Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ceder over de Nederlandse steun aan projecten in de Palestijnse gebieden
Vragen van het lid Ceder (ChristenUnie) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over de Nederlandse steun aan projecten in de Palestijnse gebieden (ingezonden 12 december 2024).
Antwoord van Minister Klever (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp), mede namens
            de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 12 februari 2025)
         
Vraag 1, 2, 3 en 4
            
Wat is de reden dat op het webportaal voor de Nederlandse ontwikkelingshulp (https://www.nlontwikkelingshulp.nl) van bepaalde projecten in de Palestijnse gebieden geen documenten alsactivity appraisal documentszichtbaar zijn, maar slechts de melding getoond wordt «BEMO NIET BESCHIKBAAR VOOR
               PUBLICATIE»?1
Wat is de reden dat op het webportaal voor de Nederlandse ontwikkelingshulp (https://www.nlontwikkelingshulp.nl) van bepaalde projecten in de Palestijnse gebieden documenten alsactivity appraisal documentshelemaal niet zichtbaar zijn of genoemd worden, zoals bij het «Project in Palestinian
               administered areas»?2
Wat is de reden dat in het bovengenoemde voorbeeld de naam van de uitvoerende maatschappelijke
               organisatie niet genoemd wordt? Wat is de reden dat er geen projectomschrijving vermeld
               staat?
            
Wat is de reden dat de namen van de uitvoerende maatschappelijke organisaties in andere
               gevallen niet genoemd wordt, of het nu omdonor based NGO’sof om recipient country based NGO’sgaat?
            
Antwoord 1, 2, 3 en 4
            
Het gaat hier om verzoeningsprojecten tussen Israëliërs en Palestijnen die gefinancierd
               worden uit het aan de post Ramallah gedelegeerde budget voor Veiligheid en Rechtsorde.
               Verzoeningsprojecten hebben baat bij anonimiteit gezien de gevoelige materie en de
               mogelijke risico’s voor betrokkenen. Daarom worden deze projecten geanonimiseerd voordat
               gegevens gepubliceerd worden op het webportaal voor ontwikkelingshulp.
            
Vraag 5
            
Bij welke andere landen of gebieden komt het voor dat deze informatie niet inzichtelijk
               is en wat is daar de reden van?
            
Antwoord 5
            
Dit kan in alle landen of gebieden voorkomen waar door Nederland gefinancierde projecten
               plaatsvinden en waar openheid een gevaar met zich mee kan brengen voor betrokkenen,
               bijvoorbeeld als het gaat om projecten gericht op mensenrechten.
            
Vraag 6 en 7
            
Bent u bereid deactivity appraisal documentsvan het hierboven genoemde project en van alle andere projecten waarvan ze niet zichtbaar
               zijn, alsnog te publiceren op deze website? Zo nee, waarom niet?
            
Bent u bereid alle niet-omschreven projecten waarbij helemaal geenproject appraisal documents vermeld staan, zoals in het in vraag 2 genoemde voorbeeld, alsnog op deze website
               te omschrijven en de project appraisal documentsdie hierbij horen ook te publiceren? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 6 en 7
            
Nee. Om de betreffende organisaties in staat te stellen om verzoeningsprojecten uit
               te voeren wordt ervoor gekozen om deze informatie niet openbaar te maken.
            
Vraag 8
            
Bent u het eens dat de Kamer inzicht moet kunnen verkrijgen in de doelen, inzet van
               budget en resultaten van projecten die gefinancierd worden vanuit het Nederlandse
               budget voor ontwikkelingshulp?
            
Antwoord 8
            
Ja. Het webportaal voor ontwikkelingshulp is zo transparant mogelijk over Nederlandse
               ontwikkelingsprojecten. Alleen gevoelige data worden geanonimiseerd omwille van de
               redenen die hierboven vermeld zijn. Op hoofdlijnen kan voor deze projecten wel het
               doel en het beoogd resultaat worden gedeeld.
            
Vraag 9
            
Op welke manier houdt u financieel toezicht op uitgaven aan dergelijke projecten?
Antwoord 9
            
Toezicht geschiedt op gebruikelijke wijze, zoals ook het geval is bij andere projecten.
               Afspraken over de uitvoering en monitoring van het project worden vastgelegd in een
               subsidiebeschikking danwel bijdrageovereenkomst.
            
Naast de periodieke inhoudelijke en financiële rapportageverplichtingen waaraan de
               contractpartij moet voldoen, is er regelmatig contact met de uitvoeringsorganisaties
               van de projecten over de uitvoering en resultaten. Waar mogelijk bezoeken medewerkers
               van de posten Ramallah en Tel Aviv de projecten.
            
Vraag 10
            
Op basis van welke criteria zijn de projecten waarop in de hierboven gestelde vragen
               gedoeld wordt gekozen? Welke contractvoorwaarden zijn er gesteld alvorens er middelen
               worden toegekend aan een organisatie of activiteit?
            
Antwoord 10
            
De projectvoorstellen worden getoetst op beleidsrelevantie in relatie tot de beleidsdoelstellingen
               van BZ. Tevens worden voorstellen getoetst op beheersmatige aspecten, inclusief de
               inzet van middelen en de haalbaarheid van de beoogde resultaten.
            
De selectiecriteria voor de verzoeningsprojecten die worden gehanteerd zijn:
1. Vergroten van draagvlak voor een tweestatenoplossing aan beide kanten.
2. Bevorderen samenwerking tussen Israeli’s en Palestijnen over de grenzen van 1967,
                     met speciale aandacht voor jongeren en invloedrijke personen die zich inzetten voor
                     verzoening.
                  
3. Bewerkstelligen van mentaliteitsverandering.
Beoogd doel en effect van de activiteiten moet duurzaam zijn: divers en lange-termijn
               gericht.
            
4. Projecten richten zich op één of meerdere van de volgende thema’s: (wetenschappelijk)
                     onderzoek, religieuze of strategische dialogen, economische samenwerking en overdracht
                     van culturele kennis.
                  
Vraag 11
            
In hoeverre corresponderen de doelen van de hierboven betrokken gefinancierde organisaties
               met de Nederlandse beleidslijn ten aanzien van het Israëlisch-Palestijns conflict,
               namelijk dat Nederlandse middelen niet mogen worden gebruikt voor activiteiten die
               strijdig zijn met het Nederlandse buitenlandbeleid?3
Antwoord 11
            
Nederland is actief op het gebied van verzoeningsprojecten tussen Israëliërs en Palestijnen.
               Deze projecten kunnen rekenen op steun van de Tweede Kamer, zoals onder meer blijkt
               uit de motie Mulder en Ceder (35 925-V nr. 93, 6 juli 2022) en motie Dobbe (23 432, nr. 524, 23 mei 2024), en zijn volledig in lijn met het Nederlandse buitenlandse beleid dat
               gericht is op een gedragen tweestatenoplossing.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 
              
                  Mede namens
 C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
