Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake Reactie op verzoek commissie over de petitie van Dokters van de Wereld 'Mondzorg terug in het basispakket' (Kamerstuk 32620-300)
2025D08949 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties
behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport over de brief van 14 januari 2025 inzake Reactie op verzoek commissie
over de petitie van Dokters van de Wereld «Mondzorg terug in het basispakket» (Kamerstuk
32 620, nr. 300).
De voorzitter van de commissie,
Mohandis
Adjunct-griffier van de commissie,
Sjerp
Inhoudsopgave
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
II.
Reactie van de Minister
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de reactie van de Minister op
het verzoek van de commissie over de petitie van Dokters van de Wereld «Mondzorg terug
in het basispakket» en hebben hierover geen aanvullende vragen of opmerkingen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de
brief over de Dokters van de Wereld petitie «Mondzorg terug in het basispakket». Genoemde
leden hebben nog wel enkele vragen en opmerkingen naar aanleiding van deze brief.
In het verslag van een schriftelijk overleg over «het eindverslag verkenning mondzorg
– Project vermindering mijding van mondzorg om financiële redenen»1 lezen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie dat de Minister zich inzet voor «op
een verbeterde inzet van de gemeentepolis». Wat houdt deze verbetering concreet in?
Kan de Minister inzicht geven in de effectiviteit van de gemeentepolis om de toegang
tot mondzorg voor financieel kwetsbaren te verbeteren? Heeft de Minister inzicht hoeveel
mensen van de aanvullende mondzorgverzekering in de gemeentepolis afzien om financiële
redenen? De onderstaande leden maken zich grote zorgen over de bezuinigingen op het
gemeentefonds en het financiële ravijn jaar dat gemeenten te wachten staat.2 Doordat de gemeentepolis ten dele wordt bekostigd uit het gemeentefonds en niet geoormerkt
is, maken deze leden zich zorgen dat de gemeentepolis achteruitgaat. Deelt de Minister
deze zorgen? Kan de Minister garanderen dat er genoeg financiële middelen voor gemeenten
wordt vrijgemaakt zodat zij gemeentepolissen kunnen blijven aanbieden? Zo nee, komt
er dan in de plaats een landelijke regeling voor financieel kwetsbaren?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn blij dat er op ons initiatief een onderzoek
wordt gedaan naar vormen van een aanvullende universele verzekering. Een andere optie
om de regeling vanuit de rijksoverheid te regelen. Hoe kijkt de Minister tegen een
landelijke regeling mondzorg voor financieel kwetsbaren aan, die los staat van de
zorgverzekeraars, in parallel met RMA healthcare, de Regeling Medische zorg Asielzoekers?
Kan de Minister de voor- en nadelen van zo’n regeling in kaart brengen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen in de brief van de Minister dat resultaten
van het adviestraject van het Zorginstituut Nederland in 2028 verwacht, «zodat opname
van delen van mondzorg in het basispakket politiek kan worden gewogen». Is er een
mogelijkheid dit adviestraject te versnellen gezien de urgentie voor mensen die momenteel
geen toegang hebben tot mondzorg?
Kan de Minister ingaan op de status en planning van het traject «aanvullende verzekering
voor financieel kwetsbaren»? Kan de Minister daarnaast toelichten op welke wijze er
vervolg gegeven gaat worden aan de pilot «vermindering mijding mondzorg vanwege financiële
redenen»?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de reactie op het verzoek van
de commissie over de petitie van Dokters van de Wereld over mondzorg terug in het
basispakket. Zoals deze leden vaker hebben aangegeven is het aandeel volwassenen dat
niet naar de tandarts gaat om andere redenen, waaronder angst en gebrek aan urgentie,
groter. Genoemde leden zijn er dan ook niet van overtuigd dat opname in het basispakket
de oplossing is. Toch hebben zij nog een enkele vraag.
De leden van de VVD-fractie hebben het rapport met daarin de kostenanalyse van vijf
mogelijke varianten van mondzorg in het basispakket3 gelezen en vragen of een overzicht kan worden gegeven van de effecten van deze vijf
mogelijke varianten op de nominale premie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Met interesse hebben de leden van de D66-fractie kennisgenomen van de stukken en hebben
geen verdere vragen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de reactie op verzoek commissie
over de petitie van Dokters van de Wereld «Mondzorg terug in het basispakket». Deze
leden hebben hierover geen vragen aan de Minister.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben de reactie van de Minister gelezen op de petitie
van Dokters van de Wereld. Deze leden vinden het onbegrijpelijk dat zij zich niets
aantrekt van de grote wens vanuit de samenleving om mondzorg terug te brengen in het
basispakket en blind lijkt voor de schrikbarende gevolgen op de gebitten van Nederlanders
van het beleid van de Minister.
De leden van de SP-fractie vragen waarom de Minister zich distantieert van het getal
van 1,5 miljoen Nederlanders die afzien van mondzorg om financiële redenen. Kan de
Minister de verschillende cijfers toelichten en aangeven waarom zij het getal van
640.000 betrouwbaarder vindt dan de cijfers van Dokters van de Wereld?
De leden van de SP-fractie lezen in de beslisnota dat de Minister inzet op het verlagen
van het eigen risico om betaalbaarheidsproblemen in de zorg op te lossen. Genoemde
leden vragen hoe dit zich precies verhoudt tot de verbetering van de toegang tot mondzorg.
De leden van de SP-fractie lezen dat de Minister van plan is om te zorgen dat het
volgende kabinet in beeld heeft wat de gevolgen zijn van pakketmaatregelen en gerichtere
alternatieven om «financieel kwetsbare mensen» te helpen bij de toegang tot de mondzorg.
Vindt de Minister en het huidige kabinet dit zelf niet een beetje laat? Kan de Minister
aan het Zorginstituut Nederland vragen om de uitkomsten van dit onderzoek niet in
2028 te publiceren maar in 2025? Immers de problemen van mensen zijn urgent. Genoemde
leden krijgen helaas het gevoel dat deze Minister mondzorg helemaal niet wil vergoeden
vanuit het basispakket, maar dit onderzoek rekt zodat zij daar de aankomende 4 jaar
naar kan blijven verwijzen.
De leden van de SP-fractie vragen wat er gedaan gaat worden met het onderzoek van
het Zorginstituut Nederland aangezien dit na de huidige kabinetsperiode komt. Welke
garantie geeft de Minister dat er daadwerkelijk wat wordt gedaan met dit onderzoek?
Erkent deze Minister dat door het uitstellen van het terugbrengen van mondzorg in
het basispakket de kosten voor de samenleving toenemen omdat op een later moment duurdere
behandelingen nodig zijn? Kan de Minister aangeven hoeveel geld onze samenleving dit
gaat kosten? Deze leden vragen welke andere argumenten, behalve het onjuiste «kostenargument»,
de Minister hanteert om het basispakket niet uit te breiden.
De leden van de SP-fractie lezen in de beslisnota dat de Minister geen «nieuwe toezeggingen»
doet, maar dat de Minister het wel «pijnlijk» vindt dat mensen uit geldgebrek gezonde
tanden laten trekken. Klopt het dan dat het eigenlijk loze woorden zijn van deze Minister?
De leden van de SP-fractie lezen dat de Minister aanraadt om bij de gemeente aan te
kloppen als je noodzakelijke tandartszorg niet kunt betalen. Hoe denkt het kabinet
dat gemeenten deze potjes en polissen overeind kunnen houden als zij straks worden
geconfronteerd met gigantische bezuinigingen op het gemeentefonds door ditzelfde kabinet?
Kan de Minister garanderen dat gemeenten financieel maatwerk voor de zorgkosten van
hun bewoners kunnen blijven bekostigen? Kan de Minister inzicht geven in de effectiviteit
van de gemeentepolis om de toegang tot mondzorg te verbeteren?
De leden van de SP-fractie lazen in eerdere stukken van de Minister naar aanleiding
van het eindverslag van het project «vermindering mijding mondzorg vanwege financiële
redenen» dat zij een «publiek maatschappelijk vangnet» van belang noemt. Is er inmiddels
zicht op de benodigde middelen om dit landelijk voldoende te organiseren? In datzelfde
stuk herhaalt de Minister de cijfers van BS&F waarin naar voren komt dat er een significante
stijging is van het percentage kosten wat aan mondzorg besteed wordt (44% in 2023),
boven op de gemeentelijke bijdrage voor de gemeentepolis (gemiddeld 100 euro per jaar
per volwassen verzekerde). Hoe verklaart de Minister de toename aan gemeentelijke
uitgaven voor mondzorg? In hoeverre leiden deze cijfers ertoe, bij de Minister, dat
een landelijke oplossing noodzakelijk is?
De leden van de SP-fractie vragen wanneer en op welke wijze vervolg wordt gegeven
aan de pilot «vermindering mijding mondzorg vanwege financiële redenen». Wat is de
status en planning van het traject «aanvullende verzekering voor financieel kwetsbaren»?
II. Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Mohandis, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
E.M. Sjerp, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.