Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Uppelschoten en Wilders over islamitische iftars en/of gebedsmomenten op openbare scholen
Vragen van de leden Uppelschoten en Wilders (beiden PVV) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over islamitische iftars en/of gebedsmomenten op openbare scholen (ingezonden 14 maart 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Paul (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 4 april
2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de iftarviering met islamitisch gebed op 18 maart 2025 op het Einstein
Lyceum?1
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 2
Acht u deze viering en dit gebed verenigbaar met de neutraliteit van het openbaar
onderwijs en de scheiding van kerk en staat?
Antwoord 2
Wettelijk is vastgelegd dat openbaar onderwijs wordt gegeven met eerbiediging van
ieders godsdienst of levensovertuiging. Ten aanzien van de neutraliteit van het openbaar
onderwijs betekent dit twee dingen: dat er geen enkele religie of levensbeschouwing
aan de basis van het openbaar onderwijs ligt (passieve neutraliteit) én dat in het
openbaar onderwijs aandacht is voor de pluriformiteit van de in de samenleving levende
overtuigingen (actieve neutraliteit).
Het staat openbare scholen vrij om op school aandacht te besteden aan religieuze activiteiten,
dit past bij de actieve neutraliteit van het openbaar onderwijs en bij de kerndoelen
op basis waarvan alle scholen in het primair en voortgezet onderwijs verplicht zijn
om aandacht te besteden aan geestelijke stromingen binnen onze samenleving. Het is
daarbij wel van groot belang dat het onderwijs niet doorslaat in de richting van één
bepaalde religie en dat aan leerlingen geen religieuze handelingen worden opgelegd.
Gebeurt dat toch, dan handelt de school in strijd met de wettelijke eisen ten aanzien
van passieve neutraliteit. Als de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie),
die toezicht houdt op de naleving van onderwijswetgeving, dit constateert, zal zij
de school hier op aanspreken.
Vraag 3 en 4
Hoeveel openbare scholen organiseren dit jaar iftars, al dan niet met gebedsdiensten
en bent u bereid dit in kaart te brengen?2
Faciliteren openbare scholen ook religieuze bijeenkomsten van andere geloofsgemeenschappen,
zoals een joodse Chanoekaviering of hindoestaanse Diwali?
Antwoord 3 en 4
Bij mij is niet bekend wanneer en hoe vaak openbare scholen iftars of andere religieuze
bijeenkomsten zoals Chanoekavieringen, Diwali of kerstvieringen organiseren. Openbare
scholen mogen dit soort religieuze bijeenkomsten organiseren, mits daarmee niet getornd
wordt aan hun passieve neutraliteit. Ik zie daarom geen aanleiding om het aantal iftars
of andere religieuze bijeenkomsten dat wordt georganiseerd in beeld te brengen.
Vraag 5
Kunt u aantonen dat hier sprake is van evenwicht of geldt deze «inclusie» vooral voor
islamitische vieringen?
Antwoord 5
Bij mij zijn geen signalen bekend van een disbalans in aandacht voor verschillende
religies. Is die disbalans er wel, dan handelt de school in strijd met de wettelijke
eisen ten aanzien van passieve neutraliteit. Als de inspectie dit constateert, zal
zij de school hier op aanspreken.
Vraag 6
Ziet u een risico dat het herhaaldelijk faciliteren van islamitische bijeenkomsten
bijdraagt aan islamisering van het onderwijs en religieuze druk op leerlingen?
Antwoord 6
Ik heb op dit moment geen reden om aan te nemen dat er sprake is van islamisering
van het onderwijs of religieuze druk op leerlingen op openbare scholen. Is dit wel
het geval, dan handelt de school in strijd met de wettelijke eisen ten aanzien van
passieve neutraliteit. Als de inspectie dit constateert, zal zij de school hierop
aanspreken.
Vraag 7
Welke concrete maatregelen neemt u om te garanderen dat openbare scholen neutraal
blijven en zich houden aan de scheiding van kerk en staat en wat is de rol van de
onderwijsinspectie hierin?
Antwoord 7
De inspectie ziet erop toe dat, conform hetgeen vastgelegd is in de wet, onderwijs
op openbare scholen zo wordt gegeven dat ieders godsdienst of levensovertuiging wordt
geëerbiedigd. Als de inspectie constateert dat dit niet het geval is, zal zij de school
hierop aanspreken en indien nodig een herstelopdracht opleggen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.