Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Stultiens en De Hoop over een leegstandsheffing
Vragen van de leden Stultiens en De Hoop (GroenLinks-PvdA) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over een leegstandsheffing (ingezonden 12 februari 2025).
Antwoord van Minister Keijzer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening), mede namens
de Staatssecretaris van Financiën (ontvangen 3 maart 2025)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Rotterdam: meeste leegstand woningen bij particuliere
verhuurders»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Bent u het ermee eens dat leegstand van woningen, zeker in de huidige wooncrisis,
niet uitlegbaar is?
Hoeveel woningen staan er op dit moment leeg in Nederland?
Antwoord 2 en 3
Ik ben van mening dat langdurige leegstand van woningen ongewenst is maar veelal wel
uitlegbaar. Het aantal langdurig leegstaande woningen is volgens het CBS2 met circa 64.000 woningen die een jaar eerder ook leeg stonden de afgelopen jaren
stabiel gebleven. Een groot deel van die 64.000 langdurig leegstaande woningen verbruikt
volgens het CBS toch nog energie en zijn derhalve (deels) in gebruik. Als daarvoor
wordt gecorrigeerd staan begin 2024 circa 30.000 woningen administratief langdurig
leeg. Separaat aan de evaluatie heb ik het CBS gevraagd een nadere analyse te maken
over mogelijke redenen waarom de genoemde 30.000 woningen langer dan een jaar leegstaan
en deze bevindingen aan de jaarlijkse monitor toe te voegen. In de meest recente leegstandmonitor
zijn de meest voorkomende redenen voor de langdurige leegstand na correctie voor energieverbruik
als aparte tabel toegevoegd. Hieruit is op te maken dat dit met name te maken heeft
met sloop/verbouwing, dat de eigenaar ergens anders woont, het ligt in een krimpgebied
of dat de laatste bewoner is overleden. Deze langdurig leegstaande woningen staan
dus veelal om een begrijpelijke reden leeg en zijn derhalve niet (direct) te benutten.
Als hiervoor wordt gecorrigeerd blijven er circa 12.600 langdurig leegstaande woningen
waarvoor geen verklaring is gevonden.
Vraag 4, 5, 6 en 7
Bent u zich ervan bewust dat gemeenten al meer dan vijftien jaar lang vragen om meer
mogelijkheden om leegstand te kunnen bestrijden, zoals een leegstandsheffing?3
Bent u bekend met de leegstandsheffing die in Vlaanderen is ingevoerd?
Kunt u de voor- en nadelen van (verschillende varianten van) een nationale of gemeentelijke
leegstandsheffing aan de Kamer sturen?
Bent u bereid om een nationale leegstandsheffing in te voeren?
Antwoord 4, 5, 6 en 7
Op 20 december 2024 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de evaluatie van de Leegstandwet
die door het onderzoeksbureau Rigo is uitgevoerd (kamerstuk 31 560 nr. 54). Uit de evaluatie blijkt dat gemeenten wisselend denken over de effectiviteit van
een leegstandbelasting. Rigo heeft daarnaast in de evaluatie beschreven wat de voor-
en nadelen zijn van een leegstandbelasting naar Vlaams model. Enerzijds blijkt dat
een nationale leegstandheffing te weinig maatwerk biedt voor gemeenten, terwijl een
lokale leegstandbelasting juist gericht ingezet kan worden om excessen tegen te gaan.
Anderzijds vraagt een nationale leegstandsheffing minder inzet van gemeenten, terwijl
een lokale variant meer ambtelijke capaciteit vergt. In de evaluatie worden door Rigo
ook aanbevelingen gedaan. Rigo adviseert om de Leegstandwet op enkele punten te wijzigen.
Eén van deze aanbevelingen is om de tijdelijke extra mogelijkheden onder het experiment
in de Crisis en Herstelwet te verankeren in de Leegstandwet zodat de gemeenten meer
slagkracht krijgen om leegstand te bestrijden. De positieve ervaringen hiermee in
de gemeenten Amsterdam en Utrecht vormen de aanleiding hiertoe. Het zetten van deze
stappen is volgens Rigo doeltreffender dan het invoeren van een leegstandbelasting.
Rigo adviseert een dergelijke belasting pas te overwegen als blijkt dat de hierboven
genoemde aanpassingen van de Leegstandwet tot onvoldoende resultaat leiden. Zoals
ik in mijn bovengenoemde brief heb aangegeven neem ik deze aanbevelingen over en tref
ik thans de voorbereidingen voor de uitwerking van een wetsvoorstel om gemeenten meer
slagkracht te geven bij de aanpak van leegstand.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
Mede namens
T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.