Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Rikkers-Oosterkamp over de artikelen 'Criminele zorgmedewerkers ronselen kwetsbare cliënten voor uithalen cocaïne' en ‘Drugshandelaren en plofkrakers 'op grote schaal' actief in de zorg, kwetsbare patiënten in gevaar’
Vragen van het lid Rikkers-Oosterkamp (BBB) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Justitie en Veiligheid over de artikelen «Criminele zorgmedewerkers ronselen kwetsbare cliënten voor uithalen cocaïne» en «Drugshandelaren en plofkrakers «op grote schaal» actief in de zorg, kwetsbare patiënten in gevaar» (ingezonden 7 november 2024).
Antwoord van Minister Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de Minister
van Justitie en Veiligheid (ontvangen 4 februari 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten over zware criminelen die de zorgsector binnendringen,
zoals beschreven in de artikelen van RTL Nieuws en NRC?1, 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Welke concrete stappen onderneemt u momenteel om te voorkomen dat zware criminelen
toegang krijgen tot de zorgsector?
Antwoord 2
Er zijn verschillende stappen gezet om malafide zorgaanbieders beter te kunnen weren.
Ten eerste is per 1 januari 2025 de Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg
(Wbsrz) in werking getreden. Hiermee wordt onder andere mogelijk gemaakt dat zorgverzekeraars,
zorgkantoren en gemeenten elkaar voor frauderende zorgaanbieders, waaronder diens
bestuurders en leidinggevenden, kunnen waarschuwen. Daarmee kan worden tegengaan dat
zij hun activiteiten elders voortzetten of anderszins opnieuw beginnen.
Ten tweede is de doelgroep voor de vergunningplicht Wet toetreding zorgaanbieders
(Wtza) per 1 januari 2025 uitgebreid. Dit betekent dat alle zorginstellingen die zorg
verlenen op grond van de Zorgverzekeringswet (Zvw) of Wet langdurig zorg (Wlz) moeten
beschikken over een toelatingsvergunning. Ook de kleinere zorginstellingen met 10
of minder zorgverleners.
Ten derde zal begin 2025 het wetsvoorstel Integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders
(Wibz) aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Met dit wetsvoorstel worden de weigerings-
en intrekkingsgronden van een vergunning uitgebreid en kunnen zorgaanbieders waarvan
niet aannemelijk is dat ze aan de voorwaarden voor het verlenen van goede en rechtsmatige
zorg gaan voldoen, beter worden geweerd of gestopt.
Mede in dat kader wordt ook bezien welke van de interventies tot verbetering van screening
van zorgaanbieders aan de voorkant, zoals die naar voren zijn gekomen tijdens de in
september 2023 afgeronde pilot met zorgverzekeraar DSW, de Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd (IGJ), de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en het CIBG, eraan kunnen bijdragen
het net verder te sluiten.
De voormalig Minister van OCW, heeft met de brief van 6 november 2024 mbo-instellingen
verzocht om tot nader order voor een aantal opleidingscodes terughoudend te zijn met
het in behandeling nemen van ervaringscertificaten (EVC) van EVC-aanbieders. Instellingen
moeten er zeker van te zijn dat het EVC-ervaringscertificaat deugdelijk is onderbouwd.
De examencommissies zijn gewezen op hun wettelijke taak om zorgvuldig om te gaan met
het verlenen van vrijstellingen.3
Vraag 3
Hoe werkt u samen met de verschillende zorginstellingen om de screening en beveiliging
van personeel te verbeteren?
Antwoord 3
De screening van het personeel is de verantwoordelijkheid van de zorginstellingen.
Deze instellingen hebben een vergewisplicht. Dat houdt in dat zorginstellingen zich
ervan moeten vergewissen dat de wijze waarop zorgverleners in het verleden hebben
gefunctioneerd, niet in de weg staat bij het verlenen van zorg nu. Indien het om een
BIG-geregistreerde zorgverlener gaat, kan gekeken worden of de zorgverlener is ingeschreven
in het BIG-register. Daarbij kan ook een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) worden
verlangd van de (potentiële) werknemer. Bij de VOG-beoordeling wordt beoordeeld of
het justitiële verleden van iemand een bezwaar vormt voor het vervullen van een specifieke
taak of functie in de samenleving.
Vraag 4
Hoe zorgt u ervoor dat informatie over criminele activiteiten binnen de zorgsector
snel en effectief wordt gedeeld tussen zorginstellingen en opsporingsdiensten?
Antwoord 4
Zorginstellingen die een rechtspersoon (Besloten Vennootschap (B.V.), Naamloze Vennootschap
(N.V.), stichtingen, verenigingen en coöperaties) zijn, vallen onder de Wet controle
op rechtspersonen (Wcr). Bij belangrijke veranderingen binnen een rechtspersoon, bijvoorbeeld
een oprichting of bestuurswisseling, screent Justis de rechtspersoon en het netwerk
van ondernemingen en functionarissen rondom de rechtspersoon. Dit doorlopende toezicht
gebeurt automatisch met risicoprofielen, gevolgd door nader onderzoek door een analist.
Justis stelt een risicomelding op en stuurt deze vervolgens naar een toezichthoudende,
handhavende en/of opsporingsinstantie die verantwoordelijk is voor het aanpakken van
dit risico, bijvoorbeeld de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA), de Belastingdienst,
FIOD, Politie of Openbaar Ministerie. De ontvanger kan bepalen of nader onderzoek
of verscherpt toezicht nodig is of bepaalt welke interventie passend is. Voor de toevoeging
van de NZa en de IGJ aan de kring van ontvangers van risicomeldingen wordt het Besluit
controle op rechtspersonen (Bcr) aangepast. Dit besluit is voorgelegd voor consultatie.
Vraag 5
Welke stappen worden er ondernomen om ervoor te zorgen dat criminele elementen die
al in de zorgsector werkzaam zijn, snel worden geïdentificeerd en verwijderd?
Antwoord 5
Het bestrijden van zorgfraude en ondermijning in de zorg vraagt om een integrale aanpak.
Een belangrijke voorwaarde voor een effectieve bestrijding van zorgfraude is fraudebestendige wet- en regelgeving. Er zijn verbeterde wettelijke kaders nodig
om informatie-uitwisseling tussen ketenpartners mogelijk te maken. Verder is regelgeving
essentieel die zorgaanbieders verplicht transparant te zijn over wie binnen een complexe
organisatiestructuur daadwerkelijk zorg verleent. Complexe structuren – zoals bijvoorbeeld
onder-aanneming -bemoeilijken controle, toezicht en strafrechtelijke opsporing van
mogelijk malafide zorgaanbieders. In de Jaarbrief TIZ, die de Minister van VWS op
18 oktober 2024 aan uw Kamer heeft gestuurd, hebben de samenwerkingspartners in de
Taskforce Integriteit Zorgfraude (TIZ)4 hierover een signaal afgegeven aan de Minister van VWS.5 Een inhoudelijke reactie van VWS op de jaarbrief TIZ volgt begin 2025.
De aanpak van ondermijning in de zorg (zorgcriminaliteit) vraagt ook om maatregelen
voor een integere en weerbare economie en maatschappij. Conform de in eerder genoemde
Kamerbrief aan uw Kamer gedane toezegging, wordt u op korte termijn nader geïnformeerd
over vervolgacties. Daar wordt aan gewerkt op basis van een brede integrale benadering
en in samenwerking met onder andere de betrokken ministeries, gemeenten, toezichthouders,
opsporingsdiensten, zorgkantoren, opleiders en zorgverzekeraars. Het doel van de aanpak
is om het zo onaantrekkelijk mogelijk te maken voor criminelen om nog in het zorgdomein
actief te zijn en om de zorgsector weerbaarder te maken tegen criminelen.
Vraag 6
Bent u bereid om wet- en regelgeving aan te passen om de screening en beveiliging
in de zorgsector te versterken? Zo ja, op welke termijn kan de Kamer hier concrete
voorstellen voor verwachten?
Antwoord 6
Zoals ik bij vraag 2 heb aangegeven is per 1 januari 2025 de doelgroep voor de vergunningplicht
Wtza uitgebreid. Ook trad op 1 januari 2025 de Wbsrz in werking. In het eerste kwartaal
2025 zal ik de Wibz aan de TK aanbieden.
Vraag 7
Bent u bereid het onderzoek van politie midden-Nederland met de Kamer te delen? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 7
Het betreft een intern signaaldocument opgesteld door één politie-eenheid. Dit schetst
dus geen representatief landelijk beeld zoals een fenomeenanalyse. Het document is
daarnaast opgesteld voor interne opvolging en de informatie ziet daar dus ook specifiek
op. Het signaaldocument is daarom niet geschikt om te delen met de Kamer.
Vraag 8
Hoe werkt u samen met Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) om de controle van diploma's
en certificaten te verbeteren en te intensiveren?
Antwoord 8
DUO beschikt over meer dan 10 miljoen diplomagegevens van diploma's die zijn behaald
aan een door OCW erkende opleiding. Via Mijn diploma's kan de diplomahouder zelf gratis
een digitaal uittreksel downloaden en dit overleggen aan een werkgever als deze om
bewijs van een diploma of certificaat vraagt.6
DUO levert de volgende bijdrage om de controle van diploma's en certificaten te verbeteren
en te intensiveren:
• Het actief onder de aandacht brengen van de mogelijkheden van Mijn diploma's bij diverse
stakeholders, zoals toezichthouders, werkgevers etc.
• Het ontwikkelen van een online tool waarmee werkgevers op een simpele manier de echtheid
van het document afkomstig uit Mijn diploma’s kunnen controleren. In Q1 van 2025 is
deze beschikbaar voor alle werkgevers op DUO.nl.
• Het bieden van een oplossing om digitaal betrouwbare diplomagegevens uit Mijn diploma’s,
met toestemming van betrokkene, te delen met verschillende organisaties via een beveiligde
omgeving.
Vraag 9
Wat doet u om malafide uitzendbureaus, die personeel leveren aan zorginstellingen,
op te sporen en te sluiten?
Antwoord 9
De aanpak van malafide uitzendbureaus valt onder de beleidsportefeuille van de Minister
van Sociale Zaken. De Tweede Kamer is geïnformeerd over de voortgang en planning van
de aanpak die gericht is op het weren van malafide uitzendbureaus.7 Voor de screening van personeel, ook als zij via een uitzendbureau werkzaam worden
voor zorginstellingen, is het mogelijk om de VOG aan te vragen. Zie ook mijn antwoord
bij vraag 3.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.