Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Rajkowski over de toepassing van de Tijdelijke Wet nu het huisvestingsvraagstuk van de CTIVD (voorlopig) opgelost is
Vraag van het lid Rajkowski (VVD) aan de Minister-President en de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie over de brief «Stand van zaken huisvesting CTIVD» (ingezonden 4 december 2024).
Antwoord van Minister-President Schoof (Algemene Zaken), mede namens Ministers van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie (ontvangen 24 januari 2025).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 917.
Vraag 1
Bent u het eens met de stelling dat, nu het huisvestingsprobleem rondom de Commissie
van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) (voorlopig) opgelost
is, de taken en bevoegdheden van de inlichtingendiensten die tijdelijk zijn stilgelegd,
maar volgens de Tweede Kamer wel noodzakelijk zijn voor onze nationale veiligheid,
opgepakt kunnen worden?1 Zo ja, vanaf wanneer gaat dit gebeuren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1
De Tijdelijke Wet wordt, zoals eerder aan de Kamer gemeld, thans in overleg met de
CTIVD gedeeltelijk toegepast. In overleg tussen de diensten en de CTIVD zijn afspraken
gemaakt over de bevoegdhedendie, ondanks de huisvestingsproblematiek en het daarmee
samenhangende personeelstekort bij de CTIVD, inmiddels al ingezet kunnen worden onder
de Tijdelijke Wet. Per brief is 4 september jl. met de Kamer gedeeld dat voor een
aantal bestaande bevoegdheden de Tijdelijke wet voorziet in een accentverschuiving
in het stelsel van toetsing en toezicht: van toetsing voorafgaand aan de operatie
door de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) naar toezicht tijdens en achteraf
door de CTIVD, met bindende bevoegdheden (Kenmerk: Kamerstukken II, 2023–2024, 36 263, nr. 44). Een aantal van deze bevoegdheden wordt nu nog toegepast onder het toezichtsregime
van de huidige Wiv 2017 en nog niet onder het regime van de Tijdelijke Wet, maar over
de toepassing van deze bevoegdheden en het benodigde toezicht daarop voeren de Commissie
en de diensten continu overleg.
In november vorig jaar is de Kamer gemeld dat de planning erop was gericht de verhuizing
van de CTIVD in januari mogelijk te maken. Inmiddels is de planning van de volledige
werkzaamheden uitgewerkt en aanbesteed en is duidelijk dat de verhuizing eind maart
zijn beslag zal krijgen.
In november is de Kamer tevens gemeld dat dat de CTIVD de werving van extra personeel
ter hand nam. Met de aanstaande verhuizing in het vooruitzicht heeft de CTIVD gemeld
de lopende personeelswerving te intensiveren. De toezichthouder en de diensten zullen,
ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, in overleg de instroom van personeel
van de CTIVD gelijke tred laten houden met de toepassing van de hiervoor genoemde
bevoegdheden. Daarmee wordt maximaal voortvarend toegegroeid naar volledige toepassing
van de Tijdelijke Wet. Uitgangspunt is en blijft volledige toepassing van de Tijdelijke
wet onder het noodzakelijke onafhankelijke toezicht, op de kortst mogelijke en voor
alle partijen uitvoerbare termijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.W.M. Schoof, minister van Algemene Zaken -
Mede namens
R.P. Brekelmans, minister van Defensie -
Mede namens
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.