Schriftelijke vragen : De beperkte bereikbaarheid van Zeeland bij stremmingen van de Vlaketunnel (A58)
Vragen van het lid Pierik (BBB) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de beperkte bereikbaarheid van Zeeland bij stremmingen van de Vlaketunnel (A58) (ingezonden 16 april 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de recente verkeerschaos in Zeeland als gevolg van de sluiting van
de Vlaketunnel, waarbij het volledige Zeeuwse wegennet, inclusief de calamiteitenroutes,
muurvast stond?1
Vraag 2
Klopt het dat de Vlaketunnel pas ná het hoogtepunt van de ochtendspits gedeeltelijk
werd opengesteld, terwijl de technische storing eerder was vastgesteld? Wat verklaart
deze late openstelling?
Vraag 3
Welke risicoafweging is in de nacht van woensdag op donderdag gemaakt ten aanzien
van het verwachte fietsverkeer, met name schoolgaande jeugd uit onder andere Krabbendijke
en Goes? Is deze groep expliciet meegenomen in de besluitvorming?
Vraag 4
Op welke wijze wordt bij tunnelafsluitingen de veiligheid van fietsers op parallelle
fietsroutes langs de A58 geborgd, gelet op het feit dat de Vlaketunnel op het smalste
punt van Zuid-Beveland ligt, waar aan weerszijden diverse middelbare scholen gevestigd
zijn?
Vraag 5
Heeft de overheid zicht op de maatschappelijke en economische schade die is ontstaan
door deze langdurige afsluiting, zoals verloren werkuren, vertragingen in de logistiek
en materiële schade? Wordt dit inzicht structureel bijgehouden?
Vraag 6
Vanaf welk moment, of onder welke voorwaarden, treedt Rijkswaterstaat proactief op
bij verstoringen met grote maatschappelijke impact? Zijn er vastgestelde escalatiedrempels
of herbeoordelingsmomenten tijdens langdurige tunnelafsluitingen?
Vraag 7
Welke mogelijkheden zijn er om bij een storing of calamiteit – onder toezicht en met
beperkende maatregelen – een tunnel zoals de Vlaketunnel toch deels open te houden?
Vraag 8
Deelt u de mening dat de huidige calamiteitenwegen in Zeeland op dit moment tekortschieten
en niet berekend zijn op het afhandelen van het verkeer bij tunnelafsluitingen? Zo
nee, waarom niet?
Vraag 9
Welke afspraken of overleggen vinden op dit moment plaats met de provincie Zeeland
over het verbeteren van de kwaliteit en de capaciteit van calamiteitenroutes?
Vraag 10
Ziet u mogelijkheden om een regionaal interventieteam te vormen dat bij calamiteiten
snel kan schakelen tussen weg-, water- en spoorvervoer, specifiek voor kwetsbare regio’s
zoals Zeeland?
Vraag 11
Bent u bereid om te verkennen of het toezicht op de Vlaketunnel in de toekomst (gedeeltelijk)
kan worden overgedragen aan een regionale partij zoals Westerscheldetunnel B.V., die
geografisch dichter bij de situatie staat en mogelijk sneller kan reageren?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Stoffer (SGP),
ingezonden 11 april 2025 (vraagnummer 2025Z07222).
Indieners
-
Gericht aan
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
Cor Pierik, Kamerlid