Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over voorhang ontwerpregeling houdende de vaststelling van de subsidieregeling voor isolatie en ventilatie provincie Groningen en de gemeenten Aa en Hunze, Noordenveld en Tynaarlo (Kamerstuk 33529-1278)
2025D13511 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening hebben de
onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister
van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de brief inzake Voorhang ontwerpregeling
houdende de vaststelling van de subsidieregeling voor isolatie en ventilatie provincie
Groningen en de gemeenten Aa en Hunze, Noordenveld en Tynaarlo (Kamerstuk 33 529, nr. 1278).
De voorzitter van de commissie,
Postma
De griffier van de commissie,
De Vos
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
II
Antwoord/reactie van de Minister
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de voorhang ontwerpregeling
houdende de vaststelling van de subsidieregeling voor isolatie en ventilatie provincie
Groningen en de gemeenten Aa en Hunze, Noordenveld en Tynaarlo. Deze leden hebben
wel een aantal vragen voor de Minister.
Op bladzijde 17 van de regeling valt te lezen dat de Minister binnen vijf jaar na
de inwerkingtreding van deze regeling een verslag stuurt aan de Staten-Generaal over
de doeltreffendheid en de doelmatigheid. De leden van de PVV-fractie willen de Minister
vragen, gezien het belang van deze regeling, waarom niet is gekozen voor een evaluatie
na bijvoorbeeld drie jaar.
Op bladzijde 23 van de regeling staat dat bewoners, woningeigenaars en eigenaar-bewoners
1.000 euro krijgen voor de kosten van de afwerking. Deze leden zouden van de Minister
willen weten in hoeverre dat bedrag de kosten dekt en of er ruimte is om dit bedrag
te verhogen.
Op bladzijde 24 van de regeling staat opgetekend dat om het gebruik van biobased materialen
te stimuleren hogere bedragen in de maatregelencatalogus staan voor maatregelen met
biobased materiaal. De leden van de PVV-fractie willen graag van de Minister weten
hoe hoog de verschillen zijn met «gewone» materialen en wat de kosten-baten afweging
is geweest om het gebruik van biobased materialen te stimuleren met hogere bedragen.
Op bladzijde 33 van de regeling staat dat doordat de bedragen meerdere keren per jaar
worden geïndexeerd, het niet wenselijk is om de bedragen in de regeling op te nemen.
Deze leden willen van de Minister weten wat «meerdere keren per jaar» is en wat de
achterliggende argumentatie is voor het gekozen aantal indexaties.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister
inzake voorhang ontwerpregeling houdende de vaststelling van de subsidieregeling voor
isolatie en ventilatie provincie Groningen en de gemeenten Aa en Hunze, Noordenveld
en Tynaarlo. Deze leden hebben hier een aantal vragen en kritische kanttekeningen
bij.
De leden van GroenLinks-PvdA-fractie omarmen het rapport «Commissie Verschillen: Veilig,
schadevrij en verduurzaamd» waarbij de uitkomst centraal dient te staan: een veilige,
schadevrije en duurzame woning tot minimaal het niveau aardgasvrij-gereed. In de brief
geeft de Minister aan voort te werken op stevige fundamenten zoals het rapport van
de Commissie-Van Geel. Desondanks vrezen deze leden dat de huidige invulling van maatregel
29 ook zal bijdragen aan onuitlegbare verschillen. Kan de Minister bevestigen dat
dit een onacceptabele uitkomst zou zijn en beargumenteerd garanderen waarom dit niet
het geval gaat zijn?
Daarbovenop heeft de onverwachtse aankondiging van afgelopen januari dat triple glas
en kozijnen zijn uitgesloten van de subsidieregeling tot veel verbaasde reacties en
ontsteltenis geleid. Bewoners dachten immers logischerwijs dat dit onderdeel zou zijn
van de subsidieregeling. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vrezen dat dit wederom
het broze vertrouwen van Groningers schaadt. Hoe kijkt de Minister tegen deze gang
van zaken aan en wat dit met het vertrouwen van Groningers doet? Ondanks dat het fijn
is dat er met terugwerkende kracht met coulance wordt gehandeld richting bewoners
die al hadden geïnvesteerd in triple glas en kozijnen, neemt dit niet weg dat veel
bewoners zich in eerste instantie zeer terecht benadeeld voelden door de overheid.
De coulanceregeling brengt daarnaast met zich mee dat er onuitlegbare verschillen
ontstaan tussen bewoners die voor de definitieve subsidieregeling hebben verduurzaamd
en bewoners die dat erna doen. Hoe kijkt de Minister hier tegenaan? Waarom is er niet
voor gekozen om triple glas en kozijnen voor alle bewoners uit het aardbevingsgebied
te vergoeden? Is dit een financiële afweging geweest? In hoeverre stond op voorhand
het budget vast en was er ruimte voor aanvullend budget als dit nodig bleek te zijn
om onuitlegbare verschillen tegen te gaan? Klopt het dat «koste wat het kost» niet
opgaat bij deze maatregel om gelijke uitkomsten te bewerkstelligen voor inwoners in
plaats van onuitlegbare verschillen? In hoeverre is dit in lijn met het rapport-Van
Geel?
Daarnaast hebben de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie nog enkele vragen over het
gekozen kerngebied. Ook dit leidt bij de genoemde leden tot zorgen over onuitlegbare
verschillen tussen bewoners uit het kerngebied en bewoners die net buiten het kerngebied
vallen. Waarom is er niet voor gekozen om de hele provincie Groningen en de gemeentes
Aa en Hunze, Noordenveld en Tynaarlo de vergoeding van maximaal 40.000 euro te geven?
Deelt de Minister de zorgen van de genoemde leden dat de keuze voor het afgebaakte
gebied kan bijdragen aan het vergroten van onuitlegbare verschillen? Waarom is bijvoorbeeld
Onderdendam uitgesloten? Denkt de Minister dat het nu het ene dorp wel aanspraak kan
doen op de volle subsidie, maar het dorp ernaast niet dit zal leiden tot nieuwe spanningen
in gemeenschappen? Is het inzichtelijk in hoeverre de huidige maatregel 29 tot grotere
verschillen leidt?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen zich af in hoeverre het budget van
maatregel 29 van Nij Begun, de 1,65 miljard euro, van te voren vaststond. Is dit budget wel toereikend om aan
de adviezen van de commissie-Van Geel te voldoen? In hoeverre is dit budget koste
wat het kost, of is eerst budget vastgesteld en toen de maatregel vormgegeven?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de voorhang ontwerpregeling houdende
de vaststelling van de subsidieregeling voor isolatie en ventilatie provincie Groningen
en de gemeenten Aa en Hunze, Noordenveld en Tynaarlo en willen de Minister enkele
vragen voorleggen.
Deze leden lezen dat de subsidieregeling voor isolatie en ventilatie in Groningen
en Noord-Drenthe gefaseerd wordt opengesteld op basis van postcode. Kan de Minister
aangeven welke criteria, anders dan de uitvoeringscapaciteit bij het Samenwerkingsverband
Noord-Nederland (SNN), ten grondslag liggen aan deze specifieke fasering per postcode?
Hoe wordt gewaarborgd dat de urgentie van verduurzaming of de mate van aardbevingsschade
binnen een postcodegebied hierbij voldoende wordt meegewogen?
De leden van de BBB-fractie lezen dat hoewel de Minister streeft naar vermindering
van regeldruk, aanvragers in sommige gevallen eerst een aanvraag moeten indienen bij
andere regelingen (zoals ISDE, SVOH of SVVE) voordat zij voor de Groningse regeling
in aanmerking komen. Kan de Minister aangeven wat de concrete, meetbare doelstelling
is voor de reductie van de administratieve lasten voor burgers in het aardbevingsgebied
als gevolg van deze cumulatie van aanvraagprocedures? Kan de Minister aangeven welke
mechanismen zijn ingericht om te voorkomen dat deze voorwaarden leiden tot onnodige
vertraging of dat burgers afzien van het aanvragen van subsidie?
Deze leden lezen dat er wordt gesproken over de ontzorging van bewoners door gemeenten
bij de uitvoering van de isolatie- en ventilatieregeling. Kan de Minister aangeven
welke concrete, uniforme standaarden er worden gehanteerd om te voorkomen dat er grote
verschillen ontstaan tussen gemeenten in de mate van ondersteuning van bewoners? Hoe
wordt de kwaliteit van deze gemeentelijke ontzorging gemonitord en geëvalueerd vanuit
het ministerie?
De leden van de BBB-fractie lezen dat de uitvoering van de subsidieregeling is belegd
bij SNN. Kan de Minister aangeven hoe zij structureel wordt geïnformeerd over de ervaringen
van aanvragers met de dienstverlening van SNN, inclusief eventuele knelpunten of verbeterpunten
in de communicatie en het aanvraagproces, en welke concrete mechanismen zijn ingericht
om deze feedback te benutten voor continue verbetering van de regeling en de uitvoering
ervan?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de voorhang van de subsidieregeling
voor isolatie en ventilatie van gebouwen, woonboten en woonwagens in de provincie
Groningen en de gemeenten Aa en Hunze, Noordenveld en Tynaarlo. Deze leden onderschrijven
het belang van deze regeling als uitwerking van maatregel 29 uit Nij Begun, waarin het verduurzamen van woningen in aardbevingsgebied centraal staat. Het gaat
hier om meer dan klimaatbeleid: het is een noodzakelijke stap richting erkenning en
herstel voor een regio die jarenlang de gevolgen van de gaswinning heeft moeten dragen.
De leden van de SP-fractie maken zich zorgen over de financiering en uitvoerbaarheid
van deze regeling, zeker in relatie tot het bredere advies van de Commissie-Van Geel.
De regering heeft zelf aangegeven dat er nog 2,4 miljard euro nodig is om dat advies
volledig uit te voeren. Dat bedrag is nog niet gereserveerd. Deze leden vragen daarom
waarop deze raming precies gebaseerd is en of de Minister bereid is een overzicht
te geven van de geschatte kosten per maatregel of actiepunt uit het rapport van Van Geel.
Ook vragen zij welke maatregelen inmiddels in gang zijn gezet, welke niet, en op welke
termijn uitvoering wordt voorzien. Zij constateren dat het kabinet in de praktijk
vooral keuzes lijkt te maken op basis van beschikbare middelen in plaats van op basis
van inhoudelijke urgentie of rechtvaardigheid. Zij vragen hoe dit zich verhoudt tot
de toezegging dat de uitvoering van het advies zou plaatsvinden «koste wat kost».
Deze leden ontvangen graag meer duidelijkheid over de doelgroep van de regeling. Hoeveel
huishoudens vallen onder de reikwijdte van deze subsidieregeling en hoe zijn deze
aantallen verdeeld over de verschillende gemeenten? Ook horen zij graag hoeveel subsidie
er gemiddeld beschikbaar is per woning en hoe dat bedrag zich verhoudt tot de daadwerkelijke
kosten van isolatie en ventilatie. Het beschikbare budget is 125 miljoen euro. De
leden van de SP-fractie vragen hoeveel aanvragen de Minister in 2025 verwacht en of
dit plafond toereikend is. Indien dat niet het geval is, hoe groot wordt de wachtlijst
en hoe wordt gewaarborgd dat mensen die buiten de boot vallen alsnog geholpen worden?
Deze leden willen daarnaast weten wat er gebeurt op het moment dat het aantal aanvragen
het beschikbare budget overstijgt. Wordt er dan geloot, of geldt het principe van
wie het eerst komt, het eerst maalt? Moeten mensen dan een jaar wachten en opnieuw
een aanvraag doen, of blijven zij op de lijst staan? En hoe wordt voorkomen dat mensen
op basis van willekeur of pech geen gebruik kunnen maken van deze regeling?
Daarnaast zijn de leden van de SP-fractie bezorgd over signalen dat deze regeling
in de praktijk als complex en bureaucratisch wordt ervaren. De Minister erkent dit
ook in de aanbiedingsbrief. Deze leden vragen of de Minister erkent dat de administratieve
lasten voor bewoners fors zijn, in het bijzonder voor mensen met lagere inkomens of
beperkte digitale vaardigheden. Zij willen weten welke ondersteuning beschikbaar is
voor deze groepen en hoe wordt voorkomen dat juist zij afhaken. Ook vragen de leden
van de SP-fractie hoeveel ambtelijke capaciteit beschikbaar is bij zowel het ministerie
als de uitvoeringsinstantie en of er indicatoren zijn opgesteld waarmee de Kamer de
voortgang en effectiviteit van de regeling kan volgen. Wanneer kan de Kamer hierover
de eerste rapportage verwachten?
Tot slot benadrukken de leden van de SP-fractie dat het bij deze regeling niet mag
blijven. De mensen in Groningen en Noord-Drenthe hebben recht op volledige uitvoering
van het advies van de Commissie-Van Geel. Dat vraagt om politieke wil, structurele
financiering en een toegankelijke uitvoering zonder drempels. Alleen dan kan er sprake
zijn van werkelijk herstel en toekomstperspectief.
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie is het er alles aan gelegen om de ereschuld aan
Groningen in te lossen. De beloften die gedaan zijn naar aanleiding van de parlementaire
enquête Aardgaswinning Groningen wegen voor de leden van deze fractie zeer zwaar.
«Koste wat het kost» en «zo lang als het duurt» zijn geen lege woorden, maar een dure
plicht. Met deze woorden in het achterhoofd hebben deze leden kennisgenomen van de
subsidieregeling voor isolatie en ventilatie in de Provincie Groningen en de gemeenten
Aa en Hunze, Noordenveld en Tynaarlo.
De leden van de ChristenUnie-fractie vinden het terecht dat de ontwerpregeling is
aangepast naar aanleiding van de brede kritiek op het feit dat triple glas en nieuwe
kozijnen initieel van de subsidieregeling uitgesloten waren. Het is goed dat deze
maatregelen nu ook onder de subsidieregeling vallen voor degenen die in de achterliggende
maanden begonnen zijn met het isoleren van hun woning. Deze leden lezen: «Wij hebben
geconstateerd dat het voor deze groep bewoners onvoldoende duidelijk was welke maatregelen
onder welke voorwaarden precies gesubsidieerd zouden worden.» Zij vragen de Minister
hierop te reflecteren. Hoe komt het dat het onvoldoende duidelijk was? Lag dit niet
ook aan de wijze waarop dit vermeld stond op de verschillende websites? Kunt u bevestigen
dat de bewoners die begonnen zijn met het installeren van triple glas en nieuwe kozijnen
ter goeder trouw waren en ook konden en mochten verwachten dat deze maatregelen gefinancierd
zouden worden?
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat «we geen maatregelen subsidiëren die
niet nodig zijn om deze standaard te halen. De standaard voor woningisolatie geeft
aan wanneer een woning goed genoeg is geïsoleerd om aardgasvrij te worden. Om de standaard
te halen, is het bij het vervangen van glas niet nodig om het relatief dure triple
glas in combinatie met kozijnen te installeren.» Deze leden vragen de Minister nader
uit te werken waarom dit niet nodig is. Zij vragen de Minister te berekenen wat de
kosten zijn als alle inwoners van het aardbevingsgebied genoemde maatregelen zouden
toepassen. Zij vragen ook een inschatting te maken in welke mate daadwerkelijk van
zo’n regeling gebruik gemaakt zou worden.
De leden van de ChristenUnie-fractie vinden het hoogst opmerkelijk dat de Minister
in haar brief geen gewag geeft van de nieuwe verschillen die ontstaan als gevolg van
deze regeling. Waarom is hier geen aandacht voor? Deze leden vragen of de Minister
erkent met de voorgestelde regeling opnieuw verschillen te hebben veroorzaakt in het
aardbevingsgebied. Zij vragen of de Minister deze nieuwe verschillen aanvaardbaar
vindt.
De leden van de ChristenUnie-fractie leggen opnieuw de vinger bij het rapport «Veilig,
schadevrij en verduurzaamd» van de commissie-Van Geel. Om onaanvaardbare verschillen
in het aardbevingsgebied weg te nemen stelt deze commissie voor alle bewoners aan
te bieden hun woning aardgasvrij-gereed te maken. Dit advies is tot op heden nog niet
opgevolgd door de Minister, met name omdat de kosten hiervoor niet in te passen zijn.
Deze leden hebben meermaals voorstellen gedaan deze kosten wél te dekken, gemotiveerd
door de belofte «koste wat het kost». Helaas hebben deze voorstellen nog altijd niet
op een meerderheid in de Kamer kunnen rekenen. Wat de leden van de ChristenUnie-fractie
betreft legt de wijziging van voorliggende subsidieregeling opnieuw de noodzaak bloot
om deze voorgestelde aanpak van de commissie-Van Geel. Zij vragen zich af of de Minister
die noodzaak ook ziet, en zo nee, waarom dan niet? Zij vragen of de Minister bij de
Voorjaarsnota met een dekkingsvoorstel voor uitvoering van het advies van de commissie-Van
Geel komt. Zij vragen wanneer de Minister wél genoeg aanleiding ziet om het advies
over te nemen. Hoeveel meer onzichtbare breuklijnen in gemeenschappen, straten, dorpen,
families moeten er ontstaan voordat een aanpak van geld voorzien zal worden?
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de Minister welke lessen zij trekt uit
het verloop van het opstellen van deze regeling, de onrust die ontstond toen bleek
dat subsidiëring van gedane investeringen in triple glas en kozijnen achterwege zou
blijven en het feit dat de regeling nu toch is aangepast. Deze leden vragen de Minister
wat dit doet met het vertrouwen van de Groningers in de overheid.
II Antwoord/reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.L. Postma, voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
Mede ondertekenaar
A.C.W. de Vos, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.