Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake bezoek European Committtee for the Prevention of Torture aan gesloten jeugdhulpinstellingen Nederland (Kamerstuk 31839-1060)
2025D06384 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties
behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Karremans) over de brief van 19 december 2024 inzake
Bezoek European Committee for the Prevention of Torture aan gesloten jeugdhulpinstellingen
Nederland (Kamerstuk 31 839, nr. 1060).
De voorzitter van de commissie,
Mohandis
Adjunct-griffier van de commissie,
Dooms
Inhoudsopgave
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
II.
Reactie van de Staatssecretaris
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris
naar aanleiding van het bezoek van een delegatie van de European Committee for the
Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishment (CPT) aan diverse
gesloten jeugdhulpinstellingen in Nederland en hebben hier nog enkele vragen en opmerkingen
over.
In maart volgt het eindrapport van het CPT over de bezoeken die zij brachten aan de
gesloten jeugdhulpinstellingen Schakenbosch (Jeugdformaat), Harreveld (IHub) en Via
Icarus (Via Jeugd). Toch zijn de eerste bevindingen van het CPT zó urgent dat de Staatssecretaris
het eindrapport niet afwacht en nu al enkele acties heeft uitgezet om de veiligheid
in de betreffende jeugdhulpinstellingen te verbeteren. De leden vragen of deze acties
ook worden gecommuniceerd aan alle jeugdhulpinstellingen, zodat die hiervan op de
hoogte zijn en waar nodig preventieve maatregelen kunnen treffen?
Verder vragen de leden van de PVV-fractie zich af hoe het mogelijk is dat de meeste
aanbieders van de gesloten jeugdhulp er nog niet in zijn geslaagd volledig aan de
per 1 januari 2024 gewijzigde Jeugdwet te voldoen. Wat zijn hiervoor de belangrijkste
oorzaken, en welke consequenties heeft dit voor instellingen die structureel achterblijven
in naleving?
Uit de brief blijkt dat op één afdeling van de door de CPT-delegatie bezochte locaties
de maatregel «onderzoek aan het lichaam» op een niet-toegestane wijze werd uitgevoerd,
wat als vernederend werd ervaren. De leden van de PVV-fractie benadrukken echter dat
deze maatregel vaak noodzakelijk is voor de veiligheid van zowel de jongeren als de
medewerkers. Het is immers onacceptabel dat wapens of drugs binnen de muren van deze
instellingen terechtkomen. Juist om ernstige incidenten te voorkomen, moet het personeel
soms ingrijpende maatregelen nemen. In dit licht vragen de leden hoe de balans wordt
gewaarborgd tussen noodzakelijke veiligheidsmaatregelen en het respecteren van de
persoonlijke integriteit van jongeren. Hoe worden medewerkers ondersteund om deze
moeilijke situaties professioneel en menswaardig aan te pakken?
De leden van de PVV-fractie benadrukken het belang van terughoudendheid bij het invoeren
van extra bureaucratische verplichtingen, zoals verplichte medische checks na elk
incident. Hoewel veiligheid vooropstaat, vragen zij zich af of er voldoende capaciteit
is om dergelijke aanbevelingen uit te voeren zonder dat dit leidt tot extra werkdruk
en overbelasting van medewerkers die al zwaar belast zijn. Daarnaast willen zij inzicht
in hoe vaak jongeren agressief gedrag vertonen, hoeveel medewerkers hierdoor letsel
oplopen en op welke manier zij in dergelijke situaties beschermd worden. Het kan en
mag niet zo zijn dat medewerkers, die dagelijks hun best doen om orde en veiligheid
te handhaven, slachtoffer worden van escalerend gedrag van jongeren.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat het Committee for the Prevention
of Torture (CPT) in maart het eindrapport van het bezoek aan gesloten jeugdhulpinstellingen
in Nederland vaststelt en dat de regering dit rapport inclusief kabinetsreactie binnen
drie maanden met de Kamer zal delen. Waarom wordt het eindrapport niet gelijk na vaststelling
met de Kamer gedeeld? Er hoeft wat betreft de leden niet op de kabinetsreactie gewacht
te worden om het eindrapport te delen. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vinden
het positief dat de regering ervoor kiest alvast de eerste bevindingen met de Kamer
te delen voordat het eindrapport klaar is. Zeker gezien de bevindingen van het CTP
en de conclusies van het rapport1 van de inspectie van oktober 2024, is de urgentie op dit onderwerp hoog en moet er
snel gehandeld worden op de aanbevelingen van de Inspectie en het CTP.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de delegatie van het CTP heeft geconstateerd
dat instellingen nog niet in staat zijn de gewijzigde Jeugdwet volledig uit te voeren.
Dit werd in oktober ook al geconcludeerd door de Inspectie. De wet rechtspositie gesloten
jeugdhulp is per 1 januari 2024 in werking getreden. Dat is inmiddels al een jaar
geleden. Hoe gaat de regering ervoor zorgen dat instellingen wél in staat zijn om
de wet uit te voeren? Wat zegt het over het kabinetsbeleid dat zowel het Internationaal
Kinderrechtenverdrag als de Jeugdwet niet uitgevoerd worden? En waarom gaat de regering
nu pas stappen zetten en is dit niet eerder gedaan? Het was immers al tijden bekend
dat de wet per 1 januari in zou gaan en tijdens en na de wetsbehandeling zijn er al
signalen door het veld gegeven dat uitvoering van de wet op sommige punten moeilijk
zou zijn. Met name rondom de maatregel insluiting op de eigen kamer, wat door de aanpassing
van de wet niet meer mag. De dilemma’s die daardoor ontstaan zijn al gedeeld2 door het veld tijdens de wetsbehandeling maar ook bij de inwerkingtreding van de
wet, waarom is er vanuit de regering niet eerder op deze signalen geacteerd? De regering
schrijft met aanvullende afspraken te komen, wanneer komen die afspraken? De leden
zijn ook benieuwd in hoeverre de afbouw van gesloten jeugdzorg hierbij ook een rol
speelt, waardoor aanbieders niet meer investeren in beveiligde kamers? De Staatssecretaris
schrijft dat hij in gesprek gaat met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)
over het gebrek aan investeringen in beveiligde kamers. Hij begrijpt vanwege de transformatieplannen
de terughoudendheid van gemeenten om hier middelen voor beschikbaar te stellen, maar
vindt dat er een oplossing moet komen omdat wettelijke eisen moeten worden nagekomen.
Aan welke oplossing denkt de regering? Ziet de regering dat zij hier zelf ook een
rol in heeft en niet enkel de gemeenten? Dat zij gemeenten ook in staat moeten stellen
om de wet uit te voeren? In hoeverre krijgen gemeenten genoeg financiële middelen
om de afbouw op een verantwoorde manier te doen én de wet te handhaven? In hoeverre
kan de regering gedurende de steeds verdere afbouw van de gesloten jeugdzorg de veiligheid,
bescherming en de rechten van jongeren garanderen? Is de regering het met de leden
eens dat de regering uiteindelijk stelselverantwoordelijk is hiervoor?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat het CTP positief is over de samenwerking
met onderwijs op de bezochte locaties. De leden zijn blij dat te lezen, al horen zijn
ook nog steeds signalen dat dit niet overal het geval is. Is het onderwijs bij alle
gesloten jeugdzorginstelling op orde? Krijgen leerlingen onderwijs op hun eigen niveau?
Zijn er nog genoeg onderwijsfaciliteiten bij gesloten jeugdzorginstellingen, nu deze
worden afgebouwd? Waar volgen de leerlingen hun onderwijs?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat op één afdeling van de bezochte
locaties onderzoek aan het lichaam op een niet-toegestane (en volgens het CTP vernederende)
wijze gebeurde. De leden lezen dat de instelling na het CTP-bezoek heeft besloten
de uitvoering van deze maatregel aan te passen. De Staatssecretaris heeft melding
gedaan bij de inspectie, omdat hij vindt dat dit niet acceptabel is. De leden hebben
echter vaker gehoord dat jongeren zich helemaal moeten uitkleden en hebben vaker aangekaart
dat dit voor alle jongeren, maar met name voor slachtoffers van seksueel geweld, traumatisch
kan zijn. Weet de regering of dit bij andere instellingen misschien ook nog wordt
gedaan? Is dit bij alle instellingen nagevraagd naar aanleiding van dit rapport van
het CTP? Breder zijn de leden benieuwd of de inspectie voldoende capaciteit heeft
om goed toezicht te houden? Wordt er de komende jaren bezuinigd op de Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd (IGJ)? Zo ja, hoeveel en waar zullen die bezuinigingen terecht komen? Bijvoorbeeld
ook bij inspecteurs?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de registratie van incidenten in
dossiers nog niet altijd goed gaat. De regering schrijft dat de bestuurders gesloten
jeugdhulp hebben toegezegd ervoor te zorgen dat waar dat nodig is de registratie van
incidenten in dossiers wordt verbeterd. Op welke manier en termijn gaan zij hiervoor
zorgen? Verder schrijft de regering gezamenlijk met de bestuurders te bezien hoe zij
binnen hun mogelijkheden optimaal invulling kunnen geven aan de aanbeveling van het
CTP om een medische check te doen na ieder incident of toepassing van een vrijheidsbeperkende
maatregel die letsel kan veroorzaken. Wordt bij die medische check ook de impact meegenomen
die zo’n maatregel mentaal kan hebben op jongeren? Kan de regering meer toelichten
hoe ze dat gaan bezien? En wordt de Kamer hiervan op de hoogte gesteld?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen ook dat – hoewel niet toegestaan – zowel
jeugdigen als medewerkers aangeven dat technieken worden toegepast bij vastpakken
en vasthouden die pijn veroorzaken. De leden hebben hier al vaker schriftelijke vragen3,
4 over gesteld. Medewerkers hebben bij het CTP aangegeven dat ze behoefte hebben aan
heldere richtlijnen en meer training. De leden lezen dat na dit rapport bestuurders
gesloten jeugdhulp gaan toezien dat alleen medewerkers die daarvoor zijn opgeleid
de maatregel mogen toepassen. Op welke manier zal dat gemonitord worden? Zal dit in
de praktijk ook echt lukken, gezien de grote personeelstekorten? Waarom worden niet
alle medewerkers op deze manier geschoold? De leden lezen dat «waar nodig trainingen
worden verbeterd». Op welke manier zal dat gebeuren? En zullen ook de richtlijnen
duidelijker worden, waar ook medewerkers om vragen? In hoeverre wordt de input van
de jongeren en medewerkers zelf ook meegenomen in het verbeteren van trainingen?
Tenslotte zijn de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie benieuwd hoe het staat met
de opvolging van de aangenomen motie Westerveld5 uit maart 2024 waarin de regering wordt verzocht om de lessen van commissie De Winter
mee te nemen in het plan voor erkenning en herstel van jongeren die slachtoffer zijn
geworden van de ZIKOS instellingen, en daarbij ook de regeling voor financiële tegemoetkoming
mee te nemen en de Kamer op de hoogte te houden hiervan? Hoe staat het met dit traject
voor erkenning, herstel en ondersteuning? Op welke manier wordt het aangenomen amendement
Westerveld6 hierin meegenomen? Hoe staat het met de uitvoering van dit amendement?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het bezoek van de European Committee
for the Prevention of Torture aan gesloten jeugdhulpinstellingen in Nederland. Zij
hebben hierbij nog een vraag.
In de brief7 van 19 december jl. stelt het kabinet dat, als instellingen in verband met het gebrek
aan investeringen in extra beveiligde kamers wettelijke vereisten niet kunnen nakomen,
daar oplossingen voor moeten komen. De leden van de VVD-fractie vragen hoe het inmiddels
met deze oplossingen staat.
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de fractie van Nieuw Sociaal Contract hebben met veel zorgen kennisgenomen
van de brief van het CPT over hun bezoek aan drie Nederlandse gesloten jeugdzorginstellingen
in oktober 2024. Deze leden zijn positief over het feit dat dit Europese comité, naar
aanleiding van de rapporten «Eenzaam Gesloten» van Jason Bhugwandass en eerdere rapporten
zoals «Onvoldoende beschermd» van Commissie-De Winter, eindelijk een bezoek heeft
gebracht aan Nederland. Dit was een zaak waar de leden van de Nieuw Sociaal Contract-fractie
begin 2024 in eerdere debatten al over hebben aangedrongen bij de Kamer. Door de toenmalige
bewindspersonen zijn deze signalen nooit serieus genoeg genomen en daarom zijn deze
leden blij dat de rapporten en signalen door het CPT wel serieus zijn genomen. Door
de tomeloze inzet van de auteurs van deze rapporten, specifiek Jason Bhugwandass,
heeft het bezoek eindelijk plaatsgevonden. De rode draad die we zien in de aanleiding
van dit bezoek gaat terug naar 1974 toen in de gesloten inrichting Zetten al is gerapporteerd
over ernstige incidenten. Keer op keer hebben diverse commissies en rapporteurs deze
misstanden aan het licht gebracht en bevestigd. Dat heeft tot op heden nooit geresulteerd
in verandering. Naar aanleiding van de brief van het CPT en de kabinetsreactie hebben
deze leden een aantal vragen.
De leden van de fractie van Nieuw Sociaal Contract willen ten eerste aan de Staatssecretaris
vragen welke concrete verbeteringen er sinds het verschijnen van alle rapporten, bijvoorbeeld
het rapport «Onvoldoende beschermd» van Commissie-De Winter en eerdere rapporten,
hebben plaatsgevonden in gesloten jeugdzorginstellingen? Daarnaast willen deze leden
vragen hoeveel jongeren in de afgelopen vijf jaar een schadevergoeding of genoegdoening
hebben ontvangen wegens onrechtmatig verblijf, mishandeling of isolatie in jeugdzorginstellingen?
Zijn er naar aanleiding van de voorlopige bevindingen van het CPT maatregelen genomen
tegen de onderzochte instellingen, bijvoorbeeld een tijdelijke of permanente sluiting
vanwege de bevonden omstandigheden?
De leden van de fractie van Nieuw Sociaal Contract hebben geconstateerd dat het CPT
eerder kritiek heeft geuit op de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen bij
jongeren. Kan de Staatssecretaris aangeven hoeveel jongeren in 2024 en 2025 nog zijn
geplaatst in een gesloten inrichting en hoe verhoudt zich dat tot eerdere jaren? Is
de Staatssecretaris het, mede ingegeven door de bevindingen van het CPT, met deze
leden eens dat een plaatsing in de gesloten jeugdzorg niet bijdraagt aan het welzijn
en de ontwikkeling van kwetsbare jongeren?
De leden van de fractie van Nieuw Sociaal Contract hebben in de brief van het CPT
gelezen dat deze instantie zorgen heeft geuit over mogelijke schendingen van artikel
drie van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Deze zorgen hebben
betrekking op professionele nalatigheid, vernederende procedures en geweld tussen
jongeren onderling. Kan de Staatssecretaris uitleg geven wat zijn visie is op de naleving
van de verplichtingen die het EVRM met zich meebrengt? Voldoet Nederland volgens de
Staatssecretaris op dit moment aan de verplichting van dit verdrag wat betreft de
behandeling van jongeren in gesloten jeugdzorginstellingen? Zo nee, wat zijn de verbeterende
maatregelen die de Staatssecretaris zou willen nemen? Deze leden zouden graag aan
de Staatssecretaris willen vragen of er mogelijke juridische consequenties voor bestuurders
of instellingen zijn die verantwoordelijk zijn voor de gevonden misstanden en de falende
zorg die zij aanbieden aan jongeren.
De leden van de fractie van Nieuw Sociaal Contract nemen de inhoud van de brief zeer
serieus. Deze leden zijn van mening dat de brief aangeeft dat er helaas te veel misgaat
in gesloten jeugdzorginstellingen. Zou de Staatssecretaris kunnen aangeven of er concrete
stappen worden genomen om het aantal jongeren in gesloten jeugdzorg drastisch te verminderen?
Zo ja, welke stappen zijn dit? Wordt er op dit moment door de Staatssecretaris, of
andere instanties, gewerkt aan het ontwikkelen van alternatieven voor gesloten jeugdzorg?
Deze leden vinden dat het inzetten op preventie een effectieve methode is om te voorkomen
dat jongeren terecht komen in een gesloten instelling. Deze leden willen aan de Staatssecretaris
vragen hoe er wordt voorkomen dat jongeren in gesloten jeugdzorg belanden door een
gebrek aan passende zorg in open settingen?
De leden van de fractie van Nieuw Sociaal Contract hebben in de brief gelezen dat
het CPT zorgen uit over de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen en het gebruik
van pijnlijke interventietechnieken. Kan de Staatssecretaris aangeven of er stappen
worden genomen om ervoor te zorgen dat alle medewerkers van dergelijke instellingen
adequaat worden opgeleid en getraind om deze maatregelen op een humane en wettelijk
verantwoorde manier toe te passen? Zo ja, welke stappen zijn dit? Daarnaast hebben
deze leden ook in de brief gelezen dat het CPT een aanbeveling heeft gedaan om na
ieder incident of toepassing van een vrijheidsbeperkende maatregel die letsel kan
veroorzaken, een medische check door een verpleegkundige of arts te laten plaatsvinden.
Kan de Staatssecretaris aangeven of deze aanbeveling wordt overgenomen en zo ja, hoe
deze aanbeveling wordt geïmplementeerd?
De leden van de fractie van Nieuw Sociaal Contract schrikken van de volgende passage
in de brief van 22 november van het CPT aan de Staatssecretaris: «For instance, although
restraint techniques causing pain are prohibited, from interviews with young persons
and staff it became clear that such techniques are indeed in use. In the view of the
CPT, the use of pain-inflicting restraint techniques where alternatives are available
may very well qualify as a possible violation of Article 3 ECHR. In this context,
the delegation notes that many of its interlocutors reported a lack of clarity as
to which manual restraint techniques are considered legal and which are not (an area
in which the representatives of the establishments visited, said to be open to receive
guidance). This unclarity lead to hesitation, uncertainty, and reluctance on the unit
floor.» Kan de Staatssecretaris aangeven welke technieken niet toegestaan zijn en
wel toegepast worden in de jeugdzorg? En wat zal de Staatssecretaris er vanaf nu aan
doen dit onmogelijk te maken?
De leden van de fractie van Nieuw Sociaal Contract lezen wat zij al weten: namelijk
dat er in de jeugdinstellingen intieme onderzoeken plaatsvinden: «Dear Secretary of
State, as we come to the end of these preliminary observations, please allow me to
share with you one final issue. Under the terms of the Youth Act, a young person may
be searched for contraband. To this end, they may be asked to undress, but the law
stipulates that these young persons shall always remain in their underwear. Again,
at times the practice was different from the letter of the law. In ViaJeugd, in case
of a suspicion of possession of illicit substances, youth were required to dress a
gown and subsequently to remove all other clothes. Then, they were required to repeat
movements such as squatting, bending over, and jumping with spread legs, for any contraband
hidden inside the body to fall out. Besides clearly being in violation of the Youth
Act, such a procedure as described by the young persons spoken to could be considered
as degrading.» Kan de Staatssecretaris aangeven wat er wel en niet mag bij het doorzoeken
van lichaamsholtes? Kan de Staatssecretaris aangeven wat de mogelijkheden zijn voor
wat een jongere kan doen mocht dit toch wel gebeuren? Kan de Staatssecretaris aangeven
hoeveel klachten er het afgelopen jaar zijn binnengekomen?
De leden van de fractie van Nieuw Sociaal Contract zouden tot slot aan de Staatssecretaris
willen vragen hoe het kabinet de voortgang van mogelijke implementatie van de CPT-aanbevelingen
gaat monitoren? Zou de Staatssecretaris hier de Tweede Kamer op een transparante manier
over kunnen informeren? Deze leden willen graag van de Staatssecretaris horen wat
de concrete vervolgstappen zijn naar aanleiding van de brief van het CPT en welke
tijdslijnen en meetbare doelen zullen worden gehanteerd. Verder willen deze leden
graag van de Staatssecretaris weten welke actie de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd
(IGJ) heeft ondernomen naar aanleiding van de brief van het CPT? Zou de Staatssecretaris
de Kamer kunnen informeren over hoe is omgegaan met meldingen over verwondingen, zoals
genoemd in de brief van het CPT? Verder willen deze leden graag weten hoe de regering
zelf de staat van de gesloten jeugdzorg ziet en hierop reflecteert? Als laatste willen
deze leden de Staatssecretaris dringend vragen om het rapport dat in maart door het
CTP wordt vastgesteld direct aan de Kamer te doen toekomen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van het bezoek van de European Committee
for the Prevention of Torture aan gesloten jeugdhulpinstellingen Nederland. De leden
hebben de volgende vragen aan de Staatssecretaris.
De leden achten het onacceptabel dat er wel een nieuwe wet8 is aangenomen, maar dat het vervolgens wordt getolereerd dat deze niet wordt nageleefd.
De leden begrijpen dat deze situatie nu zal worden verholpen. Hoe wil de Staatssecretaris
er in de toekomst voor zorgen dat de wet daadwerkelijk wordt uitgevoerd in plaats
van dat wordt getolereerd dat deze niet wordt nageleefd?
De leden van de BBB-fractie zien het als positief dat de bestuurders van gesloten
jeugdhulp er beter op gaan toezien dat alleen opgeleide medewerkers de maatregel vastpakken
en vasthouden zullen toepassen. Echter, de leden vragen zich af welke acties er concreet
zullen worden genomen om te voorkomen dat onopgeleide medewerkers deze maatregel uitvoeren.
Kan de Staatssecretaris die vraag beantwoorden?
De leden steunen het besluit van de Staatssecretaris om niet het eindrapport af te
wachten, maar gelijk maatregelen te nemen om misstanden aan te pakken. De Staatssecretaris
beschrijft echter nog geen plan om te zorgen dat er direct een onderzoek kan worden
gestart na toepassing van de maatregel vastpakken en vasthouden waarbij letsel is
veroorzaakt. Wat is het plan van de Staatssecretaris hiervoor?
De bestuurders gesloten jeugdhulp hebben toegezegd ervoor te zorgen dat de registratie
van incidenten in dossiers verbetert. Hoe gaat dit concreet gerealiseerd worden en
hoe gaat de Staatssecretaris erop toezien dat dit daadwerkelijk gebeurd? Is de Staatssecretaris
bereid om op korte termijn een verklarende analyse verplicht te maken?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris
over het bezoek van de European Committee for the Prevention of Torture (CPT) aan
gesloten jeugdhulpinstellingen in Nederland. Zij benadrukken dat de uitkomsten van
dit bezoek het zoveelste bewijs zijn dat er dringend forse verbeteringen nodig zijn
in de jeugdzorg en hebben hier nog een aantal vragen en opmerkingen over.
De leden van de SP-fractie vragen de Staatssecretaris in hoeverre het ministerie en
de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd reeds op de hoogte waren van de punten die het
CPT naar voren bracht naar aanleiding van hun bezoek. De leden van de SP-fractie merken
op dat financiële afwegingen bij een deel van de geschetste problemen een rol lijken
te spelen. Hoe kijkt de Staatssecretaris hiernaar? In hoeverre zit de financiële druk
op jeugdzorgaanbieders en gemeenten in de weg van de aanpak van deze problemen?
De leden van de SP-fractie vragen ten slotte hoe het staat met de uitvoering van de
motie Dobbe9 die de regering verzoekt «om excuses te maken aan jongeren die in de gesloten jeugdzorg
zijn geplaatst, of eerder civielrechtelijk in jeugdgevangenissen zijn geplaatst, en
te werken aan herstel voor deze jongeren».
II. Reactie van de Staatssecretaris
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Mohandis, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
I.L.E. Dooms, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.