Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
36 725 IIA Wijziging van de begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van
artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve
ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2025 wijzigingen
aan te brengen in de begrotingsstaat van de Staten-Generaal.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze
memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M. Uitermark
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1. Leeswijzer
Voor u ligt de eerste suppletoire begroting 2025 van de Staten-Generaal. De eerste
suppletoire begroting geeft een geactualiseerd beeld van de uitvoering van de begroting
2025 (Kamerstukken II 2024/25, 36 600 IIA, nr. 1). De stand van de eerste suppletoire begroting wordt vanaf de stand van de vastgestelde
begroting 2025 opgebouwd.
In deze eerste suppletoire begroting wordt in de tabel budgettaire gevolgen van beleid
de cijfers van zes begrotingsjaren weergegeven. In de kolom van begrotingsjaar 2030
zijn de middelen in verband met de extrapolatie gepresenteerd.
Uitgangspunt bij de toelichting op de tabel is dat per artikel de beleidsmatige en
technische mutaties toegelicht worden, die groter dan of gelijk zijn aan de ondergrens
zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) zijn opgenomen, de zogenaamde
staffel, te weten:
Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV
Begrotingsartikel
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € mln.)
Technische mutaties (ondergrens in € mln.)
1. Wetgeving en controle Eerste Kamer
Verplichtingen/Uitgaven 1 mln.
Ontvangsten 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven 2 mln.
Ontvangsten 2 mln.
2. Uitgaven t.b.v. leden en oud-leden Tweede Kamer
Verplichtingen/Uitgaven 1 mln.
Ontvangsten 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven 2 mln.
Ontvangsten 2 mln.
3. Wetgeving en controle Tweede Kamer
Verplichtingen/Uitgaven 2 mln.
Ontvangsten 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven 4 mln.
Ontvangsten 2 mln.
4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer
Verplichtingen/Uitgaven 1 mln.
Ontvangsten 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven 2 mln.
Ontvangsten 2 mln.
10. Nog onverdeeld
Verplichtingen/Uitgaven 1 mln.
Ontvangsten 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven 2 mln.
Ontvangsten 2 mln.
2. Beleidsartikelen
2.1. Artikel 1. Wetgeving en controle Eerste Kamer
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1. Wetgeving en controle Eerste Kamer
(bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Mutatie 2030
Art.
Verplichtingen
25.634
0
25.634
1.837
27.471
1.600
400
400
400
23.732
Uitgaven
25.634
0
25.634
1.837
27.471
1.600
400
400
400
23.732
1.0
Wetgeving en controle Eerste Kamer
25.634
0
25.634
1.837
27.471
1.600
400
400
400
23.732
Institutionele inrichting
19.828
0
19.828
1.737
21.565
1.600
400
400
400
18.204
Apparaat Eerste Kamer
19.828
0
19.828
1.737
21.565
1.600
400
400
400
18.204
Personele uitgaven
5.327
0
5.327
100
5.427
0
0
0
0
5.327
Vergoedingen voorzitter/leden Eerste Kamer
5.327
0
5.327
100
5.427
0
0
0
0
5.327
Materiële uitgaven
479
0
479
0
479
0
0
0
0
201
Verenigde vergadering
479
0
479
0
479
0
0
0
0
201
Ontvangsten
140
0
140
0
140
0
0
0
0
140
Toelichting
Institutionele inrichting
Apparaat Eerste Kamer
In 2023 is de griffie het project voor een nieuw parlementair systeem gestart. Doel
van het project is te komen tot een toekomstbestendig informatiesysteem dat het huidige
parlementaire systeem moet vervangen. Het huidige systeem is aan het einde van zijn
levensduur. In de jaren 2025 en 2026 is er € 1,6 mln. nodig voor de implementatie
van het systeem. Vanaf 2027 is er € 0,4 mln. nodig voor onderhoud en doorontwikkeling.
2.2. Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 3 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden
en oud-leden Tweede Kamer (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Mutatie 2030
Art.
Verplichtingen
43.423
0
43.423
202
43.625
2.000
2.000
2.000
2.000
43.244
Uitgaven
43.423
0
43.423
202
43.625
2.000
2.000
2.000
2.000
43.244
2.0
Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer
43.423
0
43.423
202
43.625
2.000
2.000
2.000
2.000
43.244
Institutionele inrichting
27.551
0
27.551
2.000
29.551
2.000
2.000
2.000
2.000
29.551
Schadeloosstelling
27.551
0
27.551
2.000
29.551
2.000
2.000
2.000
2.000
29.551
Personele uitgaven
15.872
0
15.872
– 1.798
14.074
0
0
0
0
13.693
Pensioenen en wachtgelden
15.872
0
15.872
– 1.798
14.074
0
0
0
0
13.693
Ontvangsten
86
0
86
0
86
0
0
0
0
86
Toelichting
Institutionele inrichting
Schadeloosstelling
Het budget voor de schadeloosstelling wordt structureel opgehoogd met € 2 mln., doordat
de bezoldigingen en vergoedingen van politieke ambtsdragers in juli 2024 aangepast
zijn naar CAO Rijk 2024–2025 (Staatscourant. 2024, 17611). Deze aanpassingen zorgen
voor € 1,5 mln. meer kosten dan begroot. Daarnaast moet de Werkkostenregeling met
€ 0,5 mln. Structureel worden opgehoogd.
Personele uitgaven
Pensioenen en wachtgelden
Het budget voor de wachtgeldregeling wordt minder sterk aangesproken door voormalig
Kamerleden dan aanvankelijk was ingeschat. Daarom is de raming voor de wachtgelden
in 2025 met € 1,8 mln. Incidenteel naar beneden bijgesteld. In de jaren daarna is
al rekening gehouden met een afname van het budget.
2.3. Artikel 3. Wetgeving en controle Tweede Kamer
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3. Wetgeving en controle Tweede Kamer
(bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Mutatie 2030
Art.
Verplichtingen
196.021
0
196.021
12.595
208.616
8.690
6.820
5.620
3.185
186.179
Uitgaven
196.021
0
196.021
12.595
208.616
8.690
6.820
5.620
3.185
186.179
3.0
Wetgeving en controle Tweede Kamer
196.021
0
196.021
12.595
208.616
8.690
6.820
5.620
3.185
186.179
Institutionele inrichting
141.244
0
141.244
12.595
153.839
7.605
6.820
5.620
3.185
134.116
Apparaat Tweede Kamer
139.866
0
139.866
12.595
152.461
7.605
6.820
5.620
3.185
132.738
Onderzoeksbudget
1.378
0
1.378
0
1.378
0
0
0
0
1.378
Materiële uitgaven
54.777
0
54.777
0
54.777
1.085
0
0
0
52.063
Drukwerk
2.209
0
2.209
0
2.209
0
0
0
0
2.209
Fractiekosten
46.868
0
46.868
0
46.868
0
0
0
0
46.854
Uitzending leden
532
0
532
0
532
0
0
0
0
532
Parlementaire enquêtes
2.700
0
2.700
0
2.700
1.085
0
0
0
0
Bijdrage ProDemos
2.468
0
2.468
0
2.468
0
0
0
0
2.468
Ontvangsten
3.639
0
3.639
0
3.639
0
0
0
0
3.639
Toelichting
Institutionele inrichting
Apparaat Tweede Kamer
Het benodigde projectbudget van € 1,5 mln. is nodig voor de domeinen Digital Workspace
en Infra en Cloud (Flexinfra) om de moderne werkplek verder door te ontwikkelen. Deze
projecten dragen ook bij aan de verbetering in informatiebeveiliging en gebruikerswensen
vanuit de moderne werkplek.
De Tweede Kamer zal langer verblijven in de tijdelijke huisvesting van Bezuidenhoutseweg
67 (B67). Dat zorgt ervoor dat noodzakelijke (vervangings)investeringen gedaan moeten
worden in verschillende installaties, zoals in de beveiligingsinstallaties en audio-visuele
installaties. In totaal is vanaf 2026 € 8,8 mln. benodigd, verdeeld over drie jaar,
om alle installaties een upgrade te geven of te vervangen.
Ook vragen de veiligheidssituatie van het pand, de systemen en de leden van de Tweede
Kamer om investeringen in personeel en materieel. Voor 2025 circa € 3,5 mln. en vanaf
2026 circa € 1,2 mln.
In navolging van het besluit van het kabinet om drie nieuwe ministeries in te stellen,
heeft de Kamer, conform art 7.1 lid 1 van het Reglement van Orde, waarin staat dat
er een vaste commissie is voor elk ministerie, drie nieuwe commissies ingesteld: de
commissie voor Asiel en Migratie (A&M), de commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke
Ordening (VRO) en de commissie voor Klimaat en Groene Groei (K&GG). Het budget is
opgehoogd met circa € 1 mln. in 2025 en vanaf 2026 met circa € 1,1 mln.
Daarnaast betreft dit noodzakelijke uitgaven (in 2025 € 4 mln., in 2026 € 0,9 mln.
en vanaf 2027 € 0,8 mln.) voor de bedrijfsvoering van de Tweede Kamer met betrekking
tot de overstap naar een moderne werkplek, wijzigingen in formatie, archiefbewerking
en reisbudgetten.
De eindejaarsmarge wordt ingezet om problematiek zelf op te lossen en voor overlopende
verplichtingen.
Materiële uitgaven
Parlementaire enquêtes
In 2024 is het begrote bedrag voor de Parlementaire Enquête Corona niet volledig benut.
Het restant ter hoogte van € 1 mln. wordt in 2026 toegevoegd.
2.4. Artikel 4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4. Wetgeving en controle Eerste en
Tweede Kamer (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Mutatie 2030
Art.
Verplichtingen
1.661
0
1.661
1.415
3.076
3.020
0
0
0
1.661
Uitgaven
1.661
0
1.661
1.415
3.076
3.020
0
0
0
1.661
4.0
Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer
1.661
0
1.661
1.415
3.076
3.020
0
0
0
1.661
Materiële uitgaven
1.661
0
1.661
1.415
3.076
3.020
0
0
0
1.661
Interparlementaire betrekkingen
1.661
0
1.661
1.415
3.076
3.020
0
0
0
1.661
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting
Materiële uitgaven
Interparlementaire betrekkingen
De Staten-Generaal organiseert in juli 2026 de jaarlijkse vergadering (Annual Session)
in Nederland van de OVSE (Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa) Parlementaire
Assemblee. Het betreft een vijfdaags vergadercongres voor ongeveer 700 deelnemers.
Hiervoor zijn extra middelen nodig (in 2025 € 1,4 mln., in 2026 € 3 mln.).
3. Niet-Beleidsartikel
3.1. Artikel 10. Nog onverdeeld
Tabel 6 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting t (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Mutatie 2030
Art.
Verplichtingen
0
0
0
11.001
11.001
10.757
10.486
11.086
10.342
10.262
Uitgaven
0
0
0
11.001
11.001
10.757
10.486
11.086
10.342
10.262
10.0
Nog onverdeeld
0
0
0
11.001
11.001
10.757
10.486
11.086
10.342
10.262
Nog te verdelen
0
0
0
11.001
11.001
10.757
10.486
11.086
10.342
10.262
Loonbijstelling
0
0
0
8.598
8.598
8.422
8.221
8.754
8.121
8.056
Prijsbijstelling
0
0
0
2.403
2.403
2.335
2.265
2.332
2.221
2.206
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting
Loonbijstelling
Dit betreft de loonbijstelling tranche 2025 voor de Staten-Generaal. De loonbijstelling
is niet volledig uitgekeerd. Het kabinet heeft besloten om de loonbijstelling voor
externe inhuur tranche 2025 in te houden. Dit wordt ingezet ter dekking van rijksbrede
problematiek.
Prijsbijstelling
Dit betreft de prijsbijstelling tranche 2025 voor de Staten-Generaal. De doorverdeling
vindt later in 2025 plaats.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.