Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de Geannoteerde agenda informele OJCS-raad 7-8 april (Kamerstuk 21501-34-434)
2025D12464 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties
                     de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brieven van de Minister
                     van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap:
                  
• d.d. 17 maart 2025 inzake de geannoteerde agenda informele OJCS-Raad1 7–8 april 2025, Warschau (cultuur en media) (Kamerstuk 21 501-34, nr. 434);
• d.d. 20 februari 2025 inzake afschriftbrief EU-cultuurministers aan Eurocommissarissen
                           Virkkunen, Micallef en Serafin over Creative Europe (Kamerstuk 21 501-34, nr. 432).
                        
De voorzitter van de commissie,
Bromet
Adjunct-griffier van de commissie,
Easton
Inhoud
I
Vragen en opmerkingen uit de fracties
•
Inbreng van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
•
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
•
Inbreng van de leden van de NSC-fractie
•
Inbreng van de leden van de D66-fractie
•
Inbreng van de leden van de ChristenUnie-fractie
II
Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
               
Inbreng van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van
                  de geannoteerde agenda van de informele OJCS-Raad van 7 en 8 april 2025. Deze leden
                  zijn zeer te spreken over het initiatief van het Poolse voorzitterschap om te bezien
                  hoe cultureel erfgoed tegen natuurlijke en door mensen veroorzaakte rampen kan worden
                  beschermd. Vanzelfsprekend wordt daarbij als eerste gedacht aan de welbewuste en doelgerichte
                  vernietiging van Oekraïens erfgoed door de Russische agressor. Daarnaast juichen zij
                  het initiatief toe om Raadsconclusies voor te bereiden over het ondersteunen van jonge
                  kunstenaars bij de start van hun carrière. Deze leden hebben daarbij nog enkele vragen.
               
Bescherming erfgoed
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn zeer te spreken over de Nederlandse inzet
                  tijdens de komende informele OJCS-Raad bij het bieden van ondersteuning voor het beschermen
                  en behouden van nationaal en internationaal erfgoed, toegespitst op de ondersteuning
                  van Oekraïne. Deze leden vragen in hoeverre Nederland ook ondersteuning biedt aan
                  andere landen in gewapende conflicten. Kan worden voorzien in een overzicht van vergelijkbare
                  activiteiten elders? En in hoeverre wordt tijdens deze gedachtenvormende discussie
                  restitutie van rooferfgoed betrokken?
               
Werkontbijt Europees Cultuur Kompas
Uit de geannoteerde agenda maken de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie op dat wordt
                  ingezet op de totstandkoming van een overkoepelend strategische framework voor culturele
                  samenwerking in de Europese Unie. Deze leden lezen dat Nederland weliswaar dit idee
                  ondersteunt, maar een concreet voorstel afwacht. Deze leden hechten er desalniettemin
                  nu al waarde aan om een preciezer beeld te krijgen van het Nederlandse idee bij EU-culturele
                  samenwerking en hoe dit kan worden vormgegeven. Graag ontvangen zij concretere informatie
                  over de Nederlandse inzet bij dit werkontbijt en de te verwachten inzet van andere
                  EU-lidstaten.
               
Ondersteuning jonge kunstenaars
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hechten zeer aan een gezonde culturele sector.
                  Daarbij is een adequate voedingsbodem noodzakelijk. Dat vergt naar het oordeel van
                  deze leden niet alleen uitgebreid cultureel onderricht in het primaire en het voortgezet
                  onderwijs, maar ook gerichte financiële ondersteunende inkomensmaatregelen en adequate
                  arbeidsvoorwaarden. In dit licht bezien vragen zij in hoeverre uitgangspunten zoals
                  fair pay in de gedachtenvorming zullen worden ingebracht.
               
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
                  agenda van de informele OJCS-Raad 7–8 april 2025 en de onderhavige stukken en hebben
                  daarover geen vragen.
               
Inbreng van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
                  agenda van de aankomende informele OJCS-Raad waarin het duurzame behoud en de verdere
                  ontwikkeling van het culturele erfgoed van Nederland, de andere lidstaten en Oekraïne
                  centraal staan. Deze leden hebben hierover enkele vragen en opmerkingen.
               
De leden van de NSC-fractie vinden een krachtig en voortvarend Europees cultuurbeleid
                  belangrijker dan ooit, in een wereld waarin de fundamentele waarden van de democratische
                  rechtsstaat voor sommigen steeds minder vanzelfsprekend lijken. Zoals terecht wordt
                  opgemerkt in de door alle cultuurministers ondertekende brief, vervult cultuur een
                  essentiële rol bij het overdragen van gemeenschappelijke waarden, het versterken van
                  het besef deel uit te maken van een groter geheel, het stimuleren van actief burgerschap
                  en het verrijken van onze identiteit. Deze leden juichen de gezamenlijke inzet van
                  de Europese cultuurministers dan ook van harte toe. Cultuur is immers beschaving –
                  en het behoud daarvan vraagt om voortdurende inzet.
               
De leden van de NSC-fractie lezen dat het tijdens de informele raad onder meer zal
                  gaan over het beleid dat de verschillende lidstaten nu voeren ter bescherming van
                  hun culturele erfgoed tegen natuurlijke en door mensen veroorzaakte rampen, en dat
                  Nederland inderdaad op dit vlak reeds verschillende maatregelen heeft ingesteld. Deze
                  leden vragen wat precies de «preventieve maatregelen» zijn die in dit kader worden
                  genoemd. Zij vragen ook of de uitvoering hiervan op orde is. Is de Minister van oordeel
                  dat het huidige beleid ter bescherming van cultureel erfgoed, dat voor een groot deel
                  afstamt uit 1954, ook afdoende is?
               
De leden van de NSC-fractie kijken met belangstelling naar de Europese inspanning
                  om tot een gezamenlijk Europees Cultuur Kompas te komen en vragen of de Minister de
                  Nederlandse belangenbepaling op dit punt verder kan toelichten. Wat zijn de gedeelde
                  waarden die in de Nederlandse inzet worden benoemd die met de komst van het Kompas
                  versterkt moeten gaan worden en waarop doelt de Minister precies met het versterken
                  van de weerbaarheid? De weerbaarheid van wat? Ook vragen deze leden hoe het kabinet
                  voornemens is zich op Europees vlak in te zetten voor het behoud van het Nederlandse
                  culturele erfgoed in het bijzonder. Houdt het kabinet daarbij rekening met het behoud
                  van de diversiteit van talen en culturen die ons land kent? Erkent het kabinet het
                  belang van een evenwichtige belangenbehartiging op dit punt en dat ook kleine regionale
                  cultuurtradities, «hoog» en «laag», voldoende een stem krijgen? Wat omvat het Nederlandse
                  cultuurerfgoed ten dienste waarvan Nederland deelneemt aan de informele raad? Hebben
                  lokale gemeenschappen hierin medezeggenschap of invloed? Voorts vragen zij wanneer
                  het Europees Cultuur Kompas naar verwachting zal verschijnen.
               
De leden van de NSC-fractie lezen dat het bevorderen van de carrière van startende
                  kunstenaars een prioriteit is van het cultuurbeleid in Nederland en dat er initiatieven
                  ondersteund worden die kunstenaars meer mogelijkheden bieden. Ook deze leden onderstrepen
                  het belang daarvan en zijn blij met de bestaande initiatieven die worden genoemd.
                  Zij zijn benieuwd hoe Nederland het in dit opzicht doet in vergelijking met andere
                  lidstaten. Ook zien zij de informele OJCS-Raad als een uitgelezen kans om van andere
                  lidstaten te leren. Kan de Minister toezeggen dat zijn ambtelijke gezant tijdens deze
                  informele raad actief het gesprek aangaat met vertegenwoordigers van andere lidstaten
                  en dat deze verkent welke aanvullende stappen Nederland kan zetten om de carrières
                  van startende kunstenaars verder te versterken?
               
Inbreng van de leden van de D66-fractie
Met interesse hebben de leden van de D66-fractie kennisgenomen van de stukken. Deze
                  leden hebben geen verdere vragen.
               
Inbreng van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda
                  van de informele OJCS-Raad van 7 en 8 april 2025. Deze leden hebben daarover nog enkele
                  vragen.
               
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat de lidstaten in de Raadsconclusies
                  oproepen tot een herziening van de Audiovisuele Mediadienstenrichtlijn. Wat is het
                  standpunt van het kabinet over een mogelijke herziening van de Audiovisuele Mediadienstenrichtlijn,
                  zo vragen deze leden aan de Minister.
               
De leden van de ChristenUnie-fractie merken op dat de bescherming van minderjarigen
                  onderdeel is van de richtlijn, al vinden deze leden dat de richtlijn op dit onderdeel
                  strenger kan. Televisieprogramma’s als PAW Patrol en Cocomelon zijn deze leden al
                  langer een doorn in het oog. Kinderen leren niet of nauwelijks iets van deze programma’s,
                  maar het kijken heeft wel effect op hun hersenen en op hun capaciteit om hun emoties
                  te beheersen. De World Health Organization (WHO) raadt schermtijd voor kinderen tot
                  twee jaar dan ook af. Deze leden zien dat in Frankrijk een verbod geldt op het uitzenden
                  van televisieprogramma’s gericht op baby’s en peuters, terwijl er in Nederland zelfs
                  een hele tv-zender is die deze jonge kinderen als doelgroep heeft. Is de Minister
                  bereid om in EU-verband te pleiten voor een aanscherping van de richtlijn om televisieprogramma’s
                  voor kinderen tot twee jaar te verbieden? Zo nee, waarom niet?
               
II Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
               
          Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 L. Bromet, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 A.E.W. Easton, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
