Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Inge van Dijk, Dijk en Haage over de uitspraak van de rechtbank Gelderland ECLI:NL:RBGEL:2024:7601 en het bericht op LinkedIn van 16 januari 2024
Vragen van de leden Inge van Dijk (CDA), Dijk (SP) en Haage (GroenLinks-PvdA) aan de Staatssecretaris van Financiën over de uitspraak van de rechtbank Gelderland ECLI:NL:RBGEL:2024:7601 en het bericht op LinkedIn van 16 januari 2024 (ingezonden 20 januari 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Palmen (Financiën) (ontvangen 20 februari 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 5 november 2024, waarin
de rechtbank oordeelt dat de gedupeerde van de kinderopvangtoeslagaffaire recht heeft
op gratis rechtsbijstand bij een beroep tegen de gedeeltelijke afwijzing van brede
ondersteuning, omdat de rechtbank vindt dat het onderscheid dat de Raad voor de Rechtsbijstand
maakt tussen gemeentelijke brede ondersteuning en andere herstelmaatregelen op grond
van de Wet hersteloperatie toeslagen onvoldoende is onderbouwd en geen recht doet
aan de grondgedachte van die wet waarin erkenning, herstel en ondersteuning voor gedupeerden
centraal staan en dat dus ook bij brede ondersteuning – net zoals bij andere herstelmaatregelen
– geen inkomens- en vermogenstoets past bij ingediende aanvragen om toevoeging rechtsbijstand?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat u de Raad voor de Rechtsbijstand heeft verzocht om in hoger beroep te
gaan tegen deze uitspraak?
Antwoord 2
Nee. Het gaat hier over een geschil tussen een aanvrager van gesubsidieerde rechtsbijstand
en de Raad voor Rechtsbijstand (hierna: de Raad). De rechtsbijstand was aangevraagd
in het kader van een bezwaarprocedure tegen een gemeentelijk besluit. De belanghebbende
is een gedupeerde toeslagenouder. In overleg in de eerste week van december 2024 met
ambtelijk Financiën en ambtelijk J&V heeft de Raad als bestuursorgaan dat de bestreden
beslissing heeft genomen, pro forma hoger beroep ingesteld. Ik ben daarover daarna
geïnformeerd als beleidsverantwoordelijk bewindspersoon voor de brede ondersteuning
en voor het herstel van gedupeerde toeslagenouders inclusief de inhoud van de Subsidieregeling
pakket rechtsbijstand herstelregelingen kinderopvangtoeslag 2023 (hierna: de Subsidieregeling).
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid draagt beleidsverantwoordelijkheid voor
de Wet op de rechtsbijstand (Wrb) en is eigenaar van de Raad voor Rechtsbijstand als
ZBO. In overleg met de genoemde ministeries is de Raad in hoger beroep gegaan.
Vraag 3
Als het antwoord op vraag 2 ja is, wat is volgens u de onderbouwing waarom een gedupeerde
toeslagenouder geen recht heeft op gratis rechtsbijstand bij zaken over brede ondersteuning?
Antwoord 3
Afhankelijk van het inkomen heeft een gedupeerde toeslagenouder recht op gesubsidieerde
rechtsbijstand bij geschillen over besluiten van decentrale overheden. Uitgangspunt
van de Wet op de rechtsbijstand (Wrb) is het verlagen van de financiële drempel voor
rechtzoekenden met weinig financiële draagkracht. In deze zaak ging het om een jaarinkomen
boven de norm van de Wrb. Dat is de reden waarom de Raad de aanvraag voor rechtsbijstand
heeft afgewezen. In hoger beroep staat ter discussie of er aanspraak bestaat op kosteloze
rechtsbijstand, ongeacht inkomen of vermogen, op grond van de Subsidieregeling pakket
rechtsbijstand herstelregelingen kinderopvangtoeslag 2023.
Vraag 4
Waarom bent u van mening dat u in hoger beroep wel gelijk krijgt?
Antwoord 4
Het gaat hier niet om het verkrijgen van gelijk of ongelijk, maar om het bespreken
van de feiten en de beantwoording van de voorliggende rechtsvraag, zoals bij het antwoord
op vraag 5 nader is toegelicht. Dit komt ten goede aan de rechtsontwikkeling. De proceskosten
van de ouder zullen worden vergoed.
Vraag 5
Waarom kiest u er wederom voor om door te procederen tegen toeslagenouders?
Antwoord 5
De Raad voor Rechtsbijstand is formeel procespartij omdat de Raad de bestreden beslissing
heeft genomen. Omdat deze uitspraak bredere implicaties heeft voor de gesubsidieerde
rechtsbijstand aan toeslagenouders ga ik, gelet op mijn beleidsverantwoordelijkheid
genoemd onder het antwoord op vraag 2, in op deze vraag. Bij het al dan niet instellen
van hoger beroep weegt mee of de beantwoording van de rechtsvraag in hoger beroep
kan bijdragen aan rechtsontwikkeling. Of, zoals de rechtbank Rotterdam opmerkt in
een andere zaak tegen een gedupeerde ouder: «[...] dat het efficiënter is als Dienst
Toeslagen van een uitspraak, waarmee zij het niet eens is, in hoger beroep gaat, zodat
door de hoogste instantie de feiten kunnen worden besproken en de rechtsvragen kunnen
worden beantwoord. Dit komt ten goede aan de rechtsontwikkeling.»2 Voor de rechtsontwikkeling is het relevant om de in deze zaak voorliggende rechtsvraag
te beantwoorden (kort gezegd): als er een bezwaarprocedure gevoerd wordt tegen een
besluit van een gemeente met een belanghebbende die geraakt is door de toeslagenaffaire,
geldt dan de (criteria van de) Wet op de rechtsbijstand?
Vraag 6
Wat zouden volgens u de gevolgen zijn als gedupeerde ouders wel gratis rechtsbijstand
krijgen bij zaken over brede ondersteuning?
Antwoord 6
Gedupeerde ouders kunnen als rechtzoekende reeds aanspraak maken op gesubsidieerde
rechtsbijstand in geschillen over besluiten van een gemeente, mits zij voldoen aan
de (inkomens-)criteria van de Wet op de rechtsbijstand. Brede ondersteuning is geen
herstelmaatregel van de Dienst Toeslagen, maar een algemene aanduiding voor veelal
reeds bestaande (sociale) voorzieningen van gemeenten in het sociaal domein, bijvoorbeeld
inzake huisvesting of werk, waarmee gemeenten ook andere burgers die dat nodig hebben
ondersteunen. Ook voor hen gelden de criteria van de Wrb.
Vraag 7
Is het niet passender, gezien wat de ouders is aangedaan en gezien het belang van
de mogelijkheid voor de ouders om recht te halen, om af te zien van doorprocederen?
Antwoord 7
Zie antwoord op vraag 5, 6 en 7.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.P.H. Palmen, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.