabinet te zorgen voor levendige en veelzijdige
stads- en dorpskernen?
Antwoord 8
Nee. Gemeente Amsterdam is verantwoordelijk voor haar eigen regels en heeft het beste
zicht op de effecten daarvan, zie ook het antwoord op vraag 2. Ik begrijp dat het
belangrijkste doel van de gemeente Amsterdam is om de leefbaarheid van de stad te
verbeteren en op langere termijn te borgen. Ik begrijp dat de afgelopen jaren een
situatie is gegroeid waarbij niet langer aan deze voorwaarden werd voldaan. Bij het
gelijk trekken van de regels is het onvermijdelijk dat sommige ondernemers hun huidige
bedrijfsvoering aan moeten passen om ook op langere termijn de leefbaarheid van de
stad te garanderen. Het gaat te ver om te stellen dat daarmee hun verdienmodel wordt
ondergraven. Een levendige en veelzijdige stads- en dorpskern is de resultante van
het samenspel tussen alle actoren, zowel vanuit de overheid als ondernemers, in een
kern. Oog voor leefbaarheid, duidelijke en handhaafbare regels, die voor iedereen
gelijk zijn, geven duidelijkheid aan ondernemers, zodat ze weten waar ze aan toe zijn
en kunnen doen waar ze goed in zijn, namelijk ondernemen.
Vraag 9
Bent u bereid aanvullende stappen te nemen om de gemeente Amsterdam te bewegen deze
regelgeving niet of in verzwakte vorm in te voeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Nee. Ik zie geen reden voor aanvullende stappen naast de reeds ingezette samenwerking
met VNG in het programma Betere Dienstverlening en Regelgeving Economie 2024–2027.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.