Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Inge van Dijk over het bericht: ‘Overheid aan kop met het inzetten van interim-managers’
Vragen van het lid Inge van Dijk (CDA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Overheid aan kop met inzetten van interim-managers» (ingezonden 19 december 2024).
Antwoord van Minister Uitermark (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
            20 januari 2025).
         
Vraag 1
            
Klopt het dat de vraag naar interim-managers vanuit de overheid onverminderd groot
               blijft?1
Antwoord 1
            
In 2023 is 5% van de totale uitgaven aan externe inhuur besteed aan inhuur voor interim-management.2 In het jaar 2022 was dit 4%.
Departementen leggen in hun jaarverslagen verantwoording af over de externe inhuur
               binnen hun departement. De gegevens over 2024 worden in mei 2025 gepubliceerd in de
               Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2024 (JBR).
            
Vraag 2
            
Klopt het dat interimmers in dienst van de overheid hun tarieven vaker verhogen dan
               in de rest van de markt?
            
Antwoord 2
            
Het beeld dat interimmanagers die door het Rijk worden ingehuurd hun tarieven vaker
               verhogen dan in de rest van de markt herken ik niet. In offertetrajecten is sprake
               van voldoende marktwerking om concurrerende tarieven aangeboden te krijgen, welke
               niet zomaar tussentijds verhoogd kunnen worden.
            
Vraag 3
            
Bent u het eens met de conclusie van het trendonderzoek van Schaekel & Partners dat
               de voorgenomen besparing door de Rijksoverheid klein is, zoals gesteld in eerdergenoemd
               artikel? En zo nee, waarom denkt u dat de slagingskans wel voldoende groot is, in
               het licht dat 92 procent van de respondenten denkt dat het de overheid niet gaat lukken
               de uitgaven aan externe inhuur rijksbreed naar het gewenste niveau te brengen?
            
Antwoord 3
            
In het regeerprogramma is afgesproken om het aantal ambtenaren en externe inhuur substantieel
               terug te dringen. De ministeries zijn druk bezig om op een verantwoorde en realiseerbare
               wijze aan dit voornemen uitvoering te geven. In het commissiedebat Functioneren Rijksdienst
               van 6 november 2024 heb ik in dit kader toegezegd om in het eerste kwartaal van 2025
               een plan van aanpak terugdringen externe inhuur aan Uw Kamer te sturen. Daarnaast
               zal de stand van zaken regelmatig aan de orde komen in de ministeriële commissie taakstelling
               rijksdienst (zie ook vraag 7).
            
Vraag 4
            
Zijn er targets afgesproken wanneer de alle ministeries onder de norm moeten zitten,
               aangezien het artikel vermeld dat de inhuur nog altijd rond de vijftien procent van
               de totale personele uitgaven schommelt en slechts drie van de twaalf ministeries onder
               de norm van tien procent zitten?
            
Antwoord 4
            
Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 5
            
Deelt u de analyse van de heer De Sonnaville dat interimmers een uiterst comfortabele
               positie hebben en zij alle lusten van het zzp-schap genieten zonder de lasten, omdat
               zij door de omvang en verwachtingen van deze specifieke markt een hoge mate van werkzekerheid
               hebben? Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot de medewerkers in vaste dienst? Is er sprake
               van scheve verhoudingen en acht u dit wenselijk, zeker in onzekere tijden van reorganisatie?
            
Antwoord 5
            
Inhuur vindt vooral plaats bij (grote) uitvoeringsorganisaties die te maken hebben
               met piekbelasting en opdrachten met een tijdelijk en/of specialistisch karakter. In
               deze gevallen kan er vanuit doelmatigheidsoverwegingen gekozen worden voor het inhuren
               van externen. Daarnaast is externe inhuur een oplossing wanneer het op korte termijn
               niet lukt om het benodigde personeel in dienst te nemen. Departementen die kampen
               met personele tekorten of waarbij sprake is van beleidsintensiveringen kunnen op deze
               manier toch hun werkzaamheden uitvoeren.
            
Externe inhuur vormt samen met de reguliere aanstellingen het totaal van de beschikbare
               personele capaciteit voor de taakuitoefening. De analyse van de heer De Sonnaville
               deel ik derhalve niet.
            
Vraag 6
            
Zou u een stand van zaken willen geven van de door u voorgenomen verandering in inhuurgedrag?
Antwoord 6
            
Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 7
            
Zou u willen toelichten wat de voortgang is van het door het kabinet in het regeerprogramma
               opgenomen voornemen om een ministeriële commissie in te stellen om externe inhuur
               terug te dringen en die periodiek zal vaststellen of er aanvullende maatregelen nodig
               zijn, en welke resultaten er al zijn geboekt?
            
Antwoord 7
            
De ministeriële commissie taakstelling rijksdienst (MCTR) is in de ministerraad op
               10 januari 2025 ingesteld. De MCTR komt drie keer per jaar bijeen, te weten in Q1,
               Q2 en Q4. Gezien het doel en de taakopvatting van deze commissie zal daar ook het
               terugdringen van de externe inhuur aan de orde komen. Zoals ik in het commissiedebat
               Functioneren Rijksdienst (6 november 2024) en het daarop volgende tweeminutendebat
               (5 december 2024) heb aangegeven, verwacht ik een plan van aanpak voor het terugdringen
               van de externe inhuur in Q1 met uw Kamer te kunnen delen.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.