Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen vragen van de leden Stoffer en Westerveld over de berichten 'Wie betaalt voor zorg op school? In Limburg krijgen ouders van kwetsbare kinderen de rekening' en 'Vage facturen en creatief boekhouden op Maastrichtse school voor gehandicapte kinderen: 'Ouders staan met hun rug tegen de muur''
Vragen van de leden Stoffer (SGP) en Westerveld (GL-PvdA) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de berichten «Wie betaalt voor zorg op school? In Limburg krijgen ouders van kwetsbare kinderen de rekening» en «Vage facturen en creatief boekhouden op Maastrichtse school voor gehandicapte kinderen: «Ouders staan met hun rug tegen de muur»» (ingezonden 16 januari 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Paul (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 21 februari
2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 1220.
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Wie betaalt voor zorg op school? In Limburg krijgen
ouders van kwetsbare kinderen de rekening» en «Vage facturen en creatief boekhouden
op Maastrichtse school voor gehandicapte kinderen: «Ouders staan met hun rug tegen
de muur»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat deze financiële constructie momenteel op meerdere of zelfs veel plaatsen
in Nederland gebruikt zou worden? Zo ja, kunt u hiervan een beeld schetsen?
Antwoord 2
Het is van belang om de verschillende financieringsstromen en -doelen naast elkaar
te bezien:
• De school en het samenwerkingsverband zijn verantwoordelijk voor het financieren van
onderwijstaken en het bieden van onderwijsondersteuning in het kader van passend onderwijs.
De school ontvangt extra ondersteuningsbudget van het samenwerkingsverband op basis
van de toelaatbaarheidsverklaring. Hoe zij deze middelen verdelen is aan hen en daarover
kunnen zij onderling afspraken maken.
• Zorg en ondersteuning die de taak van het gespecialiseerd onderwijs overstijgt wordt
niet door school geboden en gefinancierd. Deze ondersteuning en zorg komt veelal vanuit
de Jeugdwet, Wlz en/of Zvw.
In het artikel wordt aangegeven dat een Zuid-Limburgse school voor meervoudig beperkte
kinderen ouders vroeg om een deel van het persoonsgebonden budget (pgb) aan de school
over te dragen, voor zorg onder schooltijd. Constructies zoals deze zien we op meer
plekken.
Wanneer een leerling meer nodig heeft dan wat binnen de basisondersteuning en aanvullende
ondersteuning van het gespecialiseerd onderwijs geboden kan worden, kunnen scholen
in afstemming met ouders afspraken maken over de inzet van een deel van het pgb. Waarbij
het moet gaan om ondersteuning of zorg die valt onder de verantwoordelijkheid van
de Wlz, de Jeugdwet en/of de Zvw en deze ondersteuning of zorg nodig is om onderwijs
te kunnen volgen. Scholen of samenwerkingsverbanden mogen geen financiële bijdrage
uit het pgb aan ouders vragen voor een onderwijstaak, of de onderwijsondersteuning.
In het geval van de Jeugdwet dient de gemeente als verstrekker goedkeuring te geven
op de aanvraag voor pgb in het onderwijs.
Vraag 3
Vindt u het toelaatbaar en bevredigend dat de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) een
toelaatbaarheidsverklaring afgeeft aan het bevoegd gezag voor de zwaarste categorie
ondersteuning, terwijl op voorhand duidelijk is dat de school dit geld niet direct
zal gaan besteden aan de leerling en het probleem ondanks de afgegeven hoge bekostiging
verplaatst wordt naar de ouders? Hoe is deze praktijk te rijmen met het uitgangspunt
dat de zorgmiddelen van ouders niet mogen worden meegewogen in de keuze van de bekostigingscategorie?2
Antwoord 3
Het samenwerkingsverband geeft toelaatbaarheidsverklaringen af. DUO registreert deze
en berekent op basis daarvan de bekostiging voor de school.
Het geld dat een school ontvangt, is niet gebonden aan specifieke leerlingen, het
is een lumpsum. Het staat het samenwerkingsverband vrij om een betalingsconstructie
met een school af te spreken waarbij budget wordt teruggestort. Dit is een privaatrechtelijke
overeenkomst. De school heeft in samenwerking met het samenwerkingsverband de taak
om ervoor te zorgen dat de leerlingen de juiste onderwijsondersteuning krijgen in
het kader van passend onderwijs. Hoe zij die financiering hiervoor regelen, is aan
deze partijen.
Vraag 4
Is de door het bevoegd gezag gehanteerde financiële constructie voorafgaand aan de
toepassing voorgelegd aan de medezeggenschapsraden? Zo ja, wanneer is dat gebeurd
en wat waren de reacties? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Voor zover bekend is hierover in de medezeggenschapsraad (MR) van de school gesproken.
De Inspectie van het Onderwijs heeft in april 2021 in antwoord op vragen van een toenmalig
lid van de MR aangegeven dat de financiële constructie rechtmatig was.
Vraag 5
Mogen scholen de persoonsgebonden budget (pgb) middelen van ouders bundelen om zorgpersoneel
aan te nemen? Klopt het dat scholen de ouders niet kunnen verplichten een deel van
het persoonsgebonden budget aan de school over te dragen indien de middelen niet individueel
worden besteed?
Antwoord 5
Het klopt dat de school ouders niet kan verplichten om pgb-middelen in te zetten op
school.
Zoals in vraag 2 is toegelicht, kan de school in overleg met ouders wel tot overeenstemming
komen om middelen uit het pgb in te zetten voor zorg en ondersteuning op school. Waarbij
in afstemming met ouders ook afspraken gemaakt kunnen worden over het bundelen van
de pgb middelen om zorgpersoneel collectief in te zetten.
Vraag 6
Heeft de Inspectie van het Onderwijs in de afgelopen jaren onderzocht in hoeverre
sprake is van individuele besteding van de middelen van ouders, gezien de aanhoudende
aandacht voor deze situatie?
Antwoord 6
De Inspectie van het Onderwijs heeft naar de besteding van zorgmiddelen geen onderzoek
gedaan. Het gaat niet om bekostiging als bedoeld in de WEC en daarop gebaseerde regelgeving.
De Inspectie van het Onderwijs heeft hier dus geen wettelijk taak en is dus ook niet
bevoegd om onderzoek te doen naar de inzet van zorgmiddelen op school.
Vraag 7
Welke rol hebben de leerplichtambtenaren in de regio in de afgelopen jaren vervuld,
gelet op de mogelijke gevolgen voor kinderen van de weigering van ouders om een deel
van het budget over te dragen?
Antwoord 7
Er zijn mij geen signalen bekend waarin kinderen gedupeerd zijn door de weigering
van ouders om een deel van het pgb af te staan voor de financiering van zorg onder
schooltijd.
Vraag 8
Vindt u het ook onwenselijk dat grote verschillen kunnen ontstaan tussen ouders afhankelijk
van de vraag of zij in staat en bereid zijn zich juridisch te verweren tegen aanspraken
van het bevoegd gezag? Is het acceptabel dat een deurwaarder wordt ingezet om ouders
onder druk te zetten?
Antwoord 8
Het is vanzelfsprekend dat afspraken over de inzet van pgb in overleg met ouders worden
gemaakt.
Ik ga er daarbij vanuit dat scholen en ouders hier zorgvuldige en duidelijke afspraken
over maken met elkaar en deze schriftelijk vastleggen. Ik verwacht van scholen dat
zij een zorgvuldig proces doorlopen, voordat zwaardere middelen worden ingezet. Het
is uiteraard onwenselijk dat ouders zonder dergelijke formele afspraken via bijvoorbeeld
een deurwaarder onder druk worden gezet.
Vraag 9
In hoeverre is sprake van rechtmatige en doelmatige bekostiging door samenwerkingsverbanden
bij een kwijtschelding voor de aangesloten scholen bij het realiseren van lagere opbrengsten
uit overdrachten van persoonsgebonden budget door ouders?
Antwoord 9
Uit het artikel blijkt niet dat het samenwerkingsverband iets heeft kwijtgescholden.
Vraag 10
Kunt u aangeven hoe de gewraakte constructie zich verhoudt tot de contouren van de
nieuwe wetgeving inzake de bekostiging van onderwijs en zorg? Vindt u ook dat de nieuwe
wetgeving in ieder geval een einde zou moeten maken aan de schijn van schimmigheid
en volstrekt transparant dient te zijn?
Antwoord 10
Met de verbeteraanpak Zorg in Onderwijstijd wordt gewerkt aan een oplossing waarbij
de organisatie en financiering van zorg onder schooltijd eenvoudiger en administratief
armer georganiseerd wordt. Als de zorg collectief in natura beschikbaar is voor de
leerlingen, hoeft er in beginsel geen pgb meer worden ingezet voor zorg in onderwijstijd.
Ik onderschrijf dat transparantie altijd het uitgangspunt moet zijn bij de ontwikkeling
van nieuw beleid en nieuwe wetgeving.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.