Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Kathmann over bescherming tegen digitale aanvallen op internationale instellingen in Nederland
Vragen van het lid Kathmann (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over bescherming tegen digitale aanvallen op internationale instellingen in Nederland (ingezonden 17 februari 2025).
Mededeling van Minister Uitermark (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
            25 maart 2025).
         
Vraag 1
            
Kent u het bericht «Russische spionnen en de «hack van Amsterdam»»?1
Vraag 2
            
Deelt u de mening dat de in het bericht genoemde casus een indicatie is dat Nederland
               geen goed antwoord heeft op digitale aanvallen vanuit statelijke actoren waarbij Europese
               of internationale instellingen in Nederland doelwit zijn? Zo ja, hoe komt dat en wat
               is er nodig om dit te verbeteren? Zo, nee waar blijkt uit deze casus dan dat er wel
               sprake was van een goed antwoord?
            
Vraag 3
            
Deelt u de mening dat, als Nederland geen bemoeienis heeft of mag hebben met het beschermen
               van internationale instellingen tegen digitale aanvallen, daarmee het risico op dergelijke
               aanvallen en schade kan toenemen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 4
            
Wat is de rol van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) in het geval
               een statelijke actor een digitale aanval op een Nederlandse organisatie dan wel een
               internationale organisatie in Nederland uitvoert? Is daar verschil tussen en zo ja,
               waarom?
            
Vraag 5
            
In welke mate verschilt bovengenoemde rol van de AIVD in vergelijkbare situaties van
               inlichtingen- en veiligheidsdiensten in andere lidstaten van de Europese Unie (EU)?
            
Vraag 6
            
Welke Nederlandse of Europese instantie kan wel actie ondernemen in het geval er een
               internationale organisatie met vestiging in een lidstaat van de EU te maken krijgt
               met een digitale aanval? Zo er een dergelijke instantie is, welke afspraken zijn hiermee
               dan precies gemaakt? Kunt u hierbij ook het specifieke juridische kader schetsen?
            
Vraag 7
            
Deelt u de mening dat het zeer zorgelijk is dat er in Europees verband kennelijk onvoldoende
               samenwerking is en dat een door de Nederlandse politie in 2021 gegeven waarschuwing
               aan andere lidstaten geen opvolging kreeg? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat het
               kabinet doen om te zorgen dat hier in de toekomst wel op geacteerd wordt?
            
Vraag 8
            
Deelt u de mening dat er sprake is van een lacune in de hulp aan deze internationale
               organisaties in het geval van een digitale aanval van een statelijke actor? Zo ja,
               waarom, hoe komt dat en hoe moet deze lacune opgevuld gaan worden? Zo nee, waarom
               niet?
            
Vraag 9
            
Deelt u de mening dat uit de in het bericht genoemde casus blijkt dat de internationale
               samenwerking in het geval van digitale dreigingen niet optimaal werkt en verbetering
               behoeft? Zo ja, welke verbeteringen zijn er nodig en hoe en op welke termijn worden
               die bewerkstelligd? Zo nee, waarom niet en hoe kan het dan dat het weken duurt eer
               zelfs maar duidelijk is waar een verzoek tot onderzoek naar een dergelijke dreiging
               moet worden ingebracht?
            
Vraag 10
            
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Mededeling
            
Hierbij informeer ik u dat de beantwoording van de Kamervragen van 17 februari 2025
               van het lids Kathmann (GroenLinks-PvdA) niet binnen de gestelde termijn van drie weken
               mogelijk is gebleken. De betreffende Kamervragen gaan over de bescherming tegen digitale
               aanvallen op internationale instellingen in Nederland.
            
Reden voor de latere beantwoording is de benodigde (interdepartementale) afstemming
               met het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.