Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bikker en Ceder en Kahraman over het artikel 'Aramese christenen in Syrië vrezen voor hun bestaan en erfgoed: 'Massale uittocht moet worden voorkomen'' en 'Israël waarschuwt voor gevaren van 'slachter' Al-Sharaa: 'Westen trapt vol in de val van nieuwe Syrische leider''
Vragen van de leden Bikker en Ceder (beiden ChristenUnie) en Kahraman (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Buitenlandse zaken over het artikel «Aramese christenen in Syrië vrezen voor hun bestaan en erfgoed: «Massale uittocht moet worden voorkomen»» en «Israël waarschuwt voor gevaren van «slachter» Al-Sharaa: «Westen trapt vol in de val van nieuwe Syrische leider»» (ingezonden 13 januari 2025).
Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 24 januari 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de artikelen in het Nederlands Dagblad «Aramese christenen in Syrië
vrezen voor hun bestaan en erfgoed: «Massale uittocht moet worden voorkomen»»1 en de Telegraaf «Israël waarschuwt voor gevaren van «slachter» Al-Sharaa: «Westen
trapt vol in de val van nieuwe Syrische leider»»2?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de huidige veiligheidssituatie voor minderheden als Aramese christenen
en Koerden in Syrië?
Antwoord 2
Sinds de val van het Assad-regime op 8 december 2024 is de situatie onoverzichtelijk.
Het kabinet is bekend met de berichten over vermeende bedreigingen van inwoners van
Maaloula door gewapende groepen. Tegelijkertijd blijft het HTS-leiderschap oproepen
tot bescherming van alle gemeenschappen, onder wie ook Aramese christenen en Koerden.
Het kabinet beschikt niet over informatie die berichten bevestigt dat er sinds de
val van het Assad-regime sektarische incidenten hebben plaatsgevonden tegen Aramese
christenen in Maaloula, maar we blijven dit monitoren.
Vraag 3
Welke gevolgen verbindt u aan deze inschatting voor de Nederlandse en Europese diplomatieke
inzet? Welke rol ziet u verder weggelegd voor Nederland en/of de Europese Unie (EU)
in het waarborgen van constitutionele mensenrechten en een inclusieve politieke transitie
naar een stabiel landsbestuur in Syrië?
Antwoord 3
Nederland benadrukt binnen de EU en in regionale contacten het belang van een door
Syrië geleide inclusieve politieke transitie. In internationale fora, zoals de EU,
zal Nederland blijven pleiten voor een vreedzame en inclusieve politieke transitie.
Daarnaast heeft de Speciaal Gezant voor Syrië tijdens zijn recente bezoek aan Damascus
op 2 en 4 januari jl. het belang van de bescherming van alle bevolkingsgroepen benadrukt.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u in dit licht de waarschuwingen van de Israëlische regering en waar
blijkt dat uit in uw handelen?
Antwoord 4
Het kabinet heeft begrip voor de zorgen die Israël heeft ten aanzien van de ontwikkelingen
in Syrië. Nederland benadrukt in diplomatieke contacten het belang van een door Syrië
geleide inclusieve politieke transitie met respect voor mensenrechten inclusief vrouwenrechten
en gemeenschappen.
Vraag 5
In hoeverre heeft u inzicht in de betrokkenheid van minderheden bij het opstellen
van een nieuwe Syrische Grondwet, waarvan Hay’et Tahrir al-Sham (HTS)-leider al-Sharaa
stelt dat het moet worden voorbereid en geschreven in de komende drie jaar?3
Antwoord 5
Onderwerpen zoals een politieke transitie, een nieuwe Grondwet en verkiezingen zullen
aan bod komen in een nog te organiseren Nationale Dialoog Conferentie. Deze Conferentie
is door de interim-regering aangekondigd maar er is nog geen datum bekendgemaakt.
De interim-regering heeft aangekondigd vertegenwoordigers van alle geledingen van
de Syrische bevolking uit te zullen nodigen.
Vraag 6
Heeft de Speciaal Gezant voor Syrië toezeggingen gekregen of afspraken gemaakt met
het interim-bestuur ten aanzien van de betrokkenheid van minderheden zoals christenen
bij de politieke transitie? En zo ja, welke en met welk vervolg?
Antwoord 6
In de gesprekken van de Speciaal Gezant met de interim-regering in Damascus is de
positie van etnische en religieuze gemeenschappen besproken, waarbij de interim-regering
heeft aangegeven een Syrië na te streven waarin alle gemeenschappen zich thuis voelen.
Zij zeggen daartoe direct contact te hebben gezocht met gemeenschaps- en geestelijke
leiders.
Vraag 7
Is de situatie in Maaloula aan bod gekomen in gesprekken met het interim-bestuur?
Is het de inzet van HTS de oplopende spanningen in Maaloula te temperen en een massale
uittocht van christelijke families kan voorkomen? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee,
wat doet u met dit gegeven?
Antwoord 7
De Speciaal Gezant voor Syrië heeft tijdens zijn recente bezoek aan Damascus op 2
en 4 januari jl. gesproken over het belang van de bescherming van alle bevolkingsgroepen,
inclusief Aramese christenen. Het kabinet onderstreept het belang van een rol in het
politieke proces voor alle bevolkingsgroepen, waaronder christenen. De Speciaal Gezant
heeft de situatie van christenen besproken tijdens zijn bezoek. De Speciaal Gezant
heeft niet specifiek de situatie in Maaloula opgebracht.
Vraag 8
Is in het gesprek tussen de Speciaal Gezant en het interim-bestuur naast over de aanwezigheid
van Iran en Rusland, ook gesproken over aanwezigheid van Turkije en de vermoedde steun
van deze staat aan de Sultan Suleiman Shah Brigade?
Antwoord 8
Er is met de Syrische interim-regering in dit eerste contact niet gesproken over specifieke
milities of Brigades.
Vraag 9
Bent u bekend met de uitspraak van Al-Sharaa dat Syrië en Rusland «gemeenschappelijke
strategische belangen» hebben?4 Hoe zet u zich in om te voorkomen dat Rusland zijn strategische positie in Syrië
terugwint in het huidige machtsvacuüm?
Antwoord 10
De interim-regering is zich bewust van de geopolitieke rol van Rusland, bijvoorbeeld
binnen de VN Veiligheidsraad, en de economische mogelijkheden, vooral op energie gebied,
die Rusland Syrië kan bieden. Het kabinet zal zich er in de discussie rond wederopbouw
en mogelijke sanctieverlichting voor inzetten dat de kwalijke rol die Rusland jarenlang
onder het Assad bewind heeft gespeeld niet wordt vergeten. Zo kan bijvoorbeeld aanpassing
van het EU-sanctieregime de bredere mogelijkheden tot wederopbouw en economische ontwikkeling
steunen en daarmee afhankelijkheden van andere landen, waaronder Rusland, beperken.
Vraag 10
Tot welke inzichten hebben de gesprekken van de Speciaal Gezant met christelijke religieuze
leiders geleid? Hoe gaat de Speciaal Gezant het ontstane beeld van de situatie betrekken
bij eventuele vervolggesprekken met het interim-bestuur?
Antwoord 10
In de gesprekken heeft de interim-regering benadrukt dat religieuze en etnische minderheden
al eeuwen een onlosmakelijk deel van de Syrische bevolking uit maken.
De christelijke geestelijk leiders die de Speciaal Gezant sprak hebben aangegeven
niet als «minderheid» aangeduid te willen worden. Ook vanuit het leiderschap van de
nieuwe regering, waaronder interim-Minister voor Buitenlandse Zaken Al-Shaibani, wordt
duidelijk gemaakt dat men de term «minderheden», zoals veelal gebruikt in het Westen,
wil vermijden. Dit creëert onnodige separatie tussen bevolkingsgroepen. Syrische christenen
willen gezien worden als gelijk onderdeel van de Syrische bevolking en aangeduid als
christelijke «gemeenschap».
Het kabinet zal bij vervolgcontacten het belang van een rol in het politieke proces
voor alle bevolkingsgroepen, waaronder christenen, blijven benadrukken.
Vraag 11
Bent u bekend met berichten dat HTS het onderwijsprogramma in de door hen gecontroleerde
gebieden in Syrië ingrijpend heeft gewijzigd? Kunt u bevestigen dat deze wijzigingen,
zoals gerapporteerd, een sterk ideologische insteek hebben, gericht op het herschrijven
van geschiedenis en religieuze interpretaties?
Antwoord 11
Ja. In een reactie heeft de Syrische interim-Minister van onderwijs, Nazir al-Qadri,
aangegeven dat verwijzingen naar de rol en functie van de familie Assad zijn aangepast.
Hij gaf voorts aan dat het curriculum onveranderd blijft tot nog op te zetten commissies
het eens zijn over een nieuw curriculum. Het kabinet acht het van belang dat de volle
breedte van etnische en religieuze gemeenschappen in Syrië bij het transitie proces
en het opnieuw opbouwen van een pluriforme gemeenschap, waar ook een geaccepteerd
schoolcurriculum tot behoort, betrokken worden.
Vraag 12
Hoe beoordeelt u de aanpassing in het curriculum waarbij de verwijzing naar «zij op
wie (Allah) woedend is» expliciet wordt gekoppeld aan «christenen en joden»? Wat is
uw visie op het verwijderen van de Aramese Koningin Zenobia en de Aramese goden uit
de geschiedenisboeken? Deelt u de zorg van vragenstellers dat met het herschrijven
van geschiedenis en schoolboeken, vrijheden en een cultuur waarin minderheden zich
veilig weten steeds meer beknelt raken? Wordt het Syrisch bestuur hierop aangesproken?
Antwoord 12
Zie het antwoord op vraag 11.
Vraag 13
Wat is uw reactie op de wijziging van de definitie van «martelaar,» waarbij dit nu
verwijst naar iemand die sterft voor de islam in plaats van voor het vaderland? Welke
gevolgen kan deze aanpassing hebben voor het bredere veiligheidsklimaat in Syrië?
Antwoord 13
Zie het antwoord op vraag 11.
Vraag 14
Kunt u toelichten welke consequenties de afschaffing van de term «Ottomaanse bezetting»
en het verwijderen van de jaarlijkse herdenking op 6 mei, waarop Syrische leiders
door de Ottomanen werden geëxecuteerd, hebben?
Antwoord 14
Zie het antwoord op vraag 11.
Vraag 15
Welke mogelijkheden ziet u voor Nederland, binnen de EU en de Verenigde Naties (VN),
om aandacht te vragen voor deze zorgwekkende ontwikkelingen?
Antwoord 15
Verschillende landen zijn sinds de val van het Assad-regime bijeengekomen om de situatie
in Syrië te bespreken, waarbij werd opgeroepen tot de bescherming van de rechten van
gemeenschappen. Bijvoorbeeld op 14 december 2024 in Aqaba in Jordanië en op 12 januari
jl. in Riyadh in Saoedi-Arabië, maar ook binnen VN- en EU-verband. Daarnaast hebben
verschillende landen een bezoek aan Damascus afgelegd voor gesprekken met het interim-bestuur,
waarin het belang van de rechten van minderheden en van een inclusieve politieke transitie
is benadrukt. Ook worden er, onder andere door Nederland, verschillende initiatieven
ondersteund die zich richten op accountability en de bescherming van mensenrechten.
Vraag 16
Welke rol kan Nederland spelen in het bevorderen van een toekomst waarin inclusief
en feitelijk correct onderwijs in Syrië wordt hersteld?
Antwoord 16
Zie het antwoord op vraag 11.
Vraag 17
Kunt u bevestigen dat er momenteel een avondklok van kracht is in Homs, Syrië? Zo
ja, welke maatregelen nemen de Syrische autoriteiten om deze avondklok te handhaven,
en wat zijn de gevolgen hiervan voor de lokale bevolking, met name voor minderheden
in de stad?
Antwoord 17
Het kabinet is bekend met de beelden en de avondklok in de stad Homs. Inmiddels heeft
de interim-regering op 12 januari een beperkte militaire actie in de stad Homs uitgevoerd,
die op 16 januari is afgerond, gericht op elementen van het oude-regime en het vinden
van wapenvoorraden. Inmiddels is de avondklok opgeheven.
Vraag 18
Bent u bekend met videobeelden die de situatie in Homs tijdens de avondklok documenteren?
Wat is de beoordeling van de impact van deze avondklok op de mensenrechten en de bewegingsvrijheid
van burgers in de regio?
Antwoord 18
Zie het antwoord op vraag 17.
Vraag 19
Bent u op de hoogte van berichten over pamfletten waarin de Syrische autoriteiten
vrouwen oproepen tot het dragen van islamitische klederdracht? Wat is de officiële
reactie van de Syrische regering op deze oproep?
Antwoord 19
Ik ben op de hoogte dat er individuen zijn die een strikte hijab willen bevorderen.
Het Syrisch interim-bestuur heeft eerder aangegeven dat kledingswijze een individuele
keuze betreft.
Vraag 20
Welke inspanningen levert u om de mensenrechten en vrijheden van burgers in Syrië
te ondersteunen, en welk beleid is er bij situaties zoals nu al gerapporteerd in Maaloula
en Homs?
Antwoord 20
Momenteel zijn er geen concrete aanwijzingen dat er specifieke minderheidsgroepen
gevaar lopen onder het huidige interim-bestuur. Het kabinet benadrukt sinds de val
van het Assad regime het belang van de bescherming van mensenrechten en (religieuze)
gemeenschappen, zoals christenen, Koerden, Druzen en Alawieten. In internationale
fora, zoals binnen de EU, zal Nederland blijven pleiten voor een vreedzame en inclusieve
politieke transitie. Zo heeft Nederland tijdens de Raad van Buitenlandse Zaken op
16 december 2024 opgeroepen tot bescherming van deze groepen. Daarnaast heeft de Speciaal
Gezant voor Syrië tijdens zijn recente bezoek aan Damascus op 2 en 4 januari het belang
van de bescherming van alle bevolkingsgroepen benadrukt.
Vraag 21
Wat doet Nederland om via internationale organisaties zoals de VN of andere mechanismen
toezicht te houden op de mensenrechtensituatie in Syrië, en in hoeverre wordt de situatie
in Homs daarbij geadresseerd?
Antwoord 21
Nederland zet zich al jaren in voor de verbetering van de mensenrechtensituatie in
Syrië. Nederland steunt de VN-bewijzenbank van Syrië (IIIM) zowel politiek als financieel,
en heeft voor 2024–2025 een bedrag van EUR 500.000 toegezegd. Met deze Nederlandse
steun wordt het mechanisme in staat gesteld om bewijsmateriaal van mensenrechtenschendingen
te blijven verzamelen. Daarnaast zet Nederland zich via de VN-Mensenrechtenraad in
voor de verlening van het mandaat van de Commission of Inquiry (CoI) voor Syrië. De
CoI doet sinds 2011 onderzoek naar mensenrechtenschendingen in Syrië. Aangezien de
CoI gemandateerd is om alle vermeende mensenrechtenschendingen in Syrië te onderzoeken,
staat het de commissie vrij om ook onderzoek te verrichten naar de situatie in Homs.
Vraag 22
Welke humanitaire hulp biedt Nederland momenteel aan kwetsbare gemeenschappen in Syrië,
en hoe wordt ervoor gezorgd dat deze hulp de meest getroffen bevolkingsgroepen, waaronder
minderheden in Homs, bereikt?
Antwoord 22
Nederland ondersteunt al jaren bij het reageren op humanitaire noden in Syrië middels
ongeoormerkte bijdragen, waardoor humanitaire organisaties snel hun middelen kunnen
inzetten op basis van de grootste noden. Tevens ondersteunde Nederland specifiek in
2024 met EUR 19,2 miljoen via zowel de Dutch Relief Alliance (DRA) als VN-landenfondsen. Die steun wordt ingezet ten behoeve van de meest kwetsbare
groepen. Dit kan ook gemeenschappen in Homs betreffen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.