Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Martens-America over het artikel 'EO-directeur Arjan Lock kan dankzij nieuw statuut onbeperkt aanblijven voor jaarsalaris van ruim 200.000 euro'
Vragen van het lid Martens-America (VVD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het artikel «EO-directeur Arjan Lock kan dankzij nieuw statuut onbeperkt aanblijven voor jaarsalaris van ruim 200.000 euro» (ingezonden 31 januari 2025).
Antwoord van Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 14 maart
            2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 1379.
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het artikel «EO-directeur Arjan Lock kan dankzij nieuw statuut onbeperkt
               aanblijven voor jaarsalaris van ruim 200.000 euro»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Bent u bekend met de nieuwe statuten van de Evangelische Omroep (EO)?2
Antwoord 2
            
Ja.
Vraag 3
            
Hoe beoordeelt u deze statuten?
Antwoord 3
            
Ik heb geen rol ten aanzien van de beoordeling van de statuten van omroepverenigingen.
               Naar aanleiding van het artikel is navraag gedaan bij de EO. Zij hebben ons laten
               weten dat de statutenwijziging tot stand is gekomen na een verzoek van het Commissariaat
               voor de Media in 2021. De doelomschrijving moest worden geactualiseerd in verband
               met de Mediawet 2008. De in het artikel genoemde statutenwijziging had geen betrekking
               op bestuurstermijnen.
            
Vraag 4 en 5
            
Is er in het licht van de voorgenomen wijziging van de Mediawet contact geweest met
               de EO en specifiek over deze statuutwijziging?
            
Heeft u contact gehad met de directeur van de EO?
Antwoord 4 en 5
            
Naar aanleiding van het artikel is vanuit het ministerie contact gezocht met de EO.
               Verder, zoals gezegd, heb ik geen rol bij de totstandkoming of wijziging van statuten
               van omroepverenigingen. Mijn ambtenaren en ik hebben voorafgaand aan de statutenwijziging
               dan ook geen contact gehad met de EO en de heer Lock hierover.
            
Vraag 6 en 7
            
Klopt het dat u voornemens bent deze termijnen te begrenzen en hoe verhoudt deze statuutwijziging
               zich volgens u tot dat voornemen?
            
Bent u het ermee eens dat de timing van deze statuutwijziging gezien de voorgenomen
               hervormingen van de publieke omroep en het bestel hoogst opmerkelijk is? Zo nee, waarom
               niet?
            
Antwoord 6 en 7
            
Het klopt dat ik voornemens ben zittingstermijnen te beperken, zie mijn brief aan
               uw Kamer van 22 oktober 2024, Kamerstukken II, 2024–25, 32 827, nr. 325. Daarin heb ik aangekondigd beperking van zittingstermijnen in de wet op te nemen
               als onderdeel van de hervorming van het omroepbestel. In de tussentijd werken de omroepen
               zelf aan begrenzing van zittingstermijnen. Dat is namelijk onderdeel van het overkoepelende
               plan van aanpak als vervolg op het rapport van de commissie Van Rijn. De NPO heeft
               in de status-update van het overkoepelende plan van aanpak laten weten dat de meerderheid
               van de omroepen een bestuurstermijn van twee keer vijf jaar hanteren voor bestuurders
               en directeuren. Ik ga er van uit dat alle omroepen hun statuten in de komende periode
               dienovereenkomstig zullen aanpassen.
            
Vraag 8
            
Deelt u de mening dat statuutwijzigingen van deze aard een averechts effect kunnen
               hebben in de beeldvorming van de publieke omroep en een schadelijk effect kunnen hebben?
               Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 8
            
Zie antwoord 3.
Vraag 9
            
Kunt u deze vragen zo snel mogelijk beantwoorden, zodat snel duidelijkheid gegeven
               kan worden?
            
Antwoord 9
            
Ja.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
