Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over terugkoppeling gesprek Zuyderland en moties debat Zuyderland (Kamerstuk 31765-881)
31 765 Kwaliteit van zorg
Nr. 908
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 17 maart 2025
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen
en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over
de brief van 17 maart 2025 over Terugkoppeling gesprek Zuyderland en moties debat
Zuyderland (Kamerstuk 31 765, nr. 881).
De vragen en opmerkingen zijn op 14 februari 2025 aan de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport voorgelegd. Bij brief van 17 maart 2025 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Mohandis
Adjunct-griffier van de commissie, Heller
Inhoudsopgave
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
4
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
5
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
5
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
6
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
6
II.
Reactie van de Minister
9
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de terugkoppeling van het gesprek
van de Minister met het Zuyderland ziekenhuis en de afdoening van de moties en toezeggingen
aangaande het debat over het Zuyderland ziekenhuis en hebben hierover geen vragen.
Wel merken genoemde leden op dat er recent nader onderzoek is gedaan door onderzoeksbureau
Grenspaal 12 naar vervoer en bereikbaarheid.
Op basis van vervoer en bereikbaarheid scoorde Heerlen al beter, maar uit het onderzoek
blijkt dat het verschil met Sittard-Geleen nog groter wordt. Ook wijst het onderzoek
uit dat ritjes met het openbaar vervoer kunnen oplopen tot negen en zelfs ruim dertien
euro voor een enkele reis.
Deze vervoersarmoede geeft een groot risico op zorgmijders, zeker gezien de lage SES-score
van Parkstad. Hoe reflecteert de Minister hierop?
Bureau Grenspaal 12 ziet de reistijd voor zowel auto, openbaar vervoer maar ook voor
de ambulance, door hoogcomplexe zorg op één locatie toenemen. De maximale reistijd
voor ambulances is naar Heerlen 38 minuten, voor Sittard-Geleen is dit 41 minuten.
Drie minuten kan een heel groot verschil maken in acute situaties. Is de Minister
het met de leden van de PVV-fractie eens dat dit de zwaarstwegende afweging had moeten
zijn in de keuze voor een locatie? Zo nee, wat heeft de Minister te zeggen tegen iedereen
die nadelige, of erger fatale gevolgen oploopt door drie minuten langere reistijd?
Het geboortecentrum in Zoetermeer bleef onder andere om de reden van bereikbaarheid
in acute situaties open. Wat betekenen bovengenoemde inzichten voor het geboortecentrum
in Heerlen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister.
Het standpunt van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie is duidelijk. Zij betreuren
het ten zeerste dat de Spoedeisende Hulp (SEH) in Heerlen in 2030 sluit en hun voorkeur
gaat uit naar een volwaardig ziekenhuis in zowel Heerlen als in Sittard-Geleen. Deze
leden hebben hierover nog een groot aantal zorgen en vragen.
In de brief van de Minister lezen genoemde leden dat de Minister terugkijkt op een
positieve uitkomst: dat er in de nieuwbouwplannen rekening wordt gehouden met het
kunnen bijbouwen van de benodigde gebouwen voor het realiseren van een SEH en Intensive
Care (IC) op beide locaties in Zuid-Limburg. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
zien hier vooral wensdenken. Hoe realistisch acht de Minister het scenario dat er
extra gebouwen worden gerealiseerd en dat complexe spoedzorg op beide locaties blijft
bestaan? Welke concrete stappen gaat de Minister zetten om werken in het Zuyderland
ziekenhuis aantrekkelijker te maken? Hoe ver is de Minister gevorderd met het uit
de SEH’s, de acute verloskunde en de IC’s financieren via een vaste budgetbekostiging?
Denkt de Minister dat deze maatregel ook iets te doet aan het nijpende personeelstekort
in de zorg? Personeelstekort wordt als reden aangehaald voor de sluiting van de SEH.
Hoe denkt de Minister dan dat het financieren via een vast budgetbekostiging bijdraagt
aan het openhouden van SEH’s? Hoe zou de situatie qua personeelsbezetting eruit hebben
gezien als een goed personeelsbeleid en een goed strak financieel beleid bij de bouw
van Orbis had plaatsgevonden? Had men dan wel twee SEH» s kunnen ophouden etcetera?
Daarnaast moet beseft worden dat elke verplaatsing van werkzaamheden gepaard kan gaan
met personeelsverlies. Hoe kijkt de Minister hier tegenaan?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vinden het extra pijnlijk dat er juist in
de mijnregio een volwaardig ziekenhuis verdwijnt. Deelt de Minister de mening van
de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie dat wij een ereschuld aan de regio hebben?
In plaats van een echte investeringsagenda zien genoemde leden juist verdere verschaling.
Niet alleen het ziekenhuis, maar ook de politiecapaciteit, werkgelegenheid met het
sluiten van VDL Nedcar, en de sociale voorzieningen staan onder druk. Hoe ziet de
Minister het sluiten van de SEH in de bredere verschraling van voorzieningen in de
regio? En hoe verhoudt zich dit tot de ambitie uit het regeerakkoord om de regio centraal
te stellen? Deelt de Minister de mening van de GroenLinks-PvdA-fractie dat het rechtvaardig
zou zijn als de regio Heerlen gecompenseerd wordt voor het verliezen van een volwaardig
ziekenhuis? Hoe kijkt de Minister tegen het «ravijnjaar» voor gemeentes aan en wat
dit specifiek kan betekenen voor het verdwijnen van voorzieningen in de gemeente Heerlen?
Recent hebben de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie met interesse kennisgenomen
van de onderzoeken van Grenspaal 12 en AT Osborne. Heeft de Minister kennisgenomen
van deze rapporten? Wat is de reactie van Minister op het rapport van Grenspaal 12?
Genoemde leden lezen in dit rapport dat gemiddelde reistijd met het openbaar vervoer
naar de SEH-afdeling Sittard-Geleen op ruim driekwartier ligt. Dit is een flinke toename
voor veel inwoners. Vindt de Minister dit acceptabel? Wat gaat de Minister doen om
deze reistijd te verminderen? Ook lezen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie dat
in sommige wijken reiskosten van 3 euro toenemen naar 9,50 euro. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
maken zich dan ook grote zorgen over de toegankelijkheid van ziekenhuiszorg voor de
meest kwetsbaren en ouderen. Is de Minister het met de GroenLinks-PvdA-fractie eens
dat juist de meest kwetsbare inwoners het hardst geraakt worden door deze centralisatie?
Deelt de Minister deze zorgen? Welke concrete stappen gaat Minister zetten om de ziekenhuiszorg
wel toegankelijk te houden in de regio? Hoe gaat de Minister voorkomen dat de gemeente
niet opdraait voor de kosten van bijvoorbeeld een omnibus? Ziet de Minister hier ook
een rol voor de regering, bijvoorbeeld door extra financiering vanuit het Rijk? Is
de Minister bereid dit te verkennen?
In het AT Osborne staat dat het verschil van investering tussen Heerlen en Sittard-Geleen
ongeveer 130 miljoen euro is. Hoe kijkt de Minister tegen deze conclusie aan? Ziet
de Minister aanknopingspunten voor het openhouden van twee SEH’s, gezien het bedrag
in dit onderzoek bijna 100 miljoen euro lager uitvalt dan bij die van de regietafel?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister met
daarin de terugkoppeling van het gesprek met het bestuur van het Zuyderland ziekenhuis
en de aangenomen moties. Zij hebben hierover enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie vragen de Minister wat de basis is voor het idee om in
de nieuwbouwplannen en bouwgrond rekening te houden met het bijbouwen van extra gebouwen
voor het realiseren van een SEH en IC op beide locaties in Zuid-Limburg. Hoe realistisch
is het dat het personeelstekort de komende jaren zodanig wordt opgelost dat er voldoende
medewerkers beschikbaar zijn op de IC’s en SEH’s op beide locaties? Genoemde leden
lezen dat het Zuyderland en zorgverzekeraar CZ bezien hoe in Heerlen meer acute patiënten
kunnen worden opgevangen indien het personeelstekort in de acute zorg in voldoende
mate verbetert. Wat wordt bedoeld met in «voldoende» mate? Welke cijfers horen daarbij?
Wie bepaalt dat en wie neemt verantwoordelijkheid voor de invloed van deze keuze op
de kwaliteit en veiligheid van de zorg? En hoe wordt geborgd dat een eventueel kortdurende
verandering uitloopt op een structurele (investerings)beslissing met alle risico’s
van dien? Hebben we het hier niet over een mogelijkheid waar nog geen procent kans
op is dat die zich voordoet? En gaat de Minister hiermee dan niet een schijnbelofte
aan?
De leden van de VVD-fractie vinden dat het proces rondom het openen en sluiten van
afdelingen in ziekenhuizen en de communicatie daarover in de landelijke politiek veel
realistischer en eerlijker gevoerd moet worden. Genoemde leden vragen hoe de Minister
aankijkt tegen haar verantwoordelijkheid in dit proces. Welke lessen trekt zij uit
het Zuyderland-dossier en hoe hier in de landelijke politiek mee is omgegaan? En wat
is zij van plan te doen met de toekomstige vraagstukken rondom ziekenhuiszorg in Zuid-Limburg,
maar ook in andere delen van het land? Wat neemt ze mee uit de eerdere en huidige
vergelijkbare processen, in bijvoorbeeld Zutphen?
De leden van de VVD-fractie hebben eerder aangedrongen op een duidelijker rol voor
de betrokkenheid van inwoners, gemeenten, huisartsen en het lokale zorgnetwerk. Kan
de Minister aangeven hoe dat idealiter vorm krijgt in toekomstige vraagstukken als
deze? Wat is nodig om die ideale werkwijze mogelijk te maken en wat gaat de Minister
daarvoor doen?
Dat de Minister «als eerste Minister marktwerking uit delen van de zorg gaat halen»
is een vaak herhaalde oneliner. Wat betekent dit concreet? Vindt de Minister dat de
ziekenhuizen in de regio nu onvoldoende bestaansrecht hebben? In welke mate draagt
het «weghalen van marktwerking uit delen van de zorg» bij aan bestaansrecht en het
verbeteren van het imago van werken in de regio? In hoeverre dragen beleidsdoelen
van concentratie en spreiding bij aan bestaansrecht en het genoemde imago en hoe kan
de Minister dit verder versterken? Met welke kwantitatieve onderbouwingen is de Minister
nu aan het rekenen om «marktwerking uit delen van de zorg te halen»? Welke impact
heeft dit op andere «delen van de zorg» en welke delen zijn dat? En hoe gaat de Minister
hiermee om? Op welke termijn kan de Kamer inhoudelijke voorstellen tegemoet zien,
inclusief budgettaire consequenties?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister. Deze
leden hebben hierover nog een vraag.
De leden van de NSC-fractie constateren dat het personeelstekort een grote uitdaging
vormt en een belangrijke oorzaak is van de problemen die het Zuyderland ziekenhuis
ondervindt. Zij lezen dat de directie van het Zuyderland en zorgverzekeraar CZ hebben
toegezegd het arbeidsmarkttekort continu te blijven monitoren en alles te doen om
zoveel mogelijk zorgpersoneel op te leiden en te behouden. Het blijft echter onduidelijk
welke concrete maatregelen en aanpakken er precies worden ingezet om dit te realiseren.
Kan de Minister verduidelijken hoe deze toezeggingen in de praktijk worden omgezet?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister. Zij
hebben de volgende vragen aan de Minister.
Genoemde leden zijn blij met de toezegging om het arbeidsmarkttekort in de zorg te
blijven monitoren en wanneer kan bij te sturen. Hoe garandeert de Minister dat bijsturing
van het ziekenhuis daadwerkelijk leidt tot het behouden of uitbreiden van zorgcapaciteit
in Heerlen? Wat zijn concrete cijfers of doelen voor het aantrekken van zorgpersoneel
voor de regio Heerlen?
Daarnaast zijn de leden van de BBB-fractie ook blij met de dertig jaar garantie op
ziekenhuiszorg in Heerlen. De toezegging is geruststellend, maar wanneer en hoe wordt
deze garantie juridisch afgedekt? Wat zijn de juridische voorwaarden die waarborgen
dat de locatie Heerlen voor dertig jaar operationeel blijft? Kan de Minister garanderen
dat het ziekenhuis geen stille afschaling doorvoert op de locatie Heerlen, als bijvoorbeeld
de zorgbehoefte in de regio verschuift?
Ook lezen genoemde leden dat verder wordt onderzocht in hoeverre de reeds bestaande
thuismonitoring (bijvoorbeeld CTG-monitoring) verder uitgebreid kan worden voor zorg
die minder acuut is en nodig is buiten kantoortijden in de thuissetting of wijk. Hoe
wordt de thuismonitoring voor zwangere vrouwen verder uitgebreid en in hoeverre kan
deze uitbreiding bijdragen aan het behoud van zorg op locatie Heerlen, in plaats van
een grotere concentratie van zorg op Sittard-Geleen?
Daarnaast lezen de leden dat het Zuyderland ziekenhuis in overleg met de Minister
een pilot Artificial Intelligence (AI) start om de administratieve lasten van zorgverleners
te verlichten. Hoe worden de voordelen van AI voor administratieve lasten gecommuniceerd
naar het zorgpersoneel en in hoeverre zal dit bijdragen aan het op termijn bijbouwen
van de benodigde gebouwen voor het realiseren van een SEH en IC op beide locaties?
Tot slot de ambulancezorg. Gezien de afschaling van de IC, SEH en acute verloskunde
van Heerlen naar Sittard-Geleen: hoe wordt gewaarborgd dat de ambulancezorg in de
regio Parkstad, inclusief Heerlen, snel en adequaat kan blijven reageren? Zijn er
concrete afspraken gemaakt met de ambulancezorg?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister.
De leden van de CDA-fractie lezen dat het Zuyderland ziekenhuis en zorgverzekeraar
CZ zullen garanderen dat het ziekenhuis op locatie Heerlen voor dertig jaar blijft
bestaan en dat deze toezegging nader uitgewerkt wordt. Deze leden vragen hoe deze
toezegging (juridisch) uitgewerkt wordt, of de Minister de Kamer hiervan op de hoogte
wil houden en wanneer de Kamer hier meer over hoort.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister naar de afdoening van de aangenomen
motie-Krul c.s. om uiterlijk in de eerste helft van 2025 tot een plan te komen voor
goede en veilige geboortezorg in Heerlen1. Deze leden vragen de Minister naar de uitvoering van deze motie, aangezien zij in
haar brief een plan hiervoor missen. De brief en de bijlage over de afdoening van
moties spreken over: «de mogelijkheden worden onderzocht om, samen met de verloskundigen,
in Heerlen zoveel als mogelijk laag complexe geboortezorg aan te bieden op beide locaties,
waarbij ook een kraamhotel tot de opties behoort.» Deze leden constateren echter dat
dit niets nieuws is, maar al eerder aangekondigd. Welke nieuwe stappen zijn er genomen
en hoe neemt de Minister hierin het initiatief, zoals in de motie is gevraagd? En
wanneer hoort de Kamer hier meer over?
De leden van de CDA-fractie constateren dat de Minister reeds geruime tijd werkt aan
regelgeving die gevolgd moet worden als een ziekenhuis overweegt het aanbod van acute
zorg op een bepaalde locatie te beperken. Deze leden missen urgentie en voortgang
op dit dossier. Wanneer komt de Minister met haar concrete plannen? Wat is er veranderd
sinds de brief van de Minister van 10 oktober jongstleden? En wanneer komt de handreiking
die in de tussentijd uitkomst moet bieden?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben de brief van de Minister gelezen. Zij vinden de
manier waarop de Minister omgaat met de inwoners van de regio Parkstad en met door
de Kamer aangenomen moties onverantwoord en onacceptabel, maar bovenal een klap in
het gezicht van iedereen die zich hard maakt voor het volledige behoud van ziekenhuis.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister wat de «ultieme poging» die zij heeft
gedaan door te overleggen met de zorgverzekeraar en het ziekenhuisbestuur concreet
heeft opgeleverd, behalve de genoemde punten in haar brief? Hoe kan de Minister zeggen
dat het gesprek een «positieve uitkomst» heeft gehad terwijl cruciale onderdelen van
het Heerlense ziekenhuis alsnog gesloten gaan worden?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister hoe de afspraken in de nieuwbouwplannen
en in de bouwgrond waarin rekening wordt gehouden met het kunnen bijbouwen van de
genodigde gebouwen voor het realiseren van een SEH en IC op beiden locaties er precies
uitzien. Welke waarborgen zitten hierin? Hoe ziet de afspraak er precies uit die is
gemaakt met verzekeraar CZ om de rekening op te pakken om de extra te gebouwen te
realiseren? Waar kan deze afspraak teruggevonden worden en hoe groot bedraagt deze?
Genoemde leden vragen de Minister wanneer het punt voor het ziekenhuis en zorgverzekeraar
is bereikt om te besluiten dat de bouw van het complex aangepast kan worden omdat
er voldoende personeel is.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister waarom er is besloten voor de garantie
van het bestaan van het ziekenhuis op de locatie Heerlen voor een periode van dertig
jaar. Waarin is deze «belofte» vastgelegd? Hoe gaat de Minister voorkomen dat deze
belofte door opvolgers van haar naast zich neer worden gelegd? Hoe staat het met de
juridische uitwerking hiervan, waar in de brief over wordt geschreven?
De leden van de SP-fractie vragen hoe het staat met het onderzoek om samen met verloskundigen
zoveel als mogelijk laag complexe geboortezorg aan te bieden op beide locaties? Hoe
komt dit er precies uit te zien? Is het straks mogelijk om – zonder aanvullende kosten
– te kunnen bevallen in het Zuyderland ziekenhuis op de locatie in Heerlen door deze
afspraken of is dit alleen mogelijk in een kraamhotel? Wanneer kan de Kamer de brief
over de voortgang ten aanzien van de geboortezorg precies ontvangen? Kan de Minister
alvast aangeven wat de hoofdlijn van deze voortgang wordt, gezien het een grote maatschappelijke
discussie betreft?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister of zij een overzicht kan sturen hoeveel
IC-artsen, SEH-artsen, gynaecologen en klinisch verloskundigen er op dit moment precies
werken in het Zuyderland ziekenhuis? De leden van de SP-fractie haar tevens of zij
een overzicht kan sturen hoeveel – van deze zelfde artsen, gynaecologen en verloskundigen
– er in andere ziekenhuizen werken, bijvoorbeeld in Weert en Winterswijk. Kan de Minister
per soort arts precies aangeven hoe groot de tekorten zijn? En hoeveel personeel er
van deze beroepsgroepen afgelopen maanden is aangetrokken?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister welke rol zij voor zichzelf weggelegd
ziet om het personeelstekort op te lossen. Kan zij een lijstje opsommen van maatregelen
die zij specifiek in déze regio neemt? Hoeveel fte heeft dit vooralsnog opgeleverd?
Welke stappen heeft zij genomen sinds het toesturen van dit verslag, ongeveer vier
maanden geleden? Hoeveel zicht heeft de Minister op en welke plannen zijn er om in
de regio nog meer personeel aan te trekken, op te leiden en om te scholen? In hoeverre
heeft u zicht op mensen met een opleiding tot arts in Limburg die zich zouden kunnen
laten omscholen tot SEH-arts? Bent u bereid deze mogelijkheid tot omscholing onder
de aandacht te brengen en hierbij te helpen?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister welke maatregelen het Zuyderland ziekenhuis
en de zorgverzekeraar hebben genomen om personeel over te halen zich in de omgeving
van hun ziekenhuis te vestigen, zoals in de brief vermeld staat. Kan de Minister bij
het ziekenhuis navragen hoeveel fte dit heeft opgeleverd? Indien deze maatregelen
voldoende werken: is de Minister bereid hierover in gesprek te gaan om deze maatregelen
te intensiveren met eventueel extra geld vanuit het Rijk?
De leden van de SP-fractie vragen of de Minister op de hoogte wordt gehouden door
het ziekenhuis van hun monitoring van het personeelstekort. Zo ja, op welke manier
kan de Kamer hier ook structureel over geïnformeerd blijven worden? Zo nee, waarom
niet?
De leden van de SP-fractie vragen wat de Minister vindt van de oproep van de alliantie
in Heerlen Noord – die onder andere bestaat uit verschillende woningcorporaties, onderwijs-
en gezondheidsorganisaties – die heeft aangeboden te helpen met het personeelstekort.
Heeft de Minister hen uitgenodigd bij haar op het ministerie om te kijken hoe zij
kunnen helpen? Zo ja, wat kwam eruit dat gesprek? Zo nee, waarom niet?
De leden van de SP-fractie de Minister af hoeveel artsen en verpleegkundigen het Zuyderland
ziekenhuis tekortkomt voor het openhouden van beide SEH’s, zoals beoogd in het kwaliteitskader
Spoedzorgketen. Hoeveel vacatures zijn er het afgelopen jaar opengezet voor het werven
van personeel op de SEH? Tot hoeveel extra aangenomen fte’s heeft dit geleid?
Hoe kan het dat in een groot ziekenhuis zoals Zuyderland één van de SEH-locaties moet
sluiten terwijl een veel kleiner ziekenhuis, zoals Winterswijk of Weert, wel een SEH
kan openhouden? Waarom worden er wel vormen van personeelsintensieve hoogspecialistische
tweede- en derdelijnszorg geleverd in Zuyderland, terwijl er ook voor sluiting van
de SEH wordt gekozen?
Kan de Minister aangeven hoe het mogelijk is dat het HagaZiekenhuis onlangs ook heeft
besloten om de geboortezorg te behouden op hun locatie in Zoetermeer?
Hoeveel artsen werken er op deze Zoetermeerse locatie ten opzichte van het Zuyderland
ziekenhuis? Erkent de Minister dat het ziekenhuis hiervoor veiligheid, bereikbaarheid
en betaalbaarheid (tegen lage kosten op de juiste plek voor zowel patiënten als verloskundigen)
als argumenten heeft meegewogen in hun beslissing?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister welke gevolgen de afschaling heeft van
een SEH bij Zuyderland voor het naleven van het kwaliteitskader spoedzorgketen? Welke
gegevens biedt de NEED database over de kwaliteit op de SEH’s van Zuyderland?
De leden van de SP-fractie de Minister af hoeveel artsen en verpleegkundigen het Zuyderland
ziekenhuis tekortkomt voor het openhouden van beide IC’s, zoals beoogd in de kwaliteitsstandaard
Organisatie van Intensive Care? Hoeveel vacatures zijn er het afgelopen jaar opengezet
voor het werven van personeel op de IC? Tot hoeveel extra aangenomen fte’s heeft dit
geleid?
Hoe kan het dat in een groot ziekenhuis zoals Zuyderland één van de IC-locaties moet
sluiten terwijl een veel kleiner ziekenhuis, zoals in Winterswijk of Weert, wel een
IC kan openhouden?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister hoeveel gynaecologen en klinisch verloskundigen
het Zuyderland ziekenhuis tekortkomt voor het openhouden van een geboortecentrum op
beiden locaties? Hoeveel vacatures zijn er het afgelopen jaar opengezet voor het werven
van personeel voor het geboortecentrum? Tot hoeveel extra aangenomen fte’s heeft dit
geleid? Hoeveel geboortes hebben er sinds 2010 plaatsgevonden in het Zuyderland ziekenhuis
in Heerlen?
De leden van de fractie van de SP vragen hoe de Minister de keuze voor het ziekenhuis
in Sittard ziet in het licht van een «klassenvraagstuk». Vindt zij de sociaaleconomische
gezondheidsachterstand van de inwoners van Parkstad relevant in deze discussie of
legt ze deze volledig naast zich neer? Kan de Minister een lijst geven van andere
gebieden in Nederland met 300.000 inwoners met sociaaleconomische gezondheidsachterstanden
waar ook géén IC, SEH en geboortecentrum te vinden is?
De leden van de SP-fractie lezen dat de Minister stelt dat «de kwaliteit van de zorg
leidend is» en «dat het geheel binnen passende financiële kader moet kunnen plaatsvinden».
Wat bedoelt de Minister hiermee? Maakt ze hierin een draai door niet meer het personeelstekort
maar de kosten voorop te zetten? Kan zij deze zin toelichten?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister hoe zij reflecteert op de financiële
situatie die is ontstaan bij het ziekenhuis door een vastgoedfout bij de bouw van
een nieuw ziekenhuis in Geleen. Erkent de Minister dat niet het personeelstekort,
maar deze financiële situatie van het ziekenhuis het échte probleem is? Is zij bereid
te onderzoeken hoe deze rekening door de overheid betaald kan worden?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister of zij vindt dat de landelijke politiek
wél zou moeten gaan over de zorg die een ziekenhuis aanbiedt. Vindt zij dat dit systeem
zou moeten worden aangepast? Wat vindt de Minister van het feit dat het Zuyderland
ziekenhuis net als de meeste anderen ziekenhuizen (behalve de academische ziekenhuizen)
nog steeds privaat bezit zijn?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister wat zij bedoelt met dat zorg «dichtbij»
beschikbaar moet zijn? Hoeveel kilometer van een huis is «dichtbij»? En hoeveel reistijd
– zowel met de auto of als je afhankelijk bent van het openbaar vervoer – vindt de
Minister «dichtbij»? Voor welke complexe operaties vindt de Minister het nodig om
deze in een hooggespecialiseerd ziekenhuis te laten uitvoeren?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister hoe het veranderde «klimaat» en «randvoorwaarden»
voor het zorglandschap er precies uit gaat zien? Hoelang duurt het nog voordat de
Minister met de uitgebreide brief komt waarin staat hoe zij onderdelen uit de marktwerking
gaat halen?
De leden van de SP-fractie lezen in de beslisnota dat de uitkomsten van het gesprek
zijn afgestemd met het Zuyderland ziekenhuis en zorgverzekeraar CZ. Kan de Minister
aangeven of zij nog wijzigingen hadden ten opzichte van de uitkomsten die het ministerie
had opgeschreven na het gesprek en zo ja, welke? Wat wordt er bedoeld met interne
afstemming met «Z» aldus de beslisnota?
II. Reactie van de bewindspersoon
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie en reactie van de bewindspersoon
Vervoersarmoede geeft een groot risico op zorgmijders, zeker gezien de lage SES-score
van Parkstad. Hoe reflecteert de Minister hierop?
Uit het onderzoek van Grenspaal 12 komt – net als uit de eerdere analyse van de regietafel
– naar voren dat er belangrijke aandachtspunten zijn op het gebied van vervoer waarvoor
oplossingen moeten worden gezocht. Ik vind het belangrijk dat er aandacht is voor
de reistijd en de reiskosten van de inwoners in de regio. Het Zuyderland ziekenhuis
is inmiddels gestart met verschillende werkgroepen, waaronder één voor vervoer. In
deze werkgroep wordt samen met de regionale partijen, waaronder gemeenten, Arriva,
Omnibuzz en de provincie Limburg aandacht besteed aan specifieke problemen en gezocht
naar passende oplossingen. Het Zuyderland ziekenhuis geeft aan dat met deze aanpak
ook het mogelijke risico van zorgmijders in de Parkstad regio wordt aangepakt.
De resultaten van het onderzoek worden meegenomen bij de uitwerking door de werkgroep.
Daarbij heeft het Zuyderland ziekenhuis overigens wel kanttekeningen geplaatst bij
de door Grenspaal 12 genoemde gemiddelde kostenstijging van het vervoer. Het Zuyderland
ziekenhuis constateert weliswaar zelf ook dat de vervoerskosten zullen toenemen, maar
beduidend minder dan in het rapport van Grenspaal 12 genoemd. Tot slot, 85% van de
huidige zorg blijft op de locatie Heerlen waardoor voor het grootste deel van de mensen
uit die regio de reistijd niet verandert.
Bureau Grenspaal 12 ziet de reistijd voor zowel auto, openbaar vervoer maar ook voor
de ambulance, door hoogcomplexe zorg op één locatie toenemen. De maximale reistijd
voor ambulances is naar Heerlen 38 minuten, voor Sittard-Geleen is dit 41 minuten.
Drie minuten kan een heel groot verschil maken in acute situaties. Is de Minister
het met de leden van de PVV-fractie eens dat dit de zwaarstwegende afweging had moeten
zijn in de keuze voor een locatie? Zo nee, wat heeft de Minister te zeggen tegen iedereen
die nadelige, of erger fatale gevolgen oploopt door drie minuten langere reistijd?
Onder voorzitterschap van Lea Bouwmeester heeft de regietafel via een brede maatschappelijke
verkenning onderzocht hoe de zorg bij Zuyderland het beste vorm kon krijgen. Uit gesprekken
met burgers en stakeholders uit de regio zijn in deze verkenning acht verschillende
scenario’s samengesteld, welke vervolgens getoetst zijn aan de volgende randvoorwaarden:
sluitend netwerk, personeel, kwaliteit en veiligheid, zorgplicht, betaalbaarheid,
veranderbereidheid en governance. De randvoorwaarden en toetsingscriteria zijn opgesteld
op basis van gesprekken met stakeholders en zijn getoetst bij alle gemeenteraden en
colleges B&W. Iedereen is hiermee akkoord gegaan. Op basis van deze analyse zijn de
partijen uitgekomen op het voorkeurscenario «maximaal beschikbaar», waarbij het uitgangspunt
is dat het Zuyderland zoveel mogelijk zorg op de huidige locaties behoudt, binnen
de grenzen van wat mogelijk is qua personeel. Binnen dit scenario is gekozen om de
acute geboortezorg en de complexe spoedzorg vanaf 2030 in Sittard-Geleen te plaatsen,
omdat deze locatie het beste scoorde op de vooraf opgestelde toetsingscriteria, te
weten passende zorg, kwaliteit, toegankelijkheid, betaalbaarheid, verplaatsing van
werkplek, brede welvaart en duidelijkheid. De verkenning heeft daarnaast geleid tot
een plan voor een ziekenhuis in Heerlen waar de lokale bevolking terecht kan voor
zowel planbare zorg als het overgrote deel van de spoedzorg.
Wat betreft ambulancevervoer benadrukt zowel het rapport van Grenspaal 12 als eigen
onderzoek door Zuyderland dat aanrijtijden binnen de geldende landelijke streefnorm
blijven, ongeacht de locatie voor hoogcomplexe zorg. Ook uit de uitgevoerde bereikbaarheidsanalyse
van het RIVM blijkt dat wanneer Zuyderland ziekenhuis locatie Heerlen geen (complexe)
SEH-zorg meer aanbiedt, de bereikbaarheidsnorm van 45 minuten niet wordt overschreden.
Het geboortecentrum in Zoetermeer bleef onder andere om de reden van bereikbaarheid
in acute situaties open. Wat betekenen bovengenoemde inzichten voor het geboortecentrum
in Heerlen?
Het Zuyderland ziekenhuis heeft aangegeven dat de aanwezigheid van een operatiekamer
24/7 en een IC van wezenlijk belang is voor kwalitatief goede geboortezorg in een
grote regio met bijna 3000 bevallingen. Met alle betrokken stakeholders bij de geboortezorg
zal de werkgroep geboortezorg een plan maken om de geboortezorg ook na 2030 op kwalitatief
goede wijze vorm te geven op beide Zuyderland locaties. Deze werkgroep start in maart
2025.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie en reactie van de
bewindspersoon
Hoe realistisch acht de Minister het scenario dat er extra gebouwen worden gerealiseerd
en dat complexe spoedzorg op beide locaties blijft bestaan?
De toenemende zorgvraag en de afname van voldoende beschikbaar en gekwalificeerd personeel
vraagt naast oplossingen op de arbeidsmarkt ook om andere oplossingen. Denk daarbij
aan de invloed van innovatie, AI, transformatie van zorg en het slim organiseren van
zorgaanbod. Daarnaast kan ook de (negatieve) berichtgeving over het ziekenhuis invloed
hebben op de aantrekkelijkheid van het ziekenhuis als werkgever. Omdat de «zorgkloof»
niet alleen vanuit de arbeidsmarkt kan worden gedicht, maar samenhangt met dit soort
ontwikkelingen, is op dit moment niet te zeggen wanneer het personeelstekort in het
Zuyderland in voldoende mate is verbeterd. Het duurzaam oplossen van de grote personele
tekorten is geen gemakkelijke opgave en het ziekenhuis ziet zich op basis van de bestaande
situatie genoodzaakt de huidige plannen door te zetten. Maar als het op enig moment
wel lukt de grote personeelstekorten op te lossen, is de afspraak dat in de nieuwbouwplannen
en bouwgrond rekening wordt gehouden met het kunnen bijbouwen van de benodigde gebouwen
voor het realiseren van een SEH en IC en operatiekamers op beide locaties. Ik vind
het belangrijk dat deze mogelijkheid open staat.
Welke concrete stappen gaat de Minister zetten om werken in het Zuyderland ziekenhuis
aantrekkelijker te maken?
Mijn beleid is erop gericht om ziekenhuizen in de stad- en streekziekenhuizen in de
regio relevant te maken. Dat wil zeggen dat voor iedereen in Nederland zorg dichtbij
beschikbaar is. Om deze beweging te ondersteunen neem ik – binnen het zorgstelsel
– verregaande stappen om de randvoorwaarden voor het zorglandschap in Nederland te
veranderen. Met de maatregelen in het regeerprogramma zet ik in op een andere inrichting
van het zorglandschap waarbij streekziekenhuizen het uitgangspunt van beleid worden,
zodat het imago van werken in de regio verbetert. Deze maatregelen zijn:
1) Acute zorg uit de marktwerking. Het kabinet gaat de spoedeisende hulp (SEH), de acute verloskunde en intensive care
zorg (IC-zorg) bekostigen op basis van een vast budget (met inkoop in representatie).
Dit geeft zekerheid voor kleinere ziekenhuizen en maakt samenwerking gemakkelijker.
2) Meerjarige financiële afspraken. Het kabinet wil met zorgverzekeraars afspreken dat zij meerjarige financiële afspraken
met ziekenhuizen maken.
3) Grote ziekenhuizen ondersteunen kleine ziekenhuizen. Het kabinet wil ervoor zorgen dat ziekenhuizen meer samenwerken en volwaardige streekziekenhuizen
behouden blijven. Grote ziekenhuizen gaan kleine ziekenhuizen ondersteunen, zodat
zij goede zorg kunnen leveren en operaties van meer eenvoudigere aard worden niet
langer gecentreerd.
4) Aanpassing regelgeving. Het kabinet zal de regelgeving aanpassen die gevolgd moet worden als een ziekenhuis
overweegt het aanbod van acute zorg op een bepaalde locatie te beperken.
Daarnaast zet ik mij langs drie lijnen in voor het aanpakken van het personeelstekort
door:
1) het halveren van de administratietijd naar maximaal 20 procent, onder andere door de acties in de werkagenda van de Regiegroep aanpak regeldruk,
de veldbevraging die de mening van de zorgverlener over zinnige administratie die
past binnen maximaal 20 procent administratietijd centraal stelt, inzetten op het
voorkomen van onnodige regeldruk door nieuwe wet- en regelgeving en het versneld en
verantwoord benutten van de kansen van AI.
2) de juiste inzet van medewerkers, onder andere door arbitrage tussen zorgwetten waarbij de minste inzet van medewerkers
uitgangspunt wordt en medisch technische zorginnovaties die arbeidsbesparend werken.
3) het vergroten van vakmanschap en werkplezier, onder meer via een leidraad die organisaties concrete handvatten biedt om hiermee
aan de slag te gaan.
Ook organiseer ik voor de zomer een zorgtop over het afwenden van het onbeheersbaar
arbeidsmarkttekort binnen zorg en welzijn. Die dag zullen initiatieven centraal staan
die effectief zijn gebleken en die een succesvolle bijdrage hebben geleverd aan het
verminderen van de arbeidsmarkttekorten en de lancering van het platform waar alle
initiatieven op samenkomen. In aanloop naar deze top ga ik op 7 april in gesprek met
zorgprofessionals tijdens het VOICE-event: «op weg naar de zorgtop». Ook van hen hoor
ik graag welke plannen niet mogen ontbreken aan het platform waar het gaat om het
afwenden van een onbeheersbaar arbeidsmarkttekort.
Ook het Zuyderland ziekenhuis investeert langs verschillende lijnen in haar arbeidsmarktagenda.
Er wordt via zoveel mogelijk kanalen personeel geworven en wordt geïnvesteerd in arbeidsmarktcommunicatie.
Voor het behoud van medewerkers heeft Zuyderland programma's op het gebied van gezondheid
en vitaliteit, loopbaanontwikkeling, mentale weerbaarheid en (persoonlijke) leiderschapsontwikkeling.
Jaarlijks worden veel zorgprofessionals opgeleid. Daarnaast heeft het Zuyderland ziekenhuis
samen met andere zorgpartners in de regio een transformatieplan ingediend gericht
op de arbeidsmarkt. Hierbij wordt gewerkt aan het gezamenlijk opleiden van mensen
voor de zorg, het samen werven van mensen voor de zorg en het behouden van mensen
in de zorg door mobiliteits- en ontwikkelkansen te bieden, over de grenzen van de
eigen organisatie heen. De regio Parkstad is een prachtige regio om je als zorgprofessional
te vestigen met je gezin. Ik zal, en ik hoop u ook, dit bij gelegenheid onder de aandacht
brengen.
Hoe ver is de Minister gevorderd met het uit de SEH’s, de acute verloskunde en de
IC’s financieren via een vaste budgetbekostiging? Denkt de Minister dat deze maatregel
ook iets te doet aan het nijpende personeelstekort in de zorg? Personeelstekort wordt
als reden aangehaald voor de sluiting van de SEH. Hoe denkt de Minister dan dat het
financieren via een vast budgetbekostiging bijdraagt aan het openhouden van SEH’s?
Op 25 november 2024 heb ik de NZa om een uitvoeringstoets voor budgetbekostiging van
de spoedeisende hulp (SEH) en acute verloskunde (AV) gevraagd. Op 20 februari heeft
de NZa haar eerste deel van het advies gepubliceerd en heb ik uw Kamer daarover geïnformeerd2. De NZa geeft aan dat invoering van budgetbekostiging per 2026 niet haalbaar is en
schetst scenario’s voor invoering per 2027 en per 2028. U heeft hierover op 14 maart
een brief ontvangen. Voor budgetbekostiging van de IC zal ik de NZa deze maand nog
een aanvraag voor de uitvoeringstoets versturen.
Met budgetbekostiging voor de SEH, AV en IC beoog ik financiële zekerheid te geven
waardoor financiële problemen geen reden kunnen zijn dat een SEH, AV of IC sluit.
Budgetbekostiging is op zichzelf geen oplossing voor personele problemen. Waar budgetbekostiging
wel voor zorgt, is dat ziekenhuizen voor een bepaalde mate van beschikbaarheid worden
betaald. Dat geeft (financiële) zekerheid, immers het budget is niet afhankelijk van
daadwerkelijk geleverde zorg. Dit zorg ervoor dat financiële redenen niet de oorzaak
kunnen zijn voor sluiting van de SEH. Op die manier draagt budgetbekostiging bij aan
het openhouden van SEH’s en dus aan de toegankelijkheid van zorg. Hierdoor kunnen
ziekenhuizen een aantrekkelijke werkgever in de regio blijven.
Hoe zou de situatie qua personeelsbezetting eruit hebben gezien als een goed personeelsbeleid
en een goed strak financieel beleid bij de bouw van Orbis had plaatsgevonden? Had
men dan wel twee SEH» s kunnen ophouden etc.?
Dat kan ik niet beoordelen. De reden dat er geen twee SEH’s open kunnen blijven in
het Zuyderland ziekenhuis is niet de financiële situatie van het ziekenhuis maar het
tekort aan personeel.
Daarnaast moet beseft worden dat elke verplaatsing van werkzaamheden gepaard kan gaan
met personeelsverlies. Hoe kijkt de Minister hier tegenaan?
Ik ben me ervan bewust dat verplaatsing van werkzaamheden kan leiden tot personeelsverlies,
bijvoorbeeld doordat medewerkers de reisafstand te groot vinden worden3. Voor het behouden van personeel zijn naast reistijd ook andere factoren van belang.
Zoals een gezonde en veilige werkomgeving, zowel fysiek als sociaal, een goede relatie
met de leidinggevende, een veilig leerklimaat met ruimte voor persoonlijke en professionele
ontwikkeling en ruimte om te leren van fouten en een fijne omgeving om te wonen.
Uit de eindrapportage van de regietafel van 22 mei 2024 blijkt dat de keuze om spoedzorg
te concentreren in Sittard-Geleen is ingegeven door een structureel tekort aan gespecialiseerd
personeel in de acute zorg, waaronder de SEH, IC en operatiekamers. De rapportage
onderstreept dat deze personeelskrapte, ondanks maximale inspanningen op instroom
en behoud van medewerkers, niet volledig kan worden opgelost. Daarom is concentratie
van zorg op één locatie noodzakelijk om kwaliteit en toegankelijkheid van zorg te
kunnen blijven garanderen.
Ik vind het belangrijk dat het Zuyderland in gesprek is met haar medewerkers om te
kijken naar passende oplossingen om medewerkers te behouden voor het ziekenhuis of
te behouden voor de zorg elders. Het Zuyderland ziekenhuis verwacht weinig personeelsverlies
als gevolg van de voorgenomen verplaatsing van zorg.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vinden het extra pijnlijk dat er juist in
de mijnregio een volwaardig ziekenhuis verdwijnt. Deelt de Minister de mening van
de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie dat wij een ereschuld aan de regio hebben?
Ik vind dat ook pijnlijk. Er wonen immers genoeg mensen in de regio voor twee ziekenhuizen.
Ik besef zeer goed waar de regio vandaan komt. En met welke complexe uitdagingen de
regio onder andere als gevolg van dit verleden te maken heeft, zoals sociaaleconomische
achterstanden, het personeelstekort, groeiende zorgvraag bijvoorbeeld als gevolg van
de vergrijzing en een relatief ongezonde leefstijl in de regio.
Met de voorgestelde plannen blijven er twee grote ziekenhuizen in deze regio met elk
hun eigen profiel. Daarnaast is met huisartsen en ambulancedienst de afspraak gemaakt
om in 2030 samen een 24/7 spoedvoorziening in Heerlen neer te zetten waar alle basis
spoedzorg behandeld kan worden. Dit wordt nader uitgewerkt in de werkgroep integrale
spoedzorg.
De inwoners van deze regio verdienen – net als iedereen in Nederland – een ziekenhuis
dat goede kwaliteit van zorg kan leveren en dat zo volwaardig mogelijk naast netwerkzorg
die inspeelt op de belangrijkste regionale opgaven. Dat is waar in Nederland en dus
ook in deze regio hard aan wordt gewerkt, bijvoorbeeld met het regioplan dat in het
kader van het IZA is opgesteld en de bijbehorende transformatieplannen om de zorg
ook in de toekomst in Zuid-Limburg toegankelijk te houden.
Hoe ziet de Minister het sluiten van de SEH in de bredere verschraling van voorzieningen
in de regio? En hoe verhoudt zich dit tot de ambitie uit het regeerakkoord om de regio
centraal te stellen? Deelt de Minister de mening van de GroenLinks-PvdA-fractie dat
het rechtvaardig zou zijn als de regio Heerlen gecompenseerd wordt voor het verliezen
van een volwaardig ziekenhuis?
Mijn beleid is erop gericht om de regio centraal te stellen en kleinere stad- en streekziekenhuizen
in de regio relevant te maken. Acute zorg is daar een belangrijk onderdeel van en
moet zo dichtbij mogelijk mensen georganiseerd zijn. Daarom hebben we in het regeerprogramma
opgenomen dat we delen van de zorg anders in moeten richten.
Ik heb er begrip voor dat het Zuyderland-ziekenhuis op dit moment als gevolg van personeelstekorten
de SEH en IC niet op twee locaties kan openhouden. De kwaliteit van zorg voor patiënten
staat voorop en is met de voorliggende plannen ook voor inwoners van Parkstad afdoende
geborgd. Er zijn daarnaast afspraken gemaakt met het ziekenhuis en zorgverzekeraar
CZ voor het kunnen heropenen van SEH en IC op beide locaties als personeelstekorten
zijn opgelost. Zoals aangegeven in mijn brief van 10 oktober 2024 heeft het Zuyderland
ziekenhuis daarnaast besloten dat locatie Heerlen het (statutaire) hoofdkantoor van
Zuyderland wordt en zal daarnaast een groot deel van de staf-afdelingen op die locatie
worden gehuisvest.
Zoals ik ook eerder heb aangegeven gaat de landelijke politiek niet over welke zorg
een ziekenhuis biedt. Ik ben verantwoordelijk voor toegankelijke, kwalitatief goede
en betaalbare gezondheidszorg. Compensatie als gevolg van de keuze die nu gemaakt
is, is niet aan de orde. Wel is het van belang te investeren in de regionale opgaven
op het terrein van zorg. Dat gebeurt onder andere via het beschikbaar stellen van
middelen voor transformatieplannen die in het kader van het IZA worden ontwikkeld
en die moeten bijdragen aan de opgaven uit het regioplan. Voor de regio Zuid-Limburg
is een groot aantal transformatieplannen in ontwikkeling.
Dit kabinet heeft daarnaast in het kader van Elke Regio Telt! Het nieuwe Nationaal
Programma Vitale Regio’s (NPVR) gelanceerd voor de kwetsbare regio’s aan de randen
van het land; waaronder ook voor Zuid-Limburg. De Minister van BZK heeft uw Kamer
hier in december van afgelopen jaar over geïnformeerd. Met dit programma zet het kabinet
in op leefbare regio’s, een duurzaam en bereikbaar voorzieningenniveau en een gezonde
en kansrijke toekomst voor inwoners. Net als in de andere gebieden gaan we samen met
de regio Zuid-Limburg in 2025 een plan voor de regio maken en een daaruit volgende
actieagenda opstellen. Ook mijn ministerie committeert zich aan dit plan inclusief
uitvoeringsagenda.
Vooruitlopend op deze agenda heeft het kabinet op 31 januari jl. reeds besloten in
het kader van het Programma Regiodeals € 15 miljoen toe te kennen aan de Regio Deal
«Parkstad Limburg biedt ruimte!» en 10 miljoen aan de Regio Deal Zuid-Limburg.
Hoe kijkt de Minister tegen het «ravijnjaar» voor gemeentes aan en wat dit specifiek
kan betekenen voor het verdwijnen van voorzieningen in de gemeente Heerlen?
Mijn collega-bewindspersonen bij BZK voeren gesprekken met de VNG over balans in taken
en middelen voor gemeenten. Gemeenten hebben in elk geval de beschikking over financiële
middelen om uitvoering te geven aan de Wmo 2015. Daarnaast zijn gemeenten onderdeel
van het IZA en praten zij mee over een aanvullend akkoord. Door te werken aan goede
verbinding tussen het medisch en sociaal domein kunnen mensen met hun hulpvraag op
de juiste plek terecht. In het GALA zijn aanvullende afspraken gemaakt over preventie,
gezondheid en de verbinding met het medisch en -sociaal domein. Voor IZA en GALA hebben
gemeenten ook middelen beschikbaar gekregen.
In alle regio’s hebben gemeenten samen met verzekeraars hun regionale opgaven rondom
het toegankelijk houden van zorg en ondersteuning vastgelegd in regioplannen als onderdeel
van het IZA. Daarmee beogen zij te voorkomen dat cruciale voorzieningen op het terrein
van zorg en ondersteuning verdwijnen. Dat geldt ook voor Zuid-Limburg waar de gemeente
Heerlen ook betrokken is geweest bij het opstellen van het regioplan. Ik ga ervan
uit dat de gemeente Heerlen met het beschikbare budget juist vanwege de specifieke
gezondheidssituatie in de regio gerichte keuzes maakt die passen bij dit regioplan.
Recent hebben de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie met interesse kennisgenomen
van de onderzoeken van Grenspaal 12 en AT Osborne. Heeft de Minister kennisgenomen
van deze rapporten? Wat is de reactie van Minister op het rapport van Grenspaal 12?
Genoemde leden lezen in dit rapport dat gemiddelde reistijd met het openbaar vervoer
naar de SEH-afdeling Sittard-Geleen op ruim driekwartier ligt. Dit is een flinke toename
voor veel inwoners. Vindt de Minister dit acceptabel? Wat gaat de Minister doen om
deze reistijd te verminderen? Ook lezen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie dat
in sommige wijken reiskosten van 3 euro toenemen naar 9,50 euro. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
maken zich dan ook grote zorgen over de toegankelijkheid van ziekenhuiszorg voor de
meest kwetsbaren en ouderen. Is de Minister het met de GroenLinks-PvdA-fractie eens
dat juist de meest kwetsbare inwoners het hardst geraakt worden door deze centralisatie?
Deelt de Minister deze zorgen?
Ja, ik heb kennisgenomen van de rapporten. Uit het onderzoek van Grenspaal 12 komt
– net als uit de eerdere analyse van de regietafel – naar voren dat er aandachtspunten
zijn op het gebied van vervoer waarvoor oplossingen moeten worden gezocht. Ik vind
het belangrijk dat er aandacht is voor de reistijd en de reiskosten van de inwoners
in de regio. Het Zuyderland ziekenhuis is inmiddels gestart met verschillende werkgroepen,
waaronder één voor vervoer. In deze werkgroep wordt samen met de regionale partijen,
waaronder gemeenten, Arriva, Omnibuzz en de provincie Limburg aandacht besteed aan
specifieke problemen en gezocht naar passende oplossingen. De resultaten van het onderzoek
worden betrokken bij de uitwerking van de werkgroep.
Daarbij heeft het Zuyderland ziekenhuis overigens wel kanttekeningen geplaatst bij
de door Grenspaal 12 genoemde gemiddelde kostenstijging van het vervoer. Het Zuyderland
ziekenhuis constateert weliswaar zelf ook dat de vervoerskosten zullen toenemen, maar
beduidend minder dan in het rapport van Grenspaal 12 genoemd. Tot slot, 85% van de
huidige zorg blijft op de dichtstbijzijnde locatie waardoor voor het grootste deel
van de bevolking uit die regio de reistijd niet verandert.
Ten aanzien van de reistijd per openbaar vervoer geeft het Zuyderland ziekenhuis aan
dat een reis naar een SEH in de praktijk nauwelijks of niet per openbaar vervoer afgelegd
zal worden. In het geval een patiënt zich op de locatie Heerlen meldt met een spoedeisende
vraag die in Sittard behandeld moet worden zal de patiënt afhankelijk van zijn/haar
toestand met een ambulance of, indien eigen vervoer niet beschikbaar is, met een taxi
naar de andere locatie worden gebracht. In Heerlen blijft er 24/7 een spoedpost. Met
huisartsen en ambulance is de afspraak gemaakt om samen een 24/7 spoedvoorziening
in Heerlen neer te zetten in 2030 waar alle basis spoed behandeld kan worden. Dit
wordt nader uitgewerkt in de werkgroep integrale spoedzorg.
Welke concrete stappen gaat Minister zetten om de ziekenhuiszorg wel toegankelijk
te houden in de regio?
Het kabinet werkt onder regie van de Minister van IenW aan de invulling van een benadering
van bereikbaarheid waarin het kunnen bereiken van voorzieningen als zorg en onderwijs
essentieel is. Deze benadering is voor alle soorten gebieden en regio’s van toepassing,
en sluit bijvoorbeeld ook aan op het Nationaal Programma Vitale Regio’s (NVPR in het
kader van Elke Regio Telt!).
Daarin richt het kabinet zich op meer gestructureerd inzicht in de bereikbaarheid
van voorzieningen, waaronder zorginstellingen, met verschillende vervoerwijzen en
met de mogelijkheid daarop in te zoomen op gebiedsniveau. Ook streven we naar meer
inzicht in de bereikbaarheidsrisico’s van verschillende doelgroepen. Dat vraagt om
een uitwerking en doordenking op gebiedsniveau samen met regionale bestuurlijke partners
en met de verschillende collega-departementen. Ook in Zuid-Limburg.
De Minister van IenW zal vanuit zijn systeemverantwoordelijkheid daarvoor de komende
tijd het initiatief nemen voor een interdepartementale en interbestuurlijke aanpak,
en deze met de Kamer delen.
Hoe gaat de Minister voorkomen dat de gemeente niet opdraait voor de kosten van bijvoorbeeld
een omnibus? Ziet de Minister hier ook een rol voor de regering, bijvoorbeeld door
extra financiering vanuit het Rijk? Is de Minister bereid dit te verkennen?
Ik vind het belangrijk dat er aandacht is voor de reistijd en de reiskosten van de
inwoners in de regio. Het Zuyderland ziekenhuis is inmiddels gestart met verschillende
werkgroepen, waaronder één voor vervoer. In deze werkgroep wordt samen met de regionale
partijen, waaronder gemeenten, Arriva, Omnibuzz en de provincie Limburg aandacht besteed
aan specifieke problemen in regio’s en gezocht naar passende oplossingen. Voor de
bekostiging van het regionaal OV is de provincie verantwoordelijk, ik zie dan ook
geen aanleiding om daar een rol in te pakken. Aanvullend verwijs ik u naar het antwoord
op de vorige vraag.
In het AT Osborne rapport staat dat het verschil van investering tussen Heerlen en
Sittard-Geleen ongeveer 130 miljoen euro is. Hoe kijkt de Minister tegen deze conclusie
aan? Ziet de Minister aanknopingspunten voor het openhouden van twee SEH’s, gezien
het bedrag in dit onderzoek bijna 100 miljoen euro lager uitvalt dan bij die van de
regietafel?
Het Zuyderland ziekenhuis geeft aan dat het de analyse van AT Osborne niet onderschrijft
omdat er verschillende kosten niet zijn meegenomen in de analyse en er aannames zijn
gedaan die zij niet passend en realistisch vinden. Daarmee constateer ik dat hier
verschillende beelden over leven. Tegelijkertijd zie ik ook dat er, ook in de analyse
van AT Osborne, nog steeds een fors bedrag resteert waardoor de optie om locatie Heerlen
aan te wijzen voor de acute spoedzorg op het criterium van betaalbaarheid nog steeds
aanzienlijk slechter scoort dan de locatie Sittard-Geleen.
Zoals eerder aangegeven neemt het ziekenhuis – mits de procedure hiervoor op zorgvuldige
wijze wordt doorlopen – de besluiten over welke zorg wordt aangeboden. Het ziekenhuis
heeft aangegeven op basis van dit onderzoek geen aanknopingspunten te zien om het
eerdere besluit te heroverwegen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie en reactie van de bewindspersoon
De leden van de VVD-fractie vragen de Minister wat de basis is voor het idee om in
de nieuwbouwplannen en bouwgrond rekening te houden met het bijbouwen van extra gebouwen
voor het realiseren van een SEH en IC op beide locaties in Zuid-Limburg. Hoe realistisch
is het dat het personeelstekort de komende jaren zodanig wordt opgelost dat er voldoende
medewerkers beschikbaar zijn op de IC’s en SEH’s op beide locaties? Genoemde leden
lezen dat het Zuyderland en zorgverzekeraar CZ bezien hoe in Heerlen meer acute patiënten
kunnen worden opgevangen indien het personeelstekort in de acute zorg in voldoende
mate verbetert. Wat wordt bedoeld met in «voldoende» mate? Welke cijfers horen daarbij?
Wie bepaalt dat en wie neemt verantwoordelijkheid voor de invloed van deze keuze op
de kwaliteit en veiligheid van de zorg? En hoe wordt geborgd dat een eventueel kortdurende
verandering uitloopt op een structurele (investerings)beslissing met alle risico’s
van dien?
Het duurzaam oplossen van de grote personele tekorten is geen gemakkelijke opgave
en het ziekenhuis ziet zich op basis van de bestaande situatie genoodzaakt de huidige
plannen door te zetten. Het Zuyderland ziekenhuis heeft aangegeven dat in het programma
van eisen voor de nieuwbouw rekening zal worden gehouden met de mogelijkheid voor
een eventuele uitbouw. Hierbij staat voorop dat de kwaliteit van de zorg leidend is
en dat dit binnen passende financiële kaders moet kunnen plaatsvinden.
Het arbeidsmarkttekort in Zuid-Limburg in de sector zorg en welzijn stijgt naar 3.900
medewerkers in 2027 en naar 9.400 medewerkers in 2034. Met name in de functies verzorgende
niveau 3, verpleegkundige niveau 4, helpende niveau 2, agogen niveau 6 en verlos-
en verpleegkundige niveau 6 worden de grootste tekorten verwacht4.
Het aanpakken van het personeelstekort vraagt om verandering en daar zet ik mij voor
in langs drie lijnen, door:
1) Het halveren van de administratietijd naar maximaal 20 procent, onder andere door de acties in de werkagenda van de Regiegroep aanpak regeldruk,
de veldbevraging die de mening van de zorgverlener over zinnige administratie die
past binnen maximaal 20 procent administratietijd centraal stelt, inzetten op het
voorkomen van onnodige regeldruk door nieuwe wet- en regelgeving en het versneld en
verantwoord benutten van de kansen van AI.
2) De juiste inzet van medewerkers onder andere door arbitrage tussen zorgwetten waarbij de minste inzet van medewerkers
uitgangspunt wordt en medisch technische zorginnovaties die arbeidsbesparend werken.
3) Het vergroten van vakmanschap en werkplezier onder meer via een leidraad die organisaties concrete handvatten biedt om hiermee
aan de slag te gaan.
Daarnaast organiseer ik voor de zomer een zorgtop over het afwenden van het onbeheersbaar
arbeidsmarkttekort binnen zorg en welzijn. Die dag zullen initiatieven centraal staan
die effectief zijn gebleken en die een succesvolle bijdrage hebben geleverd aan het
verminderen van de arbeidsmarkttekorten. In aanloop naar deze top ga ik op 7 april
in gesprek met zorgprofessionals tijdens het VOICE-event: «op weg naar de zorgtop».
Ook van hen hoor ik graag welke plannen niet mogen ontbreken waar het gaat om het
afwenden van een onbeheersbaar arbeidsmarkttekort.
De toenemende zorgvraag en de afname van voldoende beschikbaar en gekwalificeerd personeel
vraagt naast oplossingen op de arbeidsmarkt ook om andere oplossingen. Denk daarbij
aan de invloed van innovatie, AI, transformatie van zorg en het slim organiseren van
zorgaanbod. Omdat de «zorgkloof» niet alleen vanuit de arbeidsmarkt kan worden gedicht,
maar samenhangt met dit soort ontwikkelingen, is op dit moment niet in absolute cijfers
te zeggen wanneer het personeelstekort in het Zuyderland in voldoende mate is verbeterd.
Binnen Zuyderland was er in 2023 al sprake van een forse onderbezetting in de acute
zorg. Het Zuyderland ziekenhuis verwacht dat deze tekorten de komende jaren verder
oplopen naar 18% in de SEH’s, 14% in de OK en 7% in de IC.
De komende jaren blijf ik de ontwikkelingen ten aanzien van de personeelstekorten
van het Zuyderland ziekenhuis nauwgezet volgen en blijf ik hierover in contact staan
met het bestuur van het ziekenhuis. Eventuele koerswijzigingen op de personeelstekorten
worden betrokken in dit contact. Het is uiteindelijk aan het ziekenhuis en de zorgverzekeraar
om de keuzes te maken over de inrichting van het zorgaanbod en de daarvoor benodigde
investeringen.
Hebben we het hier niet over een mogelijkheid waar nog geen procent kans op is dat
die zich voordoet? En gaat de Minister hiermee dan niet een schijnbelofte aan?
Ik kan geen inschatting geven van de kans dat dit zich voordoet, maar ook als de kans
klein is ben ik blij dat deze mogelijkheid open staat. Het duurzaam oplossen van de
grote personele tekorten is geen gemakkelijke opgave en het ziekenhuis ziet zich op
basis van de bestaande situatie genoodzaakt de huidige plannen door te zetten. Maar
als het op enig moment wel lukt is de afspraak dat in de nieuwbouwplannen en bouwgrond
rekening wordt gehouden met het kunnen bijbouwen van de benodigde gebouwen voor het
realiseren van een SEH en IC op beide locaties.
De leden van de VVD-fractie vinden dat het proces rondom het openen en sluiten van
afdelingen in ziekenhuizen en de communicatie daarover in de landelijke politiek veel
realistischer en eerlijker gevoerd moet worden. Genoemde leden vragen hoe de Minister
aankijkt tegen haar verantwoordelijkheid in dit proces.
De politiek gaat niet over het open houden of sluiten van ziekenhuisonderdelen en
dat geeft soms een machteloos gevoel. Toch zijn er randvoorwaarden waar we wel invloed
op hebben. Ik heb gezien en ervaren dat het sluiten van een afdeling leidt tot maatschappelijke
en politieke discussies, zeker wanneer relevante partijen in de regio het gevoel hebben
niet of onvoldoende betrokken te zijn geweest in het proces dat heeft geleid tot sluiting
van deze voorzieningen. Ik heb er begrip voor dat deze discussies door de Tweede Kamer
opgepakt worden, zoals ook is gebeurd met het Zuyderland-dossier. Ik ben van mening
dat het gesprek primair in de regio gevoerd dient te worden, waarbij ik het belangrijk
vind dat het gesprek met alle betrokkenen tijdig en goed gevoerd wordt,
Ik zie het voor me dat een gedegen proces in de regio ook leidt tot een betere communicatie
in de landelijke politiek. In mijn brief van 10 oktober heb ik zo feitelijk mogelijk
verslag gedaan van de afspraken die voor Zuyderland zijn gemaakt. Als Minister schep
ik de kaders voor het gesprek in de regio. Die kaders liggen vast in het Uitvoeringsbesluit
en de Uitvoeringsregeling Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz, de amvb
acute zorg).
Tevens ben ik bezig met het aanpassen van de regelgeving die gevolgd moet worden als
een ziekenhuis overweegt het aanbod van acute zorg op een bepaalde locatie te beperken.
Op deze manier wil ik ervoor zorgen dat er een stevigere fundering is om ziekenhuizen
en ketenpartners meer te laten samenwerken en om ziekenhuizen dichtbij te behouden.
Dit neemt echter niet weg dat het niet aan de landelijke politiek of aan mij als Minister
is om te daadwerkelijk te bepalen welke afdelingen een ziekenhuis heeft en welke zorg
het ziekenhuis levert. Dat is de verantwoordelijkheid van het ziekenhuis zelf. Alleen
zorgaanbieders kunnen immers uiteindelijk beslissen of ze de kwaliteit van zorg kunnen
borgen waaraan zij zijn gehouden.
Welke lessen trekt zij uit het Zuyderland-dossier en hoe hier in de landelijke politiek
mee is omgegaan? En wat is zij van plan te doen met de toekomstige vraagstukken rondom
ziekenhuiszorg in Zuid-Limburg, maar ook in andere delen van het land? Wat neemt ze
mee uit de eerdere en huidige vergelijkbare processen, in bijvoorbeeld Zutphen?
Van de situatie bij het Zuyderland heb ik geleerd dat het van groot belang is dat
het lokaal openbaar bestuur tijdig wordt betrokken bij de voorgenomen besluitvorming
daar waar het gaat om het wijzigen van het aanbod van acute zorg. Ziekenhuisbestuurders
moeten (pro)actief in gesprek met de lokale gemeenschap en met hun patiënten over
hoe zij de zorg wensen te organiseren.
Met de maatregelen in het Regeerprogramma zet ik in op een andere inrichting van het
zorglandschap waarbij streekziekenhuizen het uitgangspunt van beleid worden. Deze
maatregelen zijn:
1) Acute zorg uit de marktwerking. Het kabinet gaat de spoedeisende hulp (SEH), de acute
verloskunde en intensive care zorg (IC-zorg) bekostigen op basis van een vast budget
(met inkoop in representatie). Dit geeft zekerheid voor kleinere ziekenhuizen en maakt
samenwerking gemakkelijker.
2) Meerjarige financiële afspraken. Het kabinet wil met zorgverzekeraars afspreken dat
zij meerjarige financiële afspraken met ziekenhuizen maken.
3) Grote ziekenhuizen ondersteunen kleine ziekenhuizen. Het kabinet wil ervoor zorgen
dat ziekenhuizen meer samenwerken en volwaardige streekziekenhuizen behouden blijven.
Grote ziekenhuizen gaan kleine ziekenhuizen ondersteunen, zodat zij goede zorg kunnen
leveren en operaties van meer eenvoudigere aard worden niet langer gecentreerd.
4) Aanpassing regelgeving. Het kabinet zal de regelgeving aanpassen die gevolgd moet
worden als een ziekenhuis overweegt het aanbod van acute zorg op een bepaalde locatie
te beperken.
In aanvulling en vooruitlopend op wetgeving, die nu eenmaal tijd kost, stel ik een
handreiking op voor wat er in de tussentijd nodig is om te voorkomen dat de beschikbaarheid
in het geding komt. De handreiking moet ondersteuning gaan bieden aan organisaties
die betrokken (willen) zijn bij eventuele verandering van het aanbod van (acute) zorg
en aanbevelingen en kaders geven om ervoor te zorgen dat hierover in de regio het
goede gesprek wordt gevoerd. Wie wordt wanneer ingeschakeld, wat zegt de huidige wetgeving,
wat leren we van recente casuïstiek, maar bovenal hoe gebruiken we de denkkracht van
iedereen om tot goede oplossingen te komen? Binnenkort breng ik deze in internetconsultatie,
zodat iedereen die dat wil aanvullingen kan voorstellen.
De leden van de VVD-fractie hebben eerder aangedrongen op een duidelijker rol voor
de betrokkenheid van inwoners, gemeenten, huisartsen en het lokale zorgnetwerk. Kan
de Minister aangeven hoe dat idealiter vorm krijgt in toekomstige vraagstukken als
deze? Wat is nodig om die ideale werkwijze mogelijk te maken en wat gaat de Minister
daarvoor doen?
Ik vind het belangrijk dat inwoners, gemeenten, huisartsen en het lokale zorgnetwerk
goed en op tijd betrokken worden bij het proces wanneer het zorgaanbod in de regio
aan verandering onderhevig is. Zoals in het vorige antwoord aangegeven, heb ik in
aanvulling op de bestaande regelgeving een concept handreiking gereed, waarin beschreven
staat hoe en op welk moment verschillende betrokkenen bij dit vraagstuk aangesloten
kunnen worden.
Dat de Minister «als eerste Minister marktwerking uit delen van de zorg gaat halen»
is een vaak herhaalde oneliner. Wat betekent dit concreet?
Dit betekent dat ik als eerste Minister een onderscheid ga maken in de bekostiging
van de spoedeisende hulp (SEH), acute verloskunde (AV) in het ziekenhuis en intensive
care (IC) zorg enerzijds en de overige ziekenhuiszorg anderzijds.
Acute zorgvormen hebben immers een soort van ambulancefunctie. Ook als er relatief
weinig patiënten zijn, moet die zorg toch beschikbaar zijn voor die paar patiënten
die wel acuut zorg nodig hebben. Deze zorg moet daarom anders bekostigd worden dan
de meer planbare zorg in ziekenhuizen zoals bijvoorbeeld knieoperaties of staaroperaties.
De bekostiging moet op basis van beschikbaarheid in plaats van productie. Die benodigde
beschikbaarheid van acute zorg vergt dat alle zorgverzekeraars bijdragen aan het dichtbij
beschikbaar houden van de acute zorg, zodat al hun verzekerden er gebruik van kunnen
maken als dat nodig is.
Mijn voornemen is om dit te doen door de gefaseerde invoering van budgetbekostiging.
Daarbij spreken ziekenhuizen en zorgverzekeraars een vast budget af. De afspraken
worden gemaakt door de grootste een of twee zorgverzekeraars, namens alle zorgverzekeraars.
Zo dragen zij allemaal op een eerlijke manier hun aandeel bij. Door deze afspraken
maakt het, in tegenstelling tot de reguliere bekostiging op basis van prijzen en volumes
(zogenaamde PxQ bekostiging), niet uit hoeveel zorg er geleverd wordt.
Ook is er bij deze bekostigingsvorm door de bijbehorende NZa-regelgeving geen ruimte
meer voor concurrentie in de inkoop binnen een regio waardoor de ACM in dit geval
niet zal toetsen aan de Mededingingswet. Met andere woorden: door de invoering van
budgetbekostiging haal ik de SEH, AV en IC uit de marktwerking. Ik streef ernaar mijn
bredere opvatting over marktwerking in de zorg voor het commissiedebat medisch zorglandschap
met uw Kamer te delen.
Vindt de Minister dat de ziekenhuizen in de regio nu onvoldoende bestaansrecht hebben?
De ziekenhuizen dichtbij, in de eigen regio, vormen het hart van het medisch zorglandschap.
Daar mogen we trots op zijn. Maar, we moeten er ook zuinig op zijn, juist in tijden
waarin de zorg onder druk staat. We staan namelijk voor een enorme opgave als het
gaat om de houdbaarheid van de zorg. We krijgen steeds meer te maken met een grote
toestroom van patiënten. We worden namelijk steeds ouder en er zijn steeds meer mensen
in Nederland die zorg nodig hebben. Ik zie nu al dat ziekenhuizen worden geconfronteerd
met een oplopend tekort aan personeel waardoor ze voor uitdagingen komen te staan.
Ik zie het als mijn plicht om het personeelstekort op te lossen.
Aanvullend maak ik werk van bestuurlijke afspraken, het aanpassen van wet- en regelgeving
en het invoeren van budgetbekostiging voor de acute ziekenhuiszorg, om zo het ziekenhuis
dichtbij méér bestaansrecht te geven.
In welke mate draagt het «weghalen van marktwerking uit delen van de zorg» bij aan
bestaansrecht en het verbeteren van het imago van werken in de regio?
Met budgetbekostiging voor de SEH, AV en IC beoog ik financiële zekerheid te geven
waardoor financiële problemen geen reden kunnen zijn dat een SEH, AV of IC sluit.
Een vorm van gedifferentieerde budgetbekostiging kan bijdragen aan de optimale inzet
van schaars personeel in de acute zorg en kan ervoor zorgen dat personeel zich duurzaam
vestigt in de regio. Hierdoor kunnen ziekenhuizen een aantrekkelijke werkgever in
de regio blijven.
In hoeverre dragen beleidsdoelen van concentratie en spreiding bij aan bestaansrecht
en het genoemde imago en hoe kan de Minister dit verder versterken?
Ik vind het belangrijk dat iedereen in Nederland, ongeacht zijn of haar woonplaats,
toegang heeft tot goede zorg, of het nou gaat om een relatief eenvoudige beenbreuk,
of over een complexe chirurgische operatie aan een van de organen. Uitgangspunt is
daarbij dat we de zorg zo dichtbij mogelijk om de patiënt heen organiseren en dat
als het moet, we de hoogcomplexe zorg afhankelijk van waar je woont, verder weg moeten
organiseren.
Ik zie de beweging van spreiding en concentratie als een belangrijke bouwsteen voor
de inrichting van het zorglandschap. De beweging is erop gericht dat ziekenhuizen
meer gaan samenwerken in zorgnetwerken. Soms is concentratie van zorg nodig om zorg
van hogere kwaliteit voor patiënten mogelijk te maken. In andere gevallen leidt spreiding
tot beter passende zorg dichtbij. Alle medisch specialisten, ziekenhuizen en andere
veldpartijen zijn nodig om deze kwaliteitsverbetering voor patiënten te kunnen realiseren.
Ik ben ervan overtuigd dat de inzet van netwerkzorg zorgt voor meer kennis en expertise
in de ziekenhuizen wat tevens ten goede komt aan het imago.
Met welke kwantitatieve onderbouwingen is de Minister nu aan het rekenen om «marktwerking
uit delen van de zorg te halen»? Welke impact heeft dit op andere «delen van de zorg»
en welke delen zijn dat? En hoe gaat de Minister hiermee om? Op welke termijn kan
de Kamer inhoudelijke voorstellen tegemoet zien, inclusief budgettaire consequenties?
Om de gevolgen van de invoering van budgetbekostiging beter in kaart te brengen heb
ik de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gevraagd om een uitvoeringstoets. Op 20 februari
jl. heb ik het eerste deel van die uitvoeringstoets aan uw Kamer aangeboden, waarin
ik ook aangeef welke stappen ik tegen die achtergrond neem.5 Ik heb uw Kamer op 14 maart nader geïnformeerd over de invoering van budgetbekostiging
voor de SEH. Ook zal de NZa in de zomer het tweede deel van haar advies opleveren,
waarin een aantal uitvoeringsvraagstukken beantwoord zal worden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie en reactie van de bewindspersoon
De leden van de NSC-fractie constateren dat het personeelstekort een grote uitdaging
vormt en een belangrijke oorzaak is van de problemen die het Zuyderland ziekenhuis
ondervindt. Zij lezen dat de directie van het Zuyderland en zorgverzekeraar CZ hebben
toegezegd het arbeidsmarkttekort continu te blijven monitoren en alles te doen om
zoveel mogelijk zorgpersoneel op te leiden en te behouden. Het blijft echter onduidelijk
welke concrete maatregelen en aanpakken er precies worden ingezet om dit te realiseren.
Kan de Minister verduidelijken hoe deze toezeggingen in de praktijk worden omgezet?
Het Zuyderland ziekenhuis geeft aan via verschillende lijnen te investeren in haar
arbeidsmarktagenda. Er wordt via zoveel mogelijk kanalen personeel geworven en wordt
geïnvesteerd in arbeidsmarktcommunicatie. Voor het behoud van medewerkers heeft Zuyderland
programma's op het gebied van gezondheid en vitaliteit, loopbaanontwikkeling, mentale
weerbaarheid en (persoonlijk) leiderschapsontwikkeling. Ook worden jaarlijks veel
zorgprofessionals opgeleid. Daarnaast heeft het Zuyderland ziekenhuis samen met andere
zorgpartners in de regio een transformatieplan ingediend gericht op de arbeidsmarkt.
Hierbij wordt vanuit een collectief werkgeverschap gewerkt aan het gezamenlijk opleiden
van mensen voor de zorg, het samen werven van mensen voor de zorg en het behouden
van mensen in de zorg door mobiliteits- en ontwikkelkansen te bieden, ook over de
grenzen van de eigen organisatie heen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie en reactie van de bewindspersoon
Genoemde leden zijn blij met de toezegging om het arbeidsmarkttekort in de zorg te
blijven monitoren en wanneer dat kan bij te sturen. Hoe garandeert de Minister dat
bijsturing van het ziekenhuis daadwerkelijk leidt tot het behouden of uitbreiden van
zorgcapaciteit in Heerlen? Wat zijn concrete cijfers of doelen voor het aantrekken
van zorgpersoneel voor de regio Heerlen?
De toenemende zorgvraag en de afname van voldoende beschikbaar en gekwalificeerd personeel
vraagt naast oplossingen op de arbeidsmarkt ook om andere oplossingen. Denk daarbij
aan de invloed van innovatie, AI, transformatie van zorg en het slim organiseren van
zorgaanbod. Omdat de «zorgkloof» niet alleen vanuit de arbeidsmarkt kan worden gedicht,
maar samenhangt met dit soort ontwikkelingen, is op dit moment niet in absolute cijfers
te zeggen wanneer het personeelstekort in het Zuyderland in voldoende mate is verbeterd.
Binnen Zuyderland was er in 2023 al sprake van een forse onderbezetting in de acute
zorg. Het Zuyderland ziekenhuis verwacht dat deze tekorten de komende jaren verder
oplopen naar 18% in de SEH’s, 14% in de OK en 7% in de IC.
De komende jaren blijf ik de ontwikkelingen ten aanzien van de personeelstekorten
van het Zuyderland ziekenhuis nauwgezet volgen en blijf ik hierover in contact staan
met het bestuur van het ziekenhuis. Eventuele koerswijzigingen op de personeelstekorten
worden betrokken in dit contact. Het is uiteindelijk aan het ziekenhuis en de zorgverzekeraar
om de keuzes te maken over de inrichting van het zorgaanbod.
Daarnaast zijn de leden van de BBB-fractie ook blij met de dertig jaar garantie op
ziekenhuiszorg in Heerlen. De toezegging is geruststellend, maar wanneer en hoe wordt
deze garantie juridisch afgedekt? Wat zijn de juridische voorwaarden die waarborgen
dat de locatie Heerlen voor dertig jaar operationeel blijft? Kan de Minister garanderen
dat het ziekenhuis geen stille afschaling doorvoert op de locatie Heerlen, als bijvoorbeeld
de zorgbehoefte in de regio verschuift?
Het Zuyderland ziekenhuis heeft mij laten weten de belofte nog juridisch vast te leggen
en verwacht dit eind 2025 afgerond te hebben. Ik zal monitoren dat deze afspraak wordt
nagekomen. Daarbij geldt dat dit geen belofte is aan mij, maar aan de inwoners en
betrokken partijen in de regio. Ik ga er daarom vanuit dat de juridische uitwerking
een duurzaam karakter heeft en los staat van de opvatting van mijn opvolgers. Gezien
de grote investering van tientallen miljoenen in het nieuwe gebouw in Heerlen is het
Zuyderland er zelf ook bij gebaat om daadwerkelijk ziekenhuiszorg in het gebouw te
blijven aanbieden. Ik heb er daarom alle vertrouwen in dat de belofte wordt nagekomen.
Ik zal uw Kamer hiervan op de hoogte houden.
Ook lezen genoemde leden dat verder wordt onderzocht in hoeverre de reeds bestaande
thuismonitoring (bijvoorbeeld CTG-monitoring) verder uitgebreid kan worden voor zorg
die minder acuut is en nodig is buiten kantoortijden in de thuissetting of wijk. Hoe
wordt de thuismonitoring voor zwangere vrouwen verder uitgebreid en in hoeverre kan
deze uitbreiding bijdragen aan het behoud van zorg op locatie Heerlen, in plaats van
een grotere concentratie van zorg op Sittard-Geleen?
Het Zuyderland ziekenhuis geeft aan dat het opschalen van digitale zorg, inclusief
centraal telemonitoring, binnen Zuyderland vormgegeven is in zowel een strategisch
programma als een uitvoeringsorganisatie (Digitale Zorgtransformatie). Hierdoor is
Zuyderland in staat geweest significante stappen te zetten in het structureel uitbreiden
van digitale zorg en telemonitoring binnen 28 zorgpaden. Dit zijn zorgpaden van chronische,
klinische en acute aard. Op dit moment heeft Zuyderland deze vorm van digitale zorg
en telemonitoring al aan kunnen bieden aan meer dan 7.500 patiënten. Deze zorg wordt
aangeboden aan alle patiënten binnen Zuyderland, ongeacht woonplaats of afstand tot
het ziekenhuis. Het centraal monitoringsteam bevindt zich zowel in Sittard-Geleen
als in Heerlen, en ook het ondersteuningspunt voor vragen van patiënten aangaande
digitale zorg (Digipunt) heeft fysieke loketten in zowel Sittard-Geleen als in Heerlen.
Op dit moment wordt CTG en zwangerschapshypertensie op afstand aangeboden, uitbreidingsmogelijkheden
wordt onderzocht met (o.a. zorg op afstand na een keizersnede en bij prematuren).
Daarnaast loopt op dit moment een samenwerkingsverband op regionaal niveau om ook
in de keten digitale zorg aan de burgers in de Oostelijke en Westelijke mijnstreek
regio aan te kunnen bieden. Hierin werken de huisartsenorganisaties, thuiszorgorganisaties
en het ziekenhuis intensief samen. Op dit moment bevindt dit traject zich nog in de
ontwerpfase; doelstelling is om in 2025 de eerste «pilots» met een kleine patiëntenpopulatie
uit te voeren, en in 2026–2027 te implementeren en op te schalen. Hier is het aanbieden
van chronische zorg de focus in de eerste fase, met als eerste transmurale digitale
zorgpaden COPD/astma, diabetes type II en hartfalen.
Daarnaast lezen de leden dat het Zuyderland ziekenhuis in overleg met de Minister
een pilot Artificial Intelligence (AI) start om de administratieve lasten van zorgverleners
te verlichten. Hoe worden de voordelen van AI voor administratieve lasten gecommuniceerd
naar het zorgpersoneel en in hoeverre zal dit bijdragen aan het op termijn bijbouwen
van de benodigde gebouwen voor het realiseren van een SEH en IC op beide locaties?
Het Zuyderland ziekenhuis geeft aan veel potentie te zien voor het inzetten van AI
om de administratieve lasten te verminderen, bijvoorbeeld met speech-to-text oplossingen.
Zuyderland werkt met een veranderprogramma waarin specifiek met zorgverleners de voordelen
van gebruik AI in kaart gebracht worden. Door dit gezamenlijk te doen ontstaat er
meer kans op adoptie en succesvolle implementatie.
Op termijn kan dit bijdragen aan vermindering van de zorgkloof doordat meer tijd van
schaars zorgpersoneel, onder andere op de SEH en de IC, wordt vrijgespeeld en daarmee
groeiende zorgvraag beter beantwoord kan worden. Op andere plekken wordt deze potentie
in AI ook gezien, daarom wordt er op dit moment in het kader van het AZWA gewerkt
aan een aanpak en kaders voor de inzet van AI in de zorg om gezamenlijk met het veld
hier afspraken over te maken.
Er zijn meerdere oplossingen die kunnen bijdragen aan het dichten van de «zogenaamde»
zorgkloof, die wordt veroorzaakt door de toenemende zorgvraag en de afname van voldoende
beschikbaar en gekwalificeerd. Dit kunnen oplossingen zijn op het gebied van de arbeidsmarkt,
maar ook op het gebied van innovatie, AI, transformatie van zorg en het slim organiseren
van zorgaanbod. De mate waarin AI zal bijdragen aan de mogelijkheid om op termijn
gebouwen bij te bouwen is afhankelijk van de mate waarin de potentie van AI zich daadwerkelijk
manifesteert en de ontwikkeling van de overige oplossingen die van invloed zijn op
de zorgkloof.
Tot slot de ambulancezorg. Gezien de afschaling van de IC, SEH en acute verloskunde
van Heerlen naar Sittard-Geleen: hoe wordt gewaarborgd dat de ambulancezorg in de
regio Parkstad, inclusief Heerlen, snel en adequaat kan blijven reageren? Zijn er
concrete afspraken gemaakt met de ambulancezorg?
Ambulancezorg Limburg verzorgt de ambulancezorg in de regio Parkstad en de rest van
Limburg. Zuid-Limburg beschikt over ambulanceposten in Maastricht, Gulpen, Landgraaf,
Heerlen en Geleen. Deze ambulanceposten zijn zo verdeeld over de regio dat er een
optimale dekking van het verzorgingsgebied is als het aankomt op binnen 15 minuten
ter plaatse zijn om acute zorg te kunnen verlenen. Overal in de regio kunnen ambulances
vervolgens binnen de wettelijke bereikbaarheidsnorm de patiënt vervoeren naar het
ziekenhuis met de best passende zorg.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie en reactie van de bewindspersoon
De leden van de CDA-fractie lezen dat het Zuyderland ziekenhuis en zorgverzekeraar
CZ zullen garanderen dat het ziekenhuis op locatie Heerlen voor dertig jaar blijft
bestaan en dat deze toezegging nader uitgewerkt wordt. Deze leden vragen hoe deze
toezegging (juridisch) uitgewerkt wordt, of de Minister de Kamer hiervan op de hoogte
wil houden en wanneer de Kamer hier meer over hoort.
Het Zuyderland ziekenhuis heeft mij laten weten de belofte nog juridisch vast te leggen
en verwacht dit eind 2025 afgerond te hebben. Ik zal monitoren dat deze afspraak wordt
nagekomen. Daarbij geldt dat dit geen belofte is aan mij, maar aan de inwoners en
betrokken partijen in de regio. Ik ga er daarom vanuit dat de juridische uitwerking
een duurzaam karakter heeft en los staat van de opvatting van mijn opvolgers. Gezien
de grote investering van tientallen miljoenen in het nieuwe gebouw in Heerlen is het
Zuyderland er zelf ook bij gebaat om daadwerkelijk ziekenhuiszorg in het gebouw te
blijven aanbieden. Ik heb er daarom alle vertrouwen in dat de belofte wordt nagekomen.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister naar de afdoening van de aangenomen
motie-Krul c.s. om uiterlijk in de eerste helft van 2025 tot een plan te komen voor
goede en veilige geboortezorg in Heerlen. Deze leden vragen de Minister naar de uitvoering
van deze motie, aangezien zij in haar brief een plan hiervoor missen. De brief en
de bijlage over de afdoening van moties spreken over: «de mogelijkheden worden onderzocht
om, samen met de verloskundigen, in Heerlen zoveel als mogelijk laag complexe geboortezorg
aan te bieden op beide locaties, waarbij ook een kraamhotel tot de opties behoort.»
Deze leden constateren echter dat dit niets nieuws is, maar al eerder aangekondigd.
Welke nieuwe stappen zijn er genomen en hoe neemt de Minister hierin het initiatief,
zoals in de motie is gevraagd? En wanneer hoort de Kamer hier meer over?
Het Zuyderland ziekenhuis geeft aan dat er een werkgroep start samen met de eerstelijns
verloskundigen voor de uitwerking en inrichting van goede en veilige geboortezorg
in de hele Mijnstreekregio. Zoals ik ook in mijn brief van 10 oktober 2024 heb aangegeven
is de uitwerking en inrichting hiervan aan het ziekenhuis zelf en zal ik uw Kamer
vóór de zomer van 2025 informeren over de voortgang.
De leden van de CDA-fractie constateren dat de Minister reeds geruime tijd werkt aan
regelgeving die gevolgd moet worden als een ziekenhuis overweegt het aanbod van acute
zorg op een bepaalde locatie te beperken. Deze leden missen urgentie en voortgang
op dit dossier. Wanneer komt de Minister met haar concrete plannen? Wat is er veranderd
sinds de brief van de Minister van 10 oktober jl.? En wanneer komt de handreiking
die in de tussentijd uitkomst moet bieden?
Het klopt dat ik bezig ben met het aanpassen van de regelgeving die gevolgd moet worden
als een ziekenhuis overweegt het aanbod van acute zorg op een bepaalde locatie te
beperken. Het gaat hierbij om het Uitvoeringsbesluit en de Uitvoeringsregeling Wkkgz.
Het aanpassen van regelgeving kost echter tijd, waarbij ik het belangrijk vind om
dit proces gedegen te doorlopen. Parallel hieraan ben ik bezig met de handreiking.
De conceptversie heb ik gereed.
Daarnaast zal ik een concept van de handreiking op internet ter consultatie aanbieden,
zodat iedereen die dat wil suggesties kan doen. De handreiking hoop ik vervolgens
na de zomer gereed te hebben. Mijn inzet is erop gericht om dan ook een voorstel gereed
te hebben voor de internetconsultatie van de aanpassing van de regelgeving.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie en reactie van de bewindspersoon
De leden van de SP-fractie vragen de Minister wat de «ultieme poging» die zij heeft
gedaan door te overleggen met de zorgverzekeraar en het ziekenhuisbestuur concreet
heeft opgeleverd, behalve de genoemde punten in haar brief? Hoe kan de Minister zeggen
dat het gesprek een «positieve uitkomst» heeft gehad terwijl cruciale onderdelen van
het Heerlense ziekenhuis alsnog gesloten gaan worden?
De afspraken die ik met het bestuur van het ziekenhuis en de zorgverzekeraar heb gemaakt,
waarover ik uw Kamer in mijn brief van 10 oktober 2024 heb geïnformeerd, zijn in mijn
ogen het maximale wat ik als Minister van VWS kan doen ten aanzien van de inrichting
van het ziekenhuisaanbod in deze regio.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister hoe de afspraken in de nieuwbouwplannen
en in de bouwgrond waarin rekening wordt gehouden met het kunnen bijbouwen van de
genodigde gebouwen voor het realiseren van een SEH en IC op beiden locaties er precies
uitzien. Welke waarborgen zitten hierin? Hoe ziet de afspraak er precies uit die is
gemaakt met verzekeraar CZ om de rekening op te pakken om de extra te gebouwen te
realiseren? Waar kan deze afspraak teruggevonden worden en hoe groot bedraagt deze?
Genoemde leden vragen de Minister wanneer het punt voor het ziekenhuis en zorgverzekeraar
is bereikt om te besluiten dat de bouw van het complex aangepast kan worden omdat
er voldoende personeel is.
De afspraak zoals overeengekomen met het bestuur van Zuyderland en zorgverzekeraar
CZ is vastgelegd in de Kamerbrief van 10 oktober jl. Zij hebben de afspraak onderschreven.
Het Zuyderland ziekenhuis heeft aangegeven dat in het programma van eisen voor de
nieuwbouw rekening zal worden gehouden met de mogelijkheid voor een eventuele uitbouw.
Hierbij staat voorop dat de kwaliteit van de zorg leidend is en dat dit binnen passende
financiële kaders moet kunnen plaatsvinden.
De toenemende zorgvraag en de afname van voldoende beschikbaar en gekwalificeerd personeel
vraagt naast oplossingen op de arbeidsmarkt ook om een andere oplossingen. Denk daarbij
aan de invloed van innovatie, AI, transformatie van zorg en het slim organiseren van
zorgaanbod. Omdat de zogenaamde zorgkloof niet alleen vanuit de arbeidsmarkt kan worden
gedicht, maar samenhangt met dit soort ontwikkelingen, is op dit moment niet in absolute
cijfers te zeggen wanneer het punt is bereikt dat de bouw van het complex aangepast
wordt. De komende jaren blijf ik de ontwikkelingen van het Zuyderland ziekenhuis nauwgezet
volgen en blijf ik hierover in contact staan met het bestuur van het ziekenhuis. Eventuele
koerswijzigingen zullen worden betrokken in deze overleggen. Het is uiteindelijk aan
het ziekenhuis en de zorgverzekeraar om de keuzes te maken over de inrichting van
het zorgaanbod, en dus ook over aanpassingen in de bouw.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister waarom er is besloten voor de garantie
van het bestaan van het ziekenhuis op de locatie Heerlen voor een periode van dertig
jaar. Waarin is deze «belofte» vastgelegd? Hoe gaat de Minister voorkomen dat deze
belofte door opvolgers van haar naast zich neer worden gelegd? Hoe staat het met de
juridische uitwerking hiervan, waar in de brief over wordt geschreven?
Er is gekozen voor een periode van dertig jaar omdat dit samenhangt met de levensduur
van het gebouw waarvoor ook de financiële verplichtingen wordt aangegaan. Het Zuyderland
ziekenhuis heeft mij laten weten dit nog juridisch vast te leggen en verwacht dit
eind 2025 afgerond te hebben. Ik zal monitoren dat deze afspraak wordt nagekomen.
Daarbij geldt dat dit geen belofte is aan mij, maar aan de inwoners en betrokken partijen
in de regio. Het ziekenhuis heeft mij verzekerd dat de juridische uitwerking een duurzaam
karakter heeft en los staat van de opvatting van mijn opvolgers. Gezien de grote investering
van tientallen miljoenen in het nieuwe gebouw in Heerlen is het Zuyderland er zelf
ook bij gebaat om daadwerkelijk ziekenhuiszorg in het gebouw te blijven aanbieden.
Ik heb er daarom alle vertrouwen in dat de belofte wordt nagekomen.
De leden van de SP-fractie vragen hoe het staat met het onderzoek om samen met verloskundigen
zoveel als mogelijk laag complexe geboortezorg aan te bieden op beide locaties? Hoe
komt dit er precies uit te zien? Is het straks mogelijk om – zonder aanvullende kosten
– te kunnen bevallen in het Zuyderland ziekenhuis op de locatie in Heerlen door deze
afspraken of is dit alleen mogelijk in een kraamhotel? Wanneer kan de Kamer de brief
over de voortgang ten aanzien van de geboortezorg precies ontvangen? Kan de Minister
alvast aangeven wat de hoofdlijn van deze voortgang wordt, gezien het een grote maatschappelijke
discussie betreft?
Het Zuyderland ziekenhuis start een werkgroep samen met de eerstelijns verloskundigen
voor de uitwerking en inrichting van goede en veilige geboortezorg in de hele Mijnstreekregio.
Zoals ik ook in mijn brief van 10 oktober 2024 heb aangegeven is de uitwerking en
inrichting hiervan aan het ziekenhuis zelf en zal ik uw Kamer vóór de zomer van 2025
informeren over de voortgang.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister of zij een overzicht kan sturen hoeveel
IC-artsen, SEH-artsen, gynaecologen en klinisch verloskundigen er op dit moment precies
werken in het Zuyderland ziekenhuis? De leden van de SP-fractie haar tevens of zij
een overzicht kan sturen hoeveel – van deze zelfde artsen, gynaecologen en verloskundigen
– er in andere ziekenhuizen werken, bijvoorbeeld in Weert en Winterswijk. Kan de Minister
per soort arts precies aangeven hoe groot de tekorten zijn? En hoeveel personeel er
van deze beroepsgroepen afgelopen maanden is aangetrokken?
Het Zuyderland ziekenhuis heeft onderstaand overzicht aangeleverd. Dit betreffen aantallen
medisch specialisten, Verpleegkundig Specialisten (VS) en Physician assistants (PA) in het Zuyderland. Voor de volledigheid zijn ook de verpleegkundigen toegevoegd.
Aantal werkzaam
Tekorten
Aantal ingestroomd sept ’24 tm feb ’25
Vakgroep IC
10,94 fte medisch specialist
Geen
Geen
2,06 fte VS/PA
Geen
1 fte
103,04 fte verpleegkundigen
4 fte
2 fte
Vakgroep SEH
10,46 fte SEH-artsen
1,5 fte
2 fte
1 fte PA SEH
Geen
Geen
1 fte PA SEH in opleiding
Geen
Geen
64,19 fte verpleegkundigen
3 fte
3,56 fte
Vakgroep Gynaecologie
14,07 fte medisch specialist
Geen
1 fte
7,9 fte VS/ PA
Geen
1 fte
11 fte klinisch verloskundigen
Geen
1 fte
93,82 verpleegkundigen
Geen
7,22 fte
In bovenstaand overzicht is uitgegaan van de huidige situatie in het Zuyderland ziekenhuis.
Dit betreft dus de situatie met een geboortecentrum op één locatie, spoedzorg met
een SEH in Heerlen en een Acute Zorgafdeling (AZA) in Sittard-Geleen en een IC op
beide locaties.
Ik beschik niet over het inzicht in het aantal artsen, gynaecologen en verloskundigen
per ziekenhuis. Ik kan u de gevraagde informatie ten aanzien van andere ziekenhuizen
daarom niet leveren.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister welke rol zij voor zichzelf weggelegd
ziet om het personeelstekort op te lossen. Kan zij een lijstje opsommen van maatregelen
die zij specifiek in déze regio neemt? Hoeveel fte heeft dit vooralsnog opgeleverd?
Welke stappen heeft zij genomen sinds het toesturen van dit verslag, ongeveer vier
maanden geleden? Hoeveel zicht heeft de Minister op en welke plannen zijn er om in
de regio nog meer personeel aan te trekken, op te leiden en om te scholen? In hoeverre
heeft u zicht op mensen met een opleiding tot arts in Limburg die zich zouden kunnen
laten omscholen tot SEH-arts? Bent u bereid deze mogelijkheid tot omscholing onder
de aandacht te brengen en hierbij te helpen?
Mijn inzet is erop gericht om alles in het werk te stellen om het personeelstekort
aan te pakken. Dit vraagt om verandering en daar zet ik mij voor in langs drie lijnen:
1) Het halveren van de administratietijd naar maximaal 20 procent, onder andere door de acties in de werkagenda van de Regiegroep aanpak regeldruk,
de veldbevraging die de mening van de zorgverlener over zinnige administratie die
past binnen maximaal 20 procent administratietijd centraal stelt, inzetten op het
voorkomen van onnodige regeldruk door nieuwe wet- en regelgeving en het versneld en
verantwoord benutten van de kansen van AI.
2) De juiste inzet van medewerkers, onder andere door arbitrage tussen zorgwetten waarbij de minste inzet van medewerkers
uitgangspunt wordt en medisch technische zorginnovaties die arbeidsbesparend werken.
3) Het vergroten van vakmanschap en werkplezier, onder meer via een leidraad die organisaties concrete handvatten biedt om hiermee
aan de slag te gaan.
Daarnaast organiseer ik voor de zomer een zorgtop over het afwenden van het onbeheersbaar
arbeidsmarkttekort binnen zorg en welzijn. Die dag zullen initiatieven centraal staan
die effectief zijn gebleken en die een succesvolle bijdrage hebben geleverd aan het
verminderen van de arbeidsmarkttekorten. In aanloop naar deze top ga ik op 7 april
in gesprek met zorgprofessionals tijdens het VOICE-event: «op weg naar de zorgtop».
Ook van hen hoor ik graag welke plannen niet mogen ontbreken waar het gaat om het
afwenden van een onbeheersbaar arbeidsmarkttekort.
Het Zuyderland ziekenhuis investeert zelf ook via verschillende lijnen in haar arbeidsmarktagenda.
Er wordt via zoveel mogelijk kanalen personeel geworven en wordt geïnvesteerd in arbeidsmarktcommunicatie.
Voor het behoud van medewerkers heeft Zuyderland programma's op het gebied van gezondheid
en vitaliteit, loopbaanontwikkeling, mentale weerbaarheid en (persoonlijk) leiderschapsontwikkeling.
Ook worden jaarlijks veel zorgprofessionals opgeleid.
Daarnaast heeft het Zuyderland ziekenhuis, samen met andere zorgpartners in de regio
een transformatieplan ingediend, gericht op de arbeidsmarkt. Hierbij wordt vanuit
een collectief werkgeverschap gewerkt aan het gezamenlijk opleiden van mensen voor
de zorg, het samen werven van mensen voor de zorg en het behouden van mensen in de
zorg door mobiliteits- en ontwikkelkansen te bieden, ook over de grenzen van de eigen
organisatie heen.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister welke maatregelen het Zuyderland ziekenhuis
en de zorgverzekeraar hebben genomen om personeel over te halen zich in de omgeving
van hun ziekenhuis te vestigen, zoals in de brief vermeld staat. Kan de Minister bij
het ziekenhuis navragen hoeveel fte dit heeft opgeleverd?
Het Zuyderland ziekenhuis investeert zelf ook aan via verschillende lijnen in een
arbeidsmarktagenda. Er wordt via zoveel mogelijk kanalen personeel geworven en wordt
geïnvesteerd in arbeidsmarktcommunicatie. Voor het behoud van medewerkers heeft Zuyderland
programma's op het gebied van gezondheid en vitaliteit, loopbaanontwikkeling, mentale
weerbaarheid en (persoonlijk) leiderschapsontwikkeling. Ook worden jaarlijks veel
zorgprofessionals opgeleid. Daarnaast heeft het Zuyderland ziekenhuis samen met andere
zorgpartners in de regio een transformatieplan ingediend gericht op de arbeidsmarkt.
Hierbij wordt vanuit een collectief werkgeverschap gewerkt aan het gezamenlijk opleiden
van mensen voor de zorg, het samen werven van mensen voor de zorg en het behouden
van mensen in de zorg door mobiliteits- en ontwikkelkansen te bieden, ook over de
grenzen van de eigen organisatie heen.
Verder heeft het Zuyderland ziekenhuis tijdens de coronapandemie verpleegkundig personeel
vanuit de Filippijnen geworven inclusief het aanbod van woonvoorzieningen. Dit personeel
is nog steeds werkzaam in het Zuyderland ziekenhuis. Het Zuyderland ziekenhuis geeft
aan niet inzichtelijk te hebben hoeveel fte de verschillende maatregelen hebben opgeleverd.
Indien deze maatregelen voldoende werken: is de Minister bereid hierover in gesprek
te gaan om deze maatregelen te intensiveren met eventueel extra geld vanuit het Rijk?
De afspraken die ik met het bestuur van het ziekenhuis en de zorgverzekeraar heb gemaakt,
waarover ik uw Kamer in mijn brief van 10 oktober 2024 heb geïnformeerd, zijn in mijn
ogen het maximale wat ik als Minister van VWS kan doen ten aanzien van de inrichting
van het ziekenhuisaanbod.
Een Rijksbijdrage aan het Zuyderland ziekenhuis is niet aan de orde. Een financiële
bijdrage vanuit het Rijk om een ziekenhuis open te houden kan enkel onder zeer strikte
voorwaarden en deze bijdrage dient ook te voldoen aan de Europese staatssteunregels.
Hierbij moet onder andere sprake zijn van een financieel noodlijdende zorginstelling.
Bij het Zuyderland ziekenhuis zijn niet de financiële problemen, maar het personeelstekort
de aanleiding voor de plannen. Als ik dus financiële steun zou geven aan Zuyderland
zou dit onrechtmatig zijn en zouden andere ziekenhuizen juridische procedures kunnen
starten om ook extra middelen van het Rijk te ontvangen.
De discussie rondom de inrichting van het voorzieningenniveau in de zorg binnen een
regio maakt evenwel onderdeel uit van een breder gesprek dat zich niet beperkt tot
ziekenhuiszorg alleen. Met het Integraal Zorg Akkoord (IZA) is een belangrijke stap
gezet om de zorg ook voor de toekomst goed, toegankelijk en betaalbaar te houden.
Voor de noodzakelijke veranderingen die samenhangen met de opgaven in een regio zijn
in het kader van het IZA zijn ook transformatiemiddelen beschikbaar gesteld.
Dit kabinet heeft daarnaast in het kader van Elke Regio Telt! Het nieuwe Nationaal
Programma Vitale Regio’s (NPVR) gelanceerd voor de kwetsbare regio’s aan de randen
van het land; waaronder ook voor Zuid-Limburg. De Minister van BZK heeft uw Kamer
hier in december van afgelopen jaar over geïnformeerd. Met dit programma zet het kabinet
in op leefbare regio’s, een duurzaam en bereikbaar voorzieningenniveau en een gezonde
en kansrijke toekomst voor inwoners. Net als in de andere gebieden gaan we samen met
de regio Zuid-Limburg in 2025 een plan voor de regio maken en een daaruit volgende
actieagenda opstellen. Ook mijn ministerie committeert zich aan dit plan inclusief
uitvoeringsagenda.
Vooruitlopend op deze agenda heeft het kabinet op 31 januari jl. reeds besloten in
het kader van het Programma Regiodeals € 15 miljoen toe te kennen aan de Regio Deal
«Parkstad Limburg biedt ruimte!» en 10 miljoen aan de Regio Deal Zuid-Limburg.
De leden van de SP-fractie vragen of de Minister op de hoogte wordt gehouden door
het ziekenhuis van hun monitoring van het personeelstekort. Zo ja, op welke manier
kan de Kamer hier ook structureel over geïnformeerd blijven worden? Zo nee, waarom
niet?
Ik zal de ontwikkelingen in het Zuyderland ziekenhuis periodiek blijven volgen. Zodra
er aanleiding voor is, bijvoorbeeld in geval de personeelstekorten teruglopen, zal
ik uw Kamer hierover informeren.
De leden van de SP-fractie vragen wat de Minister vindt van de oproep van de alliantie
in Heerlen Noord – die onder andere bestaat uit verschillende woningcorporaties, onderwijs-
en gezondheidsorganisaties – die heeft aangeboden te helpen met het personeelstekort.
Heeft de Minister hen uitgenodigd bij haar op het ministerie om te kijken hoe zij
kunnen helpen? Zo ja, wat kwam eruit dat gesprek? Zo nee, waarom niet?
Het is aan de partijen in de regio onderling om gezamenlijk de uitdagingen in regio
het hoofd te bieden. Dat geldt ook voor het beperken van de personeelstekorten.
Het Zuyderland ziekenhuis geeft aan dat de samenwerking in de regio om extra personeel
op te leiden, in te laten stromen en te behouden een continu proces is met vele actoren
en vele acties. Er is bijvoorbeeld intensieve samenwerking met HBO en MBO-instellingen.
In de regio zijn ook vele initiatieven op digitalisering van zorgprocessen zodat met
net zoveel professionals meer zorg geleverd kan worden.
De leden van de SP-fractie de Minister af hoeveel artsen en verpleegkundigen het Zuyderland
ziekenhuis tekortkomt voor het openhouden van beide SEH’s, zoals beoogd in het kwaliteitskader
Spoedzorgketen. Hoeveel vacatures zijn er het afgelopen jaar opengezet voor het werven
van personeel op de SEH? Tot hoeveel extra aangenomen fte’s heeft dit geleid?
In de huidige situatie is er in Heerlen één SEH en – sinds juli 2024 – in Sittard-Geleen
een Acute Zorgafdeling (AZA), de regio heeft nu dus al geen SEH op beide locaties.
Vanaf 2030 is die situatie volgens de plannen omgedraaid.
Het Zuyderland ziekenhuis geeft aan dat in 2024 voor de SEH in Heerlen en AZA in Sittard-Geleen
18 fte aan vacatures is uitgezet (diverse functies). Dit heeft geleid tot 11,3 extra
aangenomen fte en daar bovenop zijn diverse ZZP’ers ingehuurd. Eind 2024 was er, ondanks
alle inspanningen, een onderbezetting van 5,8 fte. Het openen van een extra SEH zal
naar verwachting 5–8 fte SEH-verpleegkundigen en 7–8 fte SEH-artsen vergen. Voor het
aanbieden van goede spoedzorg moet een ziekenhuis locatie daarnaast ook beschikken
over aanpalende voorzieningen zoals een IC en een 7x24 uurs OK.
Hoe kan het dat in een groot ziekenhuis zoals Zuyderland één van de SEH-locaties moet
sluiten terwijl een veel kleiner ziekenhuis, zoals Winterswijk of Weert, wel een SEH
kan openhouden?
Er zijn tal van factoren van invloed op de keuze om een SEH beschikbaar te hebben.
Elke ziekenhuis maakt keuzes op basis van specifieke omstandigheden en behoeften van
de regio. De afgelopen jaren heeft het Zuyderland ziekenhuis intensief gezocht naar
mogelijkheden om beide SEH-locaties conform de geldende kwaliteitseisen open te houden.
De personeelstekorten maken echter dat het ziekenhuis de conclusie heeft moeten trekken
dat ze niet op beide locaties aan deze kwaliteitsnorm kunnen voldoen. Dit maakt dat
Zuyderland sinds juli 2024 één SEH-locatie heeft moeten sluiten. Hierdoor is er in
de huidige situatie in Heerlen één SEH en in Sittard-Geleen een Acute Zorgafdeling
(AZA), de regio heeft nu dus al geen SEH op beide locaties. Vanaf 2030 is die situatie
volgens de plannen omgedraaid.
Waarom worden er wel vormen van personeelsintensieve hoogspecialistische tweede- en
derdelijnszorg geleverd in Zuyderland, terwijl er ook voor sluiting van de SEH wordt
gekozen?
Op de locatie waar hooggespecialiseerde tweede en derdelijns zorg geleverd wordt zal
onverminderd een SEH aanwezig zijn. Door de concentratie van de complexe zorg en de
complexe spoedzorg is Zuyderland in staat om hooggespecialiseerde zorg (waaronder
de oncologie) te blijven leveren.
Kan de Minister aangeven hoe het mogelijk is dat het HagaZiekenhuis onlangs ook heeft
besloten om de geboortezorg te behouden op hun locatie in Zoetermeer? Hoeveel artsen
werken er op deze Zoetermeerse locatie ten opzichte van het Zuyderland ziekenhuis?
Erkent de Minister dat het ziekenhuis hiervoor veiligheid, bereikbaarheid en betaalbaarheid
(tegen lage kosten op de juiste plek voor zowel patiënten als verloskundigen) als
argumenten heeft meegewogen in hun beslissing?
Op 1 maart 2023 is het LangeLand Ziekenhuis in Zoetermeer gefuseerd met het HagaZiekenhuis.
HagaZiekenhuis is een topklinisch ziekenhuis op twee locaties (Den Haag en Zoetermeer).
Het voorgenomen besluit om de geboortezorg te behouden op de locatie Zoetermeer is
in april 2024 genomen door de raad van bestuur van het HagaZiekenhuis. Aan dit besluit
is een zorgvuldig proces voorafgegaan. Drie onderzoeken (SiRM onderzoek in opdracht
van HagaZiekenhuis, GGD Haaglanden in opdracht van de gemeente Zoetermeer en een onderzoek
van het ROAZ) hebben ertoe geleid dat er een compleet beeld is ontstaan van de geboortezorg
in Zoetermeer en omgeving. De bevindingen van deze onderzoeken en gesprekken met (zorg)partners
en medewerkers vormden de basis voor het voorgenomen besluit.
In de besluitvorming hebben naast veiligheid, bereikbaarheid, betaalbaarheid, beschikbaarheid
van personeel ook de gesprekken die er gevoerd zijn met lokale partners uit het geboortezorgnetwerk
meegespeeld. Vervolgens is het voorgenomen besluit voor advies voorgelegd aan de ondernemingsraad,
de patiëntenraad, het Medisch Stafbestuur en het Verpleegkundig Stafbestuur. Na positieve
adviezen is in juli 2024 het definitieve besluit genomen. Momenteel loopt binnen het
HagaZiekenhuis een project gericht op het uitbreiden van de geboortezorg op locatie
Zoetermeer, waarbij toegewerkt wordt naar 1.400 bevallingen per jaar. Over afgelopen
periode is een stijgende lijn in het aantal bevallingen op locatie Zoetermeer te zien
(1.110 in 2022 naar 1.190 naar 2024).
In totaal werken er circa 420 medisch specialisten in het HagaZiekenhuis. Nagenoeg
alle vakgroepen zijn gefuseerd, waarbij het uitgangspunt is dat medisch specialisten
op beide locaties werken. In het Zuyderland ziekenhuis werken circa 425 medisch specialisten.
In het Zuyderland ziekenhuis heeft aan andere afweging plaatsgevonden. Hier kennen
de gemaakte keuzes een breed afgestemde afweging op basis van verschillende criteria,
die samen met de stakeholders zijn vastgesteld. Onder voorzitterschap van Lea Bouwmeester
heeft de regietafel via een brede maatschappelijke verkenning onderzocht hoe de zorg
bij Zuyderland het beste vorm kon krijgen. Uit gesprekken met burgers en stakeholders
uit de regio zijn in deze verkenning acht verschillende scenario’s samengesteld, welke
vervolgens getoetst zijn aan de volgende randvoorwaarden: sluitend netwerk, personeel,
kwaliteit en veiligheid, zorgplicht, betaalbaarheid, veranderbereidheid en governance.
De randvoorwaarden en toetsingscriteria zijn opgesteld op basis van gesprekken met
stakeholders en zijn getoetst bij alle gemeenteraden en colleges B&W. Iedereen is
hiermee akkoord gegaan. Op basis van deze analyse zijn de partijen uitgekomen op het
voorkeurscenario «maximaal beschikbaar», waarbij het uitgangspunt is dat het Zuyderland
zoveel mogelijk zorg op de huidige locaties wordt behouden, binnen de grenzen wat
mogelijk is qua personeel.
Binnen dit scenario is er gekozen om de acute geboortezorg en de complexe spoedzorg
vanaf 2030 in Sittard-Geleen te plaatsen, omdat deze locatie het beste scoorde op
de vooraf opgestelde toetsingscriteria, te weten passende zorg, kwaliteit, toegankelijkheid,
betaalbaarheid, verplaatsing van werkplek, brede welvaart en duidelijkheid. De verkenning
heeft daarnaast geleid tot een plan voor een ziekenhuis in Heerlen waar de lokale
bevolking terecht kan voor zowel planbare als het overgrote deel van de spoedzorg.
Ten aanzien van de acute verloskunde heeft het Zuyderland ziekenhuis aangegeven dat
de aanwezigheid van een operatiekamer 24/7 en een IC van wezenlijk belang is voor
kwalitatief goed geboortezorg in een grote regio met bijna 3000 bevallingen. Met alle
betrokken stakeholders bij de geboortezorg zal de werkgroep geboortezorg een plan
maken om de geboortezorg ook na 2030 op kwalitatief goede wijze vorm te geven op beide
Zuyderland locaties. Deze werkgroep start in maart 2025.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister welke gevolgen de afschaling heeft van
een SEH bij Zuyderland voor het naleven van het kwaliteitskader spoedzorgketen? Welke
gegevens biedt de NEED database over de kwaliteit op de SEH’s van Zuyderland?
Het Zuyderland kon met twee SEH’s niet aan het kwaliteitskader spoedzorg voldoen en
heeft daarom moeten besluiten één van de locaties af te schalen naar een acute zorgafdeling
(AZA). Hierdoor is er in de huidige situatie in Heerlen één SEH en in Sittard-Geleen
een AZA. Vanaf 2030 is die situatie volgens de plannen omgedraaid. Aansluiting van
het Zuyderland bij de NEED-database zal plaatsvinden bij implementatie van het nieuwe
EPD in juni van dit jaar. Met huisartsen en ambulance is de afspraak gemaakt om samen
een 24/7 spoedvoorziening in Heerlen neer te zetten in 2030 waar alle basis spoedzorg
behandeld kan worden. Dit wordt nader uitgewerkt in de werkgroep integrale spoedopvang.
De leden van de SP-fractie de Minister af hoeveel artsen en verpleegkundigen het Zuyderland
ziekenhuis tekortkomt voor het openhouden van beide IC’s, zoals beoogd in de kwaliteitsstandaard
Organisatie van Intensive Care? Hoeveel vacatures zijn er het afgelopen jaar opengezet
voor het werven van personeel op de IC? Tot hoeveel extra aangenomen fte’s heeft dit
geleid?
Op dit moment heeft Zuyderland nog 2 IC’s open die naar verwachting beiden open kunnen
blijven tot 2030. Het Zuyderland ziekenhuis geeft aan dat in 2024 voor de IC op beide
locaties in totaal 7 fte aan vacatures is opengesteld. Dit heeft geleid tot 1 extra
aangenomen fte. Eind 2024 was er ondanks alle inspanningen een onderbezetting van
4 fte.
Hoe kan het dat in een groot ziekenhuis zoals Zuyderland één van de IC-locaties moet
sluiten terwijl een veel kleiner ziekenhuis, zoals in Winterswijk of Weert, wel een
IC kan openhouden?
Er zijn tal van factoren van invloed op de keuze om een IC-afdeling beschikbaar te
hebben. Elke ziekenhuis maakt keuzes op basis van haar specifieke omstandigheden.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister hoeveel gynaecologen en klinisch verloskundigen
het Zuyderland ziekenhuis tekortkomt voor het openhouden van een geboortecentrum op
beiden locaties? Hoeveel vacatures zijn er het afgelopen jaar opengezet voor het werven
van personeel voor het geboortecentrum? Tot hoeveel extra aangenomen fte’s heeft dit
geleid? Hoeveel geboortes hebben er sinds 2010 plaatsgevonden in het Zuyderland ziekenhuis
in Heerlen?
Sinds 2016 is er al sprake van één geboortecentrum in de regio (in Heerlen). Vanaf
2030 zal dit geboortecentrum volgens de plannen naar Sittard-Geleen gaan. Het Zuyderland
ziekenhuis geeft aan dat in 2024 voor het geboortecentrum 4,73 fte aan vacatures opengesteld
en is er een instroom van 9,22 fte gerealiseerd.6 Eind 2024 was de bezetting op orde.
Het Zuyderland heeft alleen de aantallen bevallingen vanaf 2014 beschikbaar. Hieronder
het overzicht:
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2.678
2.521
2.416
2.672
2.893
2.903
2.774
2.969
2.790
2.932
2.745
Hoeveel fte een extra geboortecentrum vraagt is niet te zeggen omdat dit samenhangt
met de precieze keuzes (bijvoorbeeld of je beide locaties 7x24 uur open houdt). Voor
alleen de beschikbaarheidsfunctie bij het openen van een tweede geboortecentrum is
er volgens het Zuyderland ziekenhuis per beroepsgroep (gynaecologen, klinisch verloskundigen
en verpleegkundigen) op jaarbasis ongeveer 6,5 fte extra nodig.
Voor het huidige geboortecentrum zijn er 145.37 fte nodig voor 4 triagekamers, zwangeren
dagcentrum, 12 Verloskamers en 33 kraam/neonatologie kamers. Daarbij geldt dat voor
een geboortecentrum op twee locaties voor veilige zorg ook 24/7 een OK en een IC nodig
is.
Het Zuyderland ziekenhuis geeft aan dat, gegeven de geldende kwaliteitseisen, de bezetting
voor één locatie al een uitdaging is.
De leden van de fractie van de SP vragen hoe de Minister de keuze voor het ziekenhuis
in Sittard ziet in het licht van een «klassenvraagstuk». Vindt zij de sociaaleconomische
gezondheidsachterstand van de inwoners van Parkstad relevant in deze discussie of
legt ze deze volledig naast zich neer? Kan de Minister een lijst geven van andere
gebieden in Nederland met 300.000 inwoners met sociaaleconomische gezondheidsachterstanden
waar ook géén IC, SEH en geboortecentrum te vinden is?
In de gehele regio van Oostelijk Zuid Limburg (het verzorgingsgebied van Zuyderland)
en zeker ook in Parkstad is sprake van gezondheidsachterstanden. Juist het verbeteren
van de gezondheidssituatie vraagt om betere samenwerking tussen alle betrokken partijen
en het zo efficiënt mogelijk omgaan met de schaarste aan zorgpersoneel. Dat is een
verantwoordelijkheid die niet alleen ziekenhuizen en zorgverzekeraars dragen, maar
waaraan juist ook gemeenten, huisartsen en andere zorgpartijen hun bijdrage kunnen
en moeten leveren.
De NZa en IGJ hebben geoordeeld dat het tegen de achtergrond van een veranderend zorglandschap
en de schaarste aan personeel verantwoord is bepaalde onderdelen voor het gehele verzorgingsgebied
van Zuyderland op de locatie van Sittard-Geleen te concentreren. Tegelijkertijd blijft
er in Heerlen een zeer groot deel van de zorg over die ook goed is en waar mensen
nog vaker terecht kunnen waarmee gezondheidsachterstanden ook beter kunnen worden
aangepakt.
In de regio blijft een volwaardig topklinisch ziekenhuis met twee grote locaties voor
alle 450.000 inwoners beschikbaar. Hierdoor kan 85% van de patiënten op de dichtst
bij hun woonplaats gelegen locatie terecht voor hun zorg.
De leden van de SP-fractie lezen dat de Minister stelt dat «de kwaliteit van de zorg
leidend is» en «dat het geheel binnen passende financiële kader moet kunnen plaatsvinden».
Wat bedoelt de Minister hiermee? Maakt ze hierin een draai door niet meer het personeelstekort
maar de kosten voorop te zetten? Kan zij deze zin toelichten?
Bij de mogelijkheid om aanpassingen in de nieuwbouw en de bouwgrond door te voeren
is de kwaliteit van de zorg leidend, maar bij dergelijke afwegingen spelen meer criteria,
zoals ook de betaalbaarheid van de aanpassingen, een rol. Het is uiteindelijk aan
het ziekenhuis en de zorgverzekeraar om de keuzes te maken over de inrichting van
het zorgaanbod.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister hoe zij reflecteert op de financiële
situatie die is ontstaan bij het ziekenhuis door een vastgoedfout bij de bouw van
een nieuw ziekenhuis in Geleen. Erkent de Minister dat niet het personeelstekort,
maar deze financiële situatie van het ziekenhuis het échte probleem is? Is zij bereid
te onderzoeken hoe deze rekening door de overheid betaald kan worden?
Het is niet aan mij om de financiële situatie van destijds bij de bouw van het ziekenhuis
in Sittard-Geleen te beoordelen. De reden dat er concentratie van de complexe spoedzorg
plaatsvindt is niet de financiële situatie van het ziekenhuis maar het tekort aan
personeel. Ik zie geen aanleiding voor financiële steun vanuit de rijksoverheid.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister of zij vindt dat de landelijke politiek
wél zou moeten gaan over de zorg die een ziekenhuis aanbiedt. Vindt zij dat dit systeem
zou moeten worden aangepast? Wat vindt de Minister van het feit dat het Zuyderland
ziekenhuis net als de meeste anderen ziekenhuizen (behalve de academische ziekenhuizen)
nog steeds privaat bezit zijn?
De landelijke politiek gaat over de randvoorwaarden van het zorglandschap. Als Minister
van VWS zet ik me in om deze randvoorwaarden aan te scherpen om de zorg in Nederland
toegankelijk en van goede kwaliteit te houden. Met de maatregelen in het Regeerprogramma
zorg ik ervoor dat het ziekenhuis dichtbij het uitgangspunt van beleid wordt.
Keuzes over de inrichting van het ziekenhuis kan alleen het ziekenhuis maken. Bestuurders
en zorgprofessionals van het ziekenhuis moeten immers altijd de verantwoordelijkheid
kunnen dragen voor het leveren van veilige zorg. Het ingrijpen van een Minister lost
het probleem van personele schaarste niet op. Als de Kamer zou verplichten dat een
zorgaanbieder zorg levert, ondanks personeelsgebrek, dan kan een bestuurder deze verantwoordelijkheid
niet meer nemen. Met mogelijk ernstige gevolgen voor patiënten en de zorgmedewerkers.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister wat zij bedoelt met dat zorg «dichtbij»
beschikbaar moet zijn? Hoeveel kilometer van een huis is «dichtbij»? En hoeveel reistijd
– zowel met de auto of als je afhankelijk bent van het openbaar vervoer – vindt de
Minister «dichtbij»? Voor welke complexe operaties vindt de Minister het nodig om
deze in een hooggespecialiseerd ziekenhuis te laten uitvoeren?
Binnen ons huidige stelsel hebben we geen normen voor bereikbaarheid in kilometers
dan wel reistijd voor medische zorg. Ik kan dan ook niet in kilometers dan wel reistijd
uitdrukken wat de definitie is van «dichtbij».7 Ik ben ook geen voorstander om dergelijke normen te introduceren.
Ik vind het belangrijk dat iedereen in Nederland, ongeacht zijn of haar woonplaats,
toegang heeft tot goede zorg, of het nou gaat om een relatief eenvoudige beenbreuk,
of over een complexe chirurgische operatie aan een van de organen. Uitgangspunt is
daarbij dat we de zorg zo dichtbij mogelijk om de patiënt heen organiseren en dat
als het moet, we de hoogcomplexe zorg afhankelijk van waar je woont, verder weg moeten
organiseren. Een belangrijke bouwsteen in de ontwikkeling van een toegankelijk en
kwalitatief hoogwaardig medisch specialistisch zorglandschap is de beweging dat ziekenhuizen
meer gaan samenwerken in zorgnetwerken. Dat helpt om patiënten zoveel mogelijk in
hun eigen ziekenhuis, waar zij zich vertrouwd voelen, te kunnen behandelen. Als een
patiënt moet worden doorverwezen naar een hooggespecialiseerd ziekenhuis, is het doel
om, zodra het kan, die patiënt zoveel mogelijk verder te behandelen in het eigen ziekenhuis.
Zorg die goed toegankelijk is voor omwonenden en in goed contact staat met de huisartsen,
thuiszorg en sociaal werk. Soms is concentratie van zorg nodig om zorg van hogere
kwaliteit voor patiënten mogelijk te maken. In andere gevallen leidt spreiding tot
beter passende zorg dichtbij. Alle medisch specialisten, ziekenhuizen en andere veldpartijen
zijn nodig om deze kwaliteitsverbetering voor patiënten te kunnen realiseren.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister hoe het veranderde «klimaat» en «randvoorwaarden»
voor het zorglandschap er precies uit gaat zien? Hoelang duurt het nog voordat de
Minister met de uitgebreide brief komt waarin staat hoe zij onderdelen uit de marktwerking
gaat halen?
Met de maatregelen in het Regeerprogramma zet ik in op een andere inrichting van het
zorglandschap waarbij streekziekenhuizen het uitgangspunt van beleid worden. Deze
maatregelen zijn:
1) Acute zorg uit de marktwerking. Het kabinet gaat de spoedeisende hulp (SEH), de acute
verloskunde en intensive care zorg (IC-zorg) bekostigen op basis van een vast budget
(met inkoop in representatie). Dit geeft zekerheid voor kleinere ziekenhuizen en maakt
samenwerking gemakkelijker.
2) Meerjarige financiële afspraken. Het kabinet wil met zorgverzekeraars afspreken dat
zij meerjarige financiële afspraken met ziekenhuizen maken.
3) Grote ziekenhuizen ondersteunen kleine ziekenhuizen. Het kabinet wil ervoor zorgen
dat ziekenhuizen meer samenwerken en volwaardige streekziekenhuizen behouden blijven.
Grote ziekenhuizen gaan kleine ziekenhuizen ondersteunen, zodat zij goede zorg kunnen
leveren en operaties van meer eenvoudigere aard worden niet langer gecentreerd.
4) Aanpassing regelgeving. Het kabinet zal de regelgeving aanpassen die gevolgd moet
worden als een ziekenhuis overweegt het aanbod van acute zorg op een bepaalde locatie
te beperken.
Mijn inzet is er op gericht om afspraken te maken in het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord
(AZWA) over een betere samenwerking en meerjarige financiële afspraken.
In aanvulling en vooruitlopend op wetgeving, die nu eenmaal tijd kost, stel ik een
handreiking op voor wat er in de tussentijd nodig is om te voorkomen dat de beschikbaarheid
in het geding komt. De handreiking moet ondersteuning gaan bieden aan organisaties
die betrokken (willen) zijn bij eventuele verandering van het aanbod van (acute) zorg
en aanbevelingen en kaders geven om ervoor te zorgen dat hierover in de regio het
goede gesprek wordt gevoerd. Wie wordt wanneer ingeschakeld, wat zegt de huidige wetgeving,
wat leren we van recente casuïstiek, maar bovenal hoe gebruiken we de denkkracht van
iedereen om tot goede oplossingen te komen? Binnenkort breng ik deze in internetconsultatie,
zodat iedereen die dat wil aanvullingen kan voorstellen.
Op 25 november 2024 heb ik de NZa om een uitvoeringstoets voor budgetbekostiging van
de spoedeisende hulp (SEH) en acute verloskunde (AV) gevraagd. Op 20 februari heeft
de NZa haar eerste deel van het advies gepubliceerd en heb ik uw Kamer daarover geïnformeerd.
De NZa geeft aan dat invoering van budgetbekostiging per 2026 niet haalbaar is en
schetst scenario’s voor invoering per 2027 en per 2028. U heeft hierover op 14 maart
een brief ontvangen. Daarnaast bent u in mijn brief van 14 maart uitgebreid geïnformeerd
over de marktwerking in de zorg.
De leden van de SP-fractie lezen in de beslisnota dat de uitkomsten van het gesprek
zijn afgestemd met het Zuyderland ziekenhuis en zorgverzekeraar CZ. Kan de Minister
aangeven of zij nog wijzigingen hadden ten opzichte van de uitkomsten die het ministerie
had opgeschreven na het gesprek en zo ja, welke? Wat wordt er bedoeld met interne
afstemming met «Z» aldus de beslisnota?
De afstemming heeft geleid tot een andere volgorde van een aantal passages en verduidelijking
van afspraken. Interne afstemming met «Z» betekent dat er interne afstemming met de
directie Zorgverzekeringen van VWS heeft plaatsgevonden. Deze directie wordt binnen
VWS afgekort met directie »Z».
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Mohandis, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
M. Heller, adjunct-griffier