Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Emiel van Dijk en Heutink over het bericht ‘OM vervolgt niemand na aangifte om mishandeling NS-conducteur’
Vragen van de leden Emiel van Dijk en Heutink (beiden PVV) aan de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «OM vervolgt niemand na aangifte om mishandeling NS-conducteur» (ingezonden 13 februari 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Jansen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 7 april
2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 1554.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «OM vervolgt niemand na aangifte om mishandeling NS-conducteur»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 7
Bent u het ermee eens dat het niet aan slachtoffers van geweld uit te leggen valt
dat er na zo’n zwaar incident niet tot vervolging wordt overgegaan?
Kunt u aangeven of, indien het bewijs voor mishandeling niet rond te krijgen is, het
OM niet kan vervolgen voor minder zware delictsomschrijvingen, zoals openbare geweldpleging,
verstoring van de openbare orde etc.?
Antwoord 2 en 7
Het OM (Openbaar Ministerie) kan alleen tot vervolging overgaan als er voldoende bewijs
is dat er een strafbaar feit is gepleegd. Het OM heeft laten weten dat er in deze
zaak onvoldoende bewijs was. De officier van justitie heeft dit in een gesprek met
aangeefster en een vertegenwoordiger van NS toegelicht. Het past mij niet om een oordeel
te vellen over een beslissing van het OM in een specifiek onderzoek.
Vraag 3
Wordt aan geweldplegers in het OV, ongeacht of zij strafrechtelijk vervolgd kunnen
worden of niet, hoe dan ook een reisverbod opgelegd? Zo ja, hoe gaat dit in zijn werk?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Het opleggen van een reisverbod staat los van eventuele strafrechtelijke vervolging.
Bij veel soorten delicten is er sprake van zowel een «reis- en/of verblijfsverbod»
als een aangifte met als gevolg mogelijke strafrechtelijke vervolging. Een vervoerder
kan – naast de situaties met geweld tegen personeel – ook een reis- of verblijfsverbod
opleggen wanneer sprake is van structurele overlast of bij veelvuldig reizen zonder
geldig vervoersbewijs. Voor het opleggen van reis- of verblijfsverboden geldt de eis
dat het verbod in enige vorm wordt beperkt in tijd, omvang of plaats. Hiertoe is een
leidraad opgesteld door het OM in samenspraak met vervoerders en de politie waarin
delicten met bijbehorende strafmaten staan beschreven.2 Vervoerders leggen conform de leidraad verboden op aan gewelds- en/of overlastgevers.
Indien het verbod overtreden wordt kunnen OV-boa’s de persoon in kwestie staande houden
en deze overdragen aan de politie. Het overtreden van reis- of verblijfsverboden kan
vervolgens leiden tot strafrechtelijke vervolging.
Vraag 4 en 5
Hoe denkt u overlast en agressie in het openbaar vervoer te kunnen stoppen nu blijkt
dat daders gewoon hun gang kunnen gaan en niet eens vervolgd worden?
Kunt u aangeven wat er sinds dit incident interdepartementaal gedaan is om het geweld
in het OV terug te dringen?
Antwoord 4 en 5
Medewerkers in het OV zijn essentieel voor het goed functioneren van onze samenleving.
Daarom vallen ze onder de groep van werknemers met een «veilige publieke taak». Als
werknemers in deze beroepsgroepen slachtoffer worden van delicten als mishandeling,
bedreiging, belediging, doxing en openlijke geweldpleging, raakt dat niet alleen het
individu, maar onze samenleving als geheel. Daarom is de afgelopen decennia vanuit
de Rijksoverheid en vanuit werkgevers specifiek beleid ontwikkeld met als doel om
werknemers met een publieke taak veilig te laten werken. Dit brede overheidsbeleid
ziet onder andere op het voorkomen van agressie en geweld tegen medewerkers met een
publieke taak, het versterken van de weerbaarheid van deze beroepsgroepen en de strafrechtelijke
vervolging van de geweldpleger als belangrijk sluitstuk.
Het beleid van het OM voor de strafrechtelijke vervolging van geweld of agressie tegen
werknemers met een publieke taak is vastgelegd in de Aanwijzing kader voor strafvordering
meerderjarigen. In deze aanwijzing staat opgenomen dat het uitgangspunt is dat de
sanctie in de richtlijn van een specifiek delict (zoals mishandeling) met 200% wordt
verhoogd, wanneer het delict is gepleegd tegen een werknemer met een publieke taak.
Daarnaast is een repressieve aanpak van geweld en agressie nodig. Dit is onder andere
vormgegeven door middel van de Eenduidig Landelijke Afspraken (ELA). ELA is een set
afspraken tussen de politie en het OM, om te komen tot een eenduidige, effectieve
en snelle afhandeling van agressie- en geweldszaken tegen werknemers met een publieke
taak.
Het beeld dat daders van overlast, agressie of vernielingen hun gang kunnen gaan in
het OV deel ik daarom niet. In al deze situaties wordt waar mogelijk door de OV-sector
aangifte gedaan en komt het vaak voor dat de schade wordt verhaald op de daders. Daarnaast
leidt aangifte in veel gevallen wel tot een veroordeling. De OV-sector heeft daarnaast
verschillende instrumenten om overlast en agressie tegen te gaan. Het grootste deel
van de overlast in het OV heeft betalingsproblematiek als aanleiding. In dat kader
hebben de incheckpoortjes op de stations een goede preventieve werking. Daarnaast
hebben vervoersbedrijven buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) in dienst met een
geweldsbevoegdheid en handboeien. Deze specialistische medewerkers met een handhavingstaak
dragen veelal bodycams wat enerzijds een preventieve werking kan hebben tegen agressiviteit
en anderzijds een aangifte voorziet van extra bewijsmateriaal. Verdere veiligheidsinstrumenten
zijn onder andere agressietrainingen voor personeel, reis- en verblijfsverboden en
de live monitoring van camera’s. Daarnaast wordt lokaal waar nodig nauw samengewerkt
tussen vervoerders en politie.
Het beeld is dat de OV-sector door zijn inzet veel onveilige of onwenselijke situaties
weet te voorkomen of daar op adequate wijze op weet te reageren. Omdat de veiligheidssituatie
in het openbaar vervoer blijft veranderen, zal de OV-sector moeten blijven variëren
in zijn aanpak. Daarnaast voert het Ministerie van IenW doorlopend gesprekken met
de OV-sector, de veiligheidspartners en het Ministerie van JenV om de ontwikkelingen
te volgen en waar nodig en mogelijk extra veiligheidsinstrumenten te realiseren. Zo
wordt door de ministeries momenteel gewerkt aan de zelfstandige toegang tot de pasfoto’s
uit het rijbewijzenregister voor (OV-)boa’s. Met dit instrument kunnen boa’s eigenstandiger
optreden, waardoor minder vaak een beroep op de politie wordt gedaan. De OV-boa’s
hebben naar verwachting volgend jaar toegang tot dit register.3
Uw Kamer is op 11 februari jl. per brief door mij geïnformeerd over deze andere maatregelen
om het OV veiliger te maken.4
Daarnaast worden door IenW periodieke overleggen georganiseerd binnen het kader van
het Landelijk convenant sociale veiligheid in het OV waarin IenW, JenV, de OV-sector
en de veiligheidspartners met elkaar in gesprek gaan over actualiteiten en maatregelen.
Vraag 6
Welke maatregelen teneinde reizigers en personeel beter te beschermen heeft NS genomen
sinds deze mishandeling in april 2024?
Antwoord 6
NS heeft op 5 maart 2025 het jaarverslag gepubliceerd.5 In dit jaarverslag noemt de vervoerder verschillende maatregelen die in 2024 zijn
genomen. NS laat weten dat de maatregelen om de sociale veiligheid te verbeteren zich
vooral richten op stations en trajecten met relatief veel meldingen en incidenten.
Zo heeft NS in 2024 op die plekken ingezet op onder andere extra medewerkers van veiligheid
en service (boa’s) en veiligheidsacties met beveiliging – soms met honden – op stations
en in treinen. In het jaarverslag laat NS ook weten dat de bodycam pilot van afgelopen
zomer positief is geëvalueerd en momenteel de mogelijkheid om hoofdconducteurs uit
te rusten met bodycams verder wordt onderzocht. NS laat weten daarnaast ook andere
extra maatregelen en acties te hebben genomen. Zo is er op station Utrecht Centraal
en op Rotterdam Centraal als pilot een interventiemedewerker onbegrepen gedrag begonnen.
Ook is er door de vervoerder een pilot gestart met een operationeel en regionaal coördinator
Veiligheid & Service. NS concludeert verder dat de #wijstaanstil-actie effectief was
in het aandacht vragen voor het maatschappelijke probleem van agressie in het openbaar
vervoer. Ik hecht eraan om te benadrukken dat NS naast deze individuele activiteiten
ook zeer betrokken is in de landelijke samenwerking met sector- en veiligheidspartijen.
Binnen deze samenwerking wordt gezamenlijk gewerkt aan het verbeteren van de veiligheid
in het OV. Nadere toelichting daarop is gegeven in de brief van 11 februari jl.6 Voor wat betreft de jaarverantwoording van NS zal deze – zoals gebruikelijk – in
het voorjaar per brief aan uw Kamer worden aangeboden voorzien van een reactie en
duiding.
Vraag 8 en 9
Bent u van plan om extra veiligheidsmaatregelen te nemen teneinde te voorkomen dat
toekomstige mishandelingen in de trein geseponeerd worden vanwege een gebrek aan bewijs?
Zo ja, welke maatregelen? Zo nee, waarom niet?
Bent u het eens met de stelling dat nu, wegens het gebrek bewijsmateriaal, het OM
tandeloos blijkt, de tijd van afwachten en onderzoeken voorbij is en dat NS en de
ministeries per direct met aanvullende maatregelen moeten komen? Zo ja, waarom? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 8 en 9
De OV-sector zet uiteraard bij voorkeur in op preventieve maatregelen. Denk aan fysieke
maatregelen als het plaatsen van poortjes, het plaatsen van camera’s, het optimaliseren
van zichtlijnen, verbeteren van verlichting, extra groenvoorziening en andere belevingsaspecten.
Daarnaast werkt de OV-sector aan het vergroten van de betaalmoraal onder reizigers7, het data-gestuurd inzetten van veiligheidspersoneel daar waar dat nodig is en de
inzet van bodycams. In de brief van 11 februari jl. worden diverse korte en lange
termijn maatregelen genoemd om overlast en geweld in het OV tegen te gaan.
In het antwoord op vraag 4 en 5 is toegelicht hoe er wordt gewerkt aan de toegang
tot het rijbewijzenregister. Door camerabewaking kan bewijsmateriaal bij aangiftes
worden verkregen. ProRail laat weten dat er in Nederland op 105 van de 400 stations
zo’n 6.500 camera’s aanwezig zijn. Sommige winkels en servicebalies hebben daarnaast
ook zelf nog camera’s. Afhankelijk van de situatie wordt er in sommige gevallen voor
gekozen om tijdelijke camera’s te plaatsen. De ontwikkelingen in het openbaar vervoer
worden voortdurend gevolgd en samen met vervoerders en ProRail wordt daarbij ook gekeken
naar het plaatsen van extra’s camera’s. Het liefst hebben we elke centimeter van een
station in beeld, maar daarbij moet ook rekening gehouden worden met de kans op een
incident en de financiële mogelijkheden. In de brief van 11 februari jl. aan de Kamer
is toegelicht dat ProRail een subsidie ontvangt voor extra camera’s en maatwerkmaatregelen
voor de 58 stations die op sociale veiligheid onvoldoende scoren.8 Het is van belang dat een deel van deze slecht scorende stations beter in beeld wordt
gebracht. Deze maatregel moet in de eerste plaats een preventief effect hebben, maar
de beelden kunnen ook gebruikt worden bij strafrechtelijke vervolging.
Vraag 10
Hoe kan het dat er geen camerabeelden zijn van het incident, terwijl er al voldoende
mogelijkheden zijn, zoals het op vrijwillige basis uitrusten van het personeel met
een bodycam?
Antwoord 10
NS heeft in meer dan 80 procent van de treinen camera's. Bij een deel daarvan kan
de vervoerder live meekijken via de meldkamer. NS laat weten dat van het incident
van vorig jaar helaas geen beelden in de trein beschikbaar zijn omdat dit plaatsvond
in één van de oudere treinen waar nog geen camera's aanwezig waren.
Alle nieuwe treinen en treinen die worden gereviseerd worden voorzien van camerabewaking
en zo werkt het bedrijf er dus naartoe om in alle treinen camera's te hebben. Verder
dragen alle NS-boa’s al bodycams. Over de uitrol van bodycams voor ander personeel
zal NS naar verwachting medio 2025 een besluit nemen.
Vraag 11
Draagt iedere werknemer van NS, die dat vrijwillig wil, al een bodycam? Zo nee, waarom
moet dat zo lang duren en wanneer is deze uitrol volledig?
Antwoord 11
Zoals hierboven vermeld dragen alle NS-boa’s al een bodycam. NS heeft het afgelopen
jaar een proef gedraaid. Een half jaar lang droegen 100 hoofdconducteurs en 20 collega’s
van Service Stations een bodycam op hun uniform. De proef is door de vervoerder positief
ervaren. NS werkt nu aan de voorbereidingen om tot een definitief besluit te komen.
De brede uitrol van de bodycams vergt een flinke investering. Het Ministerie van IenW
is daarover in gesprek met NS.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.