Amendement : Subamendement van de leden Van Nispen en Mutluer over een indexatiegrondslag en regels over het opknippen van donaties

Nr. 30
SUBAMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN NISPEN EN MUTLUER

Ontvangen 17 maart 2025

De ondergetekenden stellen het volgende subamendement voor:

Aan het amendement van het lid Diederik van Dijk (stuk nr. 13) wordt een onderdeel
toegevoegd, luidende:

IV

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Het eerste lid (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt «kunnen nadere regels worden gesteld» vervangen door «worden nadere
regels gesteld».

b. In onderdeel a vervalt «en».

c. In onderdeel b wordt de punt aan het slot vervangen door een puntkomma.

d. Er worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

c. indexering van het in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, genoemde bedrag; en

d. donaties die onder het in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, genoemde bedrag vallen
maar waartussen een verband lijkt te bestaan.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel
van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers
der Staten-Generaal is overgelegd.

Toelichting

Het is belangrijk in de Wet transparantie en tegengaan ondermijning door maatschappelijke
organisaties een drempelwaarde op te nemen, zodat van maatschappelijke organisaties
niet wordt verwacht dat zij gegevens bijhouden over kleine donaties. Indiener vindt
dat een wettelijk vastgelegd drempelbedrag aangepast moet kunnen worden aan het prijspeil
(indexering). Dit subamendement regelt daarom een indexeringsgrondslag voor het voorgestelde
drempelbedrag van 15.000 euro uit het amendement Van Dijk (nr. 13). Tevens wordt met
dit subamendement een grondslag voorgesteld om regels te stellen inzake donaties die
op zichzelf onder dat drempelbedrag vallen, maar waartussen een verband lijkt te bestaan,
bijvoorbeeld omdat ze in korte tijd van dezelfde donateur komen. Daarmee wordt beoogd
om het kunstmatig opknippen van donaties om daarmee onder het drempelbedrag te blijven,
tegen te gaan. Om betrokkenheid en inspraak van de Tweede Kamer te verzekeren op deze
onderwerpen wordt met dit subamendement tot slot een lichte voorhangprocedure toegevoegd
ten aanzien van de algemene maatregel van bestuur die wordt vastgesteld op grond van
artikel 6, eerste lid.

Van Nispen Mutluer