Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Danielle Jansen over het bericht ‘Zorgverzekeraars falen bij inkoopbeleid geneesmiddelen'
Vragen van lid Danielle Jansen (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Zorgverzekeraars falen bij inkoopbeleid geneesmiddelen» (ingezonden 19 februari 2025).
Antwoord van Minister Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 11 maart
            2025).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het artikel «Zorgverzekeraars falen bij inkoopbeleid geneesmiddelen»?1
Antwoord 1
            
Ja, ik ben bekend met het artikel.
Vraag 2
            
Kunt u bevestigen dat het preferent geneesmiddel tegen borstkanker, anastrozol uit
               Italië, niet voldoet aan de Nederlandse verpakkings- en controle-eisen? Zo ja, kunt
               u toelichten waarom dit geneesmiddel zonder deugdelijke barcode en daarmee zonder
               FMD-controle wordt toegelaten?
            
Antwoord 2
            
Bij ernstige problemen met de beschikbaarheid van een geneesmiddel heeft het College
               ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) de mogelijkheid om tijdelijk ontheffing te
               verlenen voor verplichtingen op de verpakking. Het CBG kan er dan voor kiezen om een
               tijdelijke afwijkende verpakking (TAV) goed te keuren.2
Dit maakt het mogelijk om ook verpakkingen uit andere landen uit de Europese Economische
               Ruimte te kunnen leveren. Het doel hiervan is om de beschikbaarheid van het geneesmiddel
               voor de Nederlandse patiënten te borgen.
            
Het CBG hanteert bepaalde voorwaarden voor de goedkeuring van een TAV.
Zo moeten de verpakkingen worden voorzien van een Nederlandse bijsluiter, of wordt
               er een kopie van de in Nederland geregistreerde bijsluitertekst bijgeleverd. Buitenverpakkingen
               krijgen daarnaast een etiket met de Nederlandse productnaam en de naam en vestigingsplaats
               van de registratiehouder. Indien het geneesmiddel nationaal geregistreerd krijgt het
               ook een zogenoemd Register Verpakte Geneesmiddelen (RVG)nummer. Ten slotte is het
               van belang om te benoemen dat het aanpassen van de verpakking plaatsvindt bij een
               houder van een fabrikantenvergunning.
            
In dit geval dreigde er een tekort van het product met de werkzame stof anastrozol.
               Op verzoek van de leverancier heeft het CBG goedkeuring gegeven voor een TAV. Hierdoor
               konden ook verpakkingen uit Italië worden geleverd.
            
Het gaat hier om hetzelfde geneesmiddel, van dezelfde fabrikant, maar met een Italiaanse
               verpakking. Italiaanse verpakkingen hebben (nog) geen barcode (tot 2027) omdat deze
               zijn uitgezonderd van de Falsified Medicines Directive (FMD)-verplichtingen. Italië
               had, bij de invoering van de FMD, al een eigen nationaal beveiligingssysteem en heeft
               daarom meer tijd gekregen om de FMD te implementeren.
            
De Italiaanse verpakkingen voldoen verder aan dezelfde kwaliteitseisen als de Nederlandse
               verpakkingen. Wanneer het om een kritische tekortsituatie gaat én als aan bovengenoemde
               voorwaarden wordt voldaan, is het ontbreken van de barcode voor het CBG geen reden
               om de Italiaanse verpakkingen te weigeren.
            
Vraag 3
            
Hoe beoordeelt u het risico voor patiëntveiligheid als gevolg van de gebrekkige controle
               (omdat het niet voldoet aan de Nederlandse verpakkingseisen) op de verstrekking van
               dit middel?
            
Antwoord 3
            
Allereerst staat het beschikbaar maken van een medicijn waarvoor een kritisch tekort
               dreigt voor patiënten in Nederland voorop. De impact van (dreigende) tekorten op patiënten
               wil ik zo veel mogelijk inperken. Daarnaast zijn ook de FMD-verplichtingen belangrijk
               om de authenticiteit van geneesmiddelen te garanderen en zo vervalsingen van geneesmiddelen
               tegen te gaan. Hoewel het risico op vervalsingen klein is, vind ik het belangrijk
               dat de verpakkingen in Nederland zo veel mogelijk aan deze eisen voldoen.
            
In het geval van het geneesmiddel anastrozol ging het om een dermate hoog marktaandeel
               dat het CBG inschatte dat er niet voldoende (in Nederland geregistreerde) alternatieven
               beschikbaar waren om een tekort op te vangen.
            
Het CBG vindt het belangrijk dat anastrozol beschikbaar blijft voor patiënten in Nederland
               en heeft daarom de TAV goedgekeurd. Gezien het relatief lage risico op vervalsingen
               kan ik mij in deze beslissing vinden.
            
Vraag 4
            
Kunt u inzicht geven in de omvang van dit probleem? Hoe vaak komt het voor dat geneesmiddelen
               worden toegelaten zonder te voldoen aan de Nederlandse verpakkings- en controle-eisen?
               Beschikt u over concrete gegevens hierover?
            
Antwoord 4
            
Naast Italië heeft ook Griekenland meer tijd gekregen om aan de FMD-verplichtingen
               te voldoen. In de periode van 25 oktober 2024 t/m februari 2025 is drie keer een TAV
               vanuit Italië of Griekenland goedgekeurd. Ik verwacht dat de Griekse verpakkingen
               binnenkort wel helemaal aan deze verplichtingen voldoen. Daarnaast kan het zijn dat
               er via import op basis van de tekortenbesluiten van de IGJ of op basis van mijn Aanwijzing
               verpakkingen uit Italië of Griekenland zijn geïmporteerd. Hier heb ik geen concrete
               gegevens over.
            
Vraag 5
            
Welke stappen onderneemt u om ervoor te zorgen dat geneesmiddelen die niet aan de
               Nederlandse veiligheidseisen voldoen, niet preferent worden verklaard?
            
Antwoord 5
            
Ik ga er in mijn beantwoording vanuit dat u met Nederlandse veiligheidseisen refereert
               aan de eerdergenoemde verplichtingen vanuit de FMD.
            
Wanneer het CBG goedkeuring geeft voor een TAV uit Italië en daarmee een uitzondering
               maakt op de FMD-verplichtingen is dit om een dreigend tekort op te vangen. In het
               geval van een dreigend tekort is het gebruikelijk en wenselijk dat zorgverzekeraars
               het preferentiebeleid aanpassen.
            
Zij kunnen dat op twee manieren doen, door het product niet meer als preferent aan
               te merken, waardoor verzekerden aanspraak hebben op alle vergelijkbare producten en/of
               door met de leverancier tot een oplossing te komen voor een vervangend product, dat
               dan in plaats van het product waarbij een tekort dreigt als preferent wordt aangewezen.
            
In beide situaties kan het wenselijk zijn dat verzekerden aanspraak krijgen op een
               product met TAV, als dit ervoor zorgt dat verzekerden toegang tot het voor hun aandoening
               voorgeschreven geneesmiddel houden.
            
In het geval van het middel anastrozol ging het bij het product waaraan een tekort
               dreigde om een dermate hoog marktaandeel dat het CBG inschatte dat er niet voldoende
               (in Nederland geregistreerde) alternatieven beschikbaar waren om een tekort op te
               vangen. Deze situatie ontstaat alleen wanneer er niet genoeg producten zijn die wél
               aan de FMD-verplichtingen voldoen. Ook als het geneesmiddel niet als preferent was
               aangewezen zou een deel van de patiënten aangewezen zijn geweest op het product met
               de Italiaanse verpakking.
            
Vraag 6
            
Hoe verklaart u dat het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) en de Inspectie
               Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) dit geneesmiddel hebben goedgekeurd, ondanks de gebreken
               in de verpakking en het ontbreken van een Europese veiligheidscontrole?
            
Antwoord 6
            
De Italiaanse verpakkingen voldoen aan dezelfde kwaliteitseisen als de Nederlandse
               verpakkingen. Wanneer het om een kritische tekortsituatie gaat én als aan bovengenoemde
               voorwaarden wordt voldaan, is het ontbreken van de barcode voor het CBG geen reden
               om de Italiaanse verpakkingen te weigeren.
            
De Inspectie Gezondheidzorg en Jeugd geeft aan van die situatie op de hoogte te zijn.
Bij ernstige problemen met de beschikbaarheid van een geneesmiddel heeft het CBG de
               mogelijkheid om tijdelijk ontheffing te verlenen voor verplichtingen op de verpakking.
               Het CBG kan er dan voor kiezen om een TAV goed te keuren.3
Dit maakt het mogelijk om ook verpakkingen uit andere landen uit de Europese Economische
               Ruimte te kunnen leveren. Het doel hiervan is om de beschikbaarheid van het geneesmiddel
               voor de Nederlandse patiënten te borgen.
            
Het CBG hanteert bepaalde voorwaarden voor de goedkeuring van een TAV.
Zo moeten de verpakkingen worden voorzien van een Nederlandse bijsluiter, of wordt
               er een kopie van de in Nederland geregistreerde bijsluitertekst bijgeleverd. Buitenverpakkingen
               krijgen daarnaast een etiket met de Nederlandse productnaam en de naam en vestigingsplaats
               van de registratiehouder. Indien het geneesmiddel nationaal geregistreerd krijgt het
               ook een zogenoemd Register Verpakte Geneesmiddelen (RVG)nummer. Ten slotte is het
               van belang om te benoemen dat het aanpassen van de verpakking plaatsvindt bij een
               houder van een fabrikantenvergunning.
            
In dit geval dreigde er een tekort van het product met de werkzame stof anastrozol.
               Op verzoek van de leverancier heeft het CBG goedkeuring gegeven voor een TAV. Hierdoor
               konden ook verpakkingen uit Italië worden geleverd. Het gaat hier om hetzelfde geneesmiddel,
               van dezelfde fabrikant, maar met een Italiaanse verpakking. Italiaanse verpakkingen
               hebben (nog) geen barcode (tot 2027) omdat deze zijn uitgezonderd van de Falsified
               Medicines Directive (FMD)-verplichtingen.
            
Italië had, bij de invoering van de FMD, al een eigen nationaal beveiligingssysteem
               en heeft daarom meer tijd gekregen om de FMD te implementeren.
            
Vraag 7
            
Is het juist dat het argument voor goedkeuring was dat er anders geen alternatief
               beschikbaar zou zijn? Zo ja, bent u op de hoogte van berichten dat er wel andere anastrozol-producten
               beschikbaar zijn?
            
Antwoord 7
            
Bij de afweging voor de goedkeuring van een TAV, wordt er door het CBG onder andere
               naar het marktaandeel gekeken van het betreffende geneesmiddel waarvoor een tekort
               dreigt. In het geval van het geneesmiddel anastrozol ging het om een dermate hoog
               marktaandeel dat het CBG inschatte dat er niet voldoende (in Nederland geregistreerde)
               alternatieven beschikbaar waren om een eventueel tekort op te vangen. Ik ben verder
               niet op de hoogte van andere anastrozol producten die het tekort konden opvangen.
               Ik ga uit van de inschatting van het CBG.
            
Vraag 8
            
Wat vindt u ervan dat zorgverzekeraars CZ en Menzis een middel preferent maken dat
               aantoonbaar duurder en kwalitatief slechter is dan bestaande alternatieven?
            
Antwoord 8
            
De stelling dat zorgverzekeraars CZ en Menzis een geneesmiddel preferent hebben aangewezen
               dat aantoonbaar duurder en kwalitatief slechter is dan bestaande alternatieven is
               niet juist.
            
Zorgverzekeraars kiezen soms een ogenschijnlijk duurder geneesmiddel als preferent
               middel vanwege vertrouwelijke prijsafspraken met leveranciers.
            
Het is in bepaalde situaties logisch wanneer zorgverzekeraars een middel met een hogere
               openbare lijstprijs als preferent middel aanwijzen terwijl er alternatieven met een
               lagere openbare lijstprijs beschikbaar zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer
               de leverancier van een middel met een hogere openbare lijstprijs een lagere couvertprijs
               aanbiedt dan de leveranciers van de andere middelen met een lagere openbare lijstprijs.
               In die situatie is het ogenschijnlijk duurdere medicijn in werkelijkheid goedkoper
               voor de zorgverzekeraar, en dus voor de premiebetaler, dan de alternatieven. Hierover
               heb ik uw Kamer eerder ook geïnformeerd in de beantwoording van de Kamervragen van
               het lid Jansen (NSC) over het bericht van apotheker Daan Boellen over het door Coöperatie
               VGZ aanwijzen van het dure Molaxole als het preferente merk voor macrogol.4
In dit geval dreigde er een tekort van het preferent aangewezen geneesmiddel voor
               de werkzame stof anastrozol. Hiervoor heeft de leverancier van het preferente product
               toestemming gevraagd bij het CBG voor een TAV. Hierdoor konden ook verpakkingen uit
               Italië worden geleverd. Het gaat hier om een geneesmiddel identiek aan het geneesmiddel
               met de Nederlandse verpakking.
            
In het geval van het middel anastrozol ging het bij het product waaraan een tekort
               dreigde om een dermate hoog marktaandeel dat het CBG inschatte dat er niet voldoende
               (in Nederland geregistreerde) alternatieven beschikbaar waren om een tekort op te
               vangen. Deze situatie ontstaat alleen wanneer er niet genoeg geneesmiddelen zijn die
               wél aan de FMD-verplichtingen voldoen. Ook als het geneesmiddel niet als preferent
               was aangewezen zou er geen alternatief voor de patiënt wanneer zij de Italiaanse verpakking
               krijgt geleverd.
            
Vraag 9
            
Is u bekend dat apothekers in toenemende mate worden geconfronteerd met fundamentele
               dilemma’s als gevolg van het contracteer- en inkoopbeleid van zorgverzekeraars, waarbij
               zij gedwongen worden om onnodig dure geneesmiddelen te verstrekken? Deelt u de mening
               dat dit in strijd is met hun maatschappelijke taak om geneesmiddelen veilig, effectief
               en duurzaam te verstrekken? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 9
            
Mij is bekend dat bepaalde apothekers hun verbazing hebben geuit over de hoge lijstprijzen
               van sommige preferent aangewezen producten. Zoals aangegeven bij mijn antwoord op
               vraag 8 bestaat er een verschil tussen de openbare lijstprijzen (apotheekinkoopprijs,
               AIP) en de vertrouwelijke prijsafspraken die zorgverzekeraars en leveranciers met
               elkaar maken voor preferente geneesmiddelen. Hierdoor kiezen zorgverzekeraars soms
               een ogenschijnlijk duurder geneesmiddel als preferent middel vanwege vertrouwelijke
               prijsafspraken met leveranciers. In de praktijk is de zorgverzekeraar, en daarmee
               de premiebetaler, goedkoper uit. In mijn ogen staat het contracteer- en inkoopbeleid
               van zorgverzekeraars de apothekers niet in de weg om geneesmiddelen veilig, effectief
               en duurzaam te verstrekken.
            
Vraag 10
            
Bent u bereid om op korte termijn in te grijpen en zorgverzekeraars te dwingen om
               bij de keuze voor preferente geneesmiddelen ook de kwaliteit en veiligheid als harde
               eis op te nemen?
            
Antwoord 10
            
Nee, dat is niet nodig. Alle producten die zorgverzekeraars als preferent hebben aangewezen,
               zijn door het CBG of het EMA goedgekeurd op kwaliteit, veiligheid en werkzaamheid
               voordat ze werden toegelaten op de Nederlandse markt. Daarmee is gewaarborgd dat de
               geneesmiddelen die zorgverzekeraars als preferent aanwijzen aan die eisen voldoen.
            
De situatie waarin een middel als preferent is aangewezen terwijl deze door een TAV
               niet aan de FMD-verplichting voldoet doet zich alleen voor bij kritische tekorten.
               Ook als het geneesmiddel niet als preferent was aangewezen zou er geen alternatief
               voor de patiënt zijn wanneer zij de Italiaanse verpakking krijgt geleverd.
            
Vraag 11
            
Kunt u deze vragen binnen drie weken beantwoorden?
Antwoord 11
            
Ja.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.