Schriftelijke vragen : Het vervolg ten aanzien van de zaak van Tent of Nations en effectieve bescherming van Palestijnen
Vragen van de leden Ceder (ChristenUnie) en Piri (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het vervolg ten aanzien van de zaak van Tent of Nations en effectieve bescherming van Palestijnen (ingezonden 18 maart 2025).
Vraag 1
            
Herinnert u zich de antwoorden van uw ambtsvoorganger over de zaak van Tent of Nations?1 Klopt het dat de zaak van Tent of Nations, die al langer dan dertig jaar loopt, het
               langstlopende landregistratieproces in Israël is?
            
Vraag 2
            
Heeft u, zoals toegezegd bij het commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken in februari,
               bij de Europese Unie (EU)-Israël Associatieraad Minister Sa’ar aangesproken op de
               zaak Tent of Nations? Zo ja, wat was de reactie van Minister Sa’ar?
            
Vraag 3
            
Is er inmiddels duidelijkheid gegeven waarom de beoordeling van de stukken zo lang
               duurt en waarom er opnieuw vertraging is? Zou u deze kwestie opnieuw en met spoed
               kunnen aankaarten bij de Israëlische autoriteiten?
            
Vraag 4
            
In eerdere beantwoording gaf het kabinet aan dat uit gesprekken met de Coordination
               of Government Activities in the Territories (COGAT) bleek dat het aanleggen van de
               twee wegen in de buurt van de Tent of Nations niet is toegestaan en dat COGAT stelde
               hierop zullen handhaven; is dit inmiddels gebeurd? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 5
            
Klopt het dat het Hooggerechtshof op 8 oktober 2024 de uitspraak heeft gedaan dat
               de staat Israël de wegen moest verwijderen binnen zestig dagen en dat als de staat
               in gebreke zou blijven, de familie Nassar naar de Civil Court in Jeruzalem zou kunnen
               gaan?
            
Vraag 6
            
Klopt het dat op 6 februari 2025 bij de Civil Court de uitspraak werd gedaan dat het
               land waar de wegen zijn aangelegd inderdaad aan de familie Nassar toebehoren? Indien
               dat zo is, kan het kabinet dan bij COGAT en Israëlische autoriteiten ook op directe
               naleving aandringen? Welke pressiemiddelen heeft de familie indien aan de uitspraak
               geen gehoor wordt gegeven?
            
Vraag 7
            
Ziet u ook dat er meer constructies en wegen worden gebouwd en de incidenten toenemen?
               Kan u opnieuw met spoed contact opnemen met COGAT om te handhaven en de illegale structuren
               te verwijderen en te zorgen voor feitelijke bescherming aan de eigenaren van het gebied
               en hun bezoekers?
            
Vraag 8
            
Erkent u dat door te lang te wachten een feitelijk onomkeerbare situatie dreigt te
               ontstaan en dat dit, in afwachting van een definitieve uitspraak, zeer onwenselijk
               is? Kan u COGAT wijzen op hun eerdere toezegging om op te treden en verzoeken dit
               alsnog te doen?
            
Vraag 9
            
Hoe verhouden de antwoorden van uw ambtsvoorganger dat volgens het bezettingsrecht
               de Israëlische militaire commandant verantwoordelijk is voor de veiligheid van de
               Palestijnse burgerbevolking zich tot de afspraken die tussen de Israëlische autoriteiten
               en de Palestijnse Autoriteit (PA) zijn gemaakt en de verschillende rollen ten aanzien
               van Area A, B, C? Kan het kloppen dat de praktische afspraken niet te verklaren zijn
               vanuit het bezettingsrecht, maar juist uit de lex specialis, voortvloeiend uit afspraken
               die rond de Oslo-akkoorden zijn gemaakt?
            
Vraag 10
            
Herinnert u zich het antwoord van uw ambtsvoorganger dat Israëlische politiebureaus
               zich geregeld in gesloten nederzettingen bevinden, die Palestijnen alleen mogen betreden
               na goedkeuring en onder begeleiding? Bent u bereid om de Israëlische regering aan
               te spreken op het feitelijk mogelijk te maken van het doen van aangifte op bereikbare
               locaties?
            
Vraag 11
            
Kunt u uiteenzetten welke afspraken er zijn gemaakt tussen de PA en de Israëlische
               autoriteiten ten aanzien van de veiligheid en bescherming van Palestijnse burgers
               in Area C? Zou u hierbij ook specifiek in kunnen gaan op afspraken ten aanzien van
               de mogelijkheid voor Palestijnen om ongehinderd aangifte te kunnen doen?
            
Vraag 12
            
Kunt u aangeven welke afspraken er specifiek zijn gemaakt ten aanzien van de rollen
               van de Palestijnse politie en de Israëlische autoriteiten en de afbakening van de
               verschillende bevoegdheden? Zou u, indien deze er zijn, kunnen verwijzen naar documenten
               waarin deze afspraken zijn vastgelegd?
            
Indieners
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
 
           
  