Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de Geannoteerde agenda OJCS-Raad 12-13 mei 2025 (Kamerstuk 21501-34-437)
2025D18092 Inbreng Verslag van een schriftelijk overleg
Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brieven van:
• de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 17 april 2025 inzake de Geannoteerde
agenda OJCS-Raad 12-13 mei 2025 (Kamerstuk 21 501-34, nr. 437);
• de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 15 april 2025 inzake
Geannoteerde Agenda OJCS-Raad 12 en 13 mei 2025, Onderdelen Jeugd en Sport (Kamerstuk
21 501-34, nr. 436);
• de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 6 maart 2025 inzake
Verslag van de informele OJCS-Raad 21-22 januari 2025, Warschau (inclusief onderwijs)
(Kamerstuk 21 501-34, nr. 433);
• de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 12 februari 2025 inzake Verslag
van de OJCS-Raad voor de onderdelen onderwijs en cultuur van 25 en 26 november 2024
(Kamerstuk 21 501-34, nr. 431);
• de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 11 april 2025 inzake Fiche: Mededeling Vaardigheidsunie
(Kamerstuk 22 112, nr. 4023);
• de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 3 februari 2025 inzake Reactie
op de tussentijdse en eindevaluaties Erasmus+ (2014–2020/ 2021–2027) en het Europees
Solidariteitskorps (2018–2020/ 2021–2027) (Kamerstuk 22 112, nr. 3994).
De voorzitter van de commissie,
Bromet
Adjunct-griffier van de commissie,
Bosnjakovic
Inhoud
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
• Inbreng van de leden van de VVD-fractie
• Inbreng van de leden van de NSC-fractie
• Inbreng van de leden van de D66-fractie
II Reactie van het kabinet
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de
formele OJCS-Raad van 12 en 13 mei 2025 en hebben daarover nog enkele vragen.
Gemeenschappelijke Europese Graad
De leden van de VVD-fractie zien kansen in het versterken van de Europese Onderwijsruimte
(EEA) en het stimuleren van transnationale samenwerking. Wel willen deze leden benadrukken
dat de invoering van een gemeenschappelijke Europese graad niet mag leiden tot inperking
van de autonomie van nationale onderwijsinstellingen of een eenheidsworst aan curricula.
De keuze voor een label in plaats van een volwaardige graad lijkt een pragmatisch
compromis. De leden lezen dat Nederland zich gaat verzetten tegen een volwaardige
Europese graad, terwijl de Commissie daar wel stappen in zet. Hoe gaat het Nederlandse
kabinet voorkomen dat er toch richting een gemeenschappelijke graad wordt gegaan?
Als er (op z’n vroegst) in 2028 een gemeenschappelijke graad geïntroduceerd wordt,
is Nederland daar dan aan gebonden?
Kwaliteitszorg en erkenning in het hoger onderwijs
De leden van de VVD-fractie lezen over Europese samenwerking op het gebied van kwaliteitszorg
in het hoger onderwijs. Deze leden vragen wat de precieze toegevoegde waarde van Europese
samenwerking op kwaliteitszorg in het hoger onderwijs is en of het kabinet dit kan
duiden. Op welke manier werken Nederlandse universiteiten en hogescholen nu samen
op kwaliteitszorg met partnerinstellingen in Europa?
De leden van de VVD-fractie onderschrijven dat automatische erkenning van diploma’s
waardevol en efficiënt is, mits gekoppeld aan de naleving van kwaliteitsafspraken.
Wel hechten deze leden er zeer aan dat er ruimte is en blijft voor nationale keuzes
ten aanzien van accreditatie. Hoe ziet het kabinet toe op het behoud van deze ruimte
binnen de uitvoering van deze aanbevelingen?
Inbreng van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de
formele OJCS-Raad van 12 en 13 mei 2025, de Nederlandse inzet en de overige aanhangige
stukken en hebben daarover voor nu geen vragen of opmerkingen.
Inbreng van de leden van de D66-fractie
Met interesse hebben de leden van de D66-fractie kennisgenomen van de stukken en zij
hebben geen verdere vervolgvragen.
II Reactie van het kabinet
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
L. Bromet, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
C.H. Bosnjakovic , adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.