Lijst van vragen : Lijst van vragen over F-16 videobeelden Hawija en missie-archivering (Kamerstuk 27925-989)
2025D18725 Lijst van vragen
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister
van Defensie over de F-16 videobeelden Hawija en missie-archivering (Kamerstuk 27 925, nr. 989).
De voorzitter van de commissie,
Kahraman
Adjunct-Griffier van de commissie,
Manten
Nr
Vraag
1
Kunt u aangeven wat uw voorgangers hebben gedaan om de «overschreven» opnamen te vinden
met daarbij een tijdlijn en ondernomen actiepunten?
2
Kunt u aangeven wat u tijdens uw ministerschap heeft gedaan om deze «overschreven»
opnamen te vinden met daarbij een tijdlijn en ondernomen actiepunten, in aanvulling
op de eerder gestuurde tijdlijn?
3
Kunt u verklaren waarom de «overschreven» opnamen verdwenen zijn terwijl elke vlieger
verplicht is binnen een aantal uur de opnamen van twee minuten voor tot twee minuten
direct na een aanval te rapporteren?
4
Kunt u verklaren waarom de «overschreven» opnamen ineens wel gevonden werden nadat
er kort daarvoor hierover een artikel in de media was gepubliceerd?
5
Kunt u aangeven waarom dit in de anderhalf jaar daarvoor, ondanks herhaald verzoek
van de commissie Sorgdrager, niet eerder is gebeurd?
6
Kunt u aangeven hoe deze «overschreven» opnamen nu ineens wel gevonden konden worden?
7
Kunt u aangeven waarom u het wel of niet eens bent met de stelling van mevrouw Sorgdrager
tijdens het gesprek met de Kamer dat in haar tijd als Kamerlid de rode lijn allang
was bereikt gezien de stroeve opstelling van Defensie bij het medewerking verlenen
aan haar commissie?
8
Kunt u reflecteren op de woorden van de Commissie Sorgdrager in haar, door de nieuwe
feiten aangescherpte, brief dat haar Commissie «uiterst onaangenaam getroffen werd
door deze gang van zaken, omdat een cruciale bron is achtergehouden»?
9
Als de detachementscommandant de AAR destijds vanwege de grotere omvang van de schade
anders had ingevuld en het OM daarbij betrokken was geweest, wat zouden dan destijds
en nu de mogelijke gevolgen zijn geweest, en had dit tot andere uitkomsten geleid
dan nu het geval is?
10
Welke conclusies verbindt u aan de ernstige constateringen van de Commissie Sorgdrager
dat het Ministerie van Defensie, ook onder uw ministerschap, onvoldoende heeft meegewerkt
aan waarheidsvinding en de commissie al dan niet bewust onjuist heeft geïnformeerd
over het bestaan van een tweede BDA?
11
Kunt u reflecteren op de nieuwe ontwikkelingen die volgens de Commissie Sorgdrager
een nieuw perspectief werpen op de gebeurtenissen en voor haar aanleiding vormden
om haar bevindingen aan te scherpen, juist ook in het licht van de eerder door uw
voorgangers aangeboden excuses?
12
Waarom is in de brief van 27 maart jl. niet verder ingegaan op het feit dat de waarheid
niet eerder aan het licht is gekomen?
13
Welke consequenties heeft het onjuist informeren van de Kamer door toenmalig Minister
Hennis-Plasschaert voor haar geloofwaardigheid in haar huidige, delicate positie als
Speciaal Vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties?
14
Wat zijn de consequenties voor betrokkenen als (ernstig) plichtsverzuim wordt geconstateerd?
15
Wordt het handelen van andere betrokkenen die met de beelden hebben gewerkt onderzocht,
aangezien er een intern onderzoek wordt ingesteld naar het handelen van de detachementscommandant?
16
Op basis van welke relevante interne regelgeving wordt het interne onderzoek opgezet?
17
Wat is de maatstaf om (ernstig) plichtsverzuim vast te stellen?
18
Zijn er meer gevallen bekend waarin militairen geweigerd hebben om mee te werken aan
zowel interne als externe onderzoeken?
19
Ziet het OM geen aanleiding tot het zelf instellen van een onderzoek naar het handelen
van de toenmalig detachementscommandant omdat Defensie reeds een intern onderzoek
heeft aangekondigd?
20
Waarom ziet het OM geen aanleiding om zelf een onderzoek in te stellen naar het handelen
van de toenmalig detachementscommandant?
21
Heeft de Commandant Der Strijdkrachten de videobeelden zelf gezien alvorens het intern
memorandum «Onderzoek CIVCAS melding 2 juni 2015 «VBIED Facillity»« van 30 juni 2016
op te stellen?
22
Heeft u naar aanleiding van het lezen van het onder embargo ontvangen rapport Sorgdrager,
maar voor het ontvangen van vragen van de Volkskrant op 29 januari, nader geïnformeerd
naar de zogenaamd overschreven beelden?
23
Zijn de videobeelden aangetroffen naar aanleiding van uw nadere vragen of in verband
met de lopende rechtszaak?
24
Was u voordat u het rapport Sorgdrager onder embargo heeft ontvangen ervan op de hoogte
dat videobeelden overschreven zouden zijn?
25
Kunt u bevestigen dat, zoals op pagina 155 van het rapport van de Commissie Sorgdrager
staat, «uit de documentatie en gesprekken naar voren komt dat de beelden van het Nederlandse
BDA de dag na de uitvoering, op 4 juni 2015, in Den Haag beschikbaar zijn voor de
kleine kring betrokkenen die op de hoogte zijn van de aanval en de mogelijke gevolgen»?
26
Viel de toenmalige Minister van Defensie of een ander lid van het kabinet ook onder
de «kleine kring betrokkenen» die op pagina 155 van het Sorgdrager rapport wordt beschreven?
27
Aangezien het een «Air interdiction»-missie betrof en er dus veel tijd is geweest
om inlichtingen te vergaren, hoe zijn deze inlichtingen gecheckt, wat was bekend over
de burgers die in het gebied waren, was bekend dat er een woonwijk naast lag en was
bekend dat er veel vluchtelingen in het gebied verbleven?
28
Is bij het tonen van de beelden op 4 juni in Den Haag de mogelijkheid van burgerslachtoffers
besproken?
29
Is op 3 juni door de Verenigde Staten aan het kabinet meegedeeld dat er waarschijnlijk
burgerslachtoffers zijn gevallen?
30
Komt de lijn van het interne memorandum van 30 juni 2016 overeen met soortgelijke
memoranda over de impact van andere luchtaanvallen?
31
Kan Defensie een duidelijke woordelijke beschrijving geven van wat er in de videobeelden
van de tweede battle damage assessment te zien is?
32
Wat is de status van het intern onderzoek naar het handelen van de betreffende militair?
Wat zijn de mogelijke consequenties?
33
Kunt u uiteenzetten hoe er wordt gezorgd dat de situatie zoals deze nu is ontstaan
niet nog eens zal gebeuren? Welke maatregelen worden genomen om dit te voorkomen naast
de onderzoeken die worden gedaan?
34
Gezien het feit dat u de beelden zelf op 24 januari heeft gezien, gaat dit dan om
de beelden van de tweede BDA? Was dit de eerste keer dat u de beelden zag?
35
Gezien het feit dat u aangeeft dat ook u is verteld dat de videobeelden waar vaak
om is gevraagd overschreven waren, klopt de conclusie dan dat u zelf verkeerd bent
geïnformeerd?
36
Hoe gaat u het feitenrelaas opstellen om te verklaren waarom de videobeelden nu pas
getraceerd zijn? Waarom was dit niet eerder mogelijk aan de hand van de vragen van
de Commissie Sorgdrager om de genoemde beelden?
37
Hoe zal het onderzoek onder leiding van de heer Brouwer vormgegeven worden? Hoe zal
onderzocht worden of de beoordeling onjuist was? Waar wordt dat op gebaseerd?
38
Wanneer verwacht u de conclusies van de vier aangekondigde onderzoeken?
39
Zijn er andere aanleidingen voor het algemene onderzoek van het IO&E over de huidige
stand van de missiegerelateerde archivering bij Defensie?
40
Betekent het gegeven dat de Onderzoeksraad Voor Veiligheid heeft bevestigd dat zij
dit onderzoek niet kan uitvoeren, dat enkel de Tweede Kamer bevoegd is om betrokken
militairen onder ede te horen zonder over te gaan tot een strafrechtelijk onderzoek?
41
Wat is de gebruikelijke procedure voor het bewaren van BDA-beelden?
42
Was u op de hoogte van het feit dat de Commissie Sorgdrager al ruim anderhalf jaar
herhaaldelijk heeft gevraagd naar de beelden van de tweede BDA, en zo ja, sinds wanneer?
Wat heeft u gedaan om deze beelden boven water te krijgen?
43
Waarom is er voor gekozen om enkel het handelen van de detachementcommandant te onderzoeken?
Klopt het niet dat de Commissie in bredere zin de acties van het Ministerie van Defensie
bevraagd in de nasleep van de luchtaanval in Hawija?
44
Klopt het dat in het ochtendberaad van 4 juni met u en de SG over onder andere de
aanval in Hawija en de waarschijnlijke burgerslachtoffers is gesproken zoals de tijdlijn
van het Rapport Commissie van onderzoek Wapeninzet Hawija stelt? Geeft dit geen aanleiding
om ook onderzoek te doen of naar aanleiding van dit ochtendberaad anders gehandeld
had moeten worden? Zo niet, waarom niet?
45
Wordt er gekeken of aanpassing van de regels noodzakelijk is, ook als blijkt dat de
detachementcommadant niet in strijd heeft gehandeld met de geldende regels zoals Commissie
Sorgdrager zelf ook voorstelt?
46
Kunt u bevestigen dat Nederland nog nooit eerder te maken heeft gehad met een situatie
met zoveel burgerslachtoffers, zoals genoemd werd tijdens de technische briefing?
47
Wat is uw analyse over de aangescherpte conclusies van de Commissie Sorgdrager?
48
Wat is het gebruikelijke protocol voor het opstellen van een intern memorandum zoals
dat van 30 juni 2016? Is de beoordeling van de Commandant Der Strijdkrachten in lijn
met dit protocol? Wordt er ook gekeken naar mogelijke wijziging van dit protocol aan
de hand van de conclusie van de Commissie Sorgdrager?
49
Heeft de Commissie, die aangeeft dat Defensie onvoldoende heeft meegewerkt om op alle
punten tot waarheidsvinding te komen, deze analyse ook met u gedeeld, en zo ja, wanneer
heeft zij dit als eerste gedaan? Welke stappen heeft u gezet in reactie op deze analyse?
50
Kunt u het verschil in berichtgeving verklaren tussen uw uitspraak dat «de videobeelden
van de tweede vlucht destijds als niet relevant werden beschouwd, zijn overschreven
en dus niet waren bewaard» en de technische briefing van 16 april jl. waarin wordt
gesteld dat beelden die door F-16’s worden gemaakt altijd worden gearchiveerd en overschrijvingen
slechts plaatsvinden op de cartridge van het vliegtuig zelf?
51
Toen het ministerie richting de Commissie Sorgdrager beweerde dat de beelden waren
overschreven, had dit dan betrekking op de vliegbasis Leeuwarden of de cartridge in
de F-16?
52
Is het overschrijven van beelden, zoals gesteld in het rapport van de commissie, gebruikelijk?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I. Kahraman, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie -
Mede ondertekenaar
N.E. Manten, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.