Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Krul en Inge van Dijk over het artikel 'Scherpe kritiek op onderzoek Jeugdbescherming naar eigen rol bij gedupeerden toeslagenaffaire'
Vragen van de leden Krul en Inge van Dijk (beiden CDA) aan de Staatssecretarissen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Rechtsbescherming over het artikel «Scherpe kritiek op onderzoek Jeugdbescherming naar eigen rol bij gedupeerden toeslagenaffaire» (ingezonden 11 februari 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Struycken (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 2 april 2025).
Vraag 1
Wat vindt u van dit artikel en de kritiek op het eigen onderzoek van de Raad voor
de Kinderbescherming? Deelt u die kritiek of deelt u die niet?1
Antwoord 1
De kinderopvangtoeslagenaffaire heeft diepe sporen nagelaten in de samenleving. Een
deel van deze gedupeerde gezinnen kreeg ook te maken met een kinderbeschermingsmaatregel.
De berichtgeving over de uithuisplaatsingen van kinderen van gedupeerde ouders zorgde
voor veel aandacht voor het handelen van de jeugdbeschermingsketen. De gecertificeerde
instellingen, de Raad voor de Kinderbescherming en de Rechtspraak hebben het initiatief
genomen om eigen reflectietrajecten te starten. De Raad voor de Kinderbescherming
heeft onderzocht in hoeverre er tijdens een raadsonderzoek aandacht is voor financiële
problematiek in het algemeen en de stress die hierdoor veroorzaakt wordt in relatie
tot de veiligheid en ontwikkeling van de kinderen in het gezin.
Ik vind het goed dat deze organisaties de verantwoordelijkheid nemen om te reflecteren
op hun eigen optreden rond deze gezinnen. Ik begrijp de kritiek dat het onderzoek
zich hoofdzakelijk baseert op dossieranalyse en gesprekken met professionals, waardoor
het perspectief van ouders en kinderen in dit onderzoek ontbreekt. Het direct betrekken
van ouders en kinderen had een breder en completer beeld kunnen opleveren van de omstandigheden
rondom de uithuisplaatsingen. Ik kan echter ook de afweging om ouders en kinderen
niet bij dit specifieke onderzoek te betrekken wel begrijpen. Er is ander onderzoek
in dit kader uitgevoerd waar ouders en kinderen wél uitvoerig betrokken zijn, zoals
het onderzoek uit 2023 van de Inspectie Justitie en Veiligheid naar waarom gedupeerde
gezinnen in aanraking kwamen met jeugdbescherming2 en het onderzoek van de commissie Hamer3. Gezamenlijk geven de onderzoeken en reflectierapporten een breed beeld, met inbegrip
van het perspectief van ouders en kinderen zelf.
Vraag 2
Kunt u de Kamer de onderzoeksopdrachten van de Raad voor de Kinderbescherming en de
Jeugdbescherming toesturen gezien de kritiek dat alleen is onderzocht of de impact
van de financiële nood van de toeslagenouders wel voldoende is gezien? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 2
Nee, de gecertificeerde instellingen en de Raad voor de Kinderbescherming hebben de
reflectietrajecten op eigen initiatief gestart, er zijn geen onderzoeksopdrachten.
Uw Kamer is over de reflectietrajecten geïnformeerd onder meer via de voortgangsbrief
UHP KOT in mei 2023.4 De opzet van de onderzoeken is opgenomen in de reflectierapporten zelf.5
Vraag 3
Waarom is er alleen naar de eigen verslaglegging gekeken, en niet met de betrokken
ouders en kinderen gesproken? Vindt u dit geen gemiste kans?
Antwoord 3
Het reflectieonderzoek is gebaseerd op dossieranalyse en gesprekken met professionals
van de Raad voor de Kinderbescherming. Er zijn in dit reflectieonderzoek geen gesprekken
gevoerd met ouders en kinderen. In het rapport is bij de bespreking van de beperkingen
van het onderzoek toegelicht dat dit een bewuste keuze is.6 In het kader van andere onderzoeken over de kinderopvangtoeslagaffaire in relatie
tot uithuisplaatsingen – van de Inspectie Justitie en Veiligheid en van de commissie
Hamer – zijn wel gesprekken met ouders en kinderen gevoerd. De Raad voor de Kinderbescherming
heeft een faciliterende rol gehad bij het benaderen van ouders voor deze gesprekken.
Het reflectierapport legt – aanvullend op deze onderzoeken – de focus op het intern
reflecteren. De onderzoeksvragen konden zonder opnieuw een beroep te doen op ouders
en kinderen beantwoord worden.
Vraag 4
Geeft dit onderzoek naar u mening een volledig beeld van wat er allemaal bij deze
uithuisplaatsingen speelde? Zo ja waarom wel? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Het onderzoek geeft geen volledig beeld van wat er allemaal bij de uithuisplaatsingen
van kinderen van door de Kinderopvangtoeslagenaffaire gedupeerde ouders speelde. Dat
was ook niet de insteek of het doel van het reflectieonderzoek. De Raad voor de Kinderbescherming
wilde meer inzicht verkrijgen in welke omstandigheden en beslissingen samenhingen
met het verzoek tot uithuisplaatsing en onderzoeken in hoeverre er tijdens een raadsonderzoek
aandacht is voor financiële problematiek in het algemeen en de stress die hierdoor
veroorzaakt wordt in relatie tot de veiligheid en ontwikkeling van de kinderen in
het gezin.7 Op basis hiervan zijn, steeds voor zover daartoe aanleiding is gezien, aanbevelingen
gedaan voor aanvullend uitvoeringsbeleid, verdere professionalisering en verbetering
van de kwaliteit van de onderzoeken.
Vraag 5
Deelt u de mening van een advocaat die stelt dat wetenschappelijk onderzoek nodig
is? Zo ja, bent u bereid dit in gang te zetten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Het is belangrijk dat onderzoek op basis van wetenschappelijke standaarden wordt gedaan
naar de relatie tussen de toeslagenaffaire en de uithuisplaatsingen van jongeren en
kinderen. De Inspectie Justitie en Veiligheid heeft reeds onderzoek gedaan naar de
vraag hoe het falen van de overheid in de kinderopvangtoeslagaffaire doorwerkte in
de jeugdbescherming.8 Bij deze inzichten komen nu de inzichten uit de reflectierapporten van de gecertificeerde
instellingen, de Raad voor de Kinderbescherming en de Rechtspraak.9 Bovendien is op 27 maart het rapport van de Commissie toeslagen en uithuisplaatsingen
verschenen. Met de gecombineerde inzichten van deze onderzoeken verwacht ik een goed
beeld te krijgen van de relatie tussen de toeslagenaffaire en de uithuisplaatsingen
van jongeren en kinderen. Vervolgens wil ik beoordelen of er nog meer aanvullend (wetenschappelijk)
onderzoek nodig is. In de beleidsreactie op het rapport van de commissie Hamer kom
ik daarop terug, ik verwacht die beleidsreactie in juni 2025 met uw Kamer te kunnen
delen.
De Tijdelijke wet uitwisseling persoonsgegevens UHP KOT biedt de mogelijkheid voor
wetenschappelijk onderzoek naar de samenhang tussen de kinderopvangtoeslagaffaire
en de uithuisplaatsingen van kinderen. In artikel 2, lid 2 van deze wet is een grondslag
opgenomen voor het verrichten van wetenschappelijk onderzoek naar de samenhang van
de problemen bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslag en de uithuisplaatsing van
UHP KOT-kinderen.
Vraag 6
In hoeverre neemt de Raad voor de Kinderbescherming het probleem van geldzorgen en
stress door geldzorgen binnen gezinnen nu mee in hun afwegingskader bij eventuele
uithuisplaatsingen?
Antwoord 6
Het onderzoeksrapport doet aanbevelingen voor een betere inbedding van dit onderwerp
in de onderzoeksmethode, deskundigheidsbevordering van raadsmedewerkers en informatie-uitwisseling
met ketenpartners. De Raad voor de Kinderbescherming gaat direct aan de slag met de
aanbevelingen. Voor de zomer van 2025 wordt de aanpak van raadsonderzoeken aangepast,
zodat bij iedere start van een beschermingsonderzoek aandacht is voor de signalen
van armoede of financiële stress in het gezin. Ook gaat de Raad voor de Kinderbescherming
door met deskundigheidsbevordering van medewerkers, onder meer door het organiseren
van webinars. De Raad voor de Kinderbescherming maakt momenteel een plan van aanpak
voor verdere implementatie van de aanbevelingen. Op dit moment is nog niet te zeggen
wanneer dit proces zal zijn afgerond.
Vraag 7
Wordt de verklarende analyse inmiddels standaard ingezet, zodat ouders ook hun kant
van het verhaal uiteen kunnen zetten?
Antwoord 7
Het is erg belangrijk dat er standaard goed wordt geluisterd naar ouders, jongeren
en kinderen. Het gebruik van de verklarende analyse kan daarbij behulpzaam zijn. Binnen
de jeugdzorg is een verklarende analyse een methode om de onderliggende oorzaken van
problemen bij een kind of gezin te analyseren en in kaart te brengen. Dit instrument
wordt steeds vaker toegepast in de jeugdzorg om onderliggende oorzaken van problemen
en de onderlinge samenhang daarin beter te begrijpen. De Richtlijn uithuisplaatsing
en terugplaatsing – die professionals ondersteunt bij beslissingen over uithuisplaatsing
en terugplaatsing – verwijst ook naar de beschikbare methodieken om een verklarende
analyse op te stellen.10
Vraag 8
Deelt u de opmerking van de jeugdzorgdeskundige dat antwoord op de vraag of uithuisplaatsingen
voorkomen hadden kunnen worden als beter was gekeken naar wat er speelde in de gezinnen,
nu ontbreekt?
Antwoord 8
Dat klopt, want dat was niet het doel van dit reflectieonderzoek. Dit onderzoek van
de Raad voor de Kinderbescherming richtte zich op zijn handelen bij de uithuisplaatsingen
van jongeren en kinderen van de door de toeslagenaffaire gedupeerde ouders. Ik heb
bij het antwoord op vraag 5 aangegeven dat ik met de gecombineerde inzichten van de
onderzoeken verwacht een goed beeld te krijgen van de relatie tussen de toeslagenaffaire
en de uithuisplaatsingen van jongeren en kinderen. Vervolgens wil ik beoordelen of
er nog meer aanvullend (wetenschappelijk) onderzoek nodig is.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.