Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op het lid Ceder over de acute medische situatie van Palestijnen in Gaza
Vragen van het lid Ceder (ChristenUnie) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de acute medische situatie van Palestijnen in Gaza (ingezonden 2 januari 2025).
Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 20 februari 2025).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het artikel «Israel raid empties northern Gaza’s last functioning
               major hospital of all patients and detains its director»1? Hoe beoordeelt u dit bericht en bent u al in gesprek met de Israëlische regering
               hierover?
            
Antwoord 1
            
Ja. Het kabinet heeft met zorg kennis genomen van de beschietingen op het Kamal Adwan-ziekenhuis
               en is zeer verontrust over de ontwrichting van het medische systeem in Gaza, en de
               grote impact op mensen die acute c.q. langdurige medische zorg nodig hebben. Zoals
               in de Kamerbrief van 21 januari jl. (Kamerstuk 23 432, nr. 546) is gemeld, wordt mede hierom in gesprekken met Israël steevast door het kabinet
               de noodzaak van een drastische toename van het hulpvolume voor de bevolking in de
               Gazastrook onderstreept.
            
Vraag 2
            
Krijgen alle patiënten op dit moment de juiste medische zorg? Waar zijn alle patiënten
               allemaal naartoe overgebracht, zowel patiënten in kritieke toestand als patiënten
               in minder kritieke toestand? Kunnen zij daar voldoende zorg ontvangen en hoe verloopt
               het transport?
            
Antwoord 2
            
Het geweld in en rond het Kamal Adwan-ziekenhuis is op zichzelf uiterst zorgwekkend,
               maar het feit dat ook andere ziekenhuizen en medische posten in Noord-Gaza reeds grotendeels
               of volledig buiten dienst zijn geraakt maakt de impact extra groot. Patiënten werden
               uit het getroffen ziekenhuis geëvacueerd, maar of zij elders voldoende zorg konden
               ontvangen is hoogst onzeker.
            
Vraag 3
            
Daar waar in het artikel wordt gesteld dat een aantal patiënten in kritieke toestand
               naar het Indonesian Hospital is gebracht, maar de directeur-generaal stelt dat deze
               buiten functie is, kunt u aangeven of deze bewering klopt? Is het dan zo dat patiënten
               in kritieke toestand dus de facto geen zorg krijgen? Indien er geen zorg is, kunt
               u per ommegaande opheldering vragen aan de Israëlische autoriteiten?
            
Antwoord 3
            
Die berichten zijn mij bekend. Het kabinet kan niet verifiëren hoeveel hulp op welk
               moment in welk ziekenhuis kan worden geboden maar het medische systeem in Noord-Gaza
               is duidelijk ontwricht. Nederland roept de Israëlische autoriteiten op om het humanitair
               oorlogsrecht te allen tijde te respecteren, en om toegang voor (medische) hulp snel
               en blijvend te faciliteren. De verruiming van humanitaire toegang door het staakt-het-vuren
               biedt enig perspectief voor alle mensen in Gaza die medische noodhulp behoeven.
            
Vraag 4
            
Kunt u aangeven hoeveel werkende ziekenhuizen/medische centra nog werkzaam zijn in
               Gaza? Hoeveel medisch personeel is er naar schatting nog operationeel?
            
Antwoord 4
            
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) rapporteerde op 3 januari dat 20 van de 36 ziekenhuizen
               in Gaza waren gesloten en 16 nog deels operationeel. Hiermee was de totale capaciteit
               nog slechts 1800 ziekenhuisbedden. Daarnaast maakte de WHO melding van ernstige hinder
               bij de toelating en distributie van medische middelen, met vergaande consequenties
               voor de medische capaciteit.
            
Vraag 5
            
Hoeveel veldhospita zijn er opgezet door Israël in Gaza? En hoeveel zijn daarvan in
               Noord-Gaza? Hoe beoordeelt u de stelling van de Verenigde Naties (VN) dat als gevolg
               van de inval 75.000 Palestijnen nu risico lopen2, ook in het licht van de stelling van de Israeli Defense Forces, zoas weergegeven
               in het artikel, dat de patiënten voorafgaand aan de operatie zijn geëvacueerd en «tienduizenden
               liters brandstof, voedsel en medische benodigdheden» zijn geleverd?
            
Antwoord 5
            
Volgens het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden van de VN (OCHA)
               zijn elf veldhospitalen operationeel in Gaza. Deze worden gerund door hulporganisaties
               als Artsen zonder Grenzen en de Rode Kruis- en Halve Maanbeweging. In Deir al-Balah
               zijn vier veldhospitalen, in Khan Younis vijf en in Rafah twee. OCHA meldt dat van
               de elf veldhospitalen, zes volledig en vijf gedeeltelijk operationeel zijn. De in
               het artikel genoemde humanitaire levering van brandstof, voedsel, medische benodigdheden
               en andere essentiële goederen hield geen verband met Israëlische aanvallen op deze
               ziekenhuizen.
            
Vraag 6
            
Hoeveel capaciteit hebben deze veldhospita en welke zorg kan er niet geleverd worden
               die normaal wel geboden kon worden in ziekenhuizen in Gaza?
            
Antwoord 6
            
De WHO meldde op 19 januari jl. n.a.v. het staakt-het-vuren dat de uitdagingen op
               het gebied van gezondheidszorg enorm blijven. Ziekenhuizen zijn beschadigd of gedeeltelijk
               verwoest. Medische evacuaties vanuit Gaza naar het buitenland verlopen nog steeds
               moeizaam. Veldhospitalen kunnen de rol van reguliere ziekenhuizen niet volledig opvangen.
               Er blijft een ernstig tekort aan gespecialiseerde zorg.
            
Vraag 7
            
Daar waar in het artikel wordt gesteld dat er 240 mensen zijn opgepakt, waaronder
               de directeur, en verder wordt vermeld dat Hamas een basis had opgeslagen in het ziekenhuis,
               in hoeverre kunt u verifiëren of dit klopt?
            
Antwoord 7
            
Het kabinet heeft niet de informatie om dergelijke beweringen te kunnen verifiëren.
Vraag 8
            
Als de bewering niet klopt of er geen enkel bewijs voor geleverd kan worden, kunt
               u dan per ommegaande om de vrijlating van het medisch personeel, de directeur dr.
               Abu Safiya, verzoeken?
            
Antwoord 8
            
Ik heb in mijn gesprekken met Israël het belang van bescherming van medisch personeel
               benadrukt. Het blijft ook na het staakt-het-vuren belangrijk dat hier aandacht voor
               blijft bestaan, en dat fundamentele rechten van medische staf worden gerespecteerd.
               Het kabinet zal de Israëlische autoriteiten hiertoe blijven oproepen, ook met betrekking
               tot de gearresteerde ziekenhuisdirecteur
            
Vraag 9
            
Waar is de stelling van Amnesty International, dat er sprake was van marteling van
               het medisch personeel, op gebaseerd? Kunt u verifiëren of dit klopt en, als dat zo
               is, per ommegaande actie verzoeken van de Israëlische regering om de verantwoordelijken
               te vervolgen?
            
Antwoord 9
            
Het kabinet heeft geen kennis over de bron van de stelling van Amnesty International
               en kan deze dus ook niet verifiëren.
            
Vraag 10
            
Daar waar het United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA)
               stelt dat de Israëlische autoriteiten 48 van de 52 pogingen van de VN om de humanitaire
               toegang tot Noord-Gaza te coördineren hebben geweigerd en dat «vier goedgekeurde bewegingen
               allemaal met belemmeringen te maken kregen», betekent dit dat er geen hulp Noord-Gaza
               binnenkomt of gebeurt dat op andere manieren? Zo ja, via welke andere manieren/kanalen?3
Antwoord 10
            
De toevoer van hulpgoederen tot Gaza was zeer slecht voordat het staakt-het-vuren
               inging op 19 januari jl. Dat geldt met name voor toegang tot delen van Noord-Gaza,
               waar de VN en andere hulporganisaties nagenoeg geen humanitaire hulp konden leveren.
               In periode van 6 oktober tot 31 december 2024 hebben de VN 165 pogingen ondernomen
               om hulpgoederen te leveren in Noord-Gaza, waarvan 149 pogingen werden geweigerd. Zestien
               pogingen werden toegestaan, maar in de praktijk belemmerd op het vlak van veiligheidsgaranties
               en andere problemen met toegang.
            
Vraag 11
            
Is er inmiddels sprake van officieel vastgestelde honger in (Noord)-Gaza? Zo ja, kunt
               u van de Israëlische regering per ommegaande eisen een einde te maken aan de situatie
               en voldoende voedselleveranties te faciliteren?
            
Antwoord 11
            
Er was en is sprake van honger in de Gazastrook. In de rapportage van het gezaghebbende
               Integrated Food Phase Classification (IPC) gepubliceerd op 17 oktober 2024 werd geschat dat 1,84 miljoen Gazanen in acute
               voedselonzekerheid leefden. Daarnaast waarschuwde de IPC op 8 november 2024 voor het
               acute risico op hongersnood in Noord-Gaza, waarbij de grenscriteria voor hongersnood
               wellicht al waren bereikt. Vaststelling van hongersnood is een technische aangelegenheid,
               en uiterst complex in een context zoals Gaza, maar een dergelijke waarschuwing van
               IPC noopt tot doortastende actie van de internationale gemeenschap. Nederland heeft
               veelvuldig bij Israël aangedrongen op het onmiddellijk verruimen van humanitaire toegang.
               De toegangssituatie lijkt ten gevolge van het staakt-het-vuren te zijn verbeterd,
               maar zorgen van de internationale gemeenschap over honger blijven bestaan. Nederland
               volgt de ontwikkelingen met prioriteit en blijft Israël oproepen om ervoor te zorgen
               dat humanitaire leveringen – zowel de invoer van goederen als benodigdheden voor distributie
               – voldoende worden gefaciliteerd.
            
Vraag 12
            
Welke indruk heeft u nu met betrekking tot de vraag of er sprake is van een eerlijke
               verdeling van voedsel onder (religieuze minderheden)/verschillende clans, aangezien
               in eerdere berichtgeving werd gesteld dat (religieuze) minderheden in Gaza, zoals
               Palestijnse Christenen, bij de verdeling van voedsel benadeeld werden.
            
Antwoord 12
            
Humanitaire organisaties trachten hulp, waaronder voedselhulp, zoveel als mogelijk
               te verdelen op basis van de grootste noden, conform de humanitaire principes van menselijkheid,
               onpartijdigheid, neutraliteit en onafhankelijkheid. Wel heeft de extreme en volatiele
               conflictsituatie in de Gazastrook de ordentelijke distributie van humanitaire hulp
               ernstig bemoeilijkt. Met berichten over specifieke benadeling van religieuze minderheden
               bij distributies is het kabinet niet bekend.
            
Vraag 13
            
Gelet op berichten over slachtoffers als gevolg van onderkoeling4, hoeveel kinderen zijn inmiddels aan onderkoeling in Gaza overleden?
Antwoord 13
            
De VN maakten begin januari melding van het vreselijke nieuws dat ten minste acht
               baby’s aan de gevolgen van onderkoeling zijn overleden in de laatste weken van 2024.
            
Vraag 14
            
Zijn er voldoende humanitaire hulpgoederen geleverd om de kou tegen te gaan, specifiek
               voor pasgeborenen? Zo niet, kunt u bij de Israëlische autoriteiten opheldering vragen
               en erop aandringen dit per ommegaande mogelijk te maken?
            
Antwoord 14
            
De levering van hulpgoederen ter voorbereiding op de winter werd ernstig belemmerd.
               De hulpverlening in oktober – ondanks diplomatieke druk van Nederland en andere landen
               alsook vanuit de hulporganisaties zelf – kwam nagenoeg tot stilstand. Hulp kon in
               november en december bij lange na niet voldoende worden opgeschaald. Dat maakt dat
               veel Palestijnen in de Gaza nu niet voldoende beschermd zijn tegen het koude weer
               en de regen. Het staakt-het-vuren van 19 januari jl. biedt voorzichtig meer ruimte
               voor de levering van hulpgoederen, waaronder goederen voor onderdak en winterization, maar uitdagingen ten aanzien van de opschaling van hulpverlening blijven aanzienlijk.
               Nederland zal blijven benadrukken dat Israël de plicht heeft om ervoor te zorgen dat
               humanitaire hulp veilig en effectief geleverd en gedistribueerd kan worden.
            
Vraag 15
            
Wat is de sterfte bij geboorte in Gaza in 2024? In hoeverre verschilt dit van overige
               jaren in de periode 2019–2023?
            
Antwoord 15
            
De kans op miskramen en sterfte bij geboorte is aanzienlijk toegenomen in de Gazastrook
               door de oorlog, zoals ook blijkt uit het thematische rapport over aanvallen op ziekenhuizen
               in Gaza dat op 31 december werd gepubliceerd door het Bureau van de Hoge Commissaris
               van de VN voor de Mensenrechten (OHCHR). In een door medisch-academisch tijdschrift
               The Lancet gepubliceerd onderzoek van 23 januari jl. wordt onderbouwd dat de levensverwachting
               in de Gazastrook in de eerste twaalf maanden van de oorlog is gedaald met 34,9 jaar.
            
Vraag 	16
            
Wat is de huidige populatie van Gaza per 31-12-2024, voor zover bekend of geschat
               op basis van betrouwbare bronnen? In hoeverre verschilt dit van de jaren 2019, 2020,
               2021, 2022 en 2023?
            
Antwoord 16
            
Volgens het Palestijnse Centraal Bureau voor de Statistiek was de populatie in 2023
               2.226.544. Mede door de oorlog zijn geen recente betrouwbare cijfers over de populatie
               beschikbaar.
            
Vraag 17
            
Wat zijn momenteel de meest voorkomende ziekten/kwalen waar men in Gaza aan overlijdt?
               Zijn er voldoende medicijnen/apparatuur voor behandelingen? Welke stappen zet u om
               ervoor te zorgen dat de medische zorg in Gaza gewaarborgd wordt en blijft?
            
Antwoord 17
            
In de Gazastrook zijn veel gevallen van besmettelijke ziekten – waaronder acute luchtweginfecties,
               diarree, huiduitslag, waterpokken, geelzucht – en de verspreiding daarvan, te midden
               van chronische waterschaarste en gebrekkig beheer van afval- en rioolwater. Zo werd
               het poliovirus gedetecteerd op 16 juli 2024, waarna er een campagne is opgezet door
               het Ministerie van Gezondheid in Gaza in samenwerking met de WHO, UNRWA, UNICEF en
               andere partners. Op 17 januari jl. meldde de VN dat de uitdagingen nog steeds enorm
               zijn voor Gaza, met tekorten aan voedsel, brandstof en medische benodigdheden. Meer
               dan 12.000 patiënten, van wie een derde kinderen, wacht nog steeds op evacuatie voor
               gespecialiseerde zorg. Sinds de ingang van het staakt-het-vuren op 19 januari komt
               de toevoer van hulpgoederen op gang, maar daarmee nemen de noden nog niet af. Het
               is cruciaal dat dat de condities van het staakt-het-vuren het herstel van zowel medische
               noodhulp als algemene toegang tot medische zorg mogelijk maken. Het is tevens van
               belang dat medische evacuaties beter en sneller doorgang kunnen vinden, bijvoorbeeld
               via de grensovergang bij Rafah. Hier zal het kabinet zich, ook in komende periode,
               diplomatiek voor blijven inzetten. Zo heb ik hier recent over gesproken met mijn Egyptische
               counterpart.
            
Vraag 18
            
Welke stappen zijn er mogelijk om via luchttransport de humanitaire hulp te doen toenemen?
               Welke rol kunt u spelen om tot een permanente luchtbrug te komen?
            
Antwoord 18
            
Verreweg de meest effectieve weg om hulp de Gazastrook in te krijgen is het verruimen
               en versnellen van toegang over land. Dit heeft prioriteit en daarom heeft Nederland
               in december 2024 een bijdrage van EUR 5 miljoen toegekend aan de Jordaanse landroute,
               die de afgelopen maanden een levensader vormde voor de humanitaire hulpverlening aan
               Gaza. De Nederlandse steun draagt bij aan het onderhoud en de opschaling van deze
               route.
            
Omdat via de lucht slechts kleine hulpvolumes geleverd kunnen worden en airdrops relatief
               kostbaar zijn, is dit een laatste redmiddel wanneer landtoegang niet mogelijk is.
               In een multinationale coalitie onder aanvoering van Jordanië heeft Nederland in het
               voorjaar van 2024 in totaal tien airdrops uitgevoerd voor hulp aan de noodlijdende
               Gazaanse bevolking. Deelname aan airdrops met militaire transporttoestellen is sindsdien
               gepauzeerd. Wel steunt Nederland het Jordaanse initiatief voor een helikopterluchtbrug
               tussen Jordanië en de Gazastrook voor lichte hoogwaardige goederen zoals medicijnen.
               Defensie heeft twee specialisten ter beschikking te gesteld om vanuit Amman een bijdrage
               te leveren aan de planning cell voor dit initiatief. Van een permanente luchtbrug is op dit moment echter geen sprake.
            
Bij de afweging voor nieuwe hulp via de lucht spelen meerdere factoren een rol. Behalve
               de situatie op de grond en de beschikbaarheid van benodigde capaciteiten en middelen,
               wordt de inzet op andere hulpsporen in samenhang meegewogen. In dit kader verwelkomt
               het kabinet de groei van het aantal trucks met hulpgoederen dat sinds het staakt-het-vuren
               Gaza heeft bereikt. Deze hulpverlening over land blijft de primaire inzet van dit
               kabinet.
            
Vraag 19
            
Welke stappen zijn er mogelijk om via zeetransport de humanitaire hulp te doen toenemen?
               Worden er nieuwe stappen ondernomen om een stabiele haven te bouwen? Welke rol kunt
               u spelen om tot een permanente stroom van humanitaire hulp via de zee te komen?
            
Antwoord 19
            
Ook voor humanitaire hulp via zee geldt: de route over land is effectiever en efficiënter.
               In de Gazastrook ontbreekt het bovendien aan de benodigde haveninfrastructuur. De
               door de VS aangelegde tijdelijke pier voor de kust van Gaza werd geplaagd door slechte
               weersomstandigheden en complexe logistiek. Nederland heeft de inspanningen van Cyprus
               en internationale partners om een maritieme corridor op te zetten naar de Gazastrook
               (waaronder via de haven van Ashdod) gesteund, maar hulpverlening langs deze weg is
               niet op grote schaal op gang gekomen en Nederland zet momenteel niet meer actief in
               op deze route.
            
Vraag 20
            
Daar waar midden december het bericht kwam dat een staakt-het-vuren in Gaza nabij
               was, wat is momenteel de stand van zaken? Waarom is er een vertraging en hoe zien
               de voorwaarden eruit waarover momenteel nog geen overeenstemming is?5
Antwoord 20
            
Op 15 januari jl. hebben Israël en Hamas een overeenkomst bereikt over het staakt-het-vuren.
               Deze is op 19 januari jl. ingegaan. Nederland zet zich onverminderd in om het staakt-het-vuren
               te helpen handhaven.
            
Vraag 21
            
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden, zo uitgebreid mogelijk en voor 5 januari
               2025?
            
Antwoord 21
            
Het is helaas niet gelukt om te voldoen aan uw verzoek. Het vergaren van de juiste
               informatie om uw vragen te beantwoorden nam veel tijd in beslag. Wel heb ik de vragen,
               conform uw verzoek, onafhankelijk beantwoord.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
