Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Wal over de kamerbrief over de bijstelling van de planning van het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie
Vragen van het lid Van der Wal (VVD) aan de Staatssecretaris van Defensie over de Brief «Bijstelling planning Nationaal Programma Ruimte voor Defensie» (ingezonden 4 februari 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Tuinman (Defensie) (ontvangen 19 februari 2025).
Vraag 1
Kunt u toelichten waarom er niet eerder is gesignaleerd dat er meer tijd nodig zou
zijn voor het planMER-onderzoek en waarom deze vertraging pas nu wordt gecommuniceerd?
Antwoord 1
Defensie heeft altijd maximaal ingezet op de eerder toegezegde tijdlijn. Het zorgvuldig
afronden van de onderzoeksrapporten in combinatie met de benodigde afstemming met
medeoverheden en Rijksoverheid kost echter meer tijd dan eerder is ingeschat. Defensie
is in januari jl. tot dit inzicht gekomen door de eerste trechtering van locaties
in november en december van 2024. Hiervoor bleek ruim een maand langer nodig te zijn
dan voorzien in de planning. Met het bekendmaken van de laatste resultaten van de
eerste trechtering half december 2024 is Defensie het vervolgproces gestart om te
komen tot de selectie van voorlopige voorkeurslocaties. In dat proces is eenzelfde
intensieve afstemming nodig met medeoverheden en andere departementen als voorafgaand
aan de eerste trechtering. De gecommuniceerde bijstelling van de planning is nodig
om daar voldoende tijd aan te kunnen besteden. Ik heb uw Kamer zo snel mogelijk na
dit inzicht hierover geïnformeerd.
Vraag 2
Kunt u uiteenzetten welke specifieke verdiepende onderzoeken zo urgent zijn dat ze
deze vertraging rechtvaardigen?
Antwoord 2
Een belangrijk deel van de verdiepende onderzoeken is gestart na de eerste trechtering
en is nodig voor de onderbouwing om tot een voorkeursalternatief te komen. Dit betreft
onder andere nader kwantitatief geluidsonderzoek, veldbezoeken voor ecologie, nadere
veiligheidsanalyses, hydrologische berekeningen en stikstofdepositieberekeningen.
Daarnaast heeft de ambtelijke afstemming met medeoverheden, interdepartementale afstemming
en gesprekken met uitvoeringsorganisaties geleid tot inzichten die aanpassingen en
aanvullingen in het bestaande (en het verdiepende) onderzoek vereisen. Deze afstemming
gaat over het hele programma en is cruciaal in het kader van een zorgvuldig en kwalitatief
proces waarbij draagvlak van bestuurlijke partners een belangrijk onderdeel is. Het
is voor de volledigheid van beslisinformatie belangrijk om dergelijke aanvullingen
in deze fase direct mee te nemen en daarmee verdere vertraging in de toekomst te voorkomen.
Vraag 3
Waarom heeft u gekozen om alle resultaten te vertragen en niet de al bekende informatie
wel volgens de originele planning in het eerste kwartaal van 2025 te delen?
Antwoord 3
Een verantwoorde balans tussen zorgvuldigheid en snelheid is voor Defensie altijd
een belangrijk uitgangspunt geweest in het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie
(NPRD). Samenhang tussen verschillende onderzoeksresultaten en inzicht in een mogelijke
opeenstapeling van gevolgen voor de leefomgeving zijn randvoorwaardelijk om te komen
tot een zorgvuldig besluit over de voorkeursalternatieven. Het openbaar maken van
deelresultaten omwille van snelheid zie ik in dat licht niet als goed bestuur. Om
die reden, maar ook om zo spoedig mogelijk duidelijkheid te geven door het complete
beeld bekend te maken, heb ik de keuze gemaakt om de planning bij te stellen.
Vraag 4
Kunt u garanderen dat deze vertraging niet zal leiden tot verdere vertragingen in
het totale proces van de definitieve beleidsvisie die nog dit jaar gereed moet zijn?
Antwoord 4
Defensie streeft naar de realisatie van de definitieve beleidsvisie voor het einde
van dit jaar. In deze planning is rekening gehouden met de ervaring die het afgelopen
jaar met het NPRD is opgedaan. Toch kan ik dat op dit moment niet garanderen. Enerzijds
omdat de planning mede afhankelijk is van de mate van inspraak en participatie. Anderzijds
vanwege de afhankelijkheid van de benodigde bestuurlijke en interdepartementale afstemming
en uiteindelijke politieke besluitvorming. Defensie zet uiteraard maximaal in om de
bijgestelde planning te halen. Mocht ik signaleren dat het proces verder lijkt te
vertragen, zal ik uw Kamer hier zo snel mogelijk over informeren.
Vraag 5
Hoe verhoudt deze vertraging zich tot de motie Van der Wal c.s. (Kamerstuk 36 124, nr. 51) over verbetering van de informatievoorziening die juist opriep tot betere en snellere
communicatie?
Antwoord 5
Defensie staat voor een zorgvuldig en transparant proces. Met genoemde motie heeft
uw Kamer gevraagd om een betere informatievoorziening – zowel fysiek als digitaal
– naar de inwoners, zonder dat dit vertraging oplevert. Naar aanleiding hiervan heeft
Defensie inwoners van de zoekgebieden uit het NPRD beter dan voorheen geïnformeerd
over de voortgang. Onder andere door extra informatiebijeenkomsten, inwonersbrieven
en berichtgeving rondom de eerste trechtering op basis van de op dat moment beschikbare
onderzoeksresultaten. Deze maatregelen zijn genomen voor de verbetering van de informatievoorziening,
maar liggen niet ten grondslag aan de genoemde vertraging.
Vraag 6
Hoe rijmt u de vertraging in de bekendmaking van de voorlopige voorkeurslocaties met
de al bestaande onzekerheid voor de bewoners in de gemeenten waar in het kader van
het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie de afgelopen jaren onderzoeken verricht
zijn?
Antwoord 6
Ik begrijp dat ook die bewoners hierdoor langer in onzekerheid blijven, evenals de
maatschappelijke onrust die daarmee gepaard gaat. Ik ben door alle gesprekken die
ik heb met provincies, gemeenten en bewoners tijdens de bezoeken aan verschillende
locaties in het land diep doordrongen van de impact die dit proces op de bewoners
heeft en het grote belang van duidelijkheid voor hen. Desalniettemin, is snelheid
het echter belangrijk om voor alle belanghebbenden ook de zorgvuldigheid van het NPRD-proces
te blijven garanderen. Die zorgvuldigheid leidt tot een onderbouwd beeld van de impact
op de leefomgeving en doet daarmee ook recht aan de belangen van die bewoners c.q.
belanghebbenden.
Vraag 7
Bent u zich bewust van de impact die deze vertraging heeft op lokale overheden die
hun eigen ruimtelijke ordeningsprojecten niet kunnen voortzetten vanwege de onzekerheid
over defensielocaties?
Antwoord 7
Ja, ik ben mij bewust van de impact van de bijstelling van de planning op de lokale
overheden. Dat is één van de redenen dat Defensie zowel ambtelijk als bestuurlijk
intensief met de medeoverheden in gesprek is en blijft.
Vraag 8
In hoeverre heeft u overwogen dat deze vertraging mogelijk de Nederlandse defensiebelangen
schaadt, gezien de toenemende internationale spanningen en onze NAVO-verplichtingen?
Antwoord 8
Het snel realiseren van meer ruimte om te kunnen oefenen en trainen is belangrijk
gezien de toenemende internationale spanningen en onze NAVO-verplichtingen. De eerdergenoemde
bijstelling van de planning leidt naar huidig inzicht op de langere termijn echter
niet tot vertraging voor het NPRD. De Nederlandse defensiebelangen worden dus niet
geschaad.
Vraag 9
Welke waarborgen kunt u bieden dat de nieuwe planning van eind mei 2025 wel gehaald
gaat worden?
Antwoord 9
De planning die Defensie nu heeft opgesteld is een realistische planning op basis
van onze huidige inzichten. Defensie zet maximaal in om de bijgestelde planning te
halen. Toch blijft ook deze planning afhankelijk van de uitkomsten van de bestuurlijke
en interdepartementale afstemming die de komende periode blijft plaatsvinden en de
uiteindelijke politieke besluitvorming. We zullen in de interdepartementale afstemming
benadrukken dat de nieuwe planning van eind mei leidend is en dat verdere vertraging
niet acceptabel is.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.