Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden lid Inge van Dijk en Dijk over het bericht ‘Rechter geeft Renate en Jeroen uit Nijverdal gelijk: 'Weer een baanbrekend vonnis voor alle slachtoffers van toeslagenschandaal'’
Vragen van de leden Inge van Dijk (CDA) en Dijk (SP) aan de Staatssecretaris van Financiën over het bericht «Rechter geeft Renate en Jeroen uit Nijverdal gelijk: «Weer een baanbrekend vonnis voor alle slachtoffers van toeslagenschandaal»» (ingezonden 15 november 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Palmen (Financiën) (ontvangen 22 februari 2025). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 738.
Vraag 1
Hoe kijkt u naar de wens van toeslagenouders dat de schade die zij door toedoen van
de overheid hebben geleden, niet door diezelfde overheid beoordeeld willen hebben,
maar door een onafhankelijke partij?1
Antwoord 1
Met het inrichten van de hersteloperatie biedt de Staat laagdrempelige mogelijkheden
om schade te vergoeden wanneer de geleden schade groter is dan de reeds bij de integrale
beoordeling vergoede schade. Dit is gebeurd door de onafhankelijke Commissie Werkelijke
Schade (CWS) in te stellen en later ook de Vaststellingsovereenkomst-regieroute (VSO-regieroute)
en door middel van de Stichting (Gelijk)waardig Herstel-route (SGH-route). Bij het
vormgeven van de verschillende routes heeft de Staat de wensen van ouders over de
onafhankelijkheid en/of neutraliteit van schadeafwikkeling meegenomen, staat het verhaal
van de ouder centraal en wordt uitgegaan van vertrouwen. In elke route is voorzien
in onafhankelijke expertise.
Wanneer een gedupeerde geen gebruik wenst te maken van de genoemde routes staat de
weg naar de civiele rechter voor hem/haar open. Daarbij kiest de ouder dan ook anders
dan bij de routes van de bestuursrechtelijke hersteloperatie voor het civielrechtelijk
materieel- en procesrecht. Het civielrecht stelt de eis van causaal verband tussen
de gebeurtenissen in het verleden en aantoonbaar geleden schade in het civiel schadevergoedingsrecht
centraal. Daarnaast betekent procederen bij de civiele rechter verplichte procesvertegenwoordiging
en bestaat een civiele procedure uit meerdere procedurele stappen veelal bij de rechter
waardoor partijen vaker tegenover elkaar voor de rechter staan.
Om de schadeafwikkeling voortvarender en ruimhartiger te laten verlopen zijn de routes
via de hersteloperatie zo vormgegeven dat ze sneller en veel ruimhartiger zijn. Hierbij
is het uitgangspunt dat schade aannemelijk dient te zijn in plaats van aangetoond.
Het is belangrijk dat de ervaring van enkele ouders niet worden geëxtrapoleerd op
alle gedupeerde ouders. Wat voor de één goed werkt, ervaart de ander als niet passend.
Het schadestelsel met verschillende routes is juist ingericht vanuit de wetenschap
dat geen ouderverhaal hetzelfde is.
Vraag 2, 3 en 4
Wat vindt u ervan dat de Landsadvocaat op zo goed als alle punten ongelijk kreeg en
had u deze uitkomst kunnen verwachten, gelet op vorige uitspraken en het verloop van
de hersteloperatie?
Kunt u verklaren waarom de Landsadvocaat zich zo fel verzette tegen een onafhankelijke
blik op schade, waar, zoals blijkt uit de uitspraak, terecht door deze ouders voor
is gevochten?
Kunt u verklaren waarom de Landsadvocaat de schuld dat het proces zo lang duurde bij
de ouders in de schoenen schoof, omdat als zij voor de route van de hersteloperatie
hadden gekozen zij allang klaar waren geweest, terwijl deze ouders juist procedeerden
omdat de Staat hen geen onafhankelijke blik op hun schade toestond?
Antwoord 2, 3 en 4
Vooraf hecht ik er aan het volgende op te merken. In een civiele procedure geldt een
zogenoemde verplichte procesvertegenwoordiging. Dat betekent dat de Staat zich moet
laten bijstaan door een advocaat, In dit geval heeft een advocaat van het kantoor
van de landsadvocaat het standpunt van de Staat naar voren gebracht. Het is de Staat
als procespartij die verweer voert in de procedure, niet de landsadvocaat.
Ik wil vervolgens het misverstand uit de wereld helpen dat ter zitting namens de Staat
de schuld van het lange proces bij de ouders is gelegd. De Staat heeft enkel geschetst
hoe het proces tot nu toe is gelopen en welke mogelijkheden de ouders ter beschikking
staan om sneller en ruimer hun schade vergoed te krijgen. De Staat wil in de hersteloperatie
juist niet tegenover ouders in juridische procedures komen te staan. Om die reden
heeft het kabinet verschillende, laagdrempelige routes in het leven geroepen waar
ouders eventuele aanvullende compensatie kunnen krijgen voor schade die het gevolg
is van gebeurtenissen met de kinderopvangtoeslag. Dit kan, zoals ook in het antwoord
op vraag 1 geschetst, bestuursrechtelijk in de route via de CWS en via een schikking
in de VSO-regieroute of in de SGH-route. In al deze routes is voorzien in de mogelijkheid
van het inschakelen van onafhankelijke deskundigen. In deze routes hanteert de Staat
het uitgangspunt dat schade gecompenseerd wordt wanneer voldoende aannemelijk is de
schade is ontstaan als gevolg van toeslagaffaire. In geval van de bestuursrechtelijke
route met advisering door CWS toetst de bestuursrechter daar ook op. De bewijslast
ligt daarmee als uitgangspunt lager dan in een reguliere civiele schadevergoedingsprocedure.
Tegelijkertijd staat het ouders vrij zich te wenden tot de civiele rechter, zoals
ook deze ouders hebben gedaan. In een civielrechtelijke procedure bestaat de kans
dat de dat partijen vaker met advocaten voor de rechter moeten verschijnen. De regels
van het civiel (proces)recht moeten worden gevolgd. In het geval van een civiele procedure
over de toeslagenaffaire betekent dit dat ouders uiteindelijk moeten bewijzen dat
er een causaal verband bestaat tussen het handelen van de Staat en de aantoonbaar
geleden schade.
Ik kan zoals gebruikelijk slechts beperkt ingaan op een individuele casus. In algemene
zin kan ik over deze casus aangeven dat deze ouders eerder een civiele procedure zijn
gestart om een vergoeding voor hun schade te krijgen. De eerste uitspraak in dit traject
betrof de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 23 april 2023 waarover uw Kamer
eerder is geïnformeerd.2
De ouders verzochten in de onderhavige procedure om een tweetal onafhankelijke deskundigen
aan te stellen die op basis van hun deskundigheid inzicht kunnen bieden in de omvang
van bepaalde (onderdelen van) schade. Het aanstellen van onafhankelijke deskundigen
is een gebruikelijke processtap. Deskundigen spelen een grote rol van betekenis in
de rechtspraak. Zij verschaffen de rechter informatie die nodig is voor de beslissing
van een geschil. Het resultaat van hun bijdrage is meestal tevens een bewijsmiddel
voor partijen. Om te voorkomen dat deze deskundige door een rechter moet worden aangewezen,
heeft de Staat eerder ook op verzoek van de ouders een onafhankelijk van de Staat
opererende deskundige benaderd om de volledige schade te inventariseren. De Staat
betreurt het dat de ouders het vertrouwen in die onafhankelijke deskundige zijn verloren
en dit voor de ouders aanleiding was om dit verzoek bij de rechter in te dienen.
De Staat kon niet op voorhand instemmen met het verzoek aan de rechter omdat dit niet
zou bijdragen aan een voortvarende schadeafwikkeling. De gevraagde deskundigheid zag
namelijk slechts op een deel van de schade; namelijk gestelde psychische en arbeid
gerelateerde schade. De Staat wil deskundigen inschakelen die alle schade in beeld
kunnen brengen. Verder speelde voor de Staat mee dat de vragen die aan deze deskundigen
zouden moeten worden gesteld en de feiten waarvan de deskundigen bij het onderzoek
zouden moeten uitgaan niet voldoende helder waren geformuleerd. Dit is van belang
omdat de rechter op basis van die feiten een causaal verband tussen de gebeurtenissen
uit het verleden en de schade moet kunnen vaststellen. Zonder vastgesteld causaal
verband kan de schade op basis van het civiele recht niet voor vergoeding in aanmerking
komen.
Tevens was er discussie over de vraag over welke personen een deskundigenadvies zou
moeten worden gevraagd. De ouders wilden dit ook voor de kinderen terwijl jegens hen
onrechtmatig handelen nog niet vaststaat. In de eerste plaats zou dat onderzoek voor
de kinderen belastend zijn. Dat kan bovendien betekenen dat kosten worden gemaakt,
die later moeten worden toegerekend aan de kinderen. De Staat wil dat voorkomen.
De Staat heeft uiteindelijk van de rechter deels wel en deels geen gelijk gekregen.3 De rechter acht toewijzing van de gevraagde deskundigen en het in beeld brengen van
de onderdelen van de gestelde schade wel aangewezen. De vraagstelling is evenwel door
de rechter aangepast en er wordt geen arbeidsdeskundig onderzoek gedaan naar de kinderen.
De rechter heeft hiertoe besloten omdat onrechtmatig handelen van de Staat jegens
de kinderen, en daarmee aansprakelijkheid, niet vaststaat. Daarmee is er nog onvoldoende
grond om mogelijke eigen schade van de kinderen in beeld te brengen. Voor de psychische
schade die de rechter als potentiële schade van de ouders heeft aangemerkt geldt dit
niet.
Vraag 5
Wat zijn de kosten die gemoeid zijn vanuit de Staat met deze rechtszaak en bent u
van plan verder te procederen?
Antwoord 5
De kosten voor de Staat voor deze verzoekschriftprocedure bedragen tot en met deze
zitting afgerond net onder de 15.000 euro. Gelet op artikel 204 lid 2 Wetboek van
Burgerlijke Rechtsvordering kan de Staat geen hoger beroep instellen tegen de toegewezen
verzoeken.
Vraag 6
Bent u bereid de Kamer zo snel mogelijk te informeren over de gevolgen van deze uitspraak
voor de hersteloperatie, als dat betekent dat meer ouders kunnen vragen om inzet van
deskundigen voor een onafhankelijke beoordeling van hun schade, mede op het gebied
van geestelijk leed en de invloed op hun verdienvermogen?
Antwoord 6
Bij de geboden schaderoutes wordt ruim gebruik gemaakt van onafhankelijke (schade-)experts
om de schade van gedupeerde ouders te berekenen. Bij de CWS kan bijvoorbeeld onafhankelijk
medisch advies worden ingewonnen. Dit geldt ook voor de VSO-regieroute. De overheid
biedt ouders de gelegenheid door middel van de «schadepool» schade-experts te raadplegen
die onafhankelijk opereren van de overheid. Tenslotte fungeert de SGH als neutrale
bemiddelaar tussen Staat en ouder bij het tot stand komen van een vaststellingsovereenkomst.
In elke schaderoute staat het de ouder vrij zich juridisch te laten bijstaan. Een
zeer ruime meerderheid (ongeveer 90%) van de ouders maakt hiervan gebruik. De verwachting
is daarom dat deze uitspraak beperkt gevolgen heeft voor de hersteloperatie. Ik zal
uw Kamer via de voortgangsrapportages regulier informeren over de hersteloperatie.
Vraag 7
Bent u naar aanleiding van deze uitspraak bereid om het instellingsbesluit van de
onafhankelijke Commissie van Dam zo te wijzigen dat ook de positie van kinderen expliciet
in de onderzoeksopdracht kan worden meegenomen, aangezien uit deze rechtszaak wederom
blijkt dat het minstens zo belangrijk is dat naar de schade van de kinderen wordt
gekeken, omdat de psychische, fysieke en financiële problemen tot op de dag van vandaag
bij alle gezinsleden doorwerken? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 7
Met de leden Van Dijk en Dijk deel ik de opvatting dat het belangrijk is om ook te
werken aan herstel bij jongeren. Tijdens het commissiedebat van 7 november j.l. over
de Hersteloperatie Kinderopvangtoeslag heeft mijn voorganger uw Kamer dan ook toegezegd
om de spoedadviescommissie te vragen ook de problematiek rondom jongeren te betrekken
in haar onderzoek. De spoedadviescommissie heeft dit bevestigd. Aanpassing van het
reeds gepubliceerde instellingsbesluit is op dit moment dan ook niet opportuun, omdat
de spoedadviescommissie heeft aangegeven op korte termijn advies uit te zullen brengen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.P.H. Palmen, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.