Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Ceder over de beantwoording van de prejudiciële vragen door de Hoge Raad over wat dient te worden verstaan onder «eerste aflossing»
Vragen van het lid Ceder (ChristenUnie) aan de Staatssecretarissen van Justitie en Veiligheid en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de beantwoording van de prejudiciële vragen door de Hoge Raad over wat dient te worden verstaan onder «eerste aflossing» (ingezonden 17 januari 2025).
Mededeling van Staatssecretaris Nobel (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens
            de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (ontvangen 28 januari 2025).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met de beantwoording van de prejudiciële vragen van de Hoge Raad over
               wat dient te worden verstaan onder «eerste aflossing» in het kader van een buitengerechtelijke
               schuldenregeling zoals bedoeld in artikel 285 eerste lid onder f en artikel 349a lid 1
               Faillissementswet ECLI:NL:HR:2024:1913?1
Vraag 2
            
Bent u het eens met de stelling dat de antwoorden van de Hoge Raad van grote invloed
               zijn op de huidige praktijk van (gemeentelijke) schuldhulpverlening?
            
Vraag 3
            
Op welke wijze borgt u dat deze nieuwe toepassing zowel in beleid als uitvoering in
               alle gemeenten beschikbaar is, zodat mensen in een minnelijk schuldhulpverleningstraject
               erop kunnen vertrouwen dat dit traject in overeenstemming met de antwoorden van de
               Hoge Raad wordt uitgevoerd? Op welke wijze worden medewerkers in de schuldhulpverlening
               en het bredere werkveld geïnformeerd en geïnstrueerd over de juiste interpretatie
               van deze wet- en regelgeving, conform de antwoorden van de Hoge Raad?
            
Vraag 4
            
Wordt bij de verdere ontwikkeling van de basisdienstverlening rekening gehouden worden
               met de beantwoording van de prejudiciële vragen door de Hoge Raad? Zo ja, op welke
               wijze?
            
Vraag 5
            
Hoe beoordeelt u het verschil van inzicht tussen de «Recofa-richtlijnen voor schuldsaneringsregelingen»
               en de beantwoording van de prejudiciële vragen van de Hoge Raad?
            
Vraag 6
            
Zou het – in het vervolg – niet beter c.q. zorgvuldiger zijn wanneer dusdanig concrete
               uitwerking van wet- en regelgeving wordt vastgelegd in een algemene maatregel van
               bestuur (AMvB), zodat het onder directe democratische controle staat, in plaats van
               in een richtlijn van Recofa? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 7
            
Bent u het eens dat deze uitspraak er niet toe moet leiden dat de schuldhulpverlener
               geen maatregelen meer treft om een loonbeslag tegen te gaan binnen het minnelijke
               traject om de gelijkheid van schuldeisers te waarborgen?
            
Mededeling
            
Het lukt helaas niet om de op 17 januari jl. ingediende Kamervragen van het lid Ceder
               (ChristenUnie) aan mij en de Staatssecretarissen van Justitie en Veiligheid over «de
               beantwoording van de prejudiciële vragen door de Hoge Raad over wat dient te worden
               verstaan onder «eerste aflossing»» binnen de gestelde termijn van drie weken te beantwoorden,
               omdat voor zorgvuldige beantwoording verdere (interdepartementale) afstemming nodig
               is.
            
De beantwoording wordt, mede namens de Staatssecretarissen van Justitie en Veiligheid,
               zo spoedig mogelijk aan u toegezonden.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 
              
                  Mede namens
 T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
