Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over het beperken van inspraak van maatschappelijke organisaties bij nieuwe wetten
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Asiel en Migratie over het beperken van inspraak van maatschappelijke organisaties bij nieuwe wetten (ingezonden 11 december 2024).
Antwoord van Minister Faber – Van de Klashorst (Asiel en Migratie) (ontvangen 22 januari
2025).
Vraag 1
Welke maatschappelijke organisaties heeft u wanneer geconsulteerd bij de Wijziging
van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de introductie van een tweestatusstelsel
en het aanscherpen van de vereisten bij nareis?
Antwoord 1
Bij de voorbereiding van het concept voor een Wet invoering tweestatusstelsel is het
concept op 25 november 2024 ter consultatie voorgelegd aan de Raad voor de rechtspraak,
de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de Nederlandse Orde van Advocaten
en de Immigratie- en Naturalisatiedienst.
Vraag 2, 3 en 4
Wat zijn daarvoor de gebruikelijke termijnen? En hoe lang hebben de organisaties in
dit geval de tijd van u gekregen om hun reactie en advies te geven over dit wetsvoorstel
en de gevolgen voor de praktijk te schetsen?
Waarom bent u afgeweken van de gebruikelijke termijnen en krijgen maatschappelijke
organisaties maar zo kort de tijd voor een reactie op een complexe wet?1
Op grond waarvan kiest u nu precies voor deze spoedprocedure?
Antwoord 2, 3 en 4
Het kabinet vindt het noodzakelijk om met urgentie in te zetten op een breed pakket
aan maatregelen om de asielketen per direct en duurzaam te ontlasten. De invoering
van een tweestatusstelsel en het aanscherpen van de voorwaarden voor nareis zijn onderdeel
van die maatregelen, zoals ook is opgenomen in het regeerprogramma.2 Om die reden is het wetgevingsproces, waaronder de consultatiefase, versneld doorlopen
zodat het wetsvoorstel nog in 2024 aan de Afdeling advisering van de Raad van State
kon worden voorgelegd. Om die reden is gekozen voor een beperkte consultatieperiode
van één week. Daarmee heb ik uitvoering gegeven aan de brieven van 25 oktober 2024
en van 14 november 2024.3 Ik merk overigens op dat uw Kamer middels een motie heeft gevraagd om een nog spoediger
tijdpad, waarin de wetsvoorstellen in 2024 aan de Tweede Kamer zouden worden voorgelegd.4
Zoals ik aangaf in het commissiedebat van 19 december 2024, en in de memorie van toelichting
staat vermeld, zal ik adviezen die op een later moment nog worden ontvangen alsnog
betrekken in het wetgevingsproces. In dit verband heeft onder meer de Raad voor de
rechtspraak een nader advies aangekondigd.5
Vraag 5
Bent u van plan een dergelijk korte reactietermijn ook bij andere wetten toe te passen?
Zo ja, waarom?
Antwoord 5
Ik heb op dit moment geen voornemen om ook in andere trajecten op het gebied van asiel
en migratie deze verkorte consultatietermijn te hanteren.
Vraag 6
Klopt het dat u om vertrouwelijkheid heeft gevraagd bij deze adviesronde over deze
wet? Zo ja, waarom en op grond waarvan?
Antwoord 6
Als uitgangspunt geldt dat een consultatieronde niet vertrouwelijk is. Dat was ook
in dit geval beoogd. Op het briefhoofd van de aanbiedingsbrief waarmee het wetsvoorstel
ter consultatie is voorgelegd was echter de aanduiding «Dep. vertrouwelijk» blijven
staan. Dit is abusievelijk gebeurd en inhoudelijk ook niet juist, aangezien bij een
consultatie-uitnodiging naar haar aard geen sprake is van departementaal vertrouwelijke
informatie. In de tekst van de aanbiedingsbrief zelf is ook niet om vertrouwelijkheid
gevraagd. De beide wetsvoorstellen zijn na toezending ervan aan de Afdeling advisering
van de Raad van State actief openbaar gemaakt door publicatie op de wetgevingskalender.
Vraag 7
Bent u bereid alsnog te kiezen voor zorgvuldigheid in plaats van snelheid en de gebruikelijke
termijnen en afspraken te hanteren? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 7
In het onderhavige geval is een afweging gemaakt tussen de noodzaak om op zeer korte
termijn maatregelen te nemen om de asielketen te ontlasten, en het belang om het wetgevingsproces
zo zorgvuldig mogelijk te doorlopen. Dat heeft ertoe geleid dat het wetgevingsproces
versneld is doorlopen. Daarbij zijn bepaalde stappen versneld doorlopen en beperkt
ingevuld, zoals de consultatiefase. Zoals ik hierboven heb vermeld zal ik adviezen
die op een later moment nog worden ontvangen, alsnog betrekken in het wetgevingsproces.
Vraag 8
Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden, uiterlijk voorafgaand aan het
commissiedebat over vreemdelingen- en asielbeleid op 19 december 2024?
Antwoord 8
Ik heb deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoord, maar het is helaas niet gelukt
om ze voor het commissiedebat te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.