Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Stoffer over ‘Waarom wordt studenten aan de Erasmus Universiteit verteld dat porno een vorm van kunst is?’
Vragen van het lid Stoffer (SGP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Waarom wordt studenten aan de Erasmus Universiteit verteld dat porno een vorm van kunst is?» (ingezonden 5 december 2024).
Antwoord van Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 22 januari
2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 825.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Waarom wordt studenten aan de Erasmus Universiteit
verteld dat porno een vorm van kunst is?»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat organisaties die verantwoordelijk waren voor dit evenement onderdeel
uitmaken van de Erasmus Universiteit?
Antwoord 2
Ja. Het evenement werd georganiseerd door het Studium Generale van de Erasmus Universiteit
in samenwerking met het Erasmus Love Lab en de Erasmus Wellbeing week. Het Studium
Generale organiseert door het jaar heen wetenschappelijke, maatschappelijke en culturele
programma’s voor studenten. De taak van de Studia Generalia van de universiteiten
is het verbreden van de academische blik buiten het curriculum van de opleiding.
Vraag 3
Vindt u dat het organiseren van bijeenkomsten door een bekostigde universiteit om
porno te promoten redelijkerwijze past binnen het beleid om studentenwelzijn te bevorderen?
Antwoord 3
Van de Erasmus Universiteit heb ik begrepen dat er tijdens dit evenement onderzoeksresultaten
werden besproken van het onderzoeksproject «Pornfessions». Met dit project wordt onderzocht
waarom mensen van verschillende sociale achtergronden zich aangetrokken voelen tot
bepaalde stereotypen en clichés in pornografie, welke impact dit heeft op jongeren
en hoe schadelijke effecten kunnen worden voorkomen. De resultaten van het onderzoek
leveren informatie die bijdraagt aan deze doelen, waaronder het voorkomen van schadelijke
effecten van pornografische stereotypen op seksuele gezondheid. Het doel van dit evenement
was daarom niet het promoten van pornografie, maar het bevorderen van een discussie
over dit thema aan de hand van onderzoeksresultaten. Het bespreken van dergelijke
onderzoeksresultaten en het discussiëren over dergelijke maatschappelijke en culturele
thema’s past binnen de taak van de universiteit om maatschappelijke discussie en dialoog
te faciliteren.
Voor het hoger onderwijs geldt, net als voor iedereen, de vrijheid van onderwijs en
de vrijheid van meningsuiting. Tevens geniet het hoger onderwijs van – de in artikel 1.6
van de WHW vastgelegde – academische vrijheid. Dat betekent dat de wet veel vrijheid
geeft als het gaat om de inrichting van onderzoek en onderwijs. In het verlengde hiervan
kunnen onderwijsinstellingen zelf bepalen hoe zij hun welzijnsbeleid vormgeven. Dat
betekent dat ze zelf kiezen welke onderwerpen besproken worden in het kader van studentenwelzijn.
Onderwijsinstellingen zijn hierbij wel gebonden aan de grenzen van de wet en de huisregels
en gedragscodes van de instelling.
Vraag 4
Bent u ermee bekend dat er veel overzichtsstudies zijn die negatieve effecten rapporteren
van seksualisering door mediabeelden, waaronder de seksistische beeldvorming en het
geweld tegen vrouwen?2
Antwoord 4
Ja, ik ben ermee bekend dat deze studies bestaan.
Vraag 5
Zou, indien een universiteit zich al met dit thema wil inlaten en gelet op de problemen
bij studentenverenigingen, niet eerder het bestrijden dan het bevorderen van porno
voor de hand liggen?
Antwoord 5
Zoals eerder benoemd was het doel van dit evenement niet het promoten van pornografie,
maar het bevorderen van een discussie over dit onderwerp aan de hand van wetenschappelijke
inzichten. Zo werden onderzoeksresultaten besproken die onder andere kunnen bijdragen
aan het voorkomen van schadelijke effecten van pornografische stereotypen op seksuele
gezondheid. Het is aan universiteiten zelf om te bepalen aan welke thema’s ze aandacht
geven, welke bijeenkomsten zij organiseren en wie zij daarvoor uitnodigen. Hierbij
geldt wel dat dit plaats moet vinden binnen de grenzen van de wet en met inachtneming
van de huisregels en gedragscodes van de instelling.
Vraag 6
Zouden in het kader van studentenwelzijn niet ten minste de schaduwzijden ervan en
de mogelijke ondersteuning van studenten aandacht verdienen?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 3 en 5.
Vraag 7
Bent u ermee bekend dat het kabinet onderzoek laat verrichten naar signalen van misstanden
in de porno-industrie?3
Antwoord 7
Ja, hiermee ben ik bekend.
Vraag 8
Hoe is het te verenigen met de wettelijke plicht van instellingen om maatschappelijk
verantwoordelijkheidsbesef te bevorderen dat de porno-industrie een podium krijgt?
Antwoord 8
Zoals eerder benoemd was het doel van dit evenement niet het promoten van pornografie,
maar het bevorderen van een discussie over dit onderwerp aan de hand van wetenschappelijke
inzichten. Voor hoger onderwijsinstellingen is in artikel 1.3, vijfde lid, van de
WHW een verplichting opgenomen tot het bevorderen van het maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef.
In het veld vindt er een discussie plaats over de maatschappelijke opdracht van het
onderwijs en de invulling van deze verplichting. Daarbij komen vragen aan de orde
over de taak van het onderwijs bij het bijbrengen van democratische rechtsbeginselen
en de verantwoordelijkheid die een instelling draagt binnen het onderwijsstelsel.
De speelruimte in deze discussie wordt mede bepaald door de vrijheid van onderwijs,
de vrijheid van meningsuiting en de in de WHW vastgelegde academische vrijheid. Aan
deze opdracht kan op velerlei wijze tegemoet worden gekomen. Mede gezien de academische
vrijheid wordt er van overheidswege niet getreden in die invulling.
Vraag 9
Klopt het dat de Erasmus Universiteit studievoorschotmiddelen of andere bekostiging
heeft gebruikt om deze bijeenkomst mogelijk te maken?
Antwoord 9
Het Studium Generale maakt onderdeel uit van de dienst Education and Student Affairs
van de Erasmus Universiteit Rotterdam dat wordt gefinancierd vanuit algemene bekostiging
van de universiteit. Daarnaast wordt het Studium Generale tevens financieel ondersteund
door het Erasmus Trustfonds.
Vraag 10
Bent u ook van mening dat dit niet redelijkerwijs als rechtmatige besteding van de
bekostiging valt aan te merken en bent u bereid de instelling hierop aan te spreken?
Antwoord 10
Zoals ik in het antwoord op vraag 3 heb aangegeven werden op dit evenement de resultaten
van een wetenschappelijk onderzoek gepresenteerd. Besteding van bekostiging aan een
dergelijk evenement valt binnen de wettelijke taak van universiteiten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.