Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Ouders die kind van school houden vanwege geloofsovertuiging worden niet meer vervolgd’
Vragen van het lid Kisteman (VVD) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Ouders die kind van school houden vanwege geloofsovertuiging worden niet meer vervolgd» (ingezonden 9 april 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel in het Algemeen Dagblad van 5 april 2025 getiteld «Ouders
die kind van school houden vanwege geloofsovertuiging worden niet meer vervolgd»1?
Vraag 2
Klopt het dat ouders die zonder toestemming hun kinderen thuishouden uit religieuze
of andere motieven niet langer vervolgd worden door het Openbaar Ministerie? Hoe beoordeelt
u dit nieuws?
Vraag 3
Deelt u de zorgen dat het niet strafrechtelijk vervolgen van het ongegrond thuishouden
van leerplichtige kinderen een precedent schept voor bredere onttrekking aan de leerplicht,
op basis van ideologische of religieuze overtuigingen? Vindt u dit wenselijk?
Vraag 4
Acht u het denkbaar dat meer ouders hun kinderen thuis gaan houden nu er geen consequenties
tegenover staan? Hoe verhoudt zich dit bericht met de eerdere zorgen die verschillende
gemeenten vorig jaar hebben geuit over een forse toename van kinderen die niet naar
school gaan?2
Vraag 5
Heeft het Openbaar Ministerie richting uw departement of uzelf gecommuniceerd over
dit besluit? Zo ja, heeft zij aangegeven op basis van welke overwegingen is besloten
om deze vervolgingen te staken?
Vraag 6
Op welke manier heeft u gereageerd op het voornemen van het Openbaar Ministerie? Bent
u voornemens om het Openbaar Ministerie aan te spreken op hun besluit?
Vraag 7
Hoe verhoudt het besluit van het Openbaar Ministerie zich tot de leerplichtwet? Betekent
dit dat artikelen 26 en 28 dode letters zijn?
Vraag 8
Deelt u de mening van de vereniging van leerplichtambtenaren dat stoppen zonder alternatief
de handvaten om toe te zien op het recht op onderwijs weg doen vallen?
. Bent u bekend met de «kaders» waarover het Openbaar Ministerie richting de vereniging
van leerplichtambtenaren heeft gecommuniceerd? Wat houden deze kaders in?
Vraag 10
Welke mogelijkheden heeft u om toe te zien op de naleving van de leerplicht? Bestaan
er naast strafrechtelijke vervolging nog andere middelen om hand te haven, zoals via
het bestuursrecht?
Vraag 11
In hoeverre kan de Minister van Onderwijs artikel 27 van de leerplichtwet inzetten
om te handhaven op het ongegrond thuishouden van leerplichtige kinderen? Is hij voornemens
om dit vaker te doen, nu het Openbaar Ministerie niet langer overgaat tot strafrechtelijk
vervolgen?
Vraag 12
Zijn er volgens u alternatieven voor strafrechtelijke vervolging denkbaar? Zo ja,
welke? Welke wijzigingen in wetgeving zouden hiervoor nodig zijn?
Vraag 13
Houden gemeenten, als toezichthoudende overheid, cijfers bij over het aantal kinderen
dat jaarlijks vanwege religieuze overtuigingen van school wordt gehouden? Zijn die
cijfers u bekend?
Vraag 14
Hoe wordt gecontroleerd of kinderen die thuis worden gehouden vanwege religieuze overtuigingen
enig onderwijs krijgen?
Vraag 15
Wat is de stand van zaken rond het voorgenomen Wetsvoorstel waarborgen thuisonderwijs?
Ziet u door het besluit van het Openbaar Ministerie dat u meer urgentie moet geven
aan dit wetsvoorstel binnen de wetsprioritering van het ministerie Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap?
Vraag 16
Deelt u de mening dat we te allen tijde het belang van de leerling voorop moeten zetten
en dat een verdere toename van kinderen die niet naar school gaan zeer onwenselijk
is en voorkomen moet worden?
Indieners
-
Gericht aan
M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Indiener
Arend Kisteman, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.