Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Postma over het artikel ‘Onafhankelijk milieurapport afgezwakt na druk door Schiphol’
Vragen van het lid Postma (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het artikel «Onafhankelijk milieurapport afgezwakt na druk door Schiphol» (ingezonden 20 maart 2025).
Antwoord van Minister Madlener (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 23 april
2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Onafhankelijk milieurapport afgezwakt na druk door
Schiphol» uit het NRC van 19 maart 2025?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u de stelling uit het bovenstaande artikel, dat onder druk van Schiphol en uw
ministerie in het onderzoeksrapport van de commissie voor de milieueffectrapportage
(mer) termen zoals «onjuist» en «ten onrechte» werden veranderd in «deels niet consistent»
en «discutabel», bevestigen?
Antwoord 2
Nee, er is geen sprake van het onder druk zetten van de commissie voor de mer. IenW
hecht veel waarde aan de onafhankelijke adviezen en positie van de commissie mer.
Conform reguliere werkwijze van de Commissie mer2 is het conceptadvies van de Commissie mer over het milieueffectrapport (MER) Nieuw
Normen- en Handhavingsstelsel Schiphol besproken met het bevoegd gezag en de initiatiefnemer.
Op grond van de Wet open overheid is verzocht om openbaarmaking van het conceptadvies
dat door de Commissie mer gedeeld is met het ministerie. Het gesprek met de Commissie
mer heeft niet geleid tot een andere strekking van het advies. Wel heeft de Commissie
mer op eigen gezag formuleringen in het advies aangepast.
Vraag 3
Indien ja, kunt u aangeven welke specifieke wijzigingen door uw ministerie verlangd
en doorgevoerd zijn? En daarbij ook aangeven waarom om deze wijzigingen gevraagd is?
Antwoord 3
Zie beantwoording vraag 2.
Vraag 4
Kunt u aangeven welke gevolgen de bemoeienis van Schiphol en uw ministerie met de
inhoud van het onderzoeksrapport van de commissie mer naar uw inzicht heeft voor de
onafhankelijkheid van het rapport? Kunt u hierbij aangeven of naar uw mening de geloofwaardigheid
van de onafhankelijkheid van het rapport in enige mate wordt aangetast?
Antwoord 4
Het ministerie heeft gereageerd op een concept-rapport. Schiphol heeft dit ook gedaan.
Het is heel gebruikelijk om bij conceptadviezen en -rapporten, van de Commissie mer
of van andere instanties, te kunnen reageren. Daarmee wordt de gelegenheid gegeven
om feitelijke onjuistheden te markeren of zaken die niet duidelijk zijn, te verduidelijken.
Het is vervolgens aan de opsteller van het advies, in dit geval de Commissie mer,
om te bepalen wat te doen met de opmerkingen. Dat is ook in dit geval gebeurd.
Vraag 5
Klopt het dat het nieuwe Luchthavenverkeerbesluit van Schiphol moet voldoen aan de
gelijkwaardigheidscriteria van de Wet luchtvaart?
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6
Kunt u aangeven welke onderbouwing, afgezien van de in het artikel genoemde milieustudie,
u heeft om hard te maken dat het voorgestelde nieuwe Luchthavenverkeerbesluit van
Schiphol voldoet aan de gelijkwaardigheidscriteria?
Antwoord 6
In het MER NNHS uit 2020 is onderzocht of de situatie bij 500.000 vliegtuigbewegingen
conform de regels voor preferentieel baangebruik voldoet aan de eis voor gelijkwaardige
bescherming. Uit deze analyse blijkt dat aan alle gelijkwaardigheidscriteria voldaan
wordt. Met de versnelde LVB-wijziging wordt het maximumaantal vliegtuigbewegingen
voor het etmaal dat op Schiphol is toegestaan vastgesteld. Het anticiperend handhaven
blijft in stand tot een algehele wijziging van het LVB is afgerond. Met andere woorden:
de verkeersafhandeling blijft hetzelfde, en het maximum aantal vluchten gaat omlaag.
Op basis van de beschikbare informatie concludeert het kabinet daarom dat de situatie
met verkeersafhandeling volgens de regels van preferentieel baangebruik en een lager
maximumaantal vliegtuigbewegingen (478.000 op het etmaal, 27.000 in de nacht) voldoet
aan de criteria voor gelijkwaardigheid. Overigens toetst Schiphol aan het begin van
ieder gebruiksjaar in de gebruiksprognose of de milieueffecten van het verwachte gebruik
van de luchthaven binnen de gelijkwaardigheidscriteria blijven. Uit die analyse blijkt
dat bij de situatie met 480.000 vliegtuigbewegingen waarvan 30.000 in de nacht (op
basis van het aantal slots met historische rechten) (ruim) wordt voldaan aan de criteria
voor gelijkwaardigheid. Datzelfde mag dus verwacht worden voor de situatie die het
kabinet wil vastleggen met 478.000 vliegtuigbewegingen waarvan 27.000 in de nacht.
Vraag 7
Bent u van mening dat nadere onderbouwing vereist is om geloofwaardig te kunnen stellen
dat het nieuwe Luchthavenverkeerbesluit van Schiphol voldoet aan de gelijkwaardigheidscriteria
van de Wet luchtvaart?
Antwoord 7
Nee. Zie ook de beantwoording van vraag 6: er is voldoende informatie beschikbaar
om de conclusie van het kabinet te ondersteunen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.