Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kröger over de veiligheid van klimaatwetenschap
Vragen van het lid Kröger (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Klimaat en Groene Groei over de veiligheid van klimaatwetenschap over het verslag van de Energieraad van 17 maart 2025 (ingezonden 17 april 2025).
Antwoord van Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) (ontvangen 22 april 2025).
Vraag 1 en 2
Kunt u uitgebreider toelichten wat u met uw Europese collega’s heeft besproken over
de ontwikkelingen in de VS rondom klimaatwetenschap en de gevolgen hiervan voor de
veiligheid van klimaatwetenschap en klimaatdata wereldwijd?
Welke concrete afspraken zijn hierover gemaakt?
Antwoord 1 en 2
Klimaatwetenschap is een fundament onder het klimaatbeleid, nationaal en internationaal.
Conform mijn eerdere toezegging is het mijn inzet om in Europees verband samen te
werken om Amerikaanse klimaatwetenschappers optimaal te ondersteunen. Hierover blijft
het kabinet met Europese en andere collega’s in gesprek.
De Minister van Onderwijs, Cultuur, en Wetenschap heeft uw Kamer recent geïnformeerd
dat hij contact heeft met Europese collega’s en met nationale instellingen als UNL,
KNAW, en NWO wat betreft de ondersteuning aan wetenschappers, en potentiële risico’s
voor klimaatmodellen.1 Ook op ambtelijk niveau zijn er vanuit het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap Europese contacten over onder meer mogelijkheden voor in en -uitreizen
van wetenschappers en het behoud van databases. Ook deze week vinden daar gesprekken
over plaats, specifiek over hoe op de langere termijn wetenschappelijke data (breder
dan alleen klimaatdata) binnen Europa kan worden opgeslagen.
Vanuit het Ministerie van Klimaat en Groene Groei zijn ambtenaren in contact met internationale
collega’s over het wegvallen van de Amerikaanse steun aan één van de werkgroepen van
het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC). Op de aanstaande informele Milieuraad
(28–29 april) heeft het Pools voorzitterschap een gedachtewisseling over desinformatie
op het gebied van milieu en klimaat geagendeerd. Nederland zal, overeenkomstig het
verslag van de Energieraad van 17 maart jl.2 het belang van sterke Europese samenwerking en -inzet op het ondersteunen van klimaatwetenschap
en het veiligstellen van klimaatdata wereldwijd kracht bijzetten.
Vraag 3 en 4
Wat zouden op korte termijn de handelingsopties voor Europa zijn om de veiligheid
van klimaatwetenschap en klimaatdata te borgen?
Wat zouden op korte termijn de handelingsopties voor Nederland zijn om de veiligheid
van klimaatwetenschap en klimaatdata te borgen?
Antwoord 3 en 4
Er is op dit terrein momenteel veel in beweging in de Verenigde Staten (VS). Er zijn
meerdere zorgelijke signalen rond de klimaatwetenschap, maar tegelijkertijd is er
ook nog veel onduidelijk of onzeker.
Zo zijn er klimaatwetenschappers bij federale instellingen ontslagen en liggen er
voorstellen voor vergaande bezuinigingen op klimaatonderzoek binnen federale instellingen
zoals NOAA en NASA. De voorgestelde bezuinigingen zullen door het Congres moeten worden
goedgekeurd. De besluitvorming hierover is nog gaande. De gevolgen van deze eventuele
bezuinigingen voor internationale klimaatwaarnemingen en -onderzoek moeten ook nog
worden bepaald.
Op dit moment is daarom nog niet vast te stellen welke actie is geboden. Vanzelfsprekend
blijft het kabinet deze ontwikkelingen en de effecten voor wereldwijde klimaatwetenschap
nauwgezet volgen.
Indien dreigt dat bepaalde Amerikaanse klimaatdatasets niet langer internationaal
beschikbaar blijven, zijn er diverse handelingsopties. Zo zouden kopieën van deze
datasets door Europese instituten kunnen worden opgeslagen. Verder kan worden bezien
of Europese onderzoeksinstellingen klimaatwaarnemingen kunnen overnemen om de continuïteit
daarvan veilig te stellen. Op Europees niveau kan ook worden bekeken hoe Amerikaanse
klimaatonderzoekers kunnen worden ondersteund in de uitvoering van hun onderzoek.
Tot slot wordt door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur, en Wetenschap, samen met
de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) gewerkt aan mogelijkheden
om onderzoekers die momenteel in de VS werken naar Nederland te halen. Dit geldt met
name voor Nederlandse wetenschappers. Er wordt nog bezien of dit instrument ook Amerikaanse
klimaatwetenschappers zou kunnen helpen.
Vraag 5
Is het mogelijk om meer ondersteuning te bieden aan het Intergovernmental Panel on
Climate Change (IPCC) en de werkgroepen die hieraan verbonden zijn? Zo ja, op welke
manier kan en/of gaat Europa dit doen?
Antwoord 5
De EU is geen lid van het IPCC, alleen de lidstaten. Nederland levert reeds een grote
bijdrage aan de 7e IPCC-cyclus. De covoorzitter van Werkgroep II (adaptatie) is Nederlands en Nederland
financiert met gemiddeld € 1,5 miljoen per jaar de Technical Support Unit van deze werkgroep.
De gevolgen van de veranderde opstelling van de VS voor het IPCC zijn nog niet geheel
duidelijk. Tijdens de laatste IPCC-bijeenkomst was er geen Amerikaanse delegatie aanwezig.
De aanstelling van de Amerikaanse covoorzitter van Werkgroep III bij NASA is beëindigd
en de VS heeft de technische ondersteuningsunit voor deze werkgroep opgeheven. Het
is nog onduidelijk of de Amerikaanse delegatie ook verstek geeft bij volgende IPCC-vergaderingen.
Vooralsnog kan de covoorzitter haar IPCC-werk voortzetten aan de universiteit waar
ze naar terugkeert.
Het is in eerste instantie aan het IPCC zelf om met een gepaste oplossing te komen
voor de terugtrekkende rol van de VS. Zo wordt er gezocht naar een oplossing voor
het opheffen van de technische ondersteuningsunit. Hierbij wordt onder meer gekeken
naar versterking van de Maleisische ondersteuningsunit voor Werkgroep III en naar
ondersteuning vanuit de units van andere werkgroepen. Nederland stelt zich constructief
op in de informele overleggen hierover.
Vanuit Europa is informeel aangegeven eventueel hulp te kunnen bieden voor bijvoorbeeld
extra financiële steun. Het is echter nog te vroeg gebleken om hier concrete afspraken
over te maken, gezien de situatie in de VS nog niet geheel duidelijk is.
Vraag 6 t/m 8
Welke Nederlandse en Europese instituties en organisaties houden zich bezig met de
klimaatwetenschap en data die nu onder druk staan in de VS, en zouden dus mogelijk
het gat kunnen vullen dat nu door Trump in de VS ontstaat?
Gaat u deze of andere Europese klimaatwetenschappelijke organisaties door de huidige
omstandigheden meer steun geven?
Op welke (andere) manieren geeft u opvolging aan uw zorgen over recente ontwikkelingen
die de veiligheid van klimaatwetenschap en klimaatdata ondermijnen?
Antwoord 6 t/m 8
Er lijken in de VS nog geen klimaatdatasets offline te zijn gehaald. Gezien de voorgestelde
bezuinigingen blijft het risico daarop bestaan en kunnen deze ook gevolgen hebben
voor de continuïteit van deze datasets. Vanwege (bedrijfs)vertrouwelijke informatie
kan het kabinet op dit moment nog geen uitspraken doen over Nederlandse en Europese
instituties en organisaties die zich bezighouden met, klimaatwetenschap en gebruik
maken van, deze data.
Conform mijn eerdere toezegging is het mijn inzet om in Europees verband samen te
werken om de belangrijkste datasets veilig te stellen. Binnen het kabinet heb ik nauw
contact met de Minister van Onderwijs, Cultuur, en Wetenschap en de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat (verantwoordelijk voor het KNMI) over de vraag of
en zo ja welke actie nodig is om de continuïteit van de beschikbaarheid van meteorologische-
en klimaatdata te waarborgen en om het klimaatonderzoek in Europa en internationaal
optimaal te ondersteunen. Ook hierover blijft het kabinet met Europese en andere collega’s
in gesprek.
Vraag 9
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het debat over de volgende Energieraad op 22 april?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.