Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Hirsch en Van der Lee over een exportkredietverzekering (ekv) voor een project in Kazachstan
Vragen van de leden Hirsch en Van der Lee (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Ministers van Financiën en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp over het bericht «Nederland is verslingerd geraakt aan Kazachstaanse olie, omgeven met ziekte, milieuschade en corruptie» (ingezonden 3 december 2024).
Antwoord van Minister Heinen (Financiën), mede namens de Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingshulp (ontvangen 20 januari 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2024–2025, nr. 785.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Nederland is verslingerd geraakt aan Kazachstaanse
olie, omgeven met ziekte, milieuschade en corruptie»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat Atradius Dutch State Business (ADSB) in december 2014 namens de Nederlandse
staat voor 275.7 miljoen euro garant stond voor de bouw van een kanaal in de Kaspische
Zee naar het Tengiz-olieveld door het Nederlandse bedrijf Van Oord?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Zijn er uit deze exportkredietverzekering trekkingen gedaan? Gaat dit om een lopende
polis waarop nog aanspraak gemaakt zou kunnen worden?
Antwoord 3
Uit een exportkredietverzekering kunnen geen trekkingen worden gedaan. Als er voor
een project een financieringspolis wordt afgegeven, kan onder de verzekerde lening
worden getrokken. Hiervan was in dit geval geen sprake. Voor het project is enkel
een exporteurspolis afgegeven. Deze polis is in 2016 beëindigd. Er is geen schade
uitgekeerd onder deze polis.
Vraag 4
In zijn algemeenheid, op welke gronden kunnen mogelijke trekkingen uit een afgegeven
exportkredietverzekering nog worden geblokkeerd?
Antwoord 4
ADSB kan als schadebeperkende maatregel een aanwijzing geven aan de exporteur om het
werk te stoppen of trekkingen uit de lening blokkeren indien er aanwijzingen zijn
dat debiteur haar verplichtingen niet zal nakomen. Als een verzekerde (de exporteur
of financier) niet voldoet aan voorwaarden uit de verzekeringspolis kan deze in het
uiterste geval het recht op schade-uitkering verliezen. Zoals beschreven in het antwoord
van vraag 3 is deze situatie voor onderhavige transactie niet aan de orde geweest.
Vraag 5
Klopt het dat het project van Van Oord in Prorva de hoge risicostatus A heeft gekregen
omdat er sprake was van grote potentiele negatieve milieu- en/of maatschappelijke
effecten, eventueel tot buiten de locatie van het project?
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6
Klopt het dat projecten in de hoge milieu- en sociale risicocategorie A instemming
vereisen van niet alleen ADSB, maar ook de ministeries van Financiën en Buitenlandse
Zaken?
Antwoord 6
Ja.
Vraag 7
Welke risico’s constateerden ADSB, het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Ministerie
van Financiën bij hun beoordeling van het project? Welke risico’s werden specifiek
gesignaleerd op het gebied van: verlies van inkomsten voor de lokale bewoners; gezondheidsschade
voor lokale bewoners; vernietiging van natuur in het gebied; en corruptie of verwevenheid
met de overheid van de debiteur? Hoe zijn beide ministeries desondanks tot een positief
oordeel gekomen?
Antwoord 7
ADSB heeft een uitgebreide milieu- en sociale beoordeling uitgevoerd voor het project
op basis van het in 2014 geldende beleid voor de ekv. Risico’s omtrent noodsituaties,
zoals een olielekkage maar ook de impact van het project op het beschermde gevoelige
gebied van het project, zijn hierin meegenomen. Ook is er gekeken naar emissies naar
lucht, waterverbruik, afvalwater en afvalmanagement. Voor de sociale effecten is onder
andere gekeken naar de werkomstandigheden en naar de gevolgen voor de lokale visserij.
Geconcludeerd is dat op het gebied van deze milieu- en sociale risico’s voldoende
maatregelen zijn getroffen om de risico’s te mitigeren of compenseren.
Wat betreft corruptie en verwevenheid met de overheid van debiteur is geconstateerd
dat Kazachstan een land is met dergelijke risico’s. Tijdens de beoordeling is vastgesteld
dat de debiteur verbonden is met de overheid van Kazachstan via het aandeelhouderschap
van staatsbedrijf Kazmunaygas. Deze feiten zijn meegewogen in het due dilligence onderzoek en beoordeeld conform het toenmalig geldende beleid.
Vraag 8
Bent u bekend met het fenomeen dat corruptie vaak plaatsvindt met de hulp van professionele
uitvoerders door middel van bijvoorbeeld ondoorzichtige financiële systemen en anonieme
lege vennootschappen die corruptie mogelijk maken?
Antwoord 8
Ja.
Vraag 9
Zo ja, hoe zijn uw ministeries toch tot een positief oordeel gekomen ondanks de constatering
dat debiteur van het project, Tenizservice, een «vehicle» is van Tengizchevroil, het feit dat het land hoog in de corruptie-indexen staat en
het signaal van de Nederlandse ambassade over mogelijke politieke connecties van Tenizservice?
Antwoord 9
Deze factoren zijn destijds geconstateerd, maar dit risico werd op basis van het destijds
geldende toetsingskader niet als belemmering gezien. De bij de ambassade bekende connecties
van de genoemde bedrijven werden door de ambassade destijds niet als ongebruikelijk
of onoverkomelijk gezien binnen Kazachstan.
Vraag 10
Welke checks and balances hanteren ADSB en uw ministeries richting de verzekeringnemer
om te voorkomen dat Nederlands belastinggeld corruptie faciliteert? Welke formele
stappen zetten ADSB en uw ministeries in samenspraak met de verzekeringnemer, zowel
voorafgaand aan de uitgifte van de verzekering als tijdens de uitvoering van het verzekerde
activiteiten?
Antwoord 10
Nederland wil via de ekv niet betrokken zijn bij transacties waarbij sprake is van
corruptie, daarom is het anti-omkopingsbeleid van toepassing op alle ekv-aanvragen.
Dit beleidskader is in 2022 geëvalueerd door externe consultant Partner in Compliance
en vervolgens herzien en aangescherpt. Hierover is uw Kamer destijds uitgebreid geïnformeerd.2 In het huidige beleid, dat sinds mei 2024 van kracht is, wordt door ADSB onderzoek
verricht naar alle relevante partijen binnen de transactie en vindt er vervolgens
een inventarisatie en beoordeling van mogelijke corruptierisico’s plaats. Denk hierbij
aan de beoordeling van de Ultimate Beneficial Owner (UBO) en betrokken agenten. Als er sprake lijkt te zijn van een verhoogd risico,
vindt er aanvullend onderzoek (EDD) plaats door de tweedelijns compliance experts
van ADSB. De uiteindelijke risico-classificatie is van invloed op de frequentie van
de monitoring door ADSB na afgifte van een dekkingstoezegging- of advies. Het monitoren
bestaat uit een hernieuwde screening van de bekende relevante partijen eventueel aangevuld
met de beoordeling van eventuele nieuwe informatie.3
Vraag 11
Hoe zijn ADSB en de ministeries omgegaan met berichten in de Kazachstaanse pers dat
Tenizservice in handen is van «olieprins» Timoer Koelibajev?
Antwoord 11
Ten tijde van de beoordeling van de aanvraag waren ADSB en de ministeries niet bekend
met informatie die erop wees dat Timoer Koelibajev indirect aandeelhouder was van
Tenizservice.
Vraag 12
Wat was in 2014 de procedure van ADSB en van uw ministeries om te achterhalen wie
de «ultimate beneficial owner» (UBO) is van betrokken bedrijven? Zijn daar externe
experts bij betrokken geweest, en zo ja, welke? Tot welke conclusie kwamen uw ministeries
toen? En indien de procedure sindsdien veranderd is, hoe is die procedure tegenwoordig?
Antwoord 12
Het achterhalen van UBO’s was tijdens de behandeling van deze casus in 2014, anders
dan nu, geen vereiste. Daar zijn dan ook geen externe experts bij betrokken geweest.
Wel heeft ADSB voor de beoordeling van de aanvraag informatie over de aandeelhouders
van Tenizservice gebruikt afkomstig uit diverse bronnen, waaronder Dun & Bradstreet,
Van Oord en Tengizchevroil.
Vraag 13
Wat was er bekend bij ADSB en de ministeries over de UBO van Tenizservice?
Antwoord 13
De directe aandeelhouders van TenizService waren staatsbedrijf KazMunayGas (49%) en
Waterford International Holdings Ltd. (51%). Uit de aandeelhouderstructuur bleek dat
er vier bedrijven via Waterford een indirect belang in TenizService hadden. Van twee
van deze bedrijven is het ten tijde van de aanvraag niet mogelijk geweest om de UBO’s
te achterhalen. Van 12 personen met een belang in de andere twee bedrijven is vastgesteld
dat ze niet op een sanctielijst stonden.
Vraag 14
Als niet onomstotelijk bekend was wie de UBO was en niet uitgesloten was dat dit een
politieke figuur was, waarom kon het project dan toch goedgekeurd worden?
Antwoord 14
Zoals beschreven in het antwoord vraag 13 heeft ADSB onderzoek verricht naar de eigenaarsstructuur.
Hierbij was het destijds niet mogelijk om alle UBO’s te achterhalen, dit was volgens
het in 2014 geldende beleid ook niet noodzakelijk voor goedkeuring. Inmiddels is het
volgens beleid wel vereist dat de volledige eigenaarsstructuur wordt achterhaald.
Vraag 15
Klopt het dat projecten voor het verkrijgen van een exportkredietverzekering moeten
voldoen aan OESO-regelgeving voor het voorkomen, minimaliseren, verzachten of verhelpen
van negatieve sociale en ecologische effecten?
Antwoord 15
Bedrijven die een verzekeringsaanvraag doen bij ADSB tekenen een inspanningsverklaring
voor het naleven van de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen inzake
maatschappelijk verantwoord ondernemen. ADSB toetst aanvragen op gevolgen voor mens
en milieu projectniveau aan de IFC Performance Standards.4
Vraag 16, 17 en 18
Welke maatregelen heeft Van Oord voorgesteld voor het voorkomen en mitigeren van de
ecologische effecten van het aanleggen van een kanaal in ecologisch zeer kwetsbaar
gebied?
Welke maatregelen heeft Van Oord voorgesteld voor het voorkomen en mitigeren van de
sociaaleconomische effecten, bijvoorbeeld het verloren gaan van de inkomstenbron van
vissers in het gebied?
Welke maatregelen heeft Van Oord voorgesteld voor het voorkomen en mitigeren van de
gezondheidseffecten voor de werknemers van het project en de bewoners in het gebied?
Antwoord 16, 17 en 18
Het is in eerste instantie de taak van de projecteigenaar om nadelige milieu- en sociale
effecten van een project te voorkomen, mitigeren en waar nodig te compenseren. Dit
is beschreven in de milieu- en sociale effectrapportage en managementplannen van het
project en wordt vervolgens door de milieu- en sociale experts van ADSB beoordeeld.
Wanneer er sprake is van negatieve effecten die worden veroorzaakt door de werkzaamheden
die worden uitgevoerd door de Nederlandse exporteur, dan wordt er van deze partij
ook actie verwacht. Voor onderhavig project is dit het geval geweest voor ecologische
effecten. Van Oord heeft maatregelen getroffen om de negatieve gevolgen van de baggerwerkzaamheden
op de lokale natuurwaarden te mitigeren of compenseren. Zo zijn met het gebaggerde
materiaal speciale eilandjes gemaakt wat gunstig is voor het leefgebied van de steur.
Verder heeft Van Oord nauw samengewerkt met gespecialiseerde natuurobservatoren en
zijn de werkmethoden aangepast om het project op een verantwoorde manier uit te kunnen
voeren. Gedurende het project zijn er maatregelen genomen om geluidsimpact en watervertroebeling
tijdens de werkzaamheden te minimaliseren.
Vraag 19
Werden deze maatregelen als voldoende beschouwd door ADSB en de ministeries? Waarom?
Antwoord 19
Ja. In de beoordeling heeft ADSB vastgesteld dat Van Oord de benodigde maatregelen
heeft getroffen om nadelige gevolgen van hun werkzaamheden conform de IFC Performance
Standards te mitigeren of compenseren.
Vraag 20
Is tijdens en na afloop van het project onderzocht wat de sociaaleconomische, gezondheids-
en ecologische effecten van het project waren en of de genomen maatregelen succesvol
waren in het voorkomen en/of mitigeren van deze effecten? Hoe is deze monitoring en
evaluatie uitgevoerd? Welke instantie(s) hebben de monitoring en evaluatie uitgevoerd?
Antwoord 20
Nee, ten tijde van afgifte van de polis was monitoring nog niet vastgelegd in het
beleid. Sinds 1 januari 2022 monitort ADSB alle hoogste-risico-projecten na afgifte
van de ekv.
Vraag 21
Hoe is het rapport uit juni 2013 van de onafhankelijke maatschappelijke organisatie
Crude Accountability5 meegewogen in de beslissing om het project te verzekeren in december 2014?
Antwoord 21
In de milieu- en sociale beoordeling van het project heeft ADSB dit rapport uitgebreid
meegenomen. Er zijn reacties op de bevindingen uit het rapport gevraagd aan de exporteur,
de debiteur en de ambassade. Ook is er in het publieke domein informatie gevonden
over het rapport dat door ADSB bij de beoordeling is meegenomen.
Vraag 22
Indien er onduidelijkheden over het rapport bestonden, hebben ADSB of de ministeries
contact opgenomen met Crude Accountability?
Antwoord 22
Nee.
Vraag 23
Welke andere signalen van lokale ngo’s, milieu- en mensenrechtenorganisaties en andere
actoren zijn ontvangen, bijvoorbeeld via de Nederlandse ambassade? Hoe is door ADSB
en de ministeries omgegaan met deze signalen?
Antwoord 23
Naar aanleiding van de publicatie van informatie over dit project op de website van
ADSB zijn geen reacties van ngo’s binnengekomen. ADSB heeft zelf actief onderzoek
gedaan naar berichtgeving in het publieke domein, waarbij onder andere eerdergenoemd
rapport is aangetroffen. Ook heeft ADSB contact gehad met de ambassade om lokale input
mee te kunnen nemen.
Vraag 24
Doen ADSB en de ministeries zelf onderzoek, of laten zij onafhankelijk onderzoek doen,
naar de effecten op de bewoners, milieu en de lokale economie, of komt deze informatie
uitsluitend van organisaties ter plaatse? Kunt u deze keuze toelichten?
Antwoord 24
Een projecteigenaar dient zelf een onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren wat
resulteert in een milieu- en sociale effectrapportage. Met dat als input doet ADSB
zelf onderzoek waarbij risico’s op (potentiële) negatieve effecten voor mens, dier
en milieu worden geïdentificeerd. Negatieve effecten die niet voorkomen of gemitigeerd
kunnen worden, dienen conform internationale standaarden te worden gecompenseerd.6 Per project wordt bepaald wat er nodig is voor een goede beoordeling. Voor complexe-
of hoge risicoprojecten maakt ADSB bijvoorbeeld vaak gebruik van onafhankelijke adviseurs,
zoals onlangs voor baggerprojecten in de Malediven en de Filipijnen.7
Vraag 25
Hoe wordt informatie gewogen die betrokken bedrijven – die een belang hebben bij goedkeuring
van het project – hierover aanleveren?
Antwoord 25
Informatie van de exporteur en de projecteigenaar is essentieel voor de beoordeling
van de projectrisico’s. Betrokken bedrijven worden geacht goed onderbouwde en waarheidsgetrouwe
informatie aan te leveren. Zoals in voorgaande antwoorden reeds is aangegeven wordt
ook via andere onafhankelijke bronnen informatie ingewonnen om de aangeleverde informatie
te verifiëren. Bijvoorbeeld via ambassades, ngo’s of door het inschakelen van onafhankelijke
adviseurs.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën -
Mede namens
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.