Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dobbe over een mogelijke wapenleverantie aan Israël door een schip onder Nederlandse vlag
Vragen van het lid Dobbe (SP) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over een mogelijke wapenleverantie aan Israël door een schip onder Nederlandse vlag (ingezonden 12 november 2024).
Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken) en van Minister Klever (Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingshulp) (ontvangen 3 maart 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2024–2025, nr. 893.
Vraag 1
Klopt het dat het schip «de Nordic» onder Nederlandse vlag vaart?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3, 4 en 5
Kunt u reageren op het bericht dat de directeur van de National Port Authority of
Namibia, de heer Andrew Kanime, heeft gesteld dat de Nordic militaire goederen van
India naar Israël heeft verscheept en daarbij door Namibische wateren is gekomen?
Zo nee, waarom niet?2
Kunt u uitsluiten dat de Nordic militaire goederen naar Israël heeft verscheept onder
Nederlandse vlag? Zo nee, waarom niet?
Indien wapens zijn geleverd, wat voor type wapens betrof dit en waar kwamen deze vandaan?
Kunt u aangeven welk beleid Nederland hanteert met betrekking tot Nederlandse transportbedrijven
en schepen varend onder Nederlandse vlag die wapens leveren aan Israël, aangezien
in Gaza talloze oorlogsmisdaden en mensenrechten worden gepleegd en al meer dan 40.000
Palestijnen zijn gedood, waaronder veel burgers?
Antwoord 2, 3, 4 en 5
Wij hebben kennisgenomen van het nieuwsartikel van The Namibian van 28 augustus 2024 dat aangeeft dat het onder Nederlandse vlag varende vrachtschip
«de Nordic» door de Namibische territoriale zee is gekomen. Het schip heeft hierbij niet in een
Namibische haven aangemeerd. Nederland voert geen specifiek beleid ten aanzien van
het vervoer van wapens door Nederlandse transportbedrijven en/of schepen varend onder
Nederlandse vlag naar of in het buitenland, dus ook niet naar Israël, behalve indien
dat valt onder een sanctiemaatregel. De verantwoordelijkheid die Nederland heeft als
vlaggenstaat ten aanzien van schepen onder diens vlag betreft het uitoefenen van rechtsmacht
en toezicht in administratieve, technische, en sociale aangelegenheden aan boord van
schepen die de Nederlandse vlag voeren en/of in andere situaties waarin sprake is
van overtreding van regelgeving of verboden, zoals sanctieverboden. Van dat laatste
is geen sprake en het ministerie heeft daardoor ook geen verdere informatie over de
specifieke inhoud van de lading van het schip.
Vraag 6
Kunt u aangeven of bijgevoegd bericht van Stop Wapenhandel klopt?3 Zo ja, wat is uw reactie?
Antwoord 6
Het artikel gaat in op doorvoer van militaire goederen naar Israël via Nederland en
België. Het kabinet kan inhoudelijk enkel ingaan op de Nederlandse situatie.
Doorvoer van militaire goederen naar Israël via de haven van Rotterdam is zeer beperkt.
Zoals het artikel van Stop Wapenhandel benoemt, dateert de laatste melding voor doorvoer
zonder overlading die door het bedrijfsleven is gedaan bij de Centrale Dienst voor
In- en Uitvoer van de Douane van 4 oktober 2023. Bij doorvoer zonder overlading vervolgen
de goederen na aankomst in Nederland hun reis met hetzelfde transportmiddel. Dit soort
doorvoer is niet vergunningplichtig op het moment dat het transport afkomstig is uit,
of als eindbestemming heeft, een EU- of NAVO-land of een daaraan gelijk gesteld land
(Australië, Japan, Nieuw-Zeeland of Zwitserland). Wel is voor dergelijke transacties
een melding verplicht.
Doorvoer van militaire goederen naar Israël mét overlading in Nederland is altijd
vergunningplichtig. Dergelijke transacties worden net als uitvoertransacties zorgvuldig
getoetst aan de Europese wapenexportcriteria. Dit type doorvoer naar Israël komt net
als bij doorvoer zonder overlading weinig voor. De meest recent verstrekte doorvoervergunning
dateert van juni 2021. Het ging toen om de doorvoer van delen voor raketwerpers met
het oog op verwerving van nieuw materiaal door Israël. Deze vergunning is uiteindelijk
niet gebruikt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.