Schriftelijke vragen : Het rapport 'Gaza and West Bank Interim Rapid Damage and Needs Assessment’
Vragen van het lid Van Baarle (DENK) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over het rapport «Gaza and West Bank Interim Rapid Damage and Needs Assessment» (ingezonden 20 februari 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport «Gaza and West Bank Interim Rapid Damage and Needs Assessment», uitgevoerd door de Wereldbank, de Europese Unie en de Verenigde Naties?1
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de bevinding dat de oorlog in Gaza sinds 7 oktober 2023 heeft geleid
tot ten minste 47.000 doden, waaronder minstens 13.000 kinderen en 7.200 vrouwen,
en erkent u dat er oorlogsmisdaden zijn gepleegd door Israël tegen de bevolking van
Gaza waardoor zij nu kampen met ernstige tekorten aan basisbehoeften? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 3
Wat is uw reactie op het feit dat de totale fysieke schade in Gaza wordt geschat op
ongeveer $ 29,9 miljard, de economische en sociale verliezen worden geschat op $ 19,1 miljard,
en dat de benodigde middelen voor de wederopbouw van Gaza op $ 53,2 miljard worden
geschat, gelet op het feit dat de Nederlandse overheid slechts € 15,2 miljoen heeft
vrijgemaakt voor humanitaire hulp in 2024 voor Gaza en de Westelijke Jordaanoever?
Vraag 4
Erkent u dat het herstelproces in Gaza ernstig wordt belemmerd door de huidige beperkingen
op de toegang tot humanitaire hulp door Israël? Zo ja, hoe gaat u de druk op Israël
opvoeren om zo een onbelemmerde humanitaire toegang tot Gaza te garanderen? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 5
Erkent u dat de grootschalige en doelmatige vernietiging van infrastructuur door Israël
in Gaza heeft geleid tot een diepe humanitaire crisis, waaronder een hongersnood en
ziekte-uitbraken? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Gaat Nederland ten opzichte van haar huidige humanitaire hulp extra directe humanitaire
hulp bieden aan Gaza, gezien het feit dat 91% van de bevolking in Gaza acute voedselonzekerheid
verkeert en 40% van de bevolking geen toegang heeft tot voldoende drinkwater? Zo ja,
welke directe humanitaire hulp zal Nederland bieden? Zo niet, waarom niet?
Vraag 7
Hoe gaat u bijdragen aan het verlenen van onmiddellijke hulp om de meest basale voorzieningen
en diensten in Gaza te herstellen, gelet op de bevindingen uit het rapport?
Vraag 8
Wat kan Nederland specifiek doen om de voorziening voor drinkwater te verbeteren,
gelet op de Nederlandse expertise op dit gebied?
Vraag 9
Hoe beoordeelt u de bevinding van de verwoestende impact van de oorlog op de economie
in Gaza?
Vraag 10
Wat kan Nederland specifiek doen om de impact op de economie in Gaza door de oorlog
te verlichten?
Vraag 11
Hoe beoordeelt u de constatering dat meer dan 1 miljoen kinderen behoefte hebben aan
geestelijke gezondheidszorg?
Vraag 12
Wat kan Nederland specifiek doen om deze 1 miljoen kinderen met behoefte aan geestelijke
gezondheidszorg te helpen?
Vraag 13
Hoe beoordeelt u de constatering dat 1,2 miljoen Palestijnen in Gaza hun huis hebben
verloren?
Vraag 14
Wat kan Nederland specifiek doen om deze 1,2 miljoen Palestijnen op een humane manier
te huisvesten?
Vraag 15
Hoeveel geld is er op dit moment gecommitteerd door de internationale gemeenschap
voor de wederopbouw van Gaza?
Vraag 16
Bent u bereid om internationaal te pleiten voor een uitvoeringsplan om de wederopbouw
van Gaza substantieel en langdurig financieel te ondersteunen en om te inventariseren
welke organisaties in Nederland hier een aanvullende (praktische) bijdrage aan kunnen
leveren, gelet op de bevindingen uit het rapport, gelet op de slechts € 20 miljoen
die begroot is voor de wederopbouw van Gaza en gelet op mijn recent aangenomen motie
die hierom vraagt? Zo ja, hoe zal u dit vormgeven? Zo nee, waarom niet?
Vraag 17
Bent u bereid om deze bevindingen te bespreken met uw Europese en internationale partners
om tot een concrete wederopbouwstrategie voor Gaza te komen?
Vraag 18
Hoe beoordeelt u de constatering dat Israëlische militaire operaties, een toename
in geweld van kolonisten, beperkingen op verplaatsingen en economische beperkingen
hebben geleid tot grote economische verliezen, sterk verminderde toegang tot basisvoorzieningen
en 828 dodelijke slachtoffers in de West Bank?
Vraag 19
Verbindt u aanvullende diplomatieke gevolgen aan de onmenselijke situatie waarin Palestijnen
leven in de West Bank, naast de huidige sancties tegen gewelddadige kolonisten? Zo
ja, hoe zal u dit vormgeven? Zo nee, waarom niet?
Vraag 20
Wat kunt u specifiek doen om de huidige onmenselijke situatie van Palestijnse kinderen
in zowel Gaza als de West Bank sterk te verbeteren?
Vraag 21
Bent u bereid voor de aanvang van het commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken van 10 april
jl. antwoord te geven op deze vragen? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp -
Gericht aan
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken -
Indiener
Stephan van Baarle, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.