Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden De Korte en Koops over bijdrage aan Anti Corruptie Rechtbank Oekraïne
Vragen van de leden De Korte en Koops (beiden Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over het bericht «Kabinet wil niks betalen, Nederland onwaardig» (ingezonden 26 februari 2025).
Antwoord van Minister Klever (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp), mede namens
de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 1 april 2025).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel in het Algemeen Dagblad van woensdag 12 februari
2025 met de kop «Kabinet wil niks betalen, Nederland onwaardig», dat beschrijft dat Nederland heeft geweigerd een essentiële commissie die rechters
selecteert voor de Hoge Anti Corruptie Rechtbank van Oekraïne te ondersteunen nadat
USAID haar fondsen terugtrok?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kan uit de volgende uitspraak van u in het artikel – «We hebben een flinke bezuinigingsopgave, Nederlandse belangen moeten voorop staan
bij ontwikkelingshulp» – worden begrepen dat u van mening bent dat de noodfinanciering van een project,
waarbij het de bedoeling is om niet corrupte rechters te selecteren voor de Hoge Anti
Corruptie Rechtbank van Oekraïne, niet in het belang van Nederland is?
Antwoord 2
Nederland inventariseert momenteel in samenwerking met Oekraïne en andere donoren
de gevolgen die de bevriezing van VS-hulp heeft, op korte en op langere termijn. Het
is duidelijk dat dit besluit grote gevolgen heeft voor Oekraïne, op vrijwel alle prioritaire
niet-militaire thema’s. Er komen veel verzoeken binnen om het wegvallen van Amerikaanse
financiering op te vangen. Nederland bekijkt samen met andere donoren ter plaatse
wat mogelijk is om urgente knelpunten te adresseren. Het is evenwel duidelijk dat
Nederland en andere donoren niet alle financiële of personele gaten kunnen vullen
die het bevriezen dan wel stopzetten van USAID veroorzaakt.
Het kabinet zet zich in Oekraïne actief in voor versterking van de rechtsstaat en
corruptiebestrijding en hecht dan ook grote waarde aan de werkzaamheden van de Public
Council of International Experts (PCIE). Deze commissie is niet eerder gefinancierd
door Nederland. Vanwege het wegvallen van USAID-middelen voor deze commissie en het
beroep dat is gedaan op Nederland voor financiering heeft de Nederlandse ambassade
direct contact opgenomen met onder meer de EU-vertegenwoordiging in Kyiv. Uiteindelijk
bleken het VK en Denemarken – landen die partners zijn van het desbetreffende project
– in staat om op korte termijn aan het financieringsverzoek te voldoen, waarmee het
belangrijke werk van de PCIE door kon gaan.
Vraag 3
Kunt u uitleggen hoe u dit antwoord beziet, gezien de wettelijke verplichting van
Nederland, zoals opgenomen in artikel 90 van de Grondwet?
Antwoord 3
Conform artikel 90 van de Grondwet bevordert het kabinet de ontwikkeling van de internationale
rechtsorde. De «internationale rechtsorde» dient te worden verstaan in de ruime zin
van «een internationaal bestel gebaseerd op universeel geldende rechtsnormen».1 Nederland geeft op verschillende manieren inhoud aan deze grondwettelijke taak, die
raakt aan vele departementen en beleidsterreinen. Dit is onder andere uiteengezet
in de Beleidsnota Mensenrechten, Democratie en Internationale Rechtsorde, en het Beleidskader
Mondiaal Multilateralisme.2 Inzet van Nederland op het thema anti-corruptie is hier onderdeel van.
Vraag 4
Kunt u uitleggen hoe u dit antwoord beziet in het licht van de verdragsrechtelijke
verplichtingen van Nederland, zoals die zijn weergegeven in de preambule van het Verdrag
inzake de strafrechtelijke bestrijding van corruptie, waarin het in het belang van
de verdragstaten wordt geacht dat ook bij niet-lidstaten anti-corruptie maatregelen
worden genomen en dat verdrag haar leden juist oproept om maatregelen in niet-verdragslanden
te ondersteunen?
Antwoord 4
Het Verdrag inzake de strafrechtelijke bestrijding van corruptie van de Raad van Europa
heeft als doel het bevorderen en versterken van maatregelen teneinde corruptie op
zowel nationaal als internationaal niveau te voorkomen en te bestrijden. Onderdeel
hiervan is internationale samenwerking bij het opsporen en vervolgen van corruptiedelicten.
Nederland geeft invulling aan zijn verdragsverplichtingen door onder andere internationale
rechtshulp te verlenen, uitleveringsverdragen af te sluiten en informatie te delen.
Net als Nederland is Oekraïne partij bij dit verdrag.
Vraag 5
Kunt u toelichten op welke manier u corruptiebestrijding en het benoemen van rechters
voor de Oekraïense Hoge Anti Corruptie Rechtbank in het belang acht voor de wederopbouw
van Oekraïne en waarom u daarin geen rol ziet voor Nederland?
Antwoord 5
Het kabinet acht het belangrijk dat de bestrijding van corruptie een centraal element
is van de internationale en Nederlandse ondersteuning van Oekraïne. Daarmee helpen
we het land om wederopbouw op een zo effectief mogelijke wijze te kunnen vormgeven.
Zo steunt Nederland uit het Matra-programma, dat uit de BZ begroting wordt gefinancierd,
bijvoorbeeld een project in de regio Zakarpattia waarmee een anti-corruptie bureau
wordt opgezet. Zie overigens het antwoord op vraag 7.
Voor een respons op de casus omtrent het Oekraïense Hoge Anti Corruptie Rechtbank,
zie vraag 2.
Vraag 6
Vindt u de Nederlandse steun in het kader van het Matra programma met een decentraal
programma via de ambassade en met «rule of law» trainingsprogramma's, zoals omschreven in de brief van Minister Veldkamp waarin aangegeven
wrodt dat deze steun in het belang van de veiligheid en vrijheid van Nederland is3, effectief als de betrokkenheid van buitenlandse anti corruptie experts bij de selectie
en de evaluatie van Oekraïense rechters eindigt? Wat voor zin heeft het om rechters
in Oekraïne te onderwijzen via «rule of law» trainingsprogramma's als programma's die werkelijk de bedoeling hebben om corruptie
uit de Oekraïense rechterlijk macht te bannen niet door Nederland worden gesteund?
Antwoord 6
Het project van de PCIE waarbij geassisteerd wordt bij de selectie van rechters van
het Hoge Anticorruptiehof van Oekraïne vindt doorgang – er is geen sprake van vroegtijdige
beëindiging.
Momenteel inventariseert Nederland in samenwerking met andere landen welke gevolgen
de bevriezing van Amerikaanse hulp exact heeft, op de korte en langere termijn. Dit
raakt aan vele voor Nederland prioritaire thema’s en projecten in Oekraïne, waaronder
op rule of law. Zodra er duidelijker zicht is op de impact onderzoekt het kabinet binnen de beleidskaders
zijn handelingsperspectief.
Vraag 7
Bent u van mening dat de bestrijding van buitenlandse corruptie blijvend moet worden
gesteund en dat de opschorting daarvan, zoals die kennelijk door de VS wordt voorgestaan4, niet in het belang van Nederland is?
Antwoord 7
Ja. Corruptie heeft een sterk ondermijnend effect; het tast niet alleen het vertrouwen
in de overheid aan, maar heeft ook een negatief effect op de kwaliteit van publieke
dienstverlening, economische ontwikkeling, het gelijk speelveld en ondernemersklimaat.
Het kabinet hecht dan ook waarde aan een brede en integrale benadering bij het voorkomen
en bestrijden van corruptie. De voortdurende steun voor internationale samenwerking
inzake de bestrijding van buitenlandse corruptie is daarbij cruciaal.
Nederland neemt zijn verantwoordelijkheid binnen internationale anti-corruptie gremia
door te werken aan de implementatie van de verplichtingen die voortvloeien uit onder
andere het OESO Anti-omkopingsverdrag en het VN anti-corruptieverdrag. Ook is Nederland
actief betrokken bij de aan deze verdragen gerelateerde werkgroepen, evenals de Anti-corruptiewerkgroep
van de G20 (ACWG) en de Groep van Staten tegen Corruptie (GRECO). Om de Nederlandse
steun voor de internationale strijd tegen corruptie te benadrukken, heeft Nederland
sinds 2024 een Speciaal Gezant anti-corruptie.
Voor Nederland is versterking van de rechtsstaat voorts een centraal onderdeel van
het EU-toetredingsproces van kandidaat-lidstaten. Hervormingen op het gebied van goed
bestuur, transparantie – en daarmee tevens corruptiebestrijding – en de rechtsstaat
zijn belangrijk en waar mogelijk ondersteunt Nederland daarbij, ook in Oekraïne, in
lijn met de Motie Paternotte/Veldkamp.5
Vraag 8
Bent u van mening dat als een incident zich voordoet, zoals het plotseling terugtrekken
van steun door de Verenigde Staten en daarbij steunprogramma's die ook voor Nederland
essentieel zijn in gevaar komen, hulp moet worden geweigerd omdat er geen budget beschikbaar
is, zodat Nederland niet bijdraagt aan oplossingen en er daarbij kennelijk van uitgaat
dat partnerlanden zoals Denemarken en het Verenigd Koninkrijk de problemen wel zullen
oplossen?
Antwoord 8
Zie antwoord op vraag 2.
Vraag 9
Wilt u uw standpunt met betrekking tot steun aan de rechterlijke hervorming in Oekraïne
heroverwegen en samen met haar partners ervoor zorgdragen dat in ieder geval de commissie
van internationale deskundigen die betrokken is bij de selectie van rechters van de
Hoge Anti Corruptie Rechtbank blijvend zal worden gesteund?
Antwoord 9
Momenteel inventariseert Nederland in samenwerking met andere landen welke gevolgen
de bevriezing dan wel stopzetting van Amerikaans hulp precies heeft, op de korte en
langere termijn. Het is duidelijk dat dit raakt aan veel voor Nederland prioritaire
thema’s en dat de financiële gevolgen groot zijn. Zodra er duidelijker zicht is op
de impact onderzoekt het kabinet binnen de beleidskaders zijn handelingsperspectief.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp -
Mede namens
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.