Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake Initiatiefnota van het lid Michon-Derkzen over de aanpak van voetbalgeweld (Kamerstuk 36650)
2025D05384 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid hebben de onderstaande fracties
de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan het lid Michon-Derkzen (VVD)
over de initiatiefnota van het lid Michon-Derkzen over de aanpak van voetbalgeweld
(Kamerstuk 36 650).
De voorzitter van de commissie,
Pool
Adjunct-griffier van de commissie,
Meijer
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de CU-fractie
II Reactie van de initiatiefnemer
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van
de voorliggende initiatiefnota van het lid Michon-Derkzen over de aanpak van voetbalgeweld.
Deze leden delen de mening dat er een einde moet worden gemaakt aan de praktijk dat
een kleine groep zich supporters noemende personen het plezier dat echte voetballiefhebbers
hebben bederft en daarbij voor tal van problemen zorgt ten aanzien van de openbare
orde en de veiligheid. Zij delen de analyse van de initiatiefnemer ten aanzien van
de aard en omvang van de problemen en de schets van de bestaande mogelijkheden om
daartegen op te treden. Deze leden hebben enkele vragen ten aanzien van de voorstellen
in de initiatiefnota.
Handhaven van Stadionverboden
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat voor de handhaving van stadionverboden
biometrische toegangscontrole als een van de oplossingen wordt genoemd. De initiatiefnemer
noemt gezichtsherkenningstechnologie om personen met een stadionverbod te kunnen identificeren
en de toegang te weigeren als een van de toepassingen waarmee een stadionverbod gehandhaafd
kan worden. Deze leden begrijpen dit. Echter, hoe verhoudt zich het verzamelen en
checken van deze en andere biometrische kenmerken zich tot de wet- en regelgeving
ten aanzien van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer? Welke juridische basis
is er voor het gebruiken van biometrische toegangscontrole? Is hierover overleg geweest
met de Autoriteit Persoonsgegevens? Zo nee, kan dit dan alsnog gebeuren? Kan de Kamer
van de uitkomst daarvan op de hoogte worden gesteld?
Digitale Meldplicht
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de initiatiefnemer stelt dat de
digitale meldplicht een effectieve methode is om raddraaiers te weren. Waaruit blijkt
die effectiviteit? Beschikt de initiatiefnemer over onderzoeken hieromtrent? Wanneer
worden de resultaten van de recent gestarte pilotprojecten duidelijk?
Informatie van clubs gebruiken voor bestuurlijke rapportages
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen wat de aard is van de informatie die
voetbalclubs over hun supporters verzamelen. Hoe en door wie wordt die informatie
vergaard en verwerkt?
Eisen KNVB richting clubs
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond
(KNVB) veel steviger zou moeten worden in het stellen van eisen aan clubs in het kader
van licentie-uitgifte. De initiatiefnemer noemt eisen met betrekking tot het aantal
en de kwaliteit van camera’s en het aantal en de training van stewards. Deelt de initiatiefnemer
de mening van deze leden dat het in het kader van licentie-uitgifte ook van belang
zou moeten zijn welke maatregelen clubs nemen om allerlei vormen van discriminatie
van hun supporters tegen te gaan, waaronder het optreden tegen antisemitische of racistische
uitingen? Zo nee, waarom niet?
Vergunningplicht voor elke wedstrijd
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de initiatiefnemer de mogelijkheid
noemt van het in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) vastleggen van een vergunningplicht,
ten einde het onder andere mogelijk te maken dat preventief fouilleren van risicovakken
mogelijk wordt. Wie zou dergelijke fouilleringen moeten uitvoeren en is een APV een
geschikte juridische basis om die mogelijkheid te verschaffen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de initiatiefnemer een dubbele strafeis
voor illegaal vuurwerk voorstelt. Heeft de initiatiefnemer de indruk dat die strafeisen
nu te laag zijn en waaruit blijkt dat? Waarom wordt er alleen gekozen voor een dubbele
strafeis bij het gebruik van illegaal vuurwerk? Kan met legaal vuurwerk niet evengoed
gevaar worden veroorzaakt? En deelt de initiatiefnemer de mening dat, omdat het maken
van onderscheid tussen legaal en illegaal vuurwerk ook op de tribunes van voetbalstadions
te moeilijk is, een verbod van vuurwerk de aangewezen oplossing voor dit probleem
kan zijn?
Groepsaansprakelijkheid
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de initiatiefnemer voorstelt om
naast individuele aansprakelijkheid ook groepsaansprakelijkheid in te stellen, zodat
de hele groep verantwoordelijk kan worden gehouden voor de schade als zij zich schuldig
maakt aan geweld of vandalisme. Hoe verhoudt zich dit tot de reeds bestaande groepsaansprakelijkheid
op grond van Boek 6, artikel 166 Burgerlijk Wetboek (BW) waarin al bepaald is dat
indien één van tot een groep behorende personen onrechtmatig schade toebrengt zij
hoofdelijk aansprakelijk kunnen zijn? Welk nieuw voorstel doet de initiatiefnemer
in dit verband?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie danken het lid Michon-Derkzen voor haar inspanningen die
geleid hebben tot deze initiatiefnota over de aanpak van voetbalgeweld. Deze leden
onderschrijven dat voetbal een prachtige en spannende sport is, die jong en oud verenigt.
Zoals vaker hebben helaas de goedwillenden te lijden onder de kwaadwillenden. Deze
leden begrijpen de initiatiefnota aldus, dat de essentie ervan gericht is om de harde
kern van groepen die voetbal voor iedereen verpesten, aan te pakken, zodat het betaald
voetbal veilig is voor iedereen en iedereen ervan kan genieten.
De leden van de VVD-fractie lezen dat het lid Michon-Derkzen een tiental voorstellen
in haar initiatiefnota doet die opgesplitst zijn in de onderwerpen «acties van clubs
en KNVB», «de rol van de burgemeester» en «de rol van het strafrecht».
Deze leden van de VVD-fractie willen het om te beginnen hebben over het handhaven
van stadionverboden. In praktische zin wordt in de initiatiefnota voorgesteld om biometrische
toegangscontrole en ID-checks landelijk uit te rollen. Het kabinet schrijft in reactie
op de nota dat biometrische toegangscontroles niet breed ingezet kunnen worden. Wat
is de reactie van de initiatiefnemer hierop? En klopt het dat de initiatiefnemer bij
een ID-check dus doelt op een pilot met Identity Based Acces? Kan de initiatiefnemer
dit bevestigen en is haar voorstel feitelijk dat deze pilot landelijk uitgerold wordt?
Het strafrecht speelt volgens de initiatiefnemer ook een belangrijke rol bij de handhaving
van stadionverboden, aangezien voorgesteld wordt om een stadionverbod uit het civielrecht
te halen en het overtreden van een stadionverbod strafrechtelijk handhaafbaar te maken.
Deze leden kunnen deze redenering volgen, aangezien het overtreden van het stadionverbod
dan een strafwaardige gedraging wordt. Welke straf heeft de initiatiefnemer voor ogen?
En hoe kijkt zij naar de reactie van het kabinet waarin gesteld wordt dat artikel 138
Wetboek van Strafrecht (Sr) al voldoende soelaas biedt? Is het probleem op dit moment
dat het strafrecht onvoldoende het overtreden van een stadionverbod normeert, of is
het probleem dat onvoldoende actie ondernomen wordt op het overtreden van een stadionverbod?
Ten aanzien van de rol van het strafrecht hebben de leden van de VVD-fractie nog de
volgende vragen. Voorgesteld wordt om groepsaansprakelijkheid meer centraal te stellen.
Met andere woorden: voorgesteld wordt dat een groep aansprakelijk wordt gehouden door
de geleden schade door voetbalvandalisme. Bedoelt de initiatiefnemer de route van
artikel 6:166 BW? En wie is degene die de schade zou moeten vorderen? Is dat de voetbalclub
of wordt de schade van de overheid bedoeld door inzet van politie? En hoe wordt volgens
de initiatiefnemer de groep dan afgebakend?
Het betreden van het veld moet zelfstandig strafbaar worden gesteld volgens de initiatiefnemer.
Het kabinet schrijft dat de civielrechtelijke maatregel de overtreder harder straft.
De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd naar de reactie hierop van de initiatiefnemer.
Voorts stelt de initiatiefnemer voor om playbacken strafbaar te stellen conform de
wens van het Openbaar Ministerie (OM) omdat het, zo begrijpen de leden van de VVD-fractie,
vaak moeilijk te bewijzen of en door wie gezongen is. Deze leden ergeren zich al langere
tijd aan spreekkoren en hebben herhaaldelijk aangedrongen op maatregelen. Antisemitische
spreekkoren zijn nog steeds met enige regelmaat aan de orde en er wordt nooit ingegrepen
door de KNVB. Wat vindt de initiatiefnemer hiervan? Zou een wedstrijd niet stilgelegd
moet worden op het moment dat antisemitische spreekkoren geconstateerd worden? Volgens
de KNBV is dit staande praktijk maar deze leden kunnen zich geen voorbeeld herinneren
waarin een wedstrijd is stilgelegd vanwege antisemitische spreekkoren.
Tot slot zijn de leden van de VVD-fractie benieuwd of de initiatiefnemer kan concretiseren
op welke wijze politie-inzet doorberekend zou moeten worden aan de voetbalclubs. Begrijpen
deze leden het goed, dat het gaat om politie-inzet in het stadion? Buiten het stadion
is immers sprake van handhaving van de openbare orde hetgeen een verantwoordelijkheid
van de burgemeester is. Kan de initiatiefnemer in het verlengde hiervan aangeven of
zij een idee heeft van de kosten die voetbalclubs moeten maken om uitvoering te geven
aan de voorgestelde maatregelen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de initiatiefnota
van het lid Michon-Derkzen over de aanpak van voetbalgeweld en de brief van de Minister
over de voortgang van veilig en gastvrij betaald voetbal. Deze leden hebben hierover
nog een aantal vragen.
Inzet club via civielrechtelijk stadionverbod
De leden van de NSC-fractie hebben bestudeerd hoe de huidige aanpak van voetbalgeweld
eruit ziet en specifiek wat de mogelijkheden zijn omtrent civielrechtelijke stadionverboden.
Deze leden lezen dat de controle bij de toegangspoort of iemand een stadionverbod
heeft vaak niet waterdicht is. Kan de initiatiefnemer aangeven waarom stadionverboden
in Nederland zo makkelijk kunnen worden omzeild? Heeft dit puur te maken met het niet
controleren van identiteitsbewijzen bij de ingang of schort er bijvoorbeeld ook iets
aan de wijze van registreren van stadionverboden?
De leden van de NSC-fractie lezen ook dat aan een stadionverbod maar zelden een meldplicht
wordt gekoppeld en dat dat deels komt omdat het gezag moet beoordelen of het proportioneel
is om een meldplicht op te leggen. Kan de initiatiefnemer aangeven hoe dit beoordelingskader
eruit ziet en is zij van mening dat dit te streng is, waardoor de conclusie te vaak
is dat een meldplicht niet gerechtvaardigd is?
Inzet burgemeester via Voetbalwet / Wet MBVEO
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de uiteenzetting van de bestuursrechtelijke
instrumenten die de burgemeester heeft. Met name in de kernbepaling van de Wet maatregelen
bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast (MBVEO), artikel 172a Gemeentewet,
staat een aantal relevante bevoegdheden die burgemeesters kunnen inzetten om voetbalgeweld
aan te pakken en te voorkomen. Deze leden vragen of de initiatiefnemer inzicht heeft
in de inzet van de drie daarin opgenomen bevoegdheden in de praktijk. Kan zij aangeven
of burgemeesters daar (veel) gebruik van maken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe effectief
is die inzet volgens burgemeesters?
Handhaven van stadionverboden
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel van de initiatiefnemer
om een biometrische toegangscontrole in te zetten waarbij gebruik wordt gemaakt van
gezichtsherkenningstechnologie. Deze leden wijzen in dit kader op de Europese Artificial
Intelligence Act (AI-Act) en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), waarin
strikte regels zijn opgenomen over het gebruik van biometrische surveillance, waaronder
het gebruik van gezichtsherkenningstechnologieën, en waarin dit, op een aantal uitzonderingen
na, verboden is. Kan de initiatiefnemer onderbouwen waarom zij van mening is dat dit
is toegestaan op de wijze waarop zij haar voorstel heeft ingericht? Kan zij in het
antwoord ingaan op de regels uit de genoemde AI-Act en AVG en kan zij ook ingaan op
het rapport van de landsadvocaat over de inzet van onder andere biometrische toegangspoortjes
door betaald voetbalorganisaties, waaruit blijkt dat dit niet is toegestaan zonder
de nadrukkelijke toestemming van degene wiens gegevens het betreft?1
Eisen KNVB richting clubs
De leden van de NSC-fractie lezen dat de initiatiefnemer aangeeft dat de KNVB veel
steviger moet worden in het stellen van eisen aan clubs. Er wordt onder andere genoemd
dat het aantal camera’s en de kwaliteit daarvan harde eisen moeten zijn voor een licentie.
Kan zij aangeven of hier wat haar betreft verbeteringen in moeten plaatsvinden en
kan zij in haar antwoord meenemen wat de Minister hierover heeft geschreven, namelijk
dat hij van geen enkele betrokken partij signalen ontvangt dat camerabeelden van onvoldoende
kwaliteit of onvoldoende in aantal zijn om te gebruiken bij het identificeren van
relschoppers?
Rol van het strafrecht
De leden van de NSC-fractie lezen dat de initiatiefnemer verschillende voorstellen
doet die het inrichten van een nieuwe strafbaarstelling raken. Zo wordt bijvoorbeeld
voorgesteld om het afsteken van noodsignalen in stadions specifiek strafbaar te stellen.
Kan de initiatiefnemer onderbouwen waarom zij deze strafbaarstelling nodig acht en
kan zij daarbij ingaan op de stelling van de Minister dat dit al strafbaar is en een
specifieke strafbaarstelling daar niets aan zou toevoegen? Kan de initiatiefnemer
ook wat betreft de voorgestelde strafbaarstelling van betreden van het veld aangeven
waarom zij verwacht dat dit de aanpak zal verbeteren en ook hierbij de overwegingen
van de Minister meenemen, die inhouden dat met een civielrechtelijke maatregel overtreders
veel harder kunnen worden gestraft?
Tot slot hebben de leden van de NSC-fractie vragen over de voorgestelde strafbaarstelling
van spreekkoren en playbacken. Deze leden begrijpen dat de aanpak van spreekkoren
mogelijk beter kan verlopen als ook playbacken strafbaar is, maar vragen wel hoe een
strafbaarstelling van playbacken zich verhoudt tot het schadebeginsel dat geldt in
het strafrecht. Kan de initiatiefnemer hierop reflecteren en onderbouwen waarom deze
strafbaarstelling volgens haar gerechtvaardigd zou zijn?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de initiatiefnota van het lid
Michon-Derkzen over de aanpak van voetbalgeweld. Hier zijn nog een aantal vragen over.
De leden van de BBB-fractie lezen dat één van de maatregelen die genoemd wordt door
de initiatiefnemer de groepsaansprakelijkheid bij gemaakte schade is. Dit betekent
dat de hele groep verantwoordelijk kan worden gehouden voor de schade als zij zich
schuldig maakt aan geweld of vandalisme. Kan de initiatiefnemer deze maatregel meer
specificeren? Deze leden vragen wie bepaalt welke groep aansprakelijk is en ook hoe
het bepaald wordt wie er precies onder die groep valt.
Groepsaansprakelijkheid zou wat de leden van de BBB-fractie betreft ook opgelegd kunnen
worden bij stadionverboden. Wanneer er dus in een bepaald vak geweld of vandalisme
heeft plaatsgevonden, kan er overgegaan worden tot een stadionverbod voor het hele
vak voor de duur van bijvoorbeeld twee voetbalwedstrijden. Hoe kijkt de initiatiefnemer
naar deze vorm van groepsaansprakelijkheid?
De leden van de BBB-fractie lezen dat er in de initiatiefnota voorstellen worden gedaan
om nieuwe strafbaarstellingen in het leven te roepen. Aan welke stafmaten wordt er
gedacht? Verder wordt in de nota voorgesteld om een digitale meldplicht in te stellen.
Bij welke incidenten of overtredingen is de initiatiefnemer van mening dat de digitale
meldplicht moet worden opgelegd?
De leden van de BBB-fractie zijn van mening dat de lengte van stadionverboden op dit
moment tekortschiet in een afschrikwekkende werking. Is de initiatiefnemer dit met
deze leden eens? En is de initiatiefnemer bereid om in de nota op te nemen dat er
in gesprek getreden dient te worden om stadionverboden fors langer te maken?
Verder wordt voorgesteld om de individuele strafbaarheid van spreekkoren in het leven
te roepen, ook wanneer er geplaybackt wordt. Dit wordt gehandhaafd met slimme camera’s
in het stadion. De leden van de BBB-fractie vinden deze maatregel te ver gaan. Deze
leden vinden deze maatregel een te grote inperking op de vrijheid van meningsuiting
en te privacygevoelig. Kan de initiatiefnemer toelichten hoe zij kijkt naar deze zaken?
Verder hebben deze leden vraagtekens bij de handhaafbaarheid. Kan de initiatiefnemer
ook hierop ingaan?
Daarnaast is er al een richtlijn bestrijding verbaal geweld, zo stellen de leden van
de BBB-fractie. Deze richtlijn gaat uit van preventie en repressie. Clubs kunnen vooraf,
bijvoorbeeld via hun supporterscoördinator, preventief en proactief optreden om spreekkoren
te voorkomen. Tijdens de wedstrijd zijn zij ook als eerste verantwoordelijk om de
wedstrijd stil te leggen. Daarnaast kunnen clubs aanstichters van ongewenste spreekkoren
corrigeren en/of aanpakken. Aanvullend kunnen individuen die zich schuldig maken aan
groepsbelediging en/of discriminatie een stadionverbod krijgen van vijf jaar. Kan
de initiatiefnemer toelichten waarom bovenstaande niet toereikend is?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de initiatiefnota
van het lid Michon-Derkzen over de aanpak van voetbalgeweld en danken de initiatiefnemer
hiervoor. Deze leden zijn van mening dat het bezoeken van een voetbalwedstrijd leuk,
veilig en sportief hoort te zijn, maar dat een kleine groep raddraaiers de sfeer verzieken
door wedstrijden te verstoren, vuurwerk af te steken en hulpverleners te belagen.
Daarvoor kan en mag geen ruimte zijn. Deze leden zijn het met de initiatiefnemer eens
dat maatregelen genomen moeten worden om het bezoeken van een voetbalwedstrijd weer
veilig en gastvrij te maken. Deze leden maken graag van de gelegenheid gebruik om
vragen te stellen aan de initiatiefnemer over de initiatiefnota.
De leden van de CDA-fractie merken op dat het niet alleen voorkomt dat buiten of binnen
het stadion ongeregeldheden tussen supporters plaatsvinden, maar helaas ook ondermijning
gericht op clubbestuurders en -medewerkers. Dagblad Trouw heeft eind januari 2025
gemeld dat bij zeker zes profvoetbalclubs de afgelopen vijf jaar bestuursleden en
medewerkers zijn gestopt na bedreigingen van supporters.2 Is de initiatiefnemer het met deze leden eens dat het buitengewoon schandalig en
onaanvaardbaar is dat bestuursleden en medewerkers worden bedreigd door eigen supporters,
en dat het niet genormaliseerd mag worden dat intimidatie en agressie onderdeel is
van de voetballerij? Welke maatregelen kunnen volgens de initiatiefnemer doelmatig
zijn om op dit gebied het tij te keren? Ziet de initiatiefnemer ook kansen voor een
beweging uit de eigen supporters die hierin tegenin gaat, waarbij er een cultuur ontstaat
dat zij elkaar hierop durven aan te spreken?
Wat is er aan de hand?
De leden van de CDA-fractie lezen dat er sprake is van een gestage groei van incidenten
bij het betaald voetbal. Deze leden vragen of de initiatiefnemer kan reflecteren op
deze groei en een verklaring hiervoor heeft. Deze leden vragen ook of de initiatiefnemer
het met hen eens is dat er sprake lijkt te zijn van een normvervaging, waarbij onder
andere een cultuurverandering plaats zou moeten vinden om de hoeveelheid incidenten
terug te dringen. Zo ja, op welke manier kan dat volgens de initiatiefnemer bewerkstelligd
worden?
De leden van de CDA-fractie lezen dat een «nieuwe groep» overlastgevende supporters
zich kenmerkt door een geharde cultuur waarin drugsgebruik en een nonchalante houding
tot het gebruik van extreem geweld veel voorkomen. Is de initiatiefnemer het met deze
leden eens dat drugsgebruik teruggedrongen moet worden en dat hierbij ook een verantwoordelijkheid
ligt bij de clubs? Is de initiatiefnemer het met deze leden eens dat bijvoorbeeld
slim cameratoezicht hierbij kan helpen, maar ook drugscontroles (zoals steekproeven)
uitgevoerd moeten worden bij hooligans die zich misdragen?
Hoe doen andere landen het?
De leden van de CDA-fractie lezen dat de initiatiefnemer uitvoerig beschrijft hoe
cameratoezicht in Engelse voetbalstadions ertoe heeft geleid dat hooliganisme sinds
de jaren tachtig sterk is teruggedrongen en dat dankzij deze camera’s ook sterker
kan worden ingezet op crowd control en het tegengaan van spreekkoren. Onder andere bodycams zorgen ervoor dat supporters
die zich misdragen sneller opgespoord en bestraft kunnen worden. Tegelijkertijd lezen
deze leden niet volledig terug in het concrete plan van de initiatiefnemer dat in
Nederlandse stadions meer (slimme) camera’s geplaatst moeten worden om hooliganisme
terug te dringen en raddraaiers aan te pakken. Wat is hiervan de reden? Ziet de initiatiefnemer
niet genoeg voordelen van een meer uitgebreide inzet van camera-technologie, zoals
de inzet van bodycams en meer camera’s om bijvoorbeeld deelnemers van spreekkoren
niet ongezien hun gang te laten gaan, terwijl dit in Engeland een heel effectief middel
is? Deze leden vragen of de initiatiefnemer hier uitgebreid op kan reflecteren.
Acties van clubs en KNVB
De leden van de CDA-fractie zijn het met de initiatiefnemer eens dat stadionverboden
beter moeten worden gehandhaafd. De initiatiefnemer stelt voor dat clubs in biometrische
toegangscontroles moeten investeren om personen met een stadionverbod makkelijker
te kunnen herkennen. Kan de initiatiefnemer aangeven welke clubs al gebruik maken
van dergelijke toegangscontroles en wat de kosten zijn voor clubs om het te implementeren?
Is hiervoor ook een wettelijke en juridische basis nodig?
De leden van de CDA-fractie vragen of de initiatiefnemer mogelijkheden ziet om stewards
en beveiligers uit te wisselen tussen clubs om (tijdelijk) het personeelstekort op
te vangen.
Rol van de burgemeester
De leden van de CDA-fractie lezen dat de initiatiefnemer voorstelt dat de kosten voor
de extra politie-inzet doorberekend moeten worden aan de clubs. Deze leden vragen
hoe dit bedrag volgens de initiatiefnemer wordt berekend. Geldt dit bijvoorbeeld alleen
voor de extra personele kosten of ook voor materiële schade? Wat zal in dat geval
de hoogte van de bedragen zijn die op de club wordt verhaald – kan de initiatiefnemer
dit beschrijven met een voorbeeld? Heeft de initiatiefnemer wat betreft dit specifieke
voorstel advies ingewonnen bij de politie en de KNVB?
De leden van de CDA-fractie vragen of de initiatiefnemer, los van het overleg tussen
de vierhoek, ook mogelijkheden ziet om supporters(verenigingen) te betrekken bij de
overleggen. Zo nee, waarom niet?
Rol van het strafrecht
De leden van de CDA-fractie vragen wat de reden is dat de initiatiefnemer voorstelt
om noodsignalen specifiek strafbaar te stellen. Schiet regelgeving op dat punt tekort
op dit moment? En wat zijn volgens de initiatiefnemer de voordelen van een aparte
strafbaarstelling?
De leden van de CDA-fractie vragen of de initiatiefnemer het met hen eens is dat wanneer
schade door voetbalvandalisme verhaald moet worden op de daders of wanneer spreekkoren
opgespoord moeten worden, dit begint bij effectieve en uitgebreide camera-inzet. Zo
nee, waarom niet? Zo ja, is de initiatiefnemer van mening dat de huidige eisen aan
(de mate van) camera-inzet voldoende zijn of zouden deze uitgebreid moeten worden?
Financiële consequenties
De leden van de CDA-fractie vragen of de initiatiefnemer nader in kan gaan op de financiële
gevolgen van de voorstellen. Deze leden snappen de redenering van de initiatiefnemer
dat dit afhankelijk is van de wijze waarop de voorstellen worden overgenomen, maar
vragen de initiatiefnemer wel om hier een voorschot op te nemen. Wat zijn de financiële
consequenties als bijvoorbeeld alle voorstellen worden overgenomen? Is de initiatiefnemer
hierover in gesprek gegaan met de Betaald Voetbal Organisatie (BVO), gemeenten, politie,
KNVB en het OM?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben met waardering kennisgenomen van de initiatiefnota
van het lid Michon-Derkzen over de aanpak van voetbalgeweld. Het bezoeken van een
voetbalwedstrijd zou een feestje moeten zijn voor iedereen, jong en oud. Maar te vaak
verpesten de rotte appels het voor de échte voetbalsupporters. Deze leden zijn dan
ook van mening dat de relschoppers moeten worden aangepakt, maar wel op een wijze
die het feestje in stand laat en de goedwillende supporters niet dupeert. Deelt de
initiatiefnemer dit uitgangspunt?
De leden van de SP-fractie zijn van mening dat stadionverboden gehandhaafd moeten
worden, anders is het niet geloofwaardig. Dat kan het beste met een meldplicht. Heeft
de initiatiefnemer cijfers hoe vaak stadionverboden gecombineerd worden met een meldplicht?
De introductie van de digitale variant, waar onder andere deze leden al heel lang
op aandringen, duurt wat hen betreft al veel te lang. Ziet de indiener dat ook zo?
Hoe komt dat volgens haar, wat zou ervoor nodig zijn dit te bespoedigen? Aan de initiatiefnemer
vragen deze leden of het vaker werken met een meldplicht niet logischer en beter is
dan de biometrische toegangscontrole en de identiteitscheck bij de toegang van voetbalstadions.
De leden van de SP-fractie constateren daarnaast dat een groot aantal van het strafbare
feiten op het gebied van racisme en discriminatie plaatsvindt rondom sportwedstrijden
en met name voetbalwedstrijden. 38 procent van het aantal strafbare feiten gebeurt
rondom sportwedstrijden, zo blijkt uit het rapport Strafbare discriminatie in beeld
2023 van het OM. Deze leden zijn voorstander van slim cameragebruik bij voetbalwedstrijden
om zo mensen in de gaten te houden die mogelijk over de schreef gaan en om hiermee
ervoor te zorgen dat dit minder gebeurt. Deze leden hebben in het verleden voorstellen
gedaan om vaker met slimme camera’s te gaan werken in voetbalstadion zodat bijvoorbeeld
discriminerende spreekkoren beter kunnen worden aangepakt. Weet de initiatiefnemer
in hoeveel stadions dergelijke camera’s aanwezig zijn? Is het nodig en realistisch
om deze in alle stadion te plaatsen of kan worden volstaan met bepaalde clubs of zelfs
bepaalde vakken in stadions?
De leden van de SP-fractie vragen de initiatiefnemer naar de toegevoegde waarde van
de vergunningsplicht in de APV. Dit zou de burgemeester de mogelijkheid geven om specifieke
maatregelen per wedstrijd af te dwingen. Dit kan toch nu ook al? Kan de initiatiefnemer
dit nader toelichten?
De leden van de SP-fractie constateren dat de initiatiefnemer voorstelt om de kosten
van extra politie-inzet door te berekenen. Bijvoorbeeld als meer politie inzet nodig
blijkt te zijn dan vooraf ingeschat, of als politie-inzet binnen het stadion noodzakelijk
is. De vraag is echter of dit altijd eerlijk is. Kan het altijd per definitie de club
worden aangerekend als een paar relschoppers zich asociaal en crimineel gedraagt?
Is het dan in alle gevallen redelijk om de kosten van de politie-inzet, een collectieve
taak in ons algemeen belang, door te berekenen aan de organisatie? En doen we dat
dan ook bij organisaties van andere evenementen? Hoe ziet de initiatiefnemer dit?
De leden van de SP-fractie hebben vragen over de voorstellen over het afsteken van
vuurwerk. Wat bedoelt de initiatiefnemer met de dubbele straf voor het afsteken van
illegaal vuurwerk in een stadion? Met uitzondering van Oud en Nieuw is het afsteken
van vuurwerk per definitie illegaal, tenzij er een vergunning voor afgegeven is aan
een professionele partij. Bedoelt de initiatiefnemer dat vuurwerk afsteken dus altijd
dubbele straf oplevert of bedoelt zij dat specifiek illegaal vuurwerk, zoals de zware
explosieven, dubbel bestraft moeten worden? Graag een toelichting. Ook vragen deze
leden wat de initiatiefnemer bedoelt met het strafbaar stellen van noodsignalen. Doelt
zij bijvoorbeeld op de Bengaalse fakkels? Wat is de toegevoegde waarde van de specifieke
strafbaarstelling die voorgesteld wordt ten opzichte van de huidige situatie, waarin
dit ook niet is toegestaan?
Ten aanzien van het voorstel om het snelrecht in te zetten, vragen de leden van de
SP-fractie of de initiatiefnemer op de hoogte is van het feit dat dit in alle gevallen
al kan en dat de capaciteit hiervoor aanwezig is. Kan de initiatiefnemer hierop reflecteren?
De leden van de SP-fractie vragen de initiatiefnemer hoe zij het voorstel moeten begrijpen
over de groepsaansprakelijkheid. Welke wetswijziging is hiervoor volgens de initiatiefnemer
vereist, of in hoeverre dit nu al kan op basis van de huidige wet? Hoe zit het met
de bewijslast? Hoe voorkomt de initiatiefnemer dat de toevallige passant, of de net
iets te nieuwsgierige voetbalsupporter die niet op tijd is weggegaan, zwaar wordt
bestraft?
De leden van de SP-fractie lezen dat de initiatiefnemer het betreden van het veld
door supporters als een zelfstandig strafbaar feit wil opnemen in het Wetboek van
Strafrecht en dat dit net als in het Engelse model stevig aangepakt moet worden. Wat
bedoelt de initiatiefnemer hier met «volgens Engels model»? Welke straffen worden
daar gebruikt en wat verstaat de initiatiefnemer onder streng? Welke straffen of maatregelen
volgen er in de praktijk nu al jegens personen die het veld betreden, wat nu ook al
niet mag en aangepakt wordt, weliswaar via andere dan strafrechtelijke weg?
Ook geweld op de amateurvoetbalvelden is een probleem. De leden van de SP-fractie
willen de initiatiefnemer vragen naar het voornemen van het kabinet om de halt-interventies
niet meer te gaan financieren. Deze leden zijn ervan overtuigd dat de Halt-interventie
Sport en Gedrag waarmee jongeren die zich misdragen hebben op het voetbalveld bereikt
worden, een groot succes is en tot gedragsverandering leidt, maar zij zien dat het
budget daarvoor incidenteel is en gestopt gaat worden. Wel constateren zij dat de
motie van de leden Mutluer en Boswijk over het nagaan welke mogelijkheden er zijn
om de Halt-gedragsinterventie voor sport duurzaam voort te zetten (Kamerstuk 25 232, nr. 84), is aangenomen. Is de initiatiefnemer ook bereid dit een structureel onderdeel te
maken van de initiatiefnota en zich hiervoor in te zetten?
De leden van de SP-fractie willen ten slotte aandacht vragen voor de aangenomen motie-Van
Nispen over collectieve straffen zo veel mogelijk beperken, vanuit de gedachte dat
een gerichte aanpak beter is en goedwillende supporters niet de dupe moeten worden
van het gedrag van de rotte appels, en tevens maatregelen voor gastvrij voetbal stimuleren,
omdat de praktijk uitwijst dat dit doorgaans tot beter gedrag leidt (Kamerstuk 25 232, nr. 81). Hoe kijkt de initiatiefnemer naar dit uitgangspunt? Op welke manier heeft dit een
plek in de nota van de initiatiefnemer, kan dit worden toegevoegd?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van de initiatiefnota van het lid
Michon-Derkzen. Deze leden danken de initiatiefnemer voor de noeste arbeid. Zij onderschrijven
de noodzaak om voetbalgeweld stevig aan te pakken. Deze leden onderkennen dat op dit
moment teveel politiecapaciteit gemoeid is met de inzet op voetbalwedstrijden, waardoor
politie in de wijk, opsporing en de aanpak van andere criminaliteit blijft liggen.
Zij menen dat ieder ander evenement met zo’n hoog risico op ontsporing allang zijn
vergunning kwijt zou zijn. Deze leden hebben nog enkele vragen over genoemde voorstellen
in de nota.
Acties van clubs en KNVB
De leden van de SGP-fractie lezen dat de initiatiefnemer diverse aanbevelingen doet
om met de clubs en KNVB te komen tot een strenger en effectiever beleid om geweld
bij voetbalwedstrijden tegen te gaan. Deze leden vragen de initiatiefnemer hoe de
maatregelen die genomen moeten worden door de KNVB en de clubs afgedwongen dienen
te worden. Zij vragen de initiatiefnemer of er een escalatieladder moet worden ingericht
ingeval clubs herhaaldelijk hun verplichtingen niet nakomen. Ingeval de initiatiefnemer
een escalatieladder voor ogen heeft, vragen zij de initiatiefnemer wie hier toezicht
op zal moeten houden.
Vergunningplicht voor elke wedstijd
De leden van de SGP-fractie lezen dat de initiatiefnemer voorstelt om voor iedere
wedstrijd van een BVO een vergunningplicht in te stellen. Deze leden lezen dat dit
burgemeesters de mogelijkheid geeft om specifieke maatregelen per wedstrijd af te
dwingen. Deze leden vragen de initiatiefnemer of zij het standpunt deelt dat indien
(herhaaldelijk) niet aan bepaalde voorwaarden voldaan wordt op het gebied van veiligheid,
zoals door de initiatiefnemer onder A aangereikt, het burgemeesters mogelijk moet
worden gemaakt de vergunning voor de BVO-club helemaal in te trekken totdat voldaan
is aan de voorwaarden. Zij vragen de initiatiefnemer of het voorstelbaar is dat vergunningen
of proflicenties worden ingetrokken indien herhaaldelijk sprake is van stevige rellen
tijdens of na afloop van een wedstrijd waarbij veel politie-inzet gevergd wordt. Zij
wijzen de initiatiefnemer op het feit dat ieder ander evenement met een dergelijk
hoog risico allang geen vergunning meer zou verkrijgen ingeval van herhaaldelijk rellen
en een dermate hoge politie-inzet.
Kosten voor extra politie-inzet doorberekenen
De leden van de SGP-fractie lezen dat de politie pleit voor het weren van publiek,
omdat zij vaak de gevolgen moeten opvangen van het nalatende beleid van de KNVB en
de clubs. Bovendien brengen de materiële schade door vandalisme en de kosten van juridische
procedures en vervolging extra maatschappelijke lasten met zich mee. Deze leden vragen
of clubs op dit moment meebetalen aan de kosten die gemaakt worden om publieke eigendommen
te herstellen nadat deze door voetbalgeweld worden vernietigd en de daders niet kunnen
opdraaien voor deze kosten. Zij vragen de initiatiefnemer of het voorstelbaar is dat
clubs niet enkel opdraaien voor de extra politie-inzet, maar ook de inzet die wekelijks
van de politie gevraagd wordt waardoor zij zich niet met andere zaken bezig kan houden.
Schade verhalen op daders
De leden van de SGP-fractie lezen dat schade die door voetbalvandalisme ontstaat altijd
moet worden verhaald op de daders. Deze leden vragen de initiatiefnemer of in gevallen
waarbij de dader niet kan worden herkend of veroordeeld, de club of de samenleving
moet opdraaien voor de schade die veroorzaakt is voor, tijdens of na de wedstrijd.
Betreden van het veld als apart delict
De leden van de SGP-fractie lezen dat de indiener voorstelt om het betreden van het
veld door supporters als zelfstandig strafbaar feit op te nemen in het Wetboek van
Strafrecht. Deze leden vragen de initiatiefnemer of het denkbaar is dat het betreden
van het veld kan worden afgedaan met een stadionverbod in plaats van het ultimum remedium
hiervoor toe te passen. Zij vragen te reflecteren op de proportionaliteit van dit
voorstel.
Individuele strafbaarheid van spreekkoren
De leden van de SGP-fractie lezen dat wordt voorgesteld om beledigende of discriminerende
spreekkoren individueel strafbaar te stellen. Deze leden lezen dat op dit moment een
wedstrijd stilgelegd kan worden indien een plastic beker of aansteker op het veld
wordt gegooid. Zij vragen de initiatiefnemer of de straffen nog in verhouding zijn
nu dat ingeval van spreekkoren niet wordt gedaan. Deze leden vragen de initiatiefnemer
of het stilleggen van de wedstrijd bij spreekkoren, naast het individueel strafbaar
stellen, ook een mogelijkheid is ingeval supporters zich schuldig maken aan antisemitische
spreekkoren. Zij vragen de initiatiefnemer of het voorstelbaar is dat een wedstrijd
geen doorgang vindt indien voorafgaand aan de wedstrijd antisemitische spreekkoren
hebben geklonken, in of rond het stadion. Zij vragen de initiatiefnemer hier ook te
reflecteren op de rol van de KNVB en de clubs ingeval van antisemitische spreekkoren.
De leden van de SGP-fractie lezen dat de initiatiefnemer voorstelt om naast spreekkoren
ook playbacken strafbaar te stellen. Deze leden vragen of het voorstelbaar is dat
ook het brengen van de Hitlergroet onder de strafbepaling komt te vallen.
Financiële consequenties
De leden van de SGP-fractie constateren dat er in de betaald voetbalwereld veel geld
omgaat. Deze leden vragen de initiatiefnemer te reflecteren op het feit dat de maatschappij
de aanpak van deze onruststokers blijft faciliteren terwijl er miljoenen verdiend
worden met betaald voetbal. De begroting van alle profclubs bij elkaar is groter dan
de justitiebegroting. Zij vragen de initiatiefnemer of zij het gerechtvaardigd acht
dat hierin ook wordt bijgedragen aan de kosten die de handhaving met zich meebrengt,
zodat bijvoorbeeld geïnvesteerd kan worden in een extra waterwerper of veiligheidsuniformen.
Voorts vragen zij te reflecteren op het feit dat de openbare orde zwaarder weegt dan
voetbalvertier. Op welk moment kan de initiatiefnemer zich voorstellen dat het bevoegd
gezag ingrijpt in de proflicentie of vergunning van de BVO-club?
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van deze
initiatiefnota. Deze leden complimenteren de initiatiefnemer van harte met deze bijdrage
op dit belangrijke onderwerp. Deze leden delen de urgentie die spreekt uit de probleembeschrijving
en onderschrijven ook het grootste deel van de genoemde oplossingsrichtingen. Ook
vinden deze leden het een goede zaak dat met deze initiatiefnota voorgesteld wordt
een deel van de kosten van de politie-inzet door te berekenen aan de clubs. Wel vragen
zij de initiatiefnemer om toe te lichten waarom de drempel wordt gelegd bij hetgeen
voorafgaand aan de wedstrijd in de vierhoek is afgesproken. Zou het niet rechtvaardiger
zijn om een groter deel van de politie-inzet door te berekenen of om bijvoorbeeld
te werken met een categorische maximering van de «gratis» politie-inzet en de meerkosten
standaard door de club te laten betalen?
II Reactie van de initiatiefnemer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J. Pool, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
S.F.F. Meijer, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.